dinsdag 30 oktober 2007

Thailand, na twee weken weer in Thailand

Pattaya, 30/10/2007

Zo, het zit er weer op en ik ben terug in Thailand. Natuurlijk heb ik heerlijk uitgeslapen en ben lui opgestaan. Rustig douchen en scheren, een broodje ei op de kamer met een kopje koffie en iets over elf uur stapte ik het hotel uit. De lucht in de verte zag er dreigend uit en onderweg naar de luchthaven vielen de grote druppels al uit de lucht.
Het maakt mij niet zoveel uit om op een luchthaven te wachten. Of ik nu in mijn hotelkamer zit of ik zit op de luchthaven. Lood om oud ijzer, wachten moet je toch. Alleen op de luchthaven voel ik mij rustiger, er kan dan weinig meer misgaan.
Onderweg dacht ik na over de ophef van vloeistoffen en gels in de handbagage. Ik reis nu eenmaal met alleen cabinebagage en dan ga je kijken of je legale toiletspullen kan kopen. Het antwoordt hierop is NEE! Drogisterij na drogisterij heb ik afgezocht voor tandpasta, shampoo en contactlensvloeistof. De meeste zijn altijd nog 120 ml of ultra klein 50 ml, dat zal wel afstammen van een Engelse inhoud of gewichtmaat.

Ik vraag mij af hoelang deze grondstoffen en mankracht verspillende operatie nog zal duren. Maar zouden de producenten hierop inspelen? Nee, natuurlijk niet. Want alles wat aan de ene kant wordt weggegooid moet aan de andere kant weer worden gekocht, we spreken hier over een miljardenspel. De andere zijde is dat wij als consumenten altijd een schuldgevoel van verspilling en vervuiling wordt aangepraat. Veel mensen zijn hier gevoelig voor en zitten ’s avonds in het donker met een dikke trui aan voor de plasma of LCD TV. Wij zijn niet de vervuilers en verspillers! Het zijn de producenten die hier verspillen en vervuilen! Wij worden met de meest ingenieuze marketinginstrumenten bespeeld om de economie maar draaiende te houden. Men schrikt er zelfs niet voor terug om hulpeloze hardwerkende burgers onnodige consumentenleningen met wurgrentes aan te praten.
En dan maar praten over de opwarming van de aarde. Dertig jaar geleden was het “Greenpeace” die tegen de kerncentrales streed. Het enige alternatief wat we hadden was gas en olie/kolen. Nu zijn diezelfde mensen tegen gas en olie/kolen gestookte elektriciteitscentrales en wordt kernenergie aangevoerd als de energiebron voor de toekomst. Zo hou je natuurlijk wel iedereen voor de gek en je blijft zelf aan het werk. Wij als consumenten hebben natuurlijk wel invloed op wat er met onze aarde gebeurd, maar goede plannen zoals gratis openbaar vervoer worden meteen de grond in geboord omdat de regering dan een aanzienlijk bedrag aan accijnzen en belastingen op de benzine zou mislopen. En hier komt dan de koolstofdioxide weer om de hoek. Het zou goed zijn voor het milieu en slecht voor de staatskas. Wie wint in dit dilemma? De staatskas natuurlijk, en ondertussen blijft men ons een schuldgevoel aanpraten.
Op de vraag of ik mij schuldig voel omdat ik veel gebruik maak van vliegtuigen moet ik negatief antwoorden. Nee, in zijn geheel niet. De schuld ligt bij onze regeringen met hun dubieus verstrengelde belangen in de industrie. Op het gebied van het milieu en de beveiliging tegen een zogenaamde terroristische aanslag met een vliegtuig. Wanneer men alle gemaakte kosten voor de beveiliging op alle luchthavens ter wereld van één dag zou samenvoegen dan is er geen enkel bedrijf die deze verspilling zou accepteren. De kosten wegen niet op tegen het risico! Deze kosten zouden misschien wel genoeg zijn om een heel hongerlijdend continent te voeden. Maar is dit belangrijk? Nee, geld verdienen wel en ook op de beveiliging zit BTW en het houdt mensen van de straat. Dit alles in het belang van onze grote beschermer, “de Staat”.
De samenzwering die wij de “Democratische Regering” noemen.
Salonsocialisten die er alleen maar op uit zijn om een plaats in de geschiedenisboeken te krijgen en de zakken van hun vrienden te vullen. Aan het einde van hun carrière wachten er dan wel een dozijn aantrekkelijke commissariaten met een gulle beloning. De ene hand wast de andere ten slotte.
“Brood en spelen” was het in de Romeinse oudheid. “Arbeit macht Frei” zette Hitlers legers van werkelozen aan het werk en bouwden de “Autobahn”, samen met goed uitgewerkte en doordachte propaganda. De regeringen van nu spelen in op de angst voor de toekomst, het welzijn van onze kinderen. Men strijd tegen het terrorisme maar de regeringsleiders namen massaal afscheid van de bedenker, Yasser Arafat. “Angst” is het wapen van deze tijd. Angst voor het milieu en angst voor terrorisme. Niets is zo eenvoudig in bedwang te houden dan een kudde bange mensen.

Helaas was mijn vriend niet op de luchthaven en moest ik een alternatief vinden in de vorm van de bus. De Airportbus reed in ongeveer veertig minuten van de “Suvarnabhumi” luchthaven naar het “Ekemai” busstation. Alwaar de bus naar Pattaya vertrekt. Deze tweede bus deed er ongeveer twee uur over, de totale kosten ongeveer 271 Baht per persoon.
Morgen gaat mijn gewone leven weer beginnen en worden de batterijen opgeladen voor de volgende trip naar Laos.

