maandag 23 december 2013

Maleisië: Een wijziging van plannen op het laatste moment

Ipoh (Hotel Fairmont (216)

Na het heerlijke weekend in Malacca wordt het weer de hoogste tijd om richting Thailand te gaan. Ik heb twee etappes uitgezet die me, als alles goed gaat en het weer meezit, dicht bij de grens tussen Maleisië en Thailand moeten brengen. Het is buiten nog pikdonker en opvallend stil wanneer ik om kwart voor zes de deuren naar het balkon van mijn kamer open. Een frisse zucht wind vindt zijn weg naar binnen, naar de warme kamer.
Eerst een koffie en dan inpakken! Dat laatste is na al die weken onderweg een automatische handeling geworden. Ik zou nu geblinddoekt kunnen inpakken en nog steeds weten waar alles zit. Een laatste controle of er niets op de kamer of onder het bed is achtergebleven en even later daal ik voorzichtig van de draaitrap af met al mijn bagage, een beetje krap, dat wel. Het is pas half zeven en de vogels in de bomen op het plein voor de bank beginnen nu ook hun snavel te roeren als teken dat het daglicht onderweg is.

Mijn groene tas en rugzak worden achterop de motor vastgesjord en ik kijk nog een keer goed om me heen om het “Discovery Café” in me op te nemen. Ik krijg een brok in mijn keel bij het zien van zoveel mooie herinneringen. Het zou wel eens heel lang kunnen duren voordat ik hier weer terug kom.

In de stilte van het nog slapende Malacca rijd ik weg, zonder nog een keer om te kijken. Wat ik nog wel graag wil is een foto van mijn motor voor de iconische rode kerk van Malacca. Er is nu dus geen twijfel meer mogelijk! Ik ben met de motor naar Malacca geweest. Na een korte stop bij de Drive-Thru van MacDonald’s rijd ik via een omweg de stad uit. Langs het ziekenhuis en over de brug die ik zelf heb zien bouwen, rechts van me ontwaakt Malacca terwijl ik al onderweg ben.
Het duurt niet lang en ik voel de eerste druppels regen uit het grijze wolkendek op mijn gezicht. Donkere plekken verschijnen op mijn broek en dat is geen goed nieuws zo vroeg op de ochtend. De regen komt normaal gesproken pas aan het einde van de middag. Het gaat zelfs zo hard regenen dat ik moet schuilen voor de bui en gelijk van de mogelijkheid gebruik maak om het eerste broodje met gebakken ei naar binnen te werken. Zodra de passerende auto’s hun ruitenwissers niet meer gebruiken start ik de motor weer en vervolg mijn weg.
Maar niet voor lang! Nog geen tien kilometer verder is het weer raak, alleen zijn de druppels groter en ik zie zo gauw geen schuilplaats. Met als gevolg dat het nog geen acht uur in de morgen is en ik vandaag al meer regen op mijn donder heb gehad dan de afgelopen tien dagen bij elkaar opgeteld. Ik hoop niet dat het een voorbode is van wat me vandaag te wachten staat.
Mijn tocht voert me door het drukke economische en zakelijke hart van Maleisië, langs de havens en de Klang Valley. Niet zo mooi om te zien en ik kom ook niet aan fotograferen toe. Ik ben ook zo vaak in Maleisië geweest dat het wel wat bijzonder moet zijn wil ik ervan opgewonden raken en te stoppen om een foto te maken. Maar nu ik op de motor door de nieuwe steden en dorpen van Maleisië rij zie ik ook hoe lelijk het land eigenlijk is. Deze keerzijde is een gevolg van de economische vooruitgaan. Beton, beton en nog eens beton. Vanuit de bus zie je dat bijna nooit en blijft je dit bespaard.

Een van de eerste plaatjes die ik zie zijn bomen die tot hun kruin in het zoute zeewater staan. Een bijzonder gezicht, mangroves! Maar ik rij gewoon verder en de drukte om me heen heeft eigenlijk ook een groot voordeel. De tijd vliegt voorbij en de kilometers rollen onder me door. Nog voor twaalf uur heb ik er al tweehonderdvijftig van de vierhonderdvijftig kilometer opzitten!

Ik rij maar door en zie de ene na de andere lelijke, door de staat gefinancierde, moskee langs komen. Ik hou mijn pauzes om het uur en eet ook het tweede broodje wanneer ik midden op een brug een foto van de rivier wil maken.
Zodra ik in Tapah arriveer en de oude weg naar de Cameron Highlands opdraai zie ik niet wat ik verwacht! Geen bergen, maar een grijze waas. Dat kunnen maar twee dingen betekenen. Of het mist, of het regent. Met elke kilometer die ik dichterbij de beklimming kom zie ik de contouren van de bergen in de mist scherper worden. Misschien is er dan toch nog hoop. Helaas, na een kilometer of tien komt de eerste regen en ik draai meteen om. Regen heb ik vandaag geen zin in. Maar de regen probeert me in te halen en zelfs in Tapah voel ik nog spetters op mijn gezicht.
Nu ik de bergen niet in kan heb ik drie mogelijkheden over: 1. Ipoh, 2. Kuala Kangsar en 3. nog een nachtje in het Peking Hotel in Taiping. Die drie mogelijkheden liggen allemaal binnen een uurtje van elkaar dus laat is mijn gietijzeren kont maar kiezen. En die heeft niet lang nodig om het antwoord te geven! Jammer genoeg is het “Shangg Hotel” in Ipoh vol en op goed geluk rij ik weer de stad uit.

Het eerste hotel dat ik zie is het “Hotel Fairmont”, anderhalve ster maar voor de prijs niet te slecht. Het is niet meer van deze tijd en het sanitair heeft ook zijn beste tijd gehad. Maar het kan me allemaal niets schelen. Ik heb niet veel nodig, een zacht bed en een stopcontact zou al voldoende zijn geweest.

Het internet is er snel genoeg en ik hoef er eigenlijk alleen nog maar uit voor een eenvoudige avondmaaltijd. Het vreemde is dat wanneer ik de hele dag op de motor zit ik absoluut geen trek krijg. Ik moet mezelf gewoon dwingen om te eten. De lamskerrie met de drie chapati smaakt me uitstekend. Ik hou het vandaag maar droog want ik heb genoeg tijdens het gezellige weekend gehad.


Pattaya - Bang Tabun Ok - Ban Khut - Ranong - Krabi - Satun - Taiping - Malacca - Ipoh - 2.437 + 462 = 2.899 Km

Copyright/Disclaimer