maandag 30 november 2015

Filippijnen: Hello Manila

Manila (Slouch Hat Hotel (206)

Na een heerlijke week in Angeles city hebben we besloten om ons verblijf in de Filippijnen over enkele weken hier ook maar te beëindigen. Het is tenslotte toch ook een beetje vakantie voor ons!

Manila! Geen vakantie in de Filippijnen is compleet zonder een kort verblijf in Manila?

Het voordeel van de bus van half een naar Manila is dat je in een overgangsgebied van hoteltijd terecht komt. Een soort niemandsland voor hotelgasten. Uitchecken voor twaalf uur, je kan de tijd nemen en lekker lang op de kamer blijven, en na een reis van ongeveer drie uur wacht er aan de andere kant van je reis een frisse hotelkamer en een vers bed.
“Fly the bus” van de Swagman was zoals verwacht op tijd. Alleen waren de medepassagiers, zoals gewoonlijk, vreemd. Een mix van oudere en jongere mannen en een vreemde oudere, waarschijnlijk Filippijnse vrouw. Wij bleken de op twee na laatste passagiers die werden opgepikt. Op de eerste rij achter de chauffeur lag een wat corpulente, zeg maar gerust dikke, Australiër, zo bleek later, op de bank in een positie zodat hij twee stoelen voor zichzelf nodig had. Nu heb ik vanzelfsprekend wel eens vaker met dat bijltje gehakt. Rust en overwicht zijn het beste middel om zo’n probleem op te lossen.
Demonstratief keek hij over zijn schouder door de opening tussen de hoofdsteunen als teken dat we maar ergens anders plaats moesten nemen. Nou, dat zou niet gebeuren. Lyka kijkt me vragend aan en ik ga haar voor om naast de Australiër plaats te nemen. Deze mini-busjes zijn zo gebouwd/ingericht dat ze plaats bieden aan drie Aziatische personen naast elkaar met een totaalgewicht van laat eens zeggen iets over de tweehonderd kilo. Neem mijn negentig en Lyka’s vijftig kilo dan zitten we samen al over het gemiddelde dat voor de drie stoelen is ingericht.
Ik schuif op mijn plek en Lyka neemt plaats op de halve stoel die nog vrij is. Dan begint het kontje draaien en langzaam opschuiven totdat we op onze plaatsen zitten waar we recht op hebben. De zonnebril gaat omhoog en de jongeling bekijkt me van kop tot teen. Het vizier is omhoog en dat ik een goed moment om een psychologisch charme offensief met drang in te zetten.
‘How’ yar doin’?’, is mijn klassieke opening.
Hij schrikt, schiet wat op en is weer een centimeter of drie gewonnen.
‘OK, how’ about yourself?’, spreekt hij automatisch.
‘Not bad!’
Het begin is er en ik win weer een centimeter. De eerste klap is een daalder waard en alle plaats die we hebben gewonnen is meegenomen. Uit ervaring weet ik dat er nog passagiers zijn die voordat we ècht vertrekken nog moeten betalen. Bij het “Swagman Resort” voor de deur moet hij naar het papiergeld in zijn broekzak grijpen. Hij is verplicht om overeind te komen om de weg naar het geld in de broekzak van zijn korte broek vrij te maken. Dat is een winst van zeker tien centimeter!
Wanneer hij voorover leunt om de chauffeur een briefje van duizend peso te overhandigen moet hij met zijn dikke kont van de zitting omhoog komen. Ik neem de laatste twaalf centimeter van hem over en hij weet dat hij de slag en oorlog om de stoel naast hem heeft verloren. Mokkend probeert hij rechtop te komen en bij elke schokkende beweging van zijn lichaam neem ik nog meer centimeters op de smalle bank van hem over. Hij capituleert en gaat zo rechtop als mogelijk zitten en probeert wat in te schikken zonder het comfort voor de bijna drie uur durende reis te verliezen.
Een half uur later glijden we over de tolweg richting Manila. Vanaf het midden van onze bank heb ik een zicht op het weinig aantrekkelijke landschap dat links en recht geruisloos aan ons voorbij schuift. Een afwisselend dor en nat landschap, met de littekens van de laatste tyfoon doorklieft. Door de voorruit van de minibus zie ik het lelijke verkeer met hun onhandige, brutale en levensbedreigende manoeuvres. Alleen god weet hoeveel mensen elke dag hun leven op de gevaarlijke Filippijnse wegen achterlaten!
En dan verschijnen in de verte, door de grijze smog van honderdduizenden zwarte rook uitblazende motoren, jeepney’s en vrachtauto’s, de woontorens van de miljoenenstad Manila! De vierbaans tolweg lost op in een straat tussen oude verveloze betonnen blokkendozen. Manila was na de 2e wereldoorlog een van de meest verwoeste steden ten gevolge van de oorlog. Hier werd in juni en juli 1945, toen er in Europa al vrede was, nog heftig gevochten tussen de Japanners en de door de Amerikanen ondersteunde Filippijnse guerrilla’s. Manila is een lelijke stad! Misschien wel de lelijkste stad die ik ooit in een derde wereldland heb bezocht?
Ik zet het geforceerd van me af, ik wil hier eigenlijk niet zijn, en wacht gelaten dat het langzaam voortkruipende verkeer ons naar het eindpunt heeft geschoven. Het is zo druk in Manila dat je geen keuze hebt om zelf je snelheid te bepalen. Je drijft mee in de stalen stroom voertuigen en moet al ver tevoren bepalen waar je heen wil want het is al snel te laat! Als een snelstromende bergrivier sleurt het verkeer je mee zonder dat je ook maar een moment kan afremmen of stoppen. Bouwputten in het midden van de weg en viaducten zijn hindernissen als rotsblokken in de bergstroom! De verkeersstroom splijt zich om verder, heftig toeterend, weer aaneen te sluiten.
Bij het “Swagman Hotel”, wat niet meer is wat het geweest is sinds het door een Chinees is opgekocht, komt de bus tot stilstand en we zijn plotseling verworden tot opgejaagd wild. Iedereen die er belang bij heeft, of kan hebben, weet na al die jaren hoe laat de bus uit Angeles City arriveert en velen proberen een paar peso te verdienen. Het is moeilijk om uit te stappen en voordat je een voet op vaste grond hebt gezet is er al van alles aangeboden. Van taxi’s tot iPhones 6 en van meisjes tot antieke zilveren peso munten. De alles overstemmende geur van menselijke urine bereikt je neus.

