dinsdag 31 december 2013

Thailand: Het jaar zit er alweer op

Pattaya (Almost Free Hotel (112)

2013, mijn vier en vijftigste levensjaar zit er alweer bijna op. Het was een bewogen jaar, dat zeker. Toen we begin januari arriveerden in Bangkok voor de lessen bij “Nederlands leren in Bangkok” hadden we geen idee waar we aan begonnen.


Gelukkig vond Lyka het leuk op school en ook ons verblijf in Bangkok was aangenamer dan we hadden kunnen dromen. Leuke en goedkope restaurants binnen handbereik, het fijne appartement en het contact met Richard, de docent van de cursus.
Op 19 februari was het de grote dag van het examen. Lyka was heel nerveus en wist zeker dat het niet zou gaan lukken. Maar gelukkig kon ik haar ervan overtuigen dat ze het allemaal goed had geleerd en dat ze zeker zou slagen, een dag later haalde ze het felbegeerde diploma op en vroegen we op hetzelfde moment haar MVV (Machtiging Voorlopig Verblijf) aan.


Nu was er in maart een moeilijke periode aangebroken van veel stress en onzekerheid. De aanvraag voor de MVV liep stroever dan verwacht. Na veel heen en weer mailen, faxen en bellen was de aanvraag eindelijk compleet en kon ter beoordeling worden aangeboden. Nogmaals al mijn vrienden in Nederland bedankt voor het werk dat jullie voor ons geluk hebben verzet! We werden gek van het wachten. Het was ook een moeilijke periode tussen ons en onze relatie werd op haar sterkte getest.


De tickets naar Nederland waren al een keer gewijzigd, met behoorlijke extra kosten als gevolg, en ik hoopte dat we op onze trouwdag, 23 april, in het bezit van een MVV naar Nederland konden vliegen. Helaas liet het antwoord op de aanvraag voor Lyka heel lang op zich wachten.
Op 19 april misten we een telefoongesprek van de Nederlandse ambassade in Bangkok. We moesten wachten tot maandag om te weten of het visum was toegekend of afgewezen. Dat was ongetwijfeld een van de moeilijkste weekenden van ons leven! Zonder het bericht van de ambassade af te wachten reisden we op maandag al heel vroeg naar Bangkok.
Om kwart over negen zat het visum in Lyka’s paspoort en we waren samen blij en opgelucht. We konden morgen met een gerust hart naar Nederland reizen.


Mei was opnieuw een maand van wachten. Ondertussen hadden we voor Lyka een verblijfsvergunning aangevraagd. Na die moeilijke maand april van wachten in Pattaya kwam een maand van wachten in Zaltbommel. Gelukkig was deze maand van wachten gemakkelijker. De lente brak aan in Zaltbommel en mei was een heerlijke maand samen. Hoewel Lyka wel wat moeite had met het wennen aan het leven in Zaltbommel.


Begin juni kwam dan eindelijk het felbegeerde kaartje, de verblijfstitel, binnen. We haalden het op in Den Bosch en buiten bij de IND vielen we elkaar in de armen. De eerste hindernis in Nederland was genomen!
Nu moesten er nog vier examens worden afgelegd om voor altijd in Nederland te mogen blijven. De eerste keer naar het examen vond Lyka echt niet leuk maar er zat niets anders op. Deze examens moeten met goed resultaat worden afgelegd anders moet ze over drie jaar weer terug naar de Filippijnen.
Daarna komt hopelijk het Nederlandse staatsburgerschap.

Aan het einde van de maand juni kwam mijn goede vriend Jan Verduin naar Nederland en René van de prikpagina had bij café Verschoor een prikkersmeeting georganiseerd. Als verrassing voor Lyka sliepen we een nachtje op de ss Rotterdam.


Juli stond in het teken van Lyka’s eerste verjaardag in Nederland. Als verrassing had ik een fototaart bij HEMA voor haar besteld en die zag er mooier uit dan ik ooit had kunnen hopen. We sloten de dag af met een heerlijk etentje in “‘t Stadscafé” in Zaltbommel. Mijn vrouw genoot van elke minuut van deze bijzondere dag.