maandag 29 oktober 2007

Singapore, de mangrovebossen van Sungai Buloh

Singapore, 29/10/2007

Ik was al wakker voordat de hoorn op de bouwplaats aan de overkant van mijn hotel acht uur blies. De kou had me gewekt en ik was niet meer in slaap gevallen. Misschien was ik wat koortsig geweest en had de temperatuur van de airconditioning te laag gezet. Maar het maakte weinig uit want vandaag zou ik op pad gaan.
Het zou iets totaal anders worden dan wat ik normaal zou doen in een stad. Ik had al vaker het natuurpark op TV gezien en dat zou mijn eerste bestemming worden. Het “Sungai Buloh Wetlands Nature Reserve”, een estuarium van een rivier met zijn unieke bewoners in het brakke water. De reis van ruim een uur bracht mij naar de noordwestelijke uithoek van de stadstaat.
Om half elf stapte ik uit de bus en had daarna nog een kilometer of twee te lopen voordat ik aan de poort van het park stond. In het weekend en op vakantie en feestdagen rijdt de bus tot aan de ingang, doordeweeks moet er worden gelopen. Gratis entree klinkt een Hollander altijd als muziek in de oren en daar stond ik dan met een plattegrond van het park in de ene hand en mijn GPS in de andere hand. Ik zou zeker niet verdwalen.
De droge regen of natte wind, noem het zoals je wilt, kwam al vanaf mijn vertrek neer. De lucht zag er niet echt naar regen uit dus had ik mijn regencape thuis gelaten. Stil stapte ik het grindpad op waar de steentjes knarsten onder mijn schoenen. Stilte is belangrijk in een park waar je wilde dieren wil zien. Goed onderhouden paden slingerden door een jungle en hier en daar waren observatiehutten en schuttingen neergezet. Je keek stil door smalle spleten naar de vogels en anderen dieren.
Ik stopte bij een paar van die hutten en alle vogels leken hetzelfde voor mij. Wel werd er een mysterie voor mij opgelost! Ik wist namelijk nooit aan anderen uit te leggen wat een zilverreiger was, nu wist ik het. In het Engels is het een “Great Egret”. De drie uitgezette wandelroutes kruisten elkaar hier en daar en in totaal heb ik ongeveer negen kilometer afgelegd. Mooi, insecten, vissen, vogels, krabben, kreeften, eekhoorns, monitorhagedissen en één slang, ik heb ze allemaal gezien. En wat was het meest interessant? Boomkrabben, deze kleine donkereschaaldieren klimmen gewoon in een boom als het tij op komt. Heel vreemd om te zien. Er was ook de mogelijkheid dat je een krokodil zou tegenkomen, gelukkig was dat niet zo want later las ik dat ze heel agressief zijn en in het verleden ook bezoekers hebben aangevallen. Het was al met al heel interessant en ook de kleine permanente tentoonstelling was leerzaam. De tijd was omgevlogen en ik was pas om half twee terug op het “Kranji MRT Station”. Ik had nog plannen gehad om een klooster te bezoeken op de terugweg maar dat bezoek schoot er bij in. Ik moest eerst eten want ik trok nu krom
van de honger. Het zou een lunch worden in de “Funan IT Mall” en dan kon ik ook meteen het nieuwe besturingssysteem voor de Apple bekijken. Heerlijke gefrituurde Dim Sum en noedels met kip in oestersaus, de dunne groentesoep was gratis. Totale kosten SGD 7,50. Na het eten bleef ik nog even nagenieten en maakte mij op voor de laatste zaken in Singapore. Eerst nog naar de “Apple Showroom” en dan naar “Adventure 21” in het “China Centre Point”. Ik had nog wat zaken nodig en wilde ook wel weten waar de reis dit jaar naar toe ging. De eigenaar was niet aanwezig maar hij zou zo terug zijn van zijn uitstapje. En inderdaad, na een kwartiertje stond hij voor mij. De nieuwe bestemming zou weer Nepal zijn, wel een nieuwe trek maar toch weer Nepal. Hij was er van op de hoogte dat daar niet mijn prioriteit lag.
We bespraken de toekomst en kwamen overeen dat we nu echt goed contact met elkaar zouden houden omdat ik echt graag met hem mee wilde op een trek in de bergen. De “Kilimanjaro” was nog steeds een optie en hij was ook bezig met wat nieuwe bestemmingen. Ik kijk er echt naar uit om volgend jaar december iets moois te gaan doen. Nu kan ik dus ook verklappen wat mijn bestemming voor november/december wordt. Laos! Midden november begin ik in het uiterste zuiden van Laos en kijk hoe ver ik in vier weken kan komen. Vientiane is een bestemming en vandaar kan ik dan weer Thailand in reizen.
Mijn dag en mijn verblijf in Singapore zat er nu bijna op. Een beetje internetten en rondhangen zouden de laatste inspanningen zijn van deze korte trip. Ik heb geen zin om een afscheidsbiertje te drinken en lag om elf uur op mijn bed. Morgen terug naar Thailand.

