zaterdag 14 december 2013

Thailand: Teveel kilometers op mijn vork genomen

Ban Khut ( Baan Rim Haad Resort (C15)

Na een zeer slechte nacht werd ik eindelijk om zeven uur wakker. De waarschijnlijke combinatie van te weinig Leo bier, slapen op de harde vloer, de koude nacht en het gedreun van de bas in karaoke tot vier uur ‘s ochtends zorgden ervoor dat ik geradbraakt, als een oude man van mijn slaapmatje op de grond overeind probeerde te komen. Een rug als een muilezel en heupen alsof ik de de vierdaagse heb gelopen. Dit blijken later de mooiste verhalen te zijn!
De eerste kopjes koffie gaan gemakkelijk en met veel smaak naar binnen terwijl mijn verhaal van gisteren een laatste correctie ondergaat. Terwijl ik bezig ben komt een van de oudere vrouwen van het resort met een schaaltje vers fruit en de vraag of ik “Khao Tom”, hartige rijstsoep, voor ontbijt wil. En laat dat nu een van de zeer weinige gerechten zijn uit de Aziatische keuken waar ik geen trek in heb. Ik bedank haar netjes voor de Khao Tom en voor het fruit, en dat was niet gemakkelijk want hier spreken ze weer een ander dialect van het Thais, en ga verder met het uitstippelen van de route voor vandaag.
Ik kom tot 315 Km en voor een moment denk ik dat de kilometers misschien teveel zijn maar ik moet nu eenmaal een slaapplaats als einddoel nemen, en dan hopen dat dat bed ook nog steeds bestaat, om een klein beetje zeker te spelen. 315 kilometers lijken niet al teveel wanneer je om negen uur afscheid neemt en weg rijdt.
Het is fris in de vochtige ochtendlucht, de dauw hangt nog aan het gras langs de weg, het is zelfs zo fris dat ik voor een moment met de gedachte speel om mijn jas aan te trekken. Ik bijt op mijn lip en vertel mezelf hardop dat het over een half uur wel een stuk beter zal zijn! Ik kom nu ook voor mij op onbekender terrein.

Niet dat ik nooit in deze omgeving ben geweest maar altijd reisde ik hier met de (nacht)bus op en neer van Bangkok naar het eiland Koh Phangan (Surat Thani) of met de (slaap)trein heen en weer van Penang naar Bangkok. Ik herinner me uit het verleden dat het een gevarieerd landschap zou moeten zijn maar de eerste kilometers zijn saai en het land is zo plat als een pannenkoek, zo plat heb ik in Thailand zelden gezien. Ik rij door eindeloze aaneengeschakelde reservoirs vol met garnalen, vis of waar zout wordt gewonnen.

Ook zie ik naast elke, zeer hoge boogbrug die een riviertje met een verbinding naar zee overbrugt, bijna altijd mensen in de weer met de oogst van de zee. Kokkels en vis in alle soorten en maten. Veel van die vis wordt met behulp van de zon en het lokaal gewonnen zout hier gedroogd zodat het zonder conserveringsmiddelen de weg door heel Thailand en Maleisië kan vinden.

Het lijkt erop dat ik weer dichter in de buurt van de beschaving komt want langs de kustlijn zie ik in de verte grote betonnen kolossen met exotische namen verschijnen. Maar de schijn bedriegt! Hier liggen de overblijfselen van de onroerend goed zeepbel van eind negentiger jaren van de vorige eeuw. Onafgebouwde moderne ruïnes die nu door de arme lokale bevolking en hun vee worden bewoond. Dromen over groot geld in de toeristen industrie die ook vandaag de dag nog worstelt met dezelfde problemen als twintig jaar geleden. Begrijp me niet verkeerd? Thailand is nog steeds een mooi vakantieland waar je op veel plaatsen nog waar naar je geld krijgt. Maar er komen steeds meer plaatsen waar je zonder problemen en zonder enig medelijden van je geld wordt afgeholpen.

Ik heb het wel eens eerder gehad over de fantasie van de Thai om de filosofie van de Boeddha met andere zaken te mengen, met als beste voorbeeld een tempel gebouwd van lege bierflessen. Een tempel op een fundering in de vorm van een boot is er een die ik Thailand ècht nooit heb gezien!