De zomer sukkelde in juli rustig verder en er broeide iets in me. Na een paar keer op pad te zijn geweest om een exemplaar te bekijken en af te keuren vonden we aan het einde van de maand in Purmerend de camper die binnen ons budget paste en die naar ons zin was.


Vanzelfsprekend gingen we in augustus voor het eerst met onze camper op pad. En dat beviel me prima. Lyka moest nog even wennen aan het ontbreken van snel internet en het wonen en leven in een kleine ruimte. Zonder noemenswaardige problemen kwamen we de eerste week door. Alleen een kapot ventiel gooide op de laatste dag nog roet in het eten.

Direct na de mooie week met de camper liet ik voor Lyka een lang gekoesterde wens in vervulling gaan. Een week naar Parijs! Hoewel de start van de reis niet echt soepel verliep hadden we samen een fantastische week met effeweg.nl in Parijs. Een fantastische stad die we zeker in de toekomst nog wel een keer gaan bezoeken.


September was een maand van veel problemen. Er hingen donkere wolken boven onze plannen en de toekomst zag er niet erg rooskleurig uit. Grote en kleine problemen die uiteindelijk toch allemaal weer naar tevredenheid werden opgelost. Voor enkele momenten had het er zelfs naar uitgezien dat we onze vakantie hadden moeten uit of afstellen. Maar met elke dag die verstreek kwamen de oplossingen een voor een voorbij.


Oktober stond voor mijn vrouw in het teken van de hereniging met haar moeder, die ze ondertussen al ruim twee jaar niet meer had gezien, en voor mij het traditioneel bezoeken van de MotoGP in Kuala Lumpur, Maleisië. Opgewonden gingen we op reis naar zuidoost Azië.

Helaas viel mijn plan in het water! Door een probleem met Lyka’s paspoort miste ik de MotoGP in Maleisië. Jan, die met me mee zou gaan naar Maleisië, was eigenlijk het grootste slachtoffer van de misère met het paspoort. Onze tickets weg, onze hotelboekingen weg en de vriendschap tussen ons ernstig bekoeld.

Toch heb ik hier weer een les uit getrokken!

Ik zal nooit, en dan ook nooit meer voor een ander boeken en betalen!

We zijn allemaal volwassenen die voor ons zelf moeten zorgen. De stress met het paspoort en de directe en indirecte gevolgen zijn het allemaal niet waard.
Op 19 oktober kan mijn vrouw dan eindelijk met haar nooddocument naar de Filippijnen vliegen en blijf is alleen in Thailand achter. Wat zal ik nu eens gaan doen nu de trip naar Maleisië niet is doorgegaan?


Zodra op de kalender een bladzijde wordt omgeslagen en november verschijnt stap ik op de motor voor een rondreis in noord Thailand. Dit was eigenlijk het plan voor december geweest.
Ik bezoek plaatsen waar ik vroeger ooit ben geweest, nieuwe plaatsen, bezoek oude vrienden en kennissen en maak nieuwe vrienden onderweg. Wanneer ik op zevenentwintig november na ruim vijfduizend kilometer weer terug ben in Pattaya ben ik een ander, completer mens geworden.


In december slaan de verveling en depressies toe! Ik ben alleen en voel me zeer eenzaam zonder mijn vrouw. Het duurt nog weken voordat ik haar weer zal zien en dat stemt me triest en verdrietig. Ik verdrink mijn eenzaamheid in plassen Leo bier totdat ik op de morgen van vrijdag de dertiende een ingeving krijg om weer op de motor te stappen en naar Malacca in Maleisië te rijden.

Het is een fantastisch weekend in Malacca met veel oude vrienden. In de laatste week van het jaar rijdt ik weer terug naar Pattaya voor het nieuwjaar.


Op 27 december stal ik de motor en denk na over de ruim vijfduizend kilometer die ik in de afgelopen twee weken heb afgelegd. Het jaar loopt nu echt op het einde en over ruim een week hoop ik mijn vrouw weer in mijn armen te kunnen sluiten. Die ruim twee maanden dat we niet samen zijn geweest is me veel te lang en dat zal in de toekomst niet meer gebeuren.