zondag 28 oktober 2007

Singapore, ballen in mijn buik

Singapore, 28/10/2007

De laatste twee dagen stonden geheel in het teken van eten en bier drinken met oude en nieuwe vrienden. Ik voelde mij zaterdag overdag zo slecht dat ik vanuit de airconditioning van de McDonalds rechtstreeks naar de airconditioning van de Starbucks ging gevolgd door de airconditioning van mijn hotelkamer. Ik had in het geheel geen trek om ook maar wat te eten.
Moe en niet echt fit arriveerde ik voor mijn afspraak met Ilgan, hij had hetzelfde gevoel en verder dan een paar stukjes van een “Popia”, een soort koude loempia, kwam ik niet. We dronken een paar biertjes en eindigden bij “Bennie Carabau” voor een laatste biertje en dat was dat. Ik nam afscheid van iedereen en ging slapen ik moest tenslotte om acht uur op.
Ik voelde mij vanochtend een stuk beter dan gisteren, ik had dan wel slecht geslapen en vreemd gedroomd maar dan toch. Om acht uur op en om kwart over tien de taxi. Dat klinkt als ruim de tijd maar vandaag liep het van geen kant, ik besloot om voorlopig maar eens even niet te drinken. Het bier gaat me toch steeds slechter smaken, ik weet ook niet wat er aan de hand is.
De rugzak werd gepakt en ik liep er even snel uit voor een krantje en een broodje ei. Om tien uur precies stapte ik weer binnen in het hotel en in een poep en een scheet was ik op weg met de taxi naar het busstation. De bus stond al klaar en ik was blij dat ik met mij rugzak in de koele bus kon plaatsnemen, precies op tijd reden we het busstation uit op weg naar Singapore.
Ik voelde mij ongemakkelijk. De zaak van het visum, of beter gezegd, het niet hebben van een visum begon nu in me te rommelen. Drie lange uren had ik de tijd om er over na te denken wat er zou kunnen gebeuren. De meest positieve mogelijkheid was dat ik zo kon doorlopen en de meest negatieve was dat ik werd opgehouden en zo mijn bus zou missen om verder naar Lavenderstreet in Singapore te gaan. Die bussen blijven namelijk niet eeuwig wachten.
Met lood in de schoenen stapte ik de roltrap op die mij naar boven zou brengen in het “Immigresen” kantoor van Johor Bahru. Ik had een slechte rij en een paar mensen voor mij, donkergroene paspoorten dus waarschijnlijk Pakistani, werden aan een grondig onderzoek van de papieren blootgesteld. Het leek erop dat de beambte een “Pietje Precies” was. Ik zag mezelf al met een fikse boete achter de tralies. Zeven slagen met de rotan. De rij naast mij ging twee keer zo snel en ik keek zenuwachtig als een misdadiger om mij heen, het zweet parelde op mijn voorhoofd. Toen ik eindelijk aan de beurt was zette ik een gemaakte glimlach op mijn mond en gaf mijn paspoort aan de besnorde man aan de andere kant van het glas. Hij keek in mijn paspoort en keek daarna naar mijn gezicht. Hij bladerde verder en bestudeerde mijn onafgescheurde complete immigratiekaart.
“Eh, ik ben met de trein van Singapore naar Kuala Lumpur gegaan”, stotterde ik.
“OK, no probleem and have a nice day”, antwoordde hij.
Met drie doffe klappen kwam de stempel achtereenvolgens in mijn paspoort en twee keer op de immigratiekaart neer. Pfffffff, dat waren zorgen om niets geweest!
De bus stopte op nog geen kilometer van mijn hotel en na een uur of vijf in de bus is het fijn om even wat te lopen. Geluk was nu aan mijn kant, de eerste druppels daalde neer op het moment dat ik het hotel binnenstapte. Het was de voorbode van een wolkbreuk die een uur zou duren en de gehele straat blank zou zetten. Ik heb het zelden zo hard zien regenen hier in Singapore.
Zo staat er dertig centimeter water in de straat en zo loop je fluitend je hotel uit om een hapje te gaan eten en een wandeling door de stad. Nog één keer Indiaas en dan zou het weer een tijdje Thais en Chinees worden. Natuurlijk bij Komala’s en het smaakte weer erg goed. Tijdens mijn wandeling realiseerde ik dat het nu wel eens een flinke tijd zou kunnen duren voordat ik weer in Singapore kom. Ik heb al veel reizen gepland en geen van die bestemmingen gaan via Singapore. Ook de formule 1 race van volgend jaar wordt overgeslagen en zo zou het wel eens kunnen gebeuren dat ik volgend jaar helemaal niet in mijn geliefde Singapore kom.
Met deze gedachte in mijn achterhoofd probeerde ik wat voor morgen te plannen. Ik wil wel wat gaan doen op mijn voorlopig laatste dag in deze wereldstad. Ik had al heel wat keren een park met mangrovebossen op de TV gezien. Het moest gek zijn als ik dat niet kon vinden.
Net voordat ik bij mijn hotel arriveerde werd ik ingehaald door een groep mannen gekleed in gele gewaden, broeken en/of T-shirts. Ze droegen bosjes takken met bladeren en waren onderweg naar de tempel. Een toeschouwer vertelde mij dat het om Deepavali ging, dat had ik zelf ook wel begrepen. Wat wel interessant was dat ze vuurdansers waren. Gingen ze dan vuurdansen in de tempel? Nee, helaas niet. Ze waren net wezen vuurdansen ergens richting China Town. Misschien leuk om daar morgenavond eens even te gaan rondneuzen. Mijn lange dag zat erop en ik verlangde naar mijn bedje, morgen om acht uur op.

vrijdag 26 oktober 2007

Maleisië, eindelijk vrijdagavond

Melaka, 26/10/2007

Omdat ik de hele week Maleisisch had gegeten wilde ik mijzelf in het weekend eens verwennen en ik had met Ilgan afgesproken om dat nieuwe restaurant “Raffles” maar eens te proberen.
Het restaurant is gevestigd in een erg smal pandje net om de hoek van de “Jonker Walk”. De inrichting is smaakvol en de kaart, de “a la carte”, zag er netjes uit maar nog voordat we echt het menu hadden kunnen bestuderen werd ons een kaart voorgeschoteld met daarop het variabele dagmenu. Er kon voor het hoofdgerecht voldoende keus worden gemaakt uit rundvlees, kip en vis. De voorgerechten waren vast maar het dessert kon ook worden gekozen.
We kozen allebei voor de Steak met champignons en zwarte pepersaus en het werd afwachten hoe het voorgerecht er uit zou zien. De garnalencocktail met mango en papaja was een gewaagde creatie die zeer goed beviel. De kleuren waren mooi verdeeld en de smaken vulden elkaar mooi aan. Een serie van explosies die de smaakpapillen deed trillen. De verse champignonsoep was aan de flauwe kant maar was mooi van textuur en kleur. En dan het hoofdgerecht! De kok hier houdt erg veel van zijn werk en die liefde is goed te zien op het moment als je bord wordt geserveerd. Een perfecte steak met gebakken aardappelparten en een groentegarnituur van broccoli, bloemkool en wortel. Kleur en smaak een ruime voldoende. Mijn dessert, een brownie was wat aan de droge kant maar met een hap ijs was het wel weg te krijgen. En nu de doodsteek, de koffie was om te huilen. En dat in een land waar heel goede koffie vandaan komt! Lauwe slappe Nescafé, ik heb hem half laten staan want ik kreeg hem niet weg. RM 40 is natuurlijk een koopje voor zo’n maaltijd maar ik vindt het nog steeds jammer van die koffie.
Na het eten gingen we natuurlijk op stap en kwamen niet verder dan “Ringo Classic”, een paar emmers Tiger bier deden hun werk en om een uur of half drie lag ik op bed. Het was een mooie avond geweest. Morgen nog een keer?

