zondag 15 december 2013

Thailand: Toch nog regen met de finish in zicht

Ranong (Sunny Place (505)

Gelukkig verdween het gedreun van de bas van de muziek ergens laat op de avond maar dat resulteerde voor mij niet in een goede nachtrust. Ik weet niet wat er met me mis is! Drink ik te weinig bier of teveel koffie? Ben ik aan het einde van de dag niet vermoeid genoeg van het motorrijden? Ik kan dat moeilijk geloven want om half tien zit ik te gapen alsof ik net een dubbele nachtdienst heb gedraaid.
Het slechte matras heeft zeker ook bijgedragen aan de slechte nachtrust, dat is zelfs 100% zeker! De stalen veren zitten los in het frame, ze kraken, schieten naar links en rechts weg wanneer ik me omdraai en pikken in mijn rug als aasgieren wanneer ze de kans krijgen. En dan was er ook nog de koelkast! Die sloeg om de tien minuten aan om een kort maar zeer irritant gebrom te produceren. Net genoeg om je wakker te maken maar niet genoeg om je te wekken. In je half bewustzijn was het alweer voorbij voordat je kon besluiten om er iets tegen te doen. Toch heb ik uiteindelijk om vijf uur de stekker uit het stopcontact getrokken en zo kwam ik dan toch nog aan enkele uurtjes slaap toe.
Het meest vreemde deze dag was eigenlijk dat ik met de gedachte speelde om hier een nacht langer te blijven! En dat is op zich zeer uitzonderlijk te noemen na zo’n slechte nacht. Maar toch, het is een mooie plaats en ik had hier best nog wel een nachtje kunnen blijven. Tijdens de eerste koffie, op de veranda van de bungalow, verbeter ik nog wat aan mijn verhalen en besluit om toch maar door te rijden. Het is pas de derde dag van mijn motortrip! Later, in de loop van de volgende week, blijf ik wel een dagje rusten wanneer ik het ergens naar mijn zin heb.

Het weer is mooi, het asfalt is uitstekend en dit is zeker een van de mooiste stukjes Thailand waar ik ooit ben geweest. Het is net te ver van Bangkok dus heeft het massatoerisme hier nog iet toegeslagen. Schitterende baaien met kristalhelder water, Bounty stranden met wuivende palmen die ik later met Lyka zeker nog eens ga bezoeken.

Ik blijf de kustlijn volgen en kom oog in oog met een enorme Boeddha, deze is zeker anderhalf maal zo hoog als die van ongeveer een maand geleden! Burmese bouwvakkers brengen steen voor steen en emmertje voor emmertje cement naar boven totdat dit enorme beeld is voltooid. Letterlijk en figuurlijk monnikenwerk!

Dan gaan we, mijn motor en ik, eindelijk landinwaarts en ik kom op terrein waar ik dus ècht nog nooit ben geweest. En als ik eerlijk moet zijn is het hier nog mooier dan in het noorden van Thailand. Onbeschrijfelijke landschappen die steeds weer veranderen. Bergpassen met slingerende wegen en overal wuivende mensen. De droom van elke motorrijder!

Kilometer na kilometer kijk ik naar blauwe netten met daarop een soort zwarte besjes die liggen te drogen. Ik pieker me suf maar kan niet tot een verklaring komen. Bij de eerste de beste kans waar ik iemand aan het werk zie stop ik om eens te informeren waar ik naar sta te kijken.
‘Koffie!’, zegt hij.
Hij heeft de lokale tatoeages van de tempel en een paar om de boze of kwade geesten af te weren. In zijn omslagdoek verteld hij me dat het veelal voor eigen gebruik is maar dat er soms ook nog wel wat wordt verkocht. Het kwartje valt, de bergen zijn hier hoog genoeg om de koelte te bewaren gedurende de dag en dat is een ideaal klimaat voor de koffie.

Ik ga weer verder want ik heb een flinke rit voor vandaag geprogrammeerd. De wegen en omgeving blijven adembenemend en ik zit hardop te zingen terwijl ik probeer geen insecten in te slikken. En die insecten komen met honderdduizenden tevoorschijn wanneer de zon aan de horizon dreigt te verdwijnen. Ze voelen aan als waterdruppels op mijn shirt maar een blik omhoog laat alleen maar blauwe lucht zien dus dat zit wel goed.
Totdat ik weer in lager gelegen terrein kom en richting het zuiden draai. In de verte kan ik goed zien dat de onweerswolken zich hebben opgebouwd en klaar zijn voor hun dagelijkse ontlading. Ik hoop stilletjes dat dat zal gebeuren wanneer ik hoog en droog in mijn hotel zit. Met nog tien kilometer te gaan zie ik de grijze muur, als een alles verslinde nevel voor me opdoemen. In de beschutting van een afdakje bescherm ik mijn bagage tegen het vallende water maar voor mij was het al te laat. Ik ben nat tot op het bot en besluit daarom om maar door te rijden en zo snel mogelijk mijn natte kleding uit te kunnen doen. Vijf kilometer verder, net zo plotseling als de regen is gekomen, is het weer droog en schijnt de zon. Het is voor mij te laat maar in ieder geval beter dan het rijden in de regen. De wegen worden dan namelijk verraderlijk glad en zeer gevaarlijk.

Het hotel dat ik op het oog heb is te ver boven mijn budget mar een paar honderd meter terug heb ik een andere, waarschijnlijk veel goedkopere, slaapplaats gezien. “Sunny Place” ziet er van buiten en in de lobby prima uit. De kamers zijn oké voor wat je ervoor betaald dus kies ik voor de 300 baht kamer omdat ik daar een sterk internet signaal heb. Dan maar geen warm water om te douchen!
Ik reken snel af en sleep mijn vochtige spullen naar boven. Ik kleed me snel uit en hang de natte kleren, nadat ik ze heb uitgewrongen, te droegen. Ik val naakt en koud op het bed en dan krijg ik een schok. Het matras is zo hard, het is van de Thaise beton kwaliteit! Nog harder dan de twee matjes op de houten vloer van eergisteren! Voor een moment zakt de moed me, in de mijn door de regen doorweekte, schoenen en vraag me hardop af waaraan ik dit heb verdient.
‘Het zal wel weer een test van de Boeddha voor me zijn!’

Een oorverdovend kabaal veroorzaakt door de enorme regendruppels die op de dakplaten uiteenspatten kondigen aan dat de regen nu ook hier is gearriveerd. Zo ver naar het zuiden regent het bijna elke dag aan het einde van de middag. Het is een gevolg van de smalle landtong, de hoge bergen en het tropisch regenwoud dat hier op plaatsen nog maagdelijk is. Mij kan het weinig schelen want ik zit aan mijn beker koffie en geniet van snel internet en bekijk en bewerk de foto’s van vandaag.

Het druppelt nog wanneer ik voor mijn avondeten op stap ga. En dan kun je merken dat je op een ander terrein in Thailand bent! Moslim voedsel is overal verkrijgbaar en ook de chinezen bakken alles in een wok wat je je maar kan voorstellen. Eigenlijk begint Maleisië al in Ranong. De gebakken vis in de zoetzure saus is overheerlijk en de twee flessen beer Leo blussen de vlammen van de chilli pepers in mijn keel. Na die twee flessen bier hoop ik ook dat ik vannacht eindelijk een keer goed zal slapen!

Pattaya - Bang Tabun Ok - Ban Khut - Ranong 523 + 298 = 821 Km

Copyright/Disclaimer