Het is fris in de camper wanneer ik om acht uur de gordijnen open. Het is binnen een kleine zestien graden en de kachel is uit. Het laatste gas is opgebrand en de fles moet nu dus leeg zijn. Hoewel de kachel uit is produceert de gaspit nog een klein blauw/geel vlammetje zodat ik wel aan mijn eerste kop koffie kan beginnen. Nog voordat de mocca-maker het kokende water door de koffiepad het geprest dooft het kleine vlammetje. Gelukkig hebben een kleine (reserve)gasfles aan boord zodat we het niet zonder koffie hoeven te doen vanochtend.
Na de drukke dag van gisteren, en de goede nachtrust van afgelopen nacht, staan we vandaag voor een redelijk rustige dag. Alles aan boord is weer schoon en vanaf vandaag kijk ik elke ochtend of er geen condensatie onder het bed is ontstaan. Na het ontbijt gaan we eerst naar de Lidl om wat eten voor het weekend in te slaan, daarna vullen we de gastank weer tot de nok vol en trekken de bergen in. We hebben nog twee routes uit het WOMO-boekje van Oost-Spanje voor de wielen voordat we verder afzakken naar het zuiden. Helaas kunnen we niet zonder een bezoek aan een camping om de drie dagen maar campings als die van de afgelopen nacht zullen we vanaf dit moment steeds vaker tegenkomen. En dat maakt me niet blij!
Na een kort bezoek aan de Lidl en de Repsol voor GPL rijden we weer het binnenland in. Ik heb nog steeds moeite om de fascinatie van mensen voor het strand te begrijpen. Een paar dagen is oké maar enkele weken of maanden op dezelfde plaats op een camping aan zee staan wordt al snel een verveling voor mij.
‘Ieder zijn ding’, zeg ik dan maar.
Onze eerste halte voor vandaag is een kort bezoek aan een eeuwenoud Romeins Aquaduct. Net buiten Tarragona ligt de “Pont Del Diable”. Een schitterend Aquaduct dat door de Romeinen tweeduizend jaar geleden is gebouwd als watervoorziening voor de grote Romeinse stad “Tarraco" (Tarragona) aan de kust. Die Romeinen waren zo dom nog niet! Vergeleken bij de Oosterse architecten en bouwmeesters waren die Romeinen tweeduizend jaar geleden al een aardig stukje verder. Het is maar een korte wandeling van de parkeerplaats naar het aquaduct maar toch zit het me niet lekker. Voor mij is dit typisch zo’n parkeerplaats waar de criminelen snel kunnen toeslaan en snel weer via de snelwegen kunnen wegkomen. De kostbare elektronica gaat in de kluis als extra beveiliging. Ik voel me dan ook weer opgelucht wanneer we na een half uur weer terug bij de camper zijn. Geef mij maar de rust van de afgelegen en toeristenarme bergen.
We volgen de WOMO-route en rond half drie rijden we de enorme, en helemaal verlaten, parkeerplaats van “Santes Crues” op. De eerste minuten ben ik onder de indruk èn verbaasd over de omvang van deze parkeerplaats. Dàn moet hier toch wel iets moois te zien zijn? Ik sla het routeboekje er op na en er wordt gesproken over een klooster. Nu is dat niet uitzonderlijk in deze omgeving want die hebben we er al een paar gezien. Ook de foto’s in het boekje wekken niet genoeg nieuwsgierigheid in me op om meteen op pad te gaan.
Nadat ik de camper op orde heb gebracht en het een en ander heb opgeruimd vraag ik voorzichtig aan Lyka of ze zin heeft om mee te gaan naar het dorp. Niet veel later gaat alles voor de tweede keer vandaag in de kluis en sjokken wij met behulp van de handheld Garmin richting het klooster. Tijdens de wandeling wordt het al een stuk duidelijker. Het klooster is gebouwd op een eiland in een riviertje. Water was in het verre verleden een goede verdediging, zeker in combinatie met een dikke hoge muur. Van verre straalt het klooster ontzag uit!
Met elke stap die we dichterbij komen realiseer ik me dat we op weg zijn naar iets bijzonders. Het ene klooster heeft misschien de naam maar dit klooster heeft de schoonheid en doet zeker niet onder voor haar bekende zusters. De onder de eerste poort door en we worden opgevangen door lokale verkopers die een kleine markt hebben opgezet. Verschillende soorten kaas en worst gaan naar binnen, het rode wijntje sla ik maar af, en ik zie dat we de hoop wekken dat we wat gaan kopen. Voor een moment overleg ik in het Nederlands met Lyka, verbaasde gezichten kijken van Lyka naar mij en weer terug, want we zijn er nog niet helemaal uit. De koelkast van de camper puilt uit met voedsel! We zullen op de terugweg de verkopers helaas teleur moeten stellen.