donderdag 25 oktober 2007

Maleisië, op zoek naar een buskaartje

Melaka, 25/10/2007

Het belangrijkste voor vandaag was het bemachtigen van een buskaartje naar Singapore voor aanstaande zondag. De busdienst waar ik normaal gebruik van maak was al vol dus moest ik naar een alternatief gaan zoeken.
Alles zou vandaag in één ronde worden gedaan. Het ontbijt, deze keer geen McDonalds maar verse broodjes van de bakker en twee mandarijnen, mijn wandeling en het kopen van het buskaartje. De wandeling begon bij de “Makhota Parade” en ging over de brug naar het “Melaka Sentral” busstation. Het weer zat niet mee, een droge regen daalde constant op ons neer. Ik noem dit een droge regen omdat je de druppels wel voelt op je gezicht en kan zien op je overhemd maar de straat wordt niet nat. Het is een vreemd verschijnsel. Onderweg zag ik weer wat nieuwe restaurants waar ik in de toekomst zeker eens zal gaan eten.
Mijn tweede pauze was in de “Tesco” supermarkt tegenover het busstation, een flesje water leste de ergste dorst en gefascineerd keek ik naar het eetstalletje waar de noedels op de gloeiend hete gietijzeren borden werden bereid. Ik had trek en wilde best wat eten. Ik keek nog eens goed rond en ook de rijst in kleipot zag er goed uit, net als de “Nasi Campur” en de “Popia’s”. Met de kerrie van het Indiase restaurant nog in mijn achterhoofd besloot ik om met de lunch te wachten totdat ik weer in het centrum was.
Het kopen van een buskaartje ging moeilijker dan ik had verwacht. Ik was tenslotte al op donderdag hier voor een kaartje voor zondag. Vol, vol en nog eens vol. Enkele busmaatschappijen hadden nog wel enkele plaatsen in een Super-VIP bus over maar die waren voor bussen die vertrokken om acht en negen uur ’s ochtends, en dat was een beetje te vroeg voor mij. Uiteindelijk kocht ik twee plaatsen voor de bus van elf uur die mij direct naar “Lavenderstreet” in Singapore zou brengen. Ja, twee plaatsen naast elkaar. Ik heb er tegenwoordig zo’n hekel aan om naast een wildvreemde te zitten. En dan ook nog mijn rugzak in het gangpad, nee, dan koop ik voor deze lage prijs wel twee kaartjes.
Met de plaatsbewijzen op zak ging ik op weg naar de stad. Ik had er al zeven kilometer opzitten en de terugweg zou wat korter zijn. Het werd nu warm en de zon brak door het wolkendek heen. Ik was blij toen ik uiteindelijk in het Indiase restaurant arriveerde en de gewoonlijke vegetarische maaltijd bestelde. Het blikje 100+ dronk ik in één teug leeg en bestelde meteen een nieuwe. Pfffff, dat was een fijne wandeling.

Een korte slaap in de middag en ik was klaar voor mijn volgende culinaire avontuur in Melaka, de “hotplate” was na twee dagen eindelijk aan de beurt. De noedels waren goed zei het niet dat de saus een beetje aan de flauwe kant was. Een ander probleem is dat ik helaas altijd vlekken in mijn shirt krijg als ik van deze gerechten eet. Ik kan beter een zuidwester aantrekken als ik uit eten ga!
Een paar bier sloten de avond af in het “Discovery Café”, natuurlijk met Teng en Galin. Galin is een Engelsman die kok van beroep is, natuurlijk werd eten het hoofdonderwerp van het gesprek en we spraken af om op vrijdag samen een nieuw restaurant “Raffles” te proberen. Mijn favoriete restaurant “Harper’s” is waarschijnlijk van eigenaar veranderd en die heeft het roer volledig omgegooid. Nu heet het “Modern Mediterian Menu” wat er wordt geserveerd en om eerlijk te zijn ben ik niet in Maleisië om Griekse salades of Italiaanse biefstukken te eten.
Morgen is het dan eindelijk vrijdag en dan gaan we lekker eten en op stap.

woensdag 24 oktober 2007

Maleisië, ontspannen in Melaka

Melaka, 24/10/2007

Om tien uur stond ik op met een zwaar hoofd. Ik had erg vast en erg lang geslapen. Er stond maar weinig op het programma, ik zou een beetje rondlopen en rondhangen.
Om kwart voor elf stapte ik het “Heeren House” restaurant binnen voor mijn ontbijt en ik verbaasde mij al over de geheel lege zaak.
“Goedemorgen, ik kom voor het ontbijt”, zei ik tegen de verbaasde vrouw achterin de zaak.
“Nou, dan bent u te laat want wij serveren het ontbijt tot tien uur!”, zei ze op een autoritaire toon.
En die toon stond mij al helemaal niet aan!
“Nou, tot ziens dan en veel succes voor de toekomst!”, snauwde ik terug en stapte de warme ochtendzon weer in. Ik zou deze lui niet eens meer een tweede kans gunnen!
Dus werd het weer, jullie raden het al, McDonalds. Het is moeilijk te geloven maar ik begon met lange tanden aan het broodje ei, maar de koffie smaakte mij wel uitstekend. Wat waren de plannen voor vandaag? Ik zou wat gaan rondlopen om te kijken wat er allemaal was veranderd in Melaka.
De drie meest in het oog springende projecten zijn natuurlijk de nieuwe jachthaven, het mooier maken van de rivier en de toren. Het deed mij veel plezier om te ontdekken dat de toren was afgeblazen op de oorspronkelijk plaats omdat daar resten van het oude (Hollandse) fort waren gevonden. Het centrum is nu uitgeroepen tot conservatiegebied met daaromheen een nog groter gebied waar ik de toekomst nagedacht zal worden gebouwd.
Ik dacht aan mijn oude ervaringen en verhalen. Zou Melaka dan toch wat kunnen worden in de toekomst? Later bleek dat de toren nu zou worden gebouwd achter het zwembad, ik weet bijna zeker dat ze daar ook weer op overblijfselen van het fort stuiten en zo zouden ze dan weer een nieuwe locatie voor de toren moeten vinden.
Ook voor de jachthaven en het opknappen van de rivier kan ik niets anders dan een voldoende geven. Het begint nu echt wat te worden! En het beste moet nog komen. In het oude centrum schieten de mooie restaurants en cafeetjes als paddenstoelen uit de grond. Het begint nu ook doordeweeks gezellig te worden in Melaka.
Gisteren had ik mijn maat in de oude prentenwinkel op de hoogte gebracht van mijn aanwezigheid in Melaka en op zijn beurt zou hij het doorgeven aan Patrick Teo. Het zou een mooie avond worden maar niet voordat ik mijn avondmaaltijd had genuttigd in het “Newton Foodcourt”, heerlijke Saté met Mee Goreng. Een grote kop thee om het allemaal weg te spoelen. De schade, RM 8,20. Een koopje!

