zondag 4 mei 2003

Weerzien met Holland

Na een moeilijk afscheid sinds lange tijd begaf ik me op weg naar de luchthaven. Ik moet eerlijk zeggen dat de taxi service goed was. Het was voor de derde keer dat ik gebruik maakte van de service. Zelfs het laat boeken gaf geen problemen. Een probleem was wel dat de chauffeur de oren van mijn kop lulde. Ik hou niet van de stilte maar de gang naar de luchthaven brengt melancholieke gevoelens in mij los. De regen die tegen de voorruit kletste kon dit alleen nog maar versterken. Het is als het afsluiten van een tijdperk. Ik ga ten slotte naar huis. Alhoewel ik eigenlijk niet naar huis ga. Ik ben nu eenmaal eeuwig onderweg. God weet waar ik uiteindelijk zal neerstrijken, maar voor nu is het toch naar huis.
Het meisje wat ik achterliet gaf mij een goed gevoel. Hoewel ik al wat ouder ben zou ik beter moeten weten. Maar zelfs een veteraan maakt wel eens een foutje. Ik hoop dat het goed zal gaan. Het is niet gemakkelijk voor beide partijen. Ik weet dat het een verstandsrelatie zal zijn bij de aanvang. Later kan het misschien uitgroeien in liefde.
De luchthaven gaf hetzelfde beeld dat ik al tientallen malen gezien had. Buiten de mensen die zich nog even snel volpompen met nicotine. Binnen een grote groep die ervoor kiest om een uur in de rij te staan om als eerste de koffer kwijt te raken. En een klein select gezelschap die er voor kiest om een biertje te drinken en beetje aangeschoten te vliegen. Verschillende redenen drijft deze groep tot het samen drinken. Angst voor het vliegen, afscheid van het meisje maar ik denk vooral de drang om te drinken. Ik vermoed dat menige luchthaven bar een mooie verzameling is van alcoholisten of mensen die ervoor studeren.
De nog jonge gozer die deze keer de aandacht trok was Alex. Een jongen uit het midden van Nederland die meerdere redenen had om heerlijk en lastig dronken te zijn. Hij had al een geruime tijd een Italiaan lastig gevallen en verder dan “we are the same flight” was hij niet geraakt. Toen hij volledig gedesillusioneerd na een paar waarschuwingen tegen het roken in de bar was vertrokken had ik eigenlijk niet verwacht hem nog terug te zien. Hij was van het taaie volk en stevig bezopen. Toen hij voor de tweede keer arriveerde in de bar kon de ober hem zijn agenda terug geven die hij op de weg naar buiten was verloren. Een amicaal rondje voor de hele bar was zijn dank. De Italiaan vertrok en de man in kwestie begon zijn verhaal tegen mij.
De dood van zijn moeder, op haar twee en dertigste overleden. Het moeten achter laten van zijn zwangere Thaise vrouw, al jaren aan de pil en toch door een speling van de natuur zwanger geworden. En hij had ook nog als klap op de vuurpijl de zak gekregen. Ja, die Aziaten werken bijna voor niets! De blanken waren daar het slachtoffer van. Hij had eigenlijk niets meer. Geen huis, geen familie en geen werk. Nee, echt niets om naar terug te gaan. De ober had ondertussen na vier waarschuwingen om niet te roken zijn sigaretten van hem afgenomen en achter hem op de plank gelegd. Hij stak in zijn onbenul steeds automatisch weer een sigaret op. Hij zou ze terug krijgen als hij vertrok. Toen hij zelf bedacht hoe slecht zijn situatie wel niet was begon hij spontaan te huilen. Dit was voor mij voldoende om mijn glas leeg te drinken en dan ook maar te gaan inchecken.
Het laatste wat ik van hem zag toen ik voor de laatste maal omkeek was een gebroken man die dronken met zijn hoofd op de bar lag te slapen. De ober knikte verontschuldigend in mijn richting. Ik heb hem dan ook niet meer terug gezien. Ik ben dan ook nog steeds benieuwd of hij zich aan boord van het vliegtuig naar Amsterdam bevond of dat hij de volgende tegenslag al weer had moeten incasseren door zijn vlucht te missen. Ik zal het waarschijnlijk nooit weten maar ik wens hem veel geluk toe.

augustus 2003
Copyright/Disclaimer