Na de tweede poort komen we in het gedeelte waar de monniken vroeger woonden en werkten. We zijn ècht onder de indruk en blij dat we de moeite hebben genomen om in de late middagzon deze wandeling te gaan maken. De schoonheid gecombineerd met de rust op het plein maken elke stap van ons in “het klooster van Santes Crues” bijzonder.
Er staat ergens halverwege een deur open en die leid ons naar een kleine binnenplaats. De waterput waar honderden jaren land de monniken uit dronken en zich uit wasten is voor de veiligheid afgedekt maar het geheel straalt reinheid en vroomheid uit.
We gaan weer verder op onze ontdekkingstocht en bij de ingang van het oude klooster hebben we geen enkele twijfel of we wel òf niet naar binnen zullen gaan. De negen euro voor twee personen is goed besteed aan deze parel van middeleeuwse architectuur, beter gezegd: “Een onverwachte parel”.
We krijgen een engelstalige brochure over het klooster mee en Lyka krijgt de rol als gids toebedeeld. Dan heb ik het ook een keer rustig en kan me meer op het fotograferen toeleggen en genieten van wat mijn ogen me bieden. Als eerste komen in het “Klooster” terecht, een open plaats die de verschillende galerijen met elkaar verbind.
Via de keuken en de opgang naar de slaapvertrekken voor de koninklijke edelen gaan we weer naar buiten.
Achter in de tuin zijn de oudste gedeelten van het klooster bewaard gebleven. Hier is ook de begraafplaats van het eeuwenoude klooster waar de monniken aan het einde van hun vruchtbare goddelijke leven ten ruste werden gelegd. Sober, met zeer weinig tastbare herinneringen, die staan binnen op weg naar de kerk en zijn alleen voorbestemd voor de hogere rangen van het klooster.
Op een bovenverdieping op weg naar de kerk zijn de slaapzalen voor de monniken. Er is geen spoor van verwarming te bekennen. Wij hebben het erg koud en in het verleden zal dat ècht niet veel beter zijn geweest. Een monnikenleven was hier vijfhonderd jaar geleden zeker geen pretje!
De oude afdek(graf)stenen zijn schitterend en geven een goed beeld over de rijkdom en betekenis van de hogere geestelijken die hier de scepter zwaaiden.
Vanzelfsprekend is de kerk het hoogtepunt en centrum van het klooster. Stenen zetels onder de laatste rustplaatsen van hun voorgangers in de gang op weg naar de kerk. In gedachten zie ik de monniken daar tweehonderd jaar geleden zitten terwijl ze in het latijn gregoriaanse liederen ten gehore brengen als lof aan de hogere macht die ze beschermt en voor ze zorgt.
In de kerk zijn het Jezus en zijn moeder Maria die het hoogst zingen, goud en eeuwenoude houten beelden. Je wordt zelf stil van de stilte. Een kinderschreeuw verscheurt mijn gedachten. Zijn moeder sleurt hem mee naar buiten. Het Christelijke geloof is aan het afkalven terwijl een donkere indoctrine met de dag sterker wordt en uit angst in heel Europa wordt getolereerd. Een nieuwe beeldenstorm is aanstaande!
De enorme eiken deuren die als dubbele ingang voor het publiek naar de kerk dienen krijgen een extra vermelding. Om de enorme omvang zowel als de om de schoonheid en werkmanschap die er in zit. “Even een deur afhangen”, krijgt hier wel een hèèl bijzondere betekenis!
Dik een uur later verlaten we voldaan en blij het klooster. Het was “Een onverwachte parel”. Het was een van die dingen die het reizen zo mooi maken. Het onverwachte, het schone, de stilte, de architectuur en de religieuze kunst! Wat is reizen toch mooi!
Ietsjes later dan gewend komt het eten op tafel. Een vrije interpretatie van de mediterrane keuken. Verse chorizo worstjes in ratatouille op een bedje van pasta. De parmezaanse kaas is Italiaans maar het smaakt er alleen maar beter om. Wat hebben we weer een mooie dag achter de rug! Nog wat tv en dan naar bed.