De avond was gezellig en duurde een beetje langer dan verwacht. Ik had het niet te laat willen maken maar om mijn oude vrienden te zien was erg leuk. Om één uur ging ik uiteindelijk door de regen huiswaarts. De straatverlichting spiegelde op het natte asfalt terwijl ik onder de paraplu van Teng naar mijn hotel liep. Ik had wel een paar biertjes teveel op maar wie kan dat wat schelen?

dinsdag 23 oktober 2007

Maleisië, aankomst in Melaka

Melaka, 23/10/2007

Om dus precies half negen sprong ik fit uit mijn bed. Het was een reisdag vandaag! En dan moet je vroeg op! Ik voelde me stukken beter en het achterwege laten van bier drinken had hier op zeker een positieve invloed. Na de gebruikelijk douche was de eerste gang voor de zoveelste keer naar de McDonalds om de hoek. Ik voelde mij zo goed dat ik zelfs voor de flauwekul een foto van mijn fastfoodontbijt nam. Dat was dat.
Snel de rugzak gepakt en onderweg naar het ‘Puduraya Busstation” om een bus naar Melaka te nemen. Bussen zijn erg goed in Maleisië en normaal gesproken hoef je niet eens te reserveren, nou ja als je een uurtje extra tijd hebt. Maar eerst moest er worden afgerekend en dat gaf een probleem. Mijn creditkaart weigerde de PIN code te accepteren en dat terwijl ik 100% zeker wist dat ik de juiste code gebruikte. Na twee keer begon ik geërgerd aan de derde keer en net voordat ik “akkoord” intoetste kwam ik tot bezinning.
“Hé, wacht eens even’!
Als ik nu voor de derde keer wordt geweigerd is mijn kaart geblokkeerd met alle gevolgen van dien. Dus ik gebruikte de andere optie om te vragen of de receptiemedewerker mijn kaart wilde accepteren zonder bevestiging. Ze doen dit alleen als ze je echt goed kennen! Dat was geen probleem en even later stapte ik fluitend de vochtige warme tropische ochtend in.
Het geluk was aan mijn zijde toen ik arriveerde in Pudu, zoals wij het busstation afkorten, want de bus stond al klaar om te vertrekken. RM 9,40 enkele reis naar Melaka in een Super VIP bus. Het meisje achter het loket riep de chauffeur op met een walkietalkie en gaf hem de opdracht om te wachten. Er was nog een passagier onderweg naar beneden.
Om ietsjes over half twaalf waren we onderweg naar Melaka, Mr. Au zou mijn kamer al gereed hebben in het “Heeren Inn Hotel”. De busreis verliep vlekkeloos alhoewel de chauffeur af en toe toch wel maximum snelheid flink overschreed. De kranten hadden er van vol gestaan dat het openbaarvervoersysteem moest worden doorgelicht om het allemaal veiliger te maken. Er waren teveel ongelukken en doden te betreuren. Te hard rijden en niet de juiste vergunningen hebben waren schering en inslag. De politie was dan ook een grote campagne begonnen met agenten in burger om deze bandieten te pakken te krijgen en te straffen.
Na een korte rit met bus 17 stapte ik uit voor het “Stadhuys” en liep de driehonderd meter naar het hotel waar Mr. Au al klaar zat om mij te verwelkomen.
“Selamat Datang ke Melaka”
Het was een goed gevoel om hier na acht maanden weer terug te zijn. Eerst wat eten want ik had alweer een flinke trek gekregen tijdens de busreis. Mee Goreng in een Indiaas eethuis is misschien een vreemde combinatie maar het smaakte uitstekend. Na het eten was het tijd voor een kop koffie bij een andere oude bekende. Mr. Teng was nog steeds de uitbater van het “Discovery Café” en het was ook weer fijn om hem in goede gezondheid te zien. Ik bracht het probleem van mijn ontbrekende visum ten sprake en Teng haalde zijn wenkbrauwen op.
“Geen visum, éh, ik zou dat voor de zekerheid toch maar eens even bij de immigratiedienst gaan navragen!”, adviseerde hij mij.
Snel werd met behulp van de kaart van Melaka uitgelegd waar ik de immigratiedienst kon vinden en ik was weer op weg. Veel tijd had ik niet want het was al halverwege de middag. Ik haalde mijn paspoort én het treinkaartje op in het hotel en ging op pad naar het kantoor van de immigratiedienst. En wat bleek? De immigratiedienst was al meer dan een jaar geleden verhuisd naar een groot regeringscomplex op wel twaalf kilometer buiten het centrum.
Hoe zou ik in hemelsnaam daar kunnen geraken? Als de nood het hoogst is dan is hulp nabij, en zo ook nu. Een wel heel vriendelijk gezelschap bood mij een lift aan in een grote Mercedes-Benz. En zo werd ik voor de deur van de immigratiedienst afgezet. Ik bedankte de chauffeur een paar keer en stapte een beetje zenuwachtig naar binnen.
In de grote koele zaal stonden honderden stoelen opgesteld als in een bioscoop. Ik keek goed om mij heen en zag op geen enkel bord ook maar één engels woord. Achter mij was een klein hokje met “Informasie” erboven, dat was duidelijk genoeg. Ik legde mijn probleem voor aan de vrouw in het hokje en even later liep ik samen met haar door de grote zaal naar een leeg loket waar zij mijn probleem weer voorlegde aan een andere medewerkster. Ze keek in mijn paspoort en keek toen over de rand naar mij. Ik glimlachte verlegen terug en zij keek weer naar de papieren. Mijn paspoort werd goed nagekeken, mijn immigratiekaart werd goed nagekeken, en daarna was het treinkaartje aan de beurt.
“No problem”, was haar antwoord kort en krachtig.
“When you leave Malaysia just show the card and trainticket”, vervolgde ze.
“Thank you very much”, antwoordde ik gerustgesteld.
Nou, daar gingen we dan weer op weg naar het centrum. Nog even speelde ik met de gedachte om te lopen maar het zien van een bus die naar “Melaka Sentral” ging was voldoende om die gedachte in de kiem te smoren.
Mijn dag zat er op en vandaag zou ik lekker ontspannen en nog eens lekker gaan eten bij dat zelfde restaurant als waar ik had gelunchte. Vroeg naar bed en weer droog. Tot morgen.