‘Welkom in Manila’, klinkt het in mijn hoofd.

Gelukkig zien de verkopers al snel in dat er bij ons weinig te halen valt en de menigte verkopers opent zich voor ons als de Rode Zee voor Mozes en zijn volk. Wij lopen samen rustig naar het “Slouch Hat Inn & Hotel”. Het was het tweede hotel waar ik lang geleden, tijdens mijn eerste bezoek aan Manila, sliep en sindsdien blijf ik er komen. Het ligt dicht bij de bushalte en het straalt ouderwetse gezelligheid, tegen het oubollige aan, uit.
Jammer genoeg wordt er door de receptie een spelletje gespeeld want de geserveerde kamer blijkt bezet. Er wordt een andere kamer aangeboden die vanzelfsprekend acht euro per nacht duurder is. Mijn voorstel om die duurdere kamer voor een week te nemen maar wel voor de prijs van de kamer die ik geserveerd heb wordt zonder enige twijfel geaccepteerd en daarmee tevens mijn samenzweringstheorie ontkracht. Maar toch, het blijft verdacht! De kamer is veel lawaaiiger dan we gewend zijn maar is ook groter en zonniger. Een compromis waar we wel een week mee kunnen leven.

Na een handvol ijskoude biertjes gaan we eten bij de “Duck Inn”, een eindje verderop in de straat. Ook hier hebben we mooie herinneringen aan. Twee jaar geleden vierden we hier mijn verjaardag met David en Harry. Een wandeling langs Memory Lane. Wat kan er in twee jaar veel veranderen! Het eten is redelijk maar de prijzen liggen 25% hoger, dan wordt de prijs/kwaliteit verhouding toch wel heel slecht. We spreken unaniem samen af dat het de laatste keer was dat we hier hebben gegeten. Voor dat geld moeten we wat beters kunnen vinden!

Een lange dag maakt na nog enkele biertjes in de Slouch Hat plaats voor de nacht. Ik vraag me in gedachten af wat we hier eigenlijk doen en denk aan het zwembad dat we vanochtend hebben achtergelaten in Angeles. Welterusten

vrijdag 27 november 2015

Filippijnen: Vertier

Angeles City (Walkabout Hotel (Poolside 01)

Er is geen wezenlijk verschil tussen de dagen in het verlaten vissersdorp en de dagen in het drukke Angeles City. De dagen smelten naadloos aaneen en worden dragelijk door dezelfde routines en op gezette tijden onderbroken door maaltijden. De boeken en films zijn hetzelfde maar de maaltijden worden meer gewaardeerd omdat je gewend bent geraakt aan de povere maaltijden van de armen der aarde.

