donderdag 19 december 2013

Maleisië: Waanzin(nig)

Malacca (Discovery Guesthouse (6)


Wanneer om 05:39 de moskee oproept voor het eerste gebed van de dag ben ik al bijna drie kwartier wakker. Het was een korte, nou ja korte, zes uur, maar intense nacht met een goede slaap. Ik lees even het nieuws op de laptop en realiseer me dat het pas 23:00 is in Nederland. Jullie moeten nog naar bed en ik maak me alweer op voor de volgende rit.

Om me niet vast te pinnen op een slaapplaats heb ik deze rit gecombineerd. Of beter gezegd heb ik twee dagritten aan elkaar verbonden zodat ik zelf kan zien waar en wanneer ik op de helft ben en ook gemakkelijker kan bepalen waar ik wil slapen. Mijn plan is om in Kuala Lipis te gaan slapen. Vorig jaar ben ik daar met Lyka geweest en het is een aangenaam en slaperig provinciestadje waar ik goede herinneringen aan heb.
Net na zeven uur kijk ik voor de laatste keer over mijn schouders naar het “Peking Hotel”. Hoe lang zal de eigenaar de steeds oplopende aanbiedingen van de projectontwikkelaars nog kunnen afslaan? Zal het Peking Hotel er nog wel zijn wanneer ik de volgende keer Taiping bezoek? Om eerlijk te zijn denk ik het niet! Ook dan is het Peking Hotel voor altijd geschiedenis.
Met mijn fleece en jas aan vertrek ik voor de 655 kilometer die mijn GPS aangeeft. De zon klimt langzaam vanachter de heuvels omhoog en het eerste zachte zonlicht verwarmt de wereld. Voor mijn gevoel is het nog steeds fris wanneer ik voor de eerste keer een verwarmende slok van mijn, nog hete, thee neem. In de weg glinsteren miljoenen steentjes als diamanten die willen onderstrepen dat het een juweel van een weg is die zich door het groene oerwoud van centraal Maleisië slingert.
Na een kort stukje snelweg in de buurt van Ipoh, waar het haast onmogelijk was om op te komen, begin ik aan de beklimming van de nieuwe weg naar de Cameron Highlands. Een beklimming die ik al vele malen gedaan heb via de oude en de nieuwe weg. Dit is dus de nieuwe weg! De oude weg wil ik op de terugweg naar Thailand nog een keer beklimmen. Vanuit de bus is de beklimming al spectaculair maar vanaf de motor zit je er ècht midden in. Eigenlijk wil ik het liefst wel na elke bocht stoppen om een foto van het panorama te maken, maar ik weet uit ervaring dat de foto’s teveel op elkaar zullen lijken en dat het toch haast onmogelijk is om jullie een beeld van de schoonheid van deze omgeving te laten zien. Daarom zijn hier de beste.



Maar de Cameron Highlands heeft helaas ook een donkere kant! De bouwwoede en zoektocht naar het grote geld hebben het landschap ingrijpend aangetast. Enorme tuinderijen met lelijke plastic kassen voor groenten en vooral aardbeien zijn een trekpleister. Ook appartementen torens met een uitzicht op andere appartementen torens worden langs de enige weg die door de Cameron Highlands loopt gebouwd. Gelukkig valt het in Tanah Rata nog wel mee! Bij het “Twin Pines Guesthouse” informeer ik of ik per email of telefoon kan reserveren. En dat is gelukkig geen probleem! Zodra ik mijn visitekaartje overhandig gaan de ogen van het jonge donkere Indiase meisje open en er verschijnt een brede glimlach op haar mond.
‘I remember your card! I have seen this one before!’
Gevlijd bedank ik haar  voor haar tijd en service en drink nog een kop koffie om een beetje op te warmen. Want het is koud, ja echt koud in de Cameron Highlands. Tijdens de koffie raak ik in gesprek met een oudere man uit Kuala Lumpur. Hij is zes en zestig jaar en is op de fiets vanuit Kuala Lumpur gekomen! Nou, ik geef het je te doen en ik weet zeker wanneer je honderd zestien jarigen uit Nederland op de fiets zou zetten dat vijf en negentig procent de top niet zal halen. Dit geeft aan wat een onmogelijke inspanning deze vijfenzestig plusser heeft geleverd.

Ik ga snel weer verder en passeer enkele thee plantages waar de Cameron Highlands ondermeer beroemd om zijn. Tijdens de afdaling van de oude weg moet ik linksaf en kom op een stille maar zeer goede weg terecht. De kilometers glijden onder me door en ik geniet van elk moment. Met een gangetje van zo’n zestig à zeventig kilometer per uur schiet ik flink op. En zo arriveer ik vroeger dan verwacht in Kuala Lipis waar ik, zoals gepland, de nacht zal doorbrengen.