Maleisië, warm aanbevolen

Melaka, 23/10/2007

Het "Discovery Café"


"Ringo Classic"


"Raffles" restaurant


"Heeren Inn" Hotel

maandag 22 oktober 2007

Maleisië, de Thean Hou Tempel en een lange wandeling

Kuala Lumpur, 22/10/2007

De race was een thriller die niemand had kunnen bedenken. Het was niet mijn favoriet die won maar ik kon er wel vrede mee hebben. Om half negen liep de wekker af en toen ik de gordijnen opentrok kon ik niet blij zijn met wat ik zag. Het regende pijpenstelen. Ik speelde met het idee om vandaag al naar Melaka te vertrekken, maar in de verte leek het al een beetje op te klaren dus bleef ik nog maar een uurtje langer liggen.
Het weer was opgeklaard en ik had nog voldoende tijd om bij de McDonalds te ontbijten. Twee broodjes ei en een beker koffie. De jongens hadden niet gebeld dus ging ik er maar van uit dat ze zelf de weg hadden gevonden. En wie stappen er naar binnen net als ik op weg naar buiten ben? De jongens, ze waren ook langer blijven liggen en zouden nu de “Menara KL” gaan bezoeken.
Ik raapte mijn spullen bij elkaar in de kamer en probeerde wat van het in mijn lichaam zijnde vergif in het toilet achter te laten. Een klein beetje bleef achter en dat is altijd nog beter dan niets. Ik had mijn huiswerk goed gedaan en nog één keer keek ik naar de kaart waar ik de “Thean Hou Tempel” kon vinden. Ik zou met de Monorail naar het “Tun Sambathan Monorail Station” gaan en van daar ging het verder te voet. Ik voelde mij goed en wist zeker dat dit een interessante dag zou gaan worden. Kleine dingen irriteerden mij nog wel zoals de luide muziek in de monorail en de mensen op het perron die tegen de stroom uitstappende passagiers naar binnen probeerden te komen. Rustig aan jongen, rustig aan.
Eenmaal uitgestapt wierp ik een korte blik in de rondte en ik wist precies in welke richting we zouden gaan. Een voetgangersbrug over en ik stond aan de juiste kant van de autosnelweg die dwars door Kuala Lumpur heen loopt. Ik zweette als een otter en mijn fles 100+ was sneller leeg dan verwacht, om eerlijk te zijn nam ik de laatste slok net voordat ik het tempelterrein opstapte. Een echt nieuwe verschijning was het niet maar de tempel was wel indrukwekkend groot.
Buiten bevond zich natuurlijk een klein park met daarin alle dieren van de Chinese dierenriem met de bijbehorende karaktertrekken en deugden. Chinezen laten zich eigenlijk nooit uit over de negatieve kant van iets, heeft dit met het Yin en Yang te maken? Het varken, mijn teken, stond er gezond bij en met de bijbehorende karaktertrekken kon ik ook wel leven ook al waren er kleine afwijkingen.
Eenmaal binnen schrok ik van de enorme ruimte onder de eigenlijke tempel. Een enorme zaal die werd gebruikt voor bruiloften en begrafenissen van de zeer vermogende Chinezen van Kuala Lumpur en omstreken. Een smalle slingerende trap bracht mij naar de derde verdieping, ik heb geen idee wat er op de tweede verdieping is, en plotseling stond ik op een plein voor de grote hal. De geur van wierrook kwam je tegemoet en het zingen van monniken klonk uit grote luidsprekerboxen. Het was een kort maar indrukwekkend bezoek. De vijver aan de achterkant kwam nog als een verrassend toetje. Vol met echte levende grote waterschildpadden die op een afstand van plastic leken. Het moet hier een goed leven voor ze zijn.
Nu werd het tijd om de terugweg aan te gaan. Ik voelde me goed maar ik wilde mij niet forceren. Een andere brug over de snelweg lag een stukje verderop en zo stapte ik een wijk binnen die de “Brickfields” heet. Nu kon ik mij herinneren dat ik in de Lonely Planet had gelezen over een andere Chinese tempel in deze wijk. Ik keek en vroeg een beetje rond maar de tempel was of onbekend of ze spraken er liever niet over. De wijk was bezaaid met Indiase winkeltjes en eethuisjes. De geur van kruiden en specerijen vermengt met wierrook en mierzoete parfums hing in de lucht.
Het stukje van de “Sentral Stesen” naar “Pasar Seni” deed ik met de Putra Metro, het is nu eenmaal een bijna onmogelijk stuk om te lopen, snelwegen oversteken en dergelijke. Vanaf “Pasar Seni” liep ik langs de rivier en stak daarna bij “Masjid Jamek” “Little India” in. Bekend terrein voor mij. Met een wijde boog kwam ik zo bij de “Suria KLCC” waar ik de lunch gebruikte en daarna vond ik het welletjes. Ik ging naar mijn kamer om te rusten en na te denken over wat ik op mijn laatste avond in Kuala Lumpur zou gaan doen.
Dat zou dus niet veel zijn! Voor een laatste keer eten in het KLCC en vroeg naar bed. Zoals ik al eerder opmerkte, “ik voel me weer goed maar ik moet me niet forceren”.
Morgen op weg naar Melaka.