‘Wanneer je niet blij bent met wat je hebt, hoe kun je dan blij zijn meer?’

Deze spreuk las ik voor de eerste keer in 1999 in een tempel bovenop een berg in Mae Hong Son. We hadden die berg in alle vroegte beklommen om de zon te zien opkomen boven een benevelde hoogvlakte. Die spreuk spookt, sinds ik hem voor de eerste keer heb gelezen, altijd in mijn achterhoofd. Bij alles wat ik doe, zie of eet! Bij elke ervaring, geluid of beeld!
Het is een filosofie van de Boeddha. Die Boeddha die mijn leven, na al mijn omzwervingen in Azië, indringend verandert heeft en mijn koers gewijzigd in de juiste richting. Met hoe weinig kan een mens op latere leeftijd tevreden? Hoeveel kan een mens van een simpele maaltijd met goedkope wijn genieten? Vragen waarop ik geen antwoord kan geven. Wat ik wel weet is dat een mens zich eerst moet bevrijden van het juk der consumptie. De machtige machine van de rijken der aarde die alleen maar bedoelt is om ons onzinnige producten aan te smeren, te verspillen en zo snel mogelijk ons geld afhandig te maken. Het hele systeem berust op de indoctrinatie dat we nooit genoeg hebben en altijd meer willen. Wanneer je die cirkel weet te doorbreken ben je verlost!

‘Besparen wanneer het kan en uitgeven wanneer het moet!’

Is een regel die ik mezelf tijdens al mijn reizen in het verre Oosten heb aangeleerd en die ik hier ook in de praktijk breng. Angeles City, de City of Sin, een vieze stad die in de jaren zestig en zeventig als een kankergezwel aan een Amerikaanse luchtmachtbasis is gegroeid. Het was bestemd voor de R&R voor het Amerikaanse personeel van de luchtmacht, landmacht en marine. Er is sinds die tijd niet veel verandert! De militairen hebben plaats gemaakt voor vrijgezellen, weduwnaars en leugenaars uit Australië, Europa en Azië. Het is voor de buitenstaanders en moraalridders dan ook een plaats om links te laten liggen.
Zelf heb ik het hier, omdat ik niet tot de bovenstaande groepen behoor, prima naar mijn zin. Ik ga graag al vroeg op pad en ben ook weer vroeg in het hotel. De happy hour prijzen zijn daar een belangrijke reden voor. Op straat mag er slechts beperkt reclame worden gemaakt voor wat er zich achter de gesloten deuren en gordijnen afspeelt. Dat hebben ze hier snel geleerd van de fouten die in Thailand zijn gemaakt. De namen hebben meer met de fantasie of herkomst van de eigenaar van de gogo-bar te maken dan met het geboden entertainment!
De eerste gogo-bar die ik binnen stap valt meteen in de categorie “opdrinken en wegwezen!”. Mijn biertje wordt geserveerd met het voor Angeles kenmerkende servetje om de hals gedraaid. Het verhaal gaat dat dit een gewoonte is geworden sinds een uitbraak van leptospirose oftewel de rattenpisziekte in een ver verleden. Maar niemand in Angeles City kan me vertellen wanneer die uitbraak van leptospirose zou zijn geweest of hoeveel soldaten er aan gestorven zouden zijn. In principe maakt het weinig uit want het maakt je biertje, dat nu SMB (San Miguel Beer) heet, alleen maar feestelijker. SML (San Miguel Light) is de tegenhanger en ook de reden waarom ze de namen hebben aangepast ergens in de afgelopen twee jaar.
Op een stuk of tien enorme LCD schermen speelt een videoclip van een Amerikaanse Hip-hop rap-duo. De muziek staat zo hard dat een gesprek bij voorbaat al is uitgesloten en de bas stompt je bij elke dreun van de speakers in je maag. Het is mijn muziek in ieder geval niet maar een groep Amerikaanse jongens, inclusief achterstevoren gedraaide honkbal petjes, driekwart schreeuwende shorts en opzichtig gekleurde Nike gymschoenen, vermaken zich prima. Een wijnkoeler gevuld met gele pingpongballen wordt door een van de jongens onverwacht geleegd op het podium en de danseressen duiken over elkaar heen als dolfijnen. Een wirwar van lichaamsdelen is het gevolg.
Een enkele danseres, die zonder enige twijfel op de been blijft en doordanst, kijkt met afschuw naar de collega’s die over elkaar heen duiken om zoveel mogelijk balletjes te bemachtigen. Die balletjes brengen namelijk geld op en dat is ook de reden waarom die meisjes hier staan te dansen. Geld! Voor vijf euro per avond staan ze hier vanaf vijf uur ’s middags tot twee uur ’s nachts zichzelf uit te sloven. Hun uniformen zijn een mengsel van een witte bikini met overblijfselen van oude vitrage’s. Persoonlijk kan ik het niet prikkelend noemen wat ik zie. Maar ik ben geen expert op dit gebied. Als ik een cijfer voor het geheel zou moeten geven dan zou dat zeker geen voldoende zijn.
Terwijl ik over “Fields Avenue” terug richting ons hotel loop probeer ik me bij de namen van de bar en de kleding van het deurpersoneel voor te stellen wat ik binnen zal aantreffen. Een onmogelijke opdracht! En dat is ook precies de reden waarom ik bij “La Bamba” binnenstap. Het licht is gedempt rood en uit de muziekinstallatie klinken de Rolling Stones. Ik wordt direct herkend en de serveerster bied me dezelfde kruk aan als eergisteren.