Geduld is een schone zaak! Op de voorlaatste dag van 2013 krijg ik eindelijk het antwoord op de vraag waarom Henk niet meer met mij of met Lyka praat. Het antwoord is eigenlijk heel zielig! Er wordt onder de Nederlandse vakantiegangers rondverteld dat ik geld van hem heb gestolen. Alsof ik geld van een arme WAO’er zou moeten stelen om mijn eigen levensstijl te kunnen bekostigen. Te gek voor woorden!

En zo zit ik hier in de zon op het balkon op de laatste dag van december terug te kijken naar 2013. Een moeilijk jaar met gelukkig meer up’s dan down’s! Ik wens jullie namens Lyka en mij een goede jaarwisseling en fantastisch en vooral gezond 2014.

Tot volgend jaar op “Travels and Troubles”!

zaterdag 28 december 2013

Thailand: De motortocht zit er weer op

Pattaya (Almost free Hotel (112)

Het is hier in Kanchanaburi koud, ja echt koud, zelfs nog kouder dan gisteren! Ik voel de koude me omarmen zodra ik, met mijn bagage in mijn handen, naar buiten stap. Ik voel me ook meteen oncomfortabel en nog voordat ik ik de eerste tas op mijn motor bevestig trek ik ook mijn fleece aan. Schuin tegenover het hotel is een 7-11 die me van tosti’s en hete thee voorziet.
Terwijl ik buiten op de stoep voor de winkel van een tosti geniet valt het me op hoe rustig het hier is. Kanchanaburi is een plaats voor dagtochtjes geworden, vroeger kwamen hier hele stammen backpackers naar de goedkope hutjes, guesthouses en restaurants langs de rivier. Die zijn nu bijna allemaal vervangen door vier en vijf sterren resorts waar geen hond op af komt! Wie wil er € 55,- voor een kamer betalen en dan de hele avond, tot zelfs diep in de nacht, wakker te liggen van de feestboten met luide muziek die door nog luidere motorboten heen en weer over de rivier worden gesleept?
Straks worden de horden toeristen vanuit het hele land aangevoerd in minibusjes bestuurd door mannen onder invloed van amfetaminen en met zelfmoord neigingen. Zij zijn de keizer op de weg en voor een simpele buitenlander is er geen plaats wanneer zij arriveren. Het is dus een noodzaak om hier weg te zijn voordat zij arriveren.
Mijn aandrijfketting heeft na deze lange rit zijn beste tijd gehad. Het is maar twee dagen geleden dat ik hem heb laten spannen maar hij hangt alweer op half zes. Ik zal dat goed in de gaten moeten houden en hopen dat er geen problemen van komen. Zodra ik terug ben in Pattaya zal ik de motor een grote beurt geven en de ketting laten vervangen.
Maar wat is dat toch? Nu ik binnen een dag rijden van Pattaya ben heb ik de neiging om meteen linea recta terug te rijden. Geen extra overnachting meer! Geen extra dag rijden! Gewoon terug naar Pattaya is het plan voor vandaag. Het is vandaag dag zestien van de reis naar het zuiden. Veel minder dagen dan de reis naar het noorden, maar wel ongeveer evenveel kilometers, en toch wil ik terug naar Pattaya. Ik heb er geen verklaring voor.

Het is heerlijk maar koel weer, een waterig zonnetje vecht om zijn warmte door het flinterdunne wolkendek naar de aarde te brengen. Nu mijn plannen definitief zijn heb ik onder het rijden voldoende tijd om na te denken over het afgelopen jaar en het komende jaar. Soms moet ik hardop lachen om een grappige gebeurtenis uit het verleden terwijl ik door een dorpje rijdt en soms komt er een brok in mijn keel of een traan in mijn oog wanneer ik aan een emotioneel moment denk. Wat was 2013 een bewogen jaar voor Lyka en mij!

Ik neem regelmatig een pauze om de hete thee me te laten verwarmen. Een van die pauzes is op het terrein van een Chinese tempel in het midden van niets. Ik heb me altijd afgevraagd wat de reden ervan is dat zo’n mooie tempel niet aan de rand van de stad of het dorp wordt gebouwd. Zou het feng shui zijn?