zondag 21 oktober 2007

Maleisië, de dag van de race

Kuala Lumpur, 21/10/2007

Om drie uur vanochtend werd ik wakker. Ik bibberde en rilde van de koorts en ik had het erg koud. Een zeer pijnlijke kramp in mijn dikke darm was waarschijnlijk de oorzaak van een kleine voedselvergiftiging. Misschien die visballetjes van vrijdagavond? Wat het had veroorzaakt deed er niet toe, ik was erg beroerd en voelde me niet goed. Twee Panadol werden weggespoeld met wat drinkwater en ik kroop weer tussen de lakens. Mijn ijskoude voeten, enkels, knieën en darmen deden erg pijn. Dat had ik weer, ik hoopte dat het morgen voorbij zou zijn.
Door de koorts had ik heel vreemde dromen over afgronden en torenflats. Ik kan er geen touw aan vastknopen waarom. Om halfzeven gingen de volgende twee Panadol naar binnen en ik viel meteen weer als een blok in slaap. Wat er ook gebeurde ik zou in ieder geval proberen om naar het circuit te gaan. Half negen ging de wekker en ik kleedde me aan en ging op weg naar mijn ontbijt om de hoek bij de McDonalds. Als je ziek bent dan is dat voedsel neutraal en goed. De pijn was ondraagbaar en door de pijn was mijn concentratie zo slecht dat ik eerst mijn sleutelkaart vergat mee te nemen uit de kamer en daarna vergat om de RM 40 wisselgeld aan te nemen. De tweehonderd meter terug naar het hotel was een pijnlijke weg. Het zou dus niet lukken, jammer. Voor de kosten van het toegangskaartje, RM 10 (€ 2,25), hoefde ik niet te treuren.
Ik klom weer in bed met twee nieuwe Panadol en sliep aan één stuk tot half twee ’s middags. Er zat niet anders op dan een beetje TV te kijken en ook de race op de TV te volgen. Gedurende de middag keerde de trek terug en ik at een instant bami uit een beker. Ik knapte hier van op en ook de pijn was nu minder. Aan het einde van de middag was ik zover opgeknapt dat ik het aandurfde om naar de “Suria KLCC” te lopen om wat lichts te eten. Heerlijke witte rijst met groente en rundvlees in gembersaus. Ik was nu echt aan het opknappen!
Op de terugweg liep ik door het “Kuala Lumpur Convention Centre” en was geschokt door een bordje was stond opgesteld voor de ingang van het aquarium. Buitenlanders betalen meer dan de Maleisiërs! Hoe was dit mogelijk? Dit was het “Visit Malaysia Year 2007” en de wereld was uitgenodigd om de 50 jarige onafhankelijkheid van Maleisië te vieren. Is dit een uitzondering of is dit het begin van een fout beleid? Ik zal van de week eens een e-mail naar de krant sturen over deze zaak.
De avond bracht ik door op de kamer in afwachting van de ontknoping van het Formule 1 seizoen in Brazilië. Morgen nog een dagje op stap in Kuala Lumpur. Ik heb een tempel ontdekt waar ik nog niet ben geweest.

zaterdag 20 oktober 2007

Maleisië, de dag voor de race

Kuala Lumpur, 20/10/2007



Voor het eerst sinds ik uit Thailand was vertrokken had ik een goede nachtrust. Net voor twaalf uur stapte ik uit bed en genoot van een koffie en een hete douche. De douche in kamer 605 is niet zo goed meer. Het duurt namelijk erg lang voordat er eindelijk warm water is. Misschien komt dit door de renovatiewerkzaamheden? De volgende keer hoop ik dat het beter is. Voor het eerst kon ik ook weer mijn verhalen, foto’s en films naar het internet opladen. Het koste mij ongeveer twee uur in totaal voordat het hele karwij was geklaard. Om kwart over twee stapte ik onder een donkergrijs wolkendek naar buiten.
Ik had niet veel te doen vandaag. Eten, op zoek naar wat extra clips voor mijn GPS en een kaartje kopen voor de race van morgen. Nog voordat ik arriveerde bij het “Suria KLCC” kwamen de eerste erg grote druppels al naar beneden. De lucht was egaal staalgrijs en voorspelde weinig goeds. De regen zou voor een langere periode op ons neerdalen. De clips werden op het eerste adres in het KLCC gevonden. Daar was ik dus al erg blij mee.
Ik nam de “Putra Lijn” naar het “Sentral Stesen” en ook het toegangsbewijs voor de race van morgen was binnen tien minuten gekocht.
Buiten daalde de regen nog steeds neer en er zat niets anders op dan met de “Putra lijn” terug te keren naar het “Suria KLCC”. Ik had alweer trek en onderweg in de metro bedacht ik wat ik zou gaan eten. Zou ik gaan voor de Doner Kebab of zou ik voor de rijst met bijgerechten kiezen? Één blik in de vitrine bij de rijstgerechten was voldoende om te bestellen. Rijst met vis in zoetzure saus, inktvis in pittige saus met stinkbonen (smelly beans) en broccoli.
Zelfs na de late lunch regende het nog vol op en ik wilde niet langer wachten om terug te gaan naar mijn hotel. De regen was ondertussen wel overgegaan in een stevige motregen. Nat tot op het bot arriveerde ik in het hotel. Vanavond zou ik nog een paar biertjes drinken met de “Taxi-gang”. Colin, Gary and Paul houden niet zo van lopen en rijden altijd met de taxi van A naar B. Zelf loop ik graag omdat je dan veel meer kan zien. We hadden afgesproken in de “Finnigan’s Irish Pub” op de hoek om de wedstrijd Everton-Liverpool te kijken en daarna zouden we wel zien wat het zou worden. Die Ierse Pub is niet de goedkoopste en na de wedstrijd gingen we meteen naar China Town.
Saté was het hoofdgerecht voor drie van ons en eigenlijk had ik geen trek meer. Drie biertjes hadden we gedronken toen het tijd werd om naar huis te gaan. Er was vanavond tenslotte de allerbelangrijkste kwalificatie voor de grote prijs van Brazilië Formule 1. Ik voelde mij ook niet 100% en verlangde naar mijn bed. Ik had weer die zeurende pijn in mijn dikke darm, de rit terug naar het hotel was zelfs ongemakkelijk en pijnlijk. Ik hoop dat een goede nacht slaap de problemen oplost.

vrijdag 19 oktober 2007

Maleisië, ben ik illegaal in Maleisië?