‘SMB’, zeg ik tegen het meisje achter de bar en ik krijg het biertje exact hetzelfde geserveerd als in de bar die ik ben ontvlucht.
De muziek bepaalt wat voor soort klanten en mannen hier binnen zitten. Ze zijn allemaal, geen enkele uitzondering, boven de veertig. Op het podium staan een twintigtal meisjes in gouden bikini’s te dansen. Ik denk voor een moment na. Waren die bikini’s twee dagen geleden ook goudkleurig? Niet dat het belangrijk is maar ik meen me van vorige bezoeken aan Angeles City te herinneren dat ze voor elke dag van de week een andere kleur bikini op voorraad hebben.
Ik drink van mijn biertje en zie twee mannen, 100% zeker Australiërs gezien de kleding, binnenkomen. Ze staan direct voor het gordijn als zoutpilaren bevroren in de tijd. Die zijn hier voor het eerst! Dat is ook 100% zeker. Ze kunnen hun ogen niet van de dansende meisjes af houden! Ze nemen na enkele minuten plaats op een van de banken aan de overkant van de bar en bestellen onwennig wat te drinken.
Onwennig omdat ze hier voor het eerste zijn. De serveerster moet eerst de hele drankkaart inclusief de prijzen oplezen voordat de twee tot een beslissing kunnen komen. Het opsteken van mijn wijsvinger naar het meisje achter de bar is voldoende voor mij om een volgend biertje te krijgen. Een Coke Zero en een SMB worden geserveerd en het bonnetje gecontroleerd.
De dansers worden gewisseld en gaan over tot de verplichte animatie van de wachtende klanten. Zij weten, uit de oogopslagen van de klanten, wie er een potentiële klant is of wie waarschijnlijk zal bezwijken voor het geven van een lady-drink. Een wandeling rond het podium terwijl Rod Steward vraagt of we hem sexy vinden. Enkele van de meisjes raken verstrikt in de grijpende tentakels van een van de toeschouwers. Het wordt druk voor de serveersters die de “lady-drinks” moeten serveren. Ook deze lady-drinks brengen voor de meisjes geld op.
Geld, dat is de enige reden dat die meisjes hier zijn. Geld, om hun arme familie elders in de Filippijnen te voeden. Geld, om hun leven enigszins te verbeteren. Soms komt er meer bij kijken. Een nieuwe partner die maandelijks een paar centen stuurt? Een nieuw leven in een ver vreemd land? Maar altijd met de gedachte om het leven van hun arme familie thuis op hun geboortegrond te verzachten of te verbeteren.
Ik bestel nog een biertje terwijl AC/DC over de snelweg naar de hel rijdt. Ik ken geen medelijden meer. Bedelaars zijn gewone medemensen. Ik ken wel respect. De danseressen verwisselen weer van plaats en de molen draait langzaam verder tot sluitingstijd. Één veertig voor een biertje is best te doen met deze oneindige klucht voor mijn ogen!