Nu ik deze twee tochten onderweg in mijn gedachten analyseer kom ik tot de conclusie dat deze twee tochten een onbewust afscheid waren. Een afscheid van Thailand, een afscheid van Maleisië en een afscheid van Azië, een afscheid en nadrukkelijk geen vaarwel! We zullen waarschijnlijk de komende paar jaar hier niet veel meer komen. De nadruk komt vanaf nu op het reizen met de camper door Europa te liggen! Misschien wel met Marokko en Turkije als extraatje.

Ik kom er bijna langs dus bezoek ik ook voor de laatste keer het “Ayuthaya Guesthouse”. Het eerste guesthouse na Bangkok waar ik in januari 1999 met Marieke sliep. Op een paar weken na vijftien jaar geleden! Waar blijft de tijd?

Mijn gereden route in het groen

En zo komt er ook sneller dan gedacht een einde aan deze rit naar het zuiden. De tweede rit in evenzoveel maanden. Om eens proberen uit te leggen wat voor afstand ik in die twee maanden heb afgelegd heb ik het volgende bedacht:
Ik heb in totaal 10.363 kilometer afgelegd.
ik heb 35 keer getankt en heb ongeveer 130 keer onderweg gepauzeerd.
Ik heb 88 MotoGP races op het circuit van Assen afgelegd.
Wanneer ik vanuit Zaltbommel richting Thailand was vertrokken was ik nu al voorbij Calcutta in India geweest.

Tegen beter weten in rij ik naar het “Almost Free Hotel” en probeer ik een kamer te krijgen. Het bordje achter de glazen deur “FULL HOUSE” zegt me eigenlijk genoeg maar toch zegt er iets in me dat ik naar binnen moet stappen om te vragen of ze nog een kamer vrij hebben.
Er is wat geroezemoes in het trappenhuis en terwijl ik voor de lege receptie sta te wachten komt er een opgewonden wat kalende man vloekend en tierend, met zijn reisbagage onder zijn beide armen, de trap af. Hij wordt op de voet gevolgd door de twee meisjes van de receptie, die ik ondertussen goed ken, en een grote Thaise man die ik nog nooit in het hotel heb gezien.
Terwijl de vloekende man door een van de grote glazen deuren het hotel verlaat schreeuwt hij, ‘Ik kom hier nooit meer terug!’, in het engels.
‘Dat is prima!’, roept de grote Thaise man die zich ervan verzekerd dat de kwade man zich ook werkelijk aan zijn woord houdt.
Nu de commotie is gaan liggen vraag ik aan een van de meisjes, ‘hebben jullie misschien nog een kamer vrij?’
‘No have! Full’, antwoord ze resoluut.
Het andere meisje begint in het Thai tegen haar te ratelen en na een paar zinnen verschijnt er een glimlach op haar mond.
‘Have!’, zegt ze met een ontwapende glimlach.
Verbaasd door de snelle verandering van zaken na een handvol Thaise zinnen weet ik niet snel genoeg wat ik moet zeggen.
‘Maar de kamer moet nog worden schoongemaakt. We hebben die man net eruit gegooid omdat hij al twee dagen achter is met betalen!’, licht het andere meisje toe in gebroken engels.
Ik stem er, zonder een moment over na te denken, mee in. Meer geluk kan ik toch niet hebben? Ik zet mijn spullen in de vuile kamer en betaal voor twaalf nachten. Ik zit tot mijn vertrek naar de Filippijnen veilig onder de pannen.

Direct na dit gelukkige moment ga ik bij mijn vrienden een biertje drinken, er is al voldoende aangevoerd! Na enkele flessen voel ik de werking van de alcohol en besluit maar om vroeg te gaan eten en vroeg naar bed te gaan.

De beroemde Engelse keuken kent veel vreemde gerechten zoals deze “Toad in the Hole”. Het smaakt me prima en werkt als een slaapmiddel. Net iets voor negen uur val ik als een blok is slaap. Mijn lange reis zit erop en ik ben weer veilig en in een stuk terug!
Nog maar twaalf nachttjes slapen en ik ben weer herenigd met mijn Lyka.