Kuala Lumpur, 19/10/2007


Half zes op, half zeven op pad, om half acht in het treinstation en om half negen in de trein.
Zo zag het schema er voor deze ochtend uit.
Slap en moe lag ik met open ogen nog een twintig minuten op bed naar het plafond te staren nadat ik de wekker had uitgezet. Douchen, een koffie en op pad. Mijn rugzak was snel gepakt en om iets voor half zeven stond ik in het donker buiten mijn hotel. Ondanks de aanwijzingen van anderen was ik eigenwijs en koos ervoor om uit te stappen in het “Oultram Park MRT station”. Ik logde mijn GPS in en zocht naar het “KTM-Malaysia Station”, 675 mtr verscheen op het LCD scherm. Dat is niet te slecht!
Het was inderdaad niet te ver en een aangename wandeling in de richting zoals ik het mij herinnerde van de vorige keer. Vijf over zeven, een half uur voor op mijn schema, arriveerde ik bij het station en ik was blij dat het eerste gedeelte zo goed was verlopen. Ik trilde van de lage bloedsuikers en stilde de honger snel met twee boterhammen en een 100+. Het werd tijd om de buurt te verkennen. Er zat een andere buitenlander in de stationshal maar die was net zo behulpzaam als een dove in het donker. De loketten zouden één uur voor vertrek opengaan en de immigratiedienst was aan de andere kant van het grote ijzeren schuifhek op het perron. De belangrijkste zaken waren nu bekend en ik plaatste mezelf weer op de banken met een krant om de tijd te doden.
Het loket ging open en ik kocht voor SGD 34,- een enkele reis 2e klas Singapore-Kuala Lumpur. Dit is niet goedkoop! Als je goedkoper wil dan kan je beter een bus nemen. Nadat ik het kaartje had gekocht duurde het niet lang totdat het ijzeren schuifhek op een kier werd gezet en de passagiers naar binnen mochten. In tegenstelling tot Nederland zijn alle kaartjes hier voor een genummerde stoel in de trein. Wagon “T” en stoel “10A” waren mijn plaats. Ik zocht mijn plaats op en kwam tot de teleurstellende conclusie dat ik niet in de rijrichting zou kijken. Dat was jammer, én ik had er nog zo om gevraagd. Naarmate de vertrektijd dichterbij sloop begreep ik al dat de trein niet vol zou zijn. Ik nam mijn plaats in op een andere stoel met een prima uitzicht achter een hele schone ruit.
De trein schokte en tien minuten later dan gepland reden we het “KTM-Malaysia Station” uit. Het verbaasd mij nog altijd dat Singapore zo groen is. De planning van de gebieden voor het wonen en de industrie is wel doordacht en groen viert de boventoon. Dat is in Bangkok wel anders. We reden langzaam richting de “Causeway” alwaar de paspoorten zouden worden afgestempeld. De eerste stop aan de kant van Singapore ging efficiënt en snel. We kropen over de “Causeway” en stopten in het station van “Johor Bahru”. Ik wachtte tevergeefs op de aankondiging van de conducteur wat nu te doen. Er gebeurde niets! Ik begon mij zorgen te maken en zag mezelf al achter de tralies in Maleisië omdat ik illegaal in het land was. Een oudere man voor mij stelde mij gerust en vertelde dat de Immigratieofficiers door de trein liepen om de paspoorten af te stempelen. Ik was gerustgesteld en toe de trein weer schokkend op gang kwam keek in naar het veranderde landschap. Maleisië ziet er vanuit de trein heel anders uit.
Nadat we al een uur verder waren en een paar keer waren gestopt zat ik nog steeds met mijn paspoort in mijn hand. Ik vroeg aan de man voor me of dit normaal was. Misschien zijn ze je vergeten, ik was inderdaad de enige blanke in de trein. “We zien wel”, dacht ik bij mezelf.
De treinreis in net zo saai als de busreis. Het enige verschil is dat je nu door de oliepalmplantages rijdt in plaats van langs de oliepalmplantages. Het werd zo saai dat ik ondanks het gevecht tegen de slaap een paar keer een hazenslaapje nam. Ik was dan ook heel erg vermoeid en was blij dat we het “Sentral Stesen” van Kuala Lumpur binnenreden.
Ik stierf van de honger en omdat ik geen Maleisische Ringgit bij mij had kon ik ook geen eten kopen in de trein tijdens de zeven uur durende reis naar Kuala Lumpur. Nu werd het nog erger! De eerste twee PIN automaten weigerden mijn bankkaart. De derde spuugde 1000 RM uit en een zucht van verlichting vloog de aankomsthal. Snel met de monorail naar het “Fortuna Hotel” waar mij een warm onthaal te wachtten stond. Mijn kennissen uit Pattaya waren ook al gearriveerd en hadden een boodschap voor mij achtergelaten. Voor de eerste keer kon ik nu mijn e-mail controleren en snel even kijken naar het laatste nieuws. Een snelle douche en even liggen en TV kijken.
De man van “Quatar Airways” stond niet op de afgesproken plaats en met de drie jongens uit Pattaya ging ik op pad naar het “Yussoof Restauran”. Een oude bekende en een uitstekende plaats om te eten. Ze waren onder de indruk van het eten maar nog meer onder de indruk van de prijs. Mijn eten RM 10,80 inclusief een blikje frisdrank. De avond werd afgesloten op het terras bij Mr. Lee in Chinatown. Ik kon wel merken dat de jongens iets meer van de barretjes hadden verwacht. Ik hoop dat Henk dit probleem niet heeft in januari. Om half één stapte ik met een plastic tas vol eten het hotel binnen. Ik wist zeker dat ik geen moeite zou hebben om in slaap te vallen. Ben ik nu echt illegaal in Maleisië?
Copyright/Disclaimer