dinsdag 24 november 2015

Filippijnen: Angeles City

Angeles City (Walkabout Hotel (Poolside 01)

Goede morgen wereld, goedemorgen Angeles City! Om half zeven open ik mijn ogen in een vreemde wereld. Een reukloos hoofdkussen en bed. Buiten is er rumoer van de schoonmakers en ik ruik gebakken eieren. Terwijl ik de waterkoker aanzet voor de eerste koffie van de dag kijk ik naar Lyka die nog slaapt als een roosje. Het is heerlijk om hier te zijn. Ik trek de gordijnen open en kijk naar het zwembad. Ècht vakantiegevoel.
Met mijn eerste kop koffie binnen handbereik kijk ik een stuk van mijn verhaal van gisteren na. Ik vul wat zinnen aan, verwijder of verander woorden en schrijf het einde. Ik geniet ervan om weer zo in de weer te zijn. Waar ik niet van geniet is de koffie. De eerste slok was als een klap in mijn gezicht. Wat is die eerste kop Nescafé smerig! En dan ook nog te bedenken dat ze hier niets anders hebben, dat wordt ’s morgens dus afzien. Plannen voor vandaag heb ik niet! Vandaag doe ik waar ik zin in krijg of wat er in me opkomt.
Na een eerste duik in het zwembad droog ik me lichtjes af en neem plaats in een stoel voor onze kamer. Ik lees op dit ogenblik “De fatale driehoek” van Peter Fröberg Idling. Een boek over de goede voornemens waar achteraf niets van terecht komt. De “Khmer Rouge” vermoorde meer dan 25% van de bevolking van Cambodja. Een bezoek aan de “Killing Fields” en “de S-21 gevangenis” vergeet ik nooit meer! Waarom praten we nog wel over de Joden maar worden de moorden in naam van het Socialisme verzwegen? Propaganda? Ik denk het wel, en daarom heb ik niets meer met politieke partijen die zich laten leiden door een geloof of idealisme.
Zodra Lyka wakker is en in de deur van de kamer verschijnt zoeken we een plaatsje aan het zwembad voor ons eerste ontbijt. Wat heb ik hiernaar uitgekeken! Ik heb niet lang nodig om te beslissen wat er op mijn bord gaat verschijnen! Een “Full Ozzie Breakfast” en voor Lyka, die iets meer tijd nodig heeft om te beslissen, een “Phinoy Bangus Breakfast”. De nationale vis van de Filippijnen. Het smaakt ons prima en het is een goede start van onze eerste dag in Angeles City. 
Er hangt ’s morgens op dit tijdstip een heerlijke rust rond het zwembad achter het hotel. Ik ben nu voor de vierde of vijfde keer in dit hotel. Het is een populair hotel, gisteren heb ik geprobeerd om te boeken. Aan het einde van ons verblijf gaan we hier nog een dag of tien naar toe. Met nog twee maanden te gaan was er nog slechts een kamer beschikbaar, en dan ook nog maar voor zes nachten. Gelukkig krijgen we een duurdere kamer voor dezelfde prijs zodat we niet naar een ander hotel op zoek moeten of ons verblijf in Angeles afstellen.
Na het ontbijt vertrekt Lyka naar de kapper/schoonheidssalon om haar haar en nagels te laten doen. Ze kijkt hier al vijf weken naar uit dus ze is erg opgewekt. Ik blijf alleen achter in onze kamer naast het zwembad. Met mijn handen achter mijn hoofd lig ik op mijn rug op bed en kijk naar het plafond. Ik probeer wat van de raadsels van het leven te ontrafelen, mijn gevoelens en gedachten te analyseren, tevergeefs. Ik kom niet veel verder dan gisteren maar dat kan niet de pret bij me wegnemen.
Om twee uur is Lyka nog niet terug en mijn maag begint opnieuw te knorren. Ik besluit om maar eens te gaan kijken waar ze blijft. Ze heeft me verteld naar welke haarsalon ze zou gaan maar je weet het nooit, ze kan zomaar op andere gedachten zijn gekomen. Ze zit nog steeds met haar haar in een of andere chemische crème en een vrouw zit aan haar teennagels te wroeten.
‘Nog een uur!’, roept ze zodra ik binnenstap.
‘Dan ga ik naar SM Clark! Bel me wanneer je daar bent?’