Pattaya - Bang Tabun Ok - Ban Khut - Ranong - Krabi - Satun - Taiping - Malacca - Ipoh - Kota Bharu - Nahkon Si Thammarat - Chumphon - Kanchanaburi - Pattaya 4.805 + 369 = 5.174 Km

vrijdag 27 december 2013

Thailand: Een optocht van monniken

Kanchanaburi (Luxury Hotel (112)

Heb ik ondanks het lawaai van de avondmarkt toch nog lekker geslapen. Wanneer om zes uur de wekker afloopt schrik ik wakker. Die lange dagen op de motor vermoeien zonder dat je echt wat doet. Ik begin nu ook pijn in mijn rechter schouder te krijgen. Misschien kan ik beter nog een rustdag inlassen?
De gordijnen meteen open en terwijl ik op mijn bed een verhaal corrigeer zie ik, met een kop koffie binnen handbereik, het buiten langzaam licht worden. Mijn eindbestemming komt dichterbij en volgens het plan heb ik nu nog een kleine 1.000 kilometer te gaan in ongeveer gelijke etappes. Maar je weet het nooit en ik zal me ook moeten aanpassen aan wat er onderweg gebeurd. Onvoorziene ontmoetingen of gebeurtenissen kunnen het geplande schema gemakkelijk in de war brengen.
Beneden bij de motor aangekomen kan ik mijn ogen niet geloven! Ik kan mijn eigen adem zien! En het voelt ook ècht koud aan, zelfs met mijn fleece en windvanger aan! Zodra de motor bepakt is vertrek ik voor de etappe van vandaag. Het is nog geen half acht en het is al druk in de stad.
Bij de eerste de beste 7-11 is het een drukte van jewelste. Voor de kinderen, van de ietsje beter gesitueerden, naar school gaan wordt er gestopt bij de 7-11 voor het ontbijt. En dat is geen gezonde bezigheid wanneer je ziet wat er voor het ontbijt zoal gekocht wordt. Chips en koekjes aangevuld met grote bekers zoete frisdranken.
Het is dan ook geen wonder dat het overgrote deel van de kinderen een overgewicht heeft. Iets wat je tien jaar geleden haast nog niet zag. Op de terugweg van school is het hetzelfde ritueel! Niemand in Thailand die ook maar ziet dat hier een tijdbom wordt gebouwd die over veertig jaar afgaat in een explosie van hart en vaatziekten omgeven door diabetes.

Net buiten de stad moet ik van de kou al pissen en maak meteen deze foto van de mist over de velden in de vroege ochtendzon. Na een kilometer of tien arriveer ik op Highway 4. Niet zo’n prettig gezicht wanneer mijn GPS aangeeft dat ik de komende 235 kilometer op deze zeer drukke verkeersader zal doorbrengen.

Bij het eerste tankstation gooi de tank vol en geniet extra van de twee warme tosti’s als ontbijt. 235 kilometer, gaat er door mijn hoofd. Dikke dieselrook uitblazende vrachtwagens, pick-up trucks bereden door kamikaze piloten en tegemoet komend verkeer op de verkeerde rijbaan. Ik kan de komende vijf uur voor geen moment mijn concentratie verliezen. Dit is hoogstwaarschijnlijk het gevaarlijkste gedeelte van mijn reis op de motor naar Maleisië en terug. Maar er is geen andere optie dan de strandweg die ik al op de heenweg heb gedaan, en om die weg nog een keer te doen gaat me te ver.
Over die rit van ruim vier en een half uur, ik heb flink gas gegeven, kan ik niets vertellen want ik kan me ook niet herinneren. Alleen de tankbeurt net voordat ik de snelweg verlaat, zodat ik voldoende benzine heb tot aan mijn doel, en het vullen van mijn fles thee kan ik me vaag voor de geest halen.