Terwijl ik voor een moment het hotel en de twee restaurants bekijk, waar ik ruim een jaar geleden met Lyka was, wordt ik overvallen door een vloedgolf, zeg maar een tsunami, van eenzaamheid! Wat moet ik hier alleen? Ik zal toch alleen maar aan ons samen denken en de tijd die we samen hier hebben doorgebracht! Zonder ook maar een seconde te twijfelen draai ik mijn motor op de parkeerplaats van het hotel en verlaat de slaperige provinciestad via dezelfde weg als ik ben gekomen. Raub is mijn volgende optie!
Maar ook in Raub kan ik mijn draai niet vinden. De stad is veel drukker en lijkt mij op dat moment ook zeer onvriendelijk, hier wil ik ook niet alleen zijn. De eenzaamheid is in Kuala Lipis als een ongewenste passagier achter op mijn motor gestapt. Onzichtbaar zit de eenzaamheid bij me achterop terwijl ik hem wel goed kan voelen. Het zijn geen gemakkelijke momenten en mijn gevoelens zijn heel anders dan toen ik opgewekt uit Taiping vertrok.
Maar ik moet toch door! Met of zonder de eenzaamheid achterop. Ik verman mezelf en probeer zo min mogelijk aan mijn vrouw in de Filippijnen te denken. Nog maar drie weken dan worden we weer herenigd. Diep in gedachten verzonken zie ik een lange groene rietstengel op de weg liggen. In een fractie van een seconde zie ik dat de groene stengel beweegt, het is een groene boomslang die net de weg oversteekt op het moment dat een eenzame man uit Nederland op zijn motor aan zijn vrouw in de Filippijnen denkt. Ik kan hem niet meer ontwijken en rij over hem heen. Dat is een prima voorbeeld van een voorbestemd noodlot! Ik weet niet of de slang het heeft overleeft.

Na een tweede korte regenbui, ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om gelijk wat te eten, kan ik geen hotel of andere slaapplaats meer vinden. Vreemd maar waar. In Thailand zou dit niet zo snel gebeuren maar ik rij zomaar een uur zonder ook maar een hotel in een van de kleine stadjes te kunnen ontdekken. En dan gaan de kilometers snel! Het “punt van slaapplaats” komt steeds verder achter me te liggen terwijl het “punt van doorrijden” steeds dichterbij komt. Dit zijn de moeilijkste kilometers van de trip! Binnen vijftig meter van elkaar zie ik twee borden! Een bord dat aangeeft dat hier een homestay is, òf in het verleden was, daar kun je nooit zeker van zijn, èn een klein bordje op een wit plaatje, “Melaka 163 Km”.
Ik kijk eens op mijn horloge en denk diep na. Honderd en drie en zestig kilometer is ruim drie uur! Het is nu bijna half zes en ik zou tot half acht de bescherming van het daglicht kunnen verwachten. Dan een klein uurtje in het donker, wat ik het liefste vermijd! Wat is wijsheid? Ik weeg binnen een fractie van een seconde alle voor en nadelen tegen elkaar af en besluit om door te rijden. Dan maar een nachtje extra in Malacca, dat lijkt me leuker dan een nachtje in het midden van niets.
Vanaf dit moment voer ik de snelheid iets op zodat ik geen oog meer heb voor de jungle om me heen. Voor me zie ik soms een troep apen over de weg rennen. Ja, dit is het platteland, of beter gezegd het tropisch regenwoud van Maleisië.
Steeds zoek ik een auto op waar ik dan achter blijf rijden. De bestuurder van de auto kent de weg vaak op zijn duimpje, dat maakt het voor mij veilig en ik kom niet voor een plotselinge verrassing te staan, en rijdt een stevig tempo zodat ik flink opschiet. Ook is deze auto voor me een soort verzekering dat er geen een of andere gekke tegenligger zomaar gaat inhalen en me van de weg dringt.
Wanneer de duisternis valt heb ik iets minder dan vijftig kilometer voor de wielen maar deze laatste vijftig kilometer zijn wel de lastigste. Het tegemoet komend verkeer geeft me lange helle strepen op mijn transparante veiligheidsbril. Schoonmaken help niet! De snelheid gaat weer omlaag, mijn nachtblindheid is ook een extra handicap, totdat ik weer een een treintje van auto’s heb gevonden waar ik lekker achter kan blijven hangen. De koplampen van de auto’s voor me tonen me de gaten, en andere gevaarlijke objecten, in de weg. De gemiddelde snelheid daalt wel wat maar ook niet echt veel, een groter probleem is dat ik in de duisternis mijn GPS niet kan aflezen. Het derde setje batterijen is een stuk terug al in de GPS geplaatst en ik vervloek mezelf dat ik niet alle batterijen gisteren heb opgeladen. Dat zal me niet meer overkomen!
En dan om kwart voor negen stop ik eindelijk voor het “Discovery Guesthouse” waar een verbaasde Bob Teng me aan staat te staren.
‘Ik dacht dat je morgen pas zou komen?’, hakkelt hij.
‘Is het een probleem, heb je geen kamer?, vraag ik beangstigt.
‘Nee, ik heb kamer 6 voor je vrij gehouden, dat is geen probleem!’
We vallen elkaar in de armen en zijn blij om elkaar weer te zien. Oude kameraden die al een hele lange tijd terug gaan. We praten heerlijk en drinken een paar biertjes. Maar de dertien uur in het zadel hebben me uitgeleefd. Om half elf, na drie biertjes, zoek ik mijn bedje op en overhandig de sleutels van de motor aan Bob. Hij zal de motor voor me parkeren terwijl ik al ver weg naar dromenland ben.


Pattaya - Bang Tabun Ok - Ban Khut - Ranong - Krabi - Satun - Taiping - Malacca - 1.811 + 616 = 2.437 Km

Copyright/Disclaimer