En dan verandert het landschap ook eindelijk. Tussen Cha-Am en Hua Hin zijn er mooie stranden en de eerste heuvels bieden zich aan aan de horizon. Wat me wel meteen opvalt is dat er hier niemand is. De leegte valt je meteen op! Honderden, zo niet duizenden, lege strandstoelen in een rij, terwijl de golven van de zee onafgebroken zachtjes het gele strand strelen, wachten op een bezoeker. Terwijl de regering in Bangkok maar schreeuwt dat de toeristen met miljoenen tegelijk arriveren lijkt Cha-Am een spookstad. Een vriendelijke spookstad. Dat wel!

Dan gaat het gas er op want ik moet Hua Hin passeren. Zonder echt een mening te kunnen of willen vormen lijkt het me helemaal niets! Pattaya in het kwadraat en het zal er ook nog wel duurder zijn. Ik ben blij wanneer ik de eerste politiecontrole van deze reis weet te omzeilen en de dikke agent in zijn bruine uniform hoofdschuddend mij in mijn spiegels zie nakijken. Dat is ook een nadeel in de toeristencentra! Dat is de enige plaats waar ze controleren op het gebruik van de valhelm en vaak alleen de toeristen bekeuren.
Ik ben blij wanneer ik die drukke verkeersslagader naar het zuiden kan verlaten en weer de rustige wegen op kan zoeken. Mooie wegen, mooie stranden, de heuvels worden bergen en de resorts langs het strand weer goedkoper.
Mijn gedachten en herinneringen van vandaag smelten onder de stralende zon samen als een blok kaarsvet waarin je af en toe nog wel een stukje kan herkennen maar de oorspronkelijke vorm is niet meer zichtbaar. Dat is wat de weg met je doet! De weg hypnotiseert je langzaam zonder dat je het zelf in de gaten hebt. Je wordt een met de motor en je omgeving zonder dat je reflexen of gevoel voor gevaar verdwijnen. Je geest slaat indruk na indruk op en probeert die voor mijn verhalen te bewaren. Vaak te vergeefs omdat je na zeven uur in het zadel zoveel gezien hebt dat je het helemaal niet meer weet. Alleen de onderweg gemaakte foto’s brengen de mooiste en belangrijkste indrukken weer tot leven. Daarom is het schrijven van reisverhalen onderweg met een voertuig ook zo moeilijk! Een discipline op zich.



Maar er zijn ook uitzonderingen zoals deze over de film “Free Willie”!

Dan moet ik toch wel even hard lachen! De klok tikt en mijn kont begint pijn te doen! Links van me ligt het strand en de zee, rechts zie ik om de honderd meter een uithangbord met Thaise tekens erop wat waarschijnlijk de naam van een resort is.

Nog 36 kilometer te gaan tot mijn bestemming geeft de GPS aan! Mijn onbekende bestemming, want ik bevindt me op ongemarkeerd terrein! Hier weet ik nu wat ik heb, het ziet er op het eerste gezicht ook leuk uit. Zelfs wanneer je alleen bent! Laten we dan meer eens kijken wat deze onbekende plaats me te bieden heeft?

Voor 500 baht per nacht neem ik mijn intrek in een bungalow van het “Baan Rim Haad Resort” en ik ben verrast door de kwaliteit van de bungalow. Voor hetzelfde geld als afgelopen nacht heb ik nu wel een bed en een hete douche. Ondanks de slechte nacht was het toch een bijzondere ervaring.

Ik maak wat foto’s van het strand en trek me terug om wat te rusten, te douchen en te lezen. Zwemmen zou leuk zijn geweest maar niet alleen, dan heb je andere bezigheden zoals het schrijven en publiceren van verhalen. Alleen zijn heeft voor en nadelen.

Voor het avondeten in het restaurant van het resort geeft ik een extra ster! De “Yam Phun Sen Talay”, lauwe zoetzure glasnoedel zeevruchten salade, en “Khao Pad Poo”, gebakken rijst met krab, smaken uitstekend. Ze zijn van zeer hoge kwaliteit! Zeker wanneer ik moet afrekenen, de prijzen in dit resort zijn nog steeds zeer concurrerend! Dit resort staat genoteerd en ik zou hier best een weekje kunnen doorbrengen wanneer ik hier, samen met Lyka, in de toekomst weer langskom. Nog een uurtje lezen en dan slapen, ik hoop op een goede nachtrust en eerlijk gezegd verwacht ik dat ook in zo’n mooie bungalow.

Pattaya - Bang Tabun Ok - Ban Khut - 283 + 240 = 523 Km

Copyright/Disclaimer