Zodra ik van die dodenweg af ben schakel ik mijn belangrijkste zintuigen weer aan en het eerste wat ik voel is een hongergevoel. En dat precies wanneer ik een bord passeer met daarop een vork en een lepel gevolgd door een paar Thaise tekens die ongetwijfeld het restaurant aanbevelen. En dat is niet onterecht! De Pad Krapow Moo Kai Dao smaakt me uitstekend. De kok komt wel een keer of tien vragen of het naar wens is en steeds vertel ik hem dat het heerlijk is. Ik denk dat hij graag zijn engels wil bijspijkeren maar gelukkig komt hij niet bij me aan tafel zitten terwijl ik zit te eten.
Zodra mijn bord leeg is roep ik hem bij me voor een kort gesprek terwijl ik de laatste restjes van mijn cola opdrink en het eten wat laat zakken. Hij probeert zo goed als mogelijk in het engels met me te converseren en soms corrigeer ik hem waarna het het woord of korte zin een keer of vijf hardop voor zichzelf herhaalt. Mijn goede daad voor de dag is weer gedaan en ik vervolg mijn reis.

Na een kilometer of drie na de lunch is het tijd voor de eerste echte foto van vandaag. Ik ben belandt bij de “Wat Huai Mongkol” tempel en daar wordt een oude monnik vereerd. Naast de overbende Boeddha zelf worden hier in Thailand ook een heel leger van oude monniken vereerd. Deze monniken waren natuurlijk uit een andere tijd toen de filosofie van de Boeddha nog puur en gevrijwaard van hebzucht was. Dat is nu wel anders, de mensen gaan bijvoorbeeld naar de tempel om de winnende loterij nummers aan het grote gouden beeld te vragen.
Deze oude monniken kom je overal in het dagelijks leven tegen, ze hangen in de vorm van  amuletten om de nek, zelf heb ik er een van “Luang Phor Koon” om mijn nek hangen wanneer ik op reis ben, ze hangen apart of met een groep bekende monniken als grote schilderijen aan de muur in de woonkamer of winkel, ze komen in alle vormen als beeldjes voor op het altaar. Deze monniken zijn maar een haardikte verwijdert van het heiligdom van de Boeddha zelf. Met die status in het achterhoofd hebben honderden tempels overal in Thailand grote beelden van deze monniken gebouwd.
Bij deze in het bijzonder is het een zekerheid dat het beeld veel geld voor de tempel opbrengt. Bussen, gevuld met kinderen en volwassenen, rijden af en aan. Net als in vervlogen tijden in het Christendom worden er dagelijks kleine en grote bedragen aan de religieuze instellingen van Thailand geschonken. Variërend van twintig baht tot wel miljoenen om hun ziel te reinigen en zeker te zijn van een wedergeboorte als goed mens. Met nadruk op goed! Hier hebben ze namelijk geen medelijden met gehandicapten en/of misvormde mensen. Die zijn namelijk in hun vorige leven slecht geweest en moeten in dit leven boeten voor hun wandaden uit hun vorige leven! Dus een donatie van een paar miljoen baht van een schurk aan de tempel koopt waarschijnlijk een beter volgend leven. Het is maar waar je in gelooft en hoe je er naar kijkt.