Enkele seconden later sta ik weer buiten in de brandende zon. Ook hier in Angeles City lijkt het verkeer meer dan verdubbelt. Het ergste is nog dat ze nergens rekening met voetgangers houden. Hoge betonnen barrières staan in het midden van de weg, zover als het oog reikt, opgesteld. Voetgangers zijn er wel maar ze bestaan voor de gemeente niet! Mensen met weinig geld zullen altijd nog proberen een goedkope tricycle te nemen zodat ze niet in de zon hoeven te lopen en bruin worden.
Onderweg is de confrontatie met de armoede niet te ontlopen! De weggegooide kleding in de gemiddelde zak van Max is beter dan wat de mensen hier op straat dragen. Een jongetje van een jaar of acht, ik schat maar wat want door de slechte voeding hebben de meeste kinderen hier een ontwikkelingsachterstand, ligt in een hoek van een portiek op een kartonnen doos te slapen. Ik vraag me af waar de middenklasse van de Filippijnen is. Bestaat die wel? Òf is het hier alleen maar rijk en arm? Wie wel geld hebben zijn de expats, die lopen met hun minnaar, vrouw of vriendin op straat en zijn goed gekleed. Het is ook veelal deze groep die in de restaurants te vinden is.
Jonge meisjes in schooluniformen flirten met me. Een buitenlandse man alleen is een mogelijk doelwit. Nooit geschoten is altijd mis! Aan de andere kant kan die man de weg uit de armoede zijn voor jouw en je familie. Het is een vreemde wereld waar je je niet te ver in moet verdiepen want dan wordt je uiteindelijk gek.
“SM Clark”, zoals dit grote winkelcentrum heet, is aan het veranderen. Veel kleinere winkels zijn verdwenen of verhuisd en de grotere internationale modeketens hebben nu ook hier een filiaal geopend. Dus er moet geld in omloop zijn! Binnen, in de verkoeling van de airconditioning, gonst het van de activiteit en de blanke mannen die met hun partners in grote pick-up trucks zijn komen winkelen. Maar hier merk ik dat de Filippijnse middenklasse echt wel bestaat. En willen dat ook graag aan iedereen laten zien!
De fastfood restaurants puilen uit van de Filippijnse gezinnen met dikke kinderen die zich volstoppen met te zout, te vet en te zoet eten. Aangevuld met enorme bekers frisdrank die strak staan van de overvloedige suiker. De mensen in Azië worden steeds dikker! Veel dikker! Door hun verandering van dieet en het gebrek aan beweging gaan er straks hele generaties verloren aan welvaart ziekten.
Ik loop wat rond om het wachten te versnellen en bemerk dat alles hier veel duurder is geworden dan twee jaar geleden. De goedkope tijden zijn definitief verleden tijd en om hier rond te komen met een Nederlandse AOW uitkering moet je ook zuinig leven. Eindelijk is mijn blije Lyka daar. Haar haar ziet er prachtig uit en wij duiken neer bij de gouden bogen. Na al die weken rijst is een Big Mac Menu toch wel lekker! Nog een bakkie koffie en dan voor het eerst in Angeles City een biertje drinken.
De eerste biertjes van de dag drinken we op het, nog heel rustige, terras van de 7-11 in het “Clark Jeepney Station”. Opnieuw die armoede en bedelende kinderen terwijl de ouders van een afstand etend en bier drinkend hun kroost in de gaten houden. Het doet mij niets meer! Ik heb het nu zo vaak en van zoveel verschillende kanten gezien dat ik het misdadig vindt! Die ouders zouden moeten worden gestraft, en dan zijn de kinderen zeker ook nog beter af.
Na nog een biertje, Lyka heeft een San Miguel bier met appelsmaak??, gaan we samen richting het hotel. Het avondeten wordt niet gepland want Lyka gaat bij haar zus op bezoek en ik duik een van de vele gogo-barren in. Gedempt rood licht, airconditioning en jaren 70/80 rockmuziek. Een clientèle van gepensioneerde kalende mannen wordt vermaakt door een groep schaars geklede dansende meisjes op een klein podium. Happy Hour: € 1,40 een flesje bier en € 1,30 voor een rum-cola.

Maar daarover later meer!

maandag 23 november 2015

Filippijnen: Verandering van spijs

Angeles City (Walkabout Hotel (Poolside 01)

De vijfde week begint bijna en we zijn vandaag verplaatst. Het was een vreemde verplaatsing! Door het oneindige rusten, met de mediterende invloeden