Ik geef weer gas en voor me zie ik de heuvels weer opdoemen. En daar ben ik blij mee! Heuvels zijn nu eenmaal mooier om in te rijden dan langs het strand. De wegen zijn rustig, zonder verkeersdrempels en overstekende obers met dienbladen vol voedsel en koude dranken, en slingeren zich op en neer door het steeds veranderende landschap.
En dan loopt het even niet zoals is verwachtte. De weg op mijn gps schijnt niet meer te bestaan of ligt nu op de bodem van een nieuw stuwmeer. En het is niet gemakkelijk om in de kluwen van nieuw aangelegde, nog aan te leggen, en zandwegen rond de voet van de dam mijn weg te vinden. Meer dan een half uur rij ik heen en weer om een weg uit dit doolhof te vinden. Wat me nog het meeste bevreemd is dat ik helemaal geen ander verkeer zie! En dat is geen goed teken. Zodra een grote pick-up me over een zandweg tegemoet komt weet ik waar de uitgang is. En ja hoor, binnen tien minuten zit ik weer op het asfalt en rij verder richting mijn doel.
Het is nog geen half twee wanneer ik het eerste resort op mijn kaart passeer. Alleen is er van het resort heel weinig meer over. Een eenzame slagboom met een wachthuisje en enkele geraamtes van wat vroeger de bungalows moeten zijn geweest. De kaart in de gps is van 2010, dus dit is een bewijs hoe snel Thailand veranderd.
Het tweede resort ziet er al een stuk beter uit! Maar het grote aantal Mercedes-Benz, BMW en Lexus automobielen op de parkeerplaats, bevestigen mijn verwachting dat het misschien een stukje te duur is voor mijn budget. Wanneer de Lone Rider in zijn vuile Indiana Jones outfit voor de receptie verschijnt mag ik blij zijn dat er niemand een hartinfarct krijgt! Met grote ogen, en open monden, staren alle medewerkers in het geairconditioneerde receptie gebouw me aan.
Na mijn vraag, hoeveel het kost voor een nacht, hakkelt een mooie jonge Thaise vrouw in slecht engels, ‘From 2.900 to 6.500 baht a night.’
Van € 64,25 tot € 144,-- per nacht! Ik geef dat per week nog niet uit aan hotelovernachtingen! Ik bedank ze vriendelijk voor hun moeite en verlaat, waarschijnlijk tot grote opluchting van het personeel, de receptie. Mijn motor staat daar als een eenling tussen al die dure auto’s van de Bangkok rijken die hier na de saaie kerst met het gezin hun minnaressen komen verwennen. Thailand op zijn best!

Nu ik hier toch ben bezoek ik nog even de grote stuwdam waar dit plaatsje zijn bestaan aan te danken heeft en kijk eens goed op de gps op het stuur. Kanchanaburi lijkt me niet zo ver meer, een honderd, misschien honderdvijftig kilometer. Drie à vier uur in het zadel. Ik zou dan nog voor het donker op de plaats van bestemming moeten zijn. Ik denk lang en diep na. Dus Kanchanaburi wordt de volgende slaapplaats!
En dan ben ik getuige van een schouwspel dat ik in de vijftien jaar dat ik in Thailand heb rondgereisd nog nooit heb gezien. Oké, ik heb door heel Thailand heen honderden monniken ‘s morgens langs de straat zien lopen om aalmoezen en eten op te halen. Maar wat ik hier zie is echt ongelofelijk en haast van bijbelse proporties!

Zodra ik een bocht om kom zie ik voor me tientallen monniken die, vaak op blote voeten, onder de brandende zon in dezelfde richting als ik op weg zijn naar god weet waar. Maar na een volgende bocht worden het er plotseling honderden. Een schitterend, en haast niet van deze wereld, gezicht. Ik rij de stoet voorbij waarna ik stop en de camera tevoorschijn haal. Zodra ik oogcontact heb met de leider van de stoet laat ik hem opzichtig mijn camera zien en hij knikt als teken dat het goed is dat ik foto’s maak.
Helaas kan ik niet met deze monniken praten en ontgaat me het doel van de hele operatie. Als een goed getraind leger van heilsoldaten marcheren ze aan me voorbij. Zodra ik weer op gang komt zwaait er een verdwaalde monnik als teken van afscheid.

Kanchanaburi ligt toch nog verder weg dan ik had verwacht. Het begint al te schemeren wanneer ik de rand van de stad, die zijn bestaan hoofdzakelijk te danken heeft aan een spoorlijn, en een film over een brug die nooit heeft bestaan, bereik. Ook tijdens de rit door de straten zie ik hoeveel het hier verandert is sinds ik hier vier jaar gelden voor het laatst ben geweest. Er is hier nu zelfs een uitgaansbuurt met barren voor de buitenlandse expats met klinkende namen die niets aan je fantasie overlaten.
Vanzelfsprekend rijdt ik meteen door naar het guesthouse waar ik al sinds jaar en dag kind aan huis ben. Ik heb verhalen gehoord dat er het een ander veranderd was en na aankomst wordt ik daar dan ook meteen mee geconfronteerd.
Ten eerste zijn door de nieuwe eigenaars de prijzen verdubbeld terwijl er niets aan de kamers is gedaan. Vijfhonderd voor een hok is teveel geld! Wanneer ik probeer te onderhandelen over de prijs voor een kamer in het betere gedeelte komt de èchte Thaise handelsgeest naar boven! Achthonderd is me teveel en ik vraag beleefd of hij wat van de prijs kan afdoen want de airconditioning gebruik ik toch niet. Hij houdt vast aan zijn oorspronkelijke prijs en in een ultieme poging, ik krijg zelfs medelijden met hem en zijn lege resort, er is namelijk maar een kamer bezet, vraag ik hem om me een goede aanbieding te doen.
Zevenhonderd en negentig baht zegt hij trots en met een blik op zijn gezicht of hij net het wiel heeft uitgevonden. Een oudere man, waarschijnlijk zijn vader en eigenaar, bekijkt vanaf een afstandje wat we aan het doen zijn en hoe het afloopt. Deze waanzinnige aanbieding is meteen het moment voor mij om weer op mijn motor te stappen en weg te rijden. Dit is Thailand en daar moet je het mee doen. Wanneer ik de baas was geweest had ik het zo laat op de avond voor vijfhonderd gedaan omdat de kans dat er nog iemand zal komen zeer klein is.
Bij het volgende hotel is het bijna hetzelfde liedje. Alleen verveeld het me nu een beetje want ik ben moe, ik ben vuil en ik heb honger. De dikke Thaise vrouw, die haar favoriete tv programma zit te kijken terwijl ze met mij bezig is, geeft geen krimp.
‘Only aircon, 800 baht’, zegt ze met een robotstem terwijl haar ogen op het platte beeldscherm gericht blijven.
‘But i don’t need aircon, it is to cold for aircon!’
‘Fan room full, only aircon!’
Het is ondertussen pikdonker buiten en zo koud dat het kippenvel op het behang staat!
‘You have room with heater?’, vraag ik om haar aandacht te krijgen.
‘No have, fan room full, only aircon, 800 baht!’, klinkt er weer uit de dikke onbeweeglijke menselijke robot zonder dat ze me een blik waardig gunt.
Ik vindt dit zo onbeschoft dat ik zonder verder nog een woord te zeggen de receptie verlaat. De toeristenindustrie heeft ze hier veel fortuin en voorspoed gebracht maar het Thailand dat ik kende bestaat al lang niet meer in deze stad.

Als laatste mogelijkheid rijdt ik weer langzaam de stad uit want hoe verder je van het centrum komt des te goedkoper de hotels worden. En dan zie ik het bord van het “Luxury Hotel”. Een klinkende naam waar veel fantasie voor nodig was. Ook hier zijn de kamers met ventilator allemaal vol, dus voor de zeshonderd neem ik een mooie kamer met airconditioning en een zacht bed. Dat is voor honderd baht meer duizend maal beter!

Ik breng mijn spullen naar de kamer en ga direct weer op weg om te eten. Met de fleece aan, want het is fris. Het is het toch nog een beetje verder dan ik gedacht had. Ik loop gewoon door want na al dat zitten is een stukje wandelen best wel lekker. In het kleine Chinese restaurant kan ik goed eten. Ik bestel de gebakken rijst en gebakken groenten. Het is teveel voor me en ik kan het niet op. De aanbieding om de restjes voor me in te pakken sla ik vriendelijk af en betaal de schade. 65 baht (€ 1,45) voor deze maaltijd inclusief een flesje water is een koopje. Gelukkig bestaat dit Thailand nog wel.
Op mijn bed bekijk ik het overgebleven traject en kom tot de conclusie dat ik met een kleine aanpassing nog maar 400 kilometer heb te gaan. Ik kan dus gemakkelijk in een dag weer in Pattaya zijn. Ik stel de keuze uit tot morgen. Ik ben te moe en wil slapen, lang slapen.


Pattaya - Bang Tabun Ok - Ban Khut - Ranong - Krabi - Satun - Taiping - Malacca - Ipoh - Kota Bharu - Nahkon Si Thammarat - Chumphon - Kanchanaburi - 4.267 + 538 = 4.805 Km

Copyright/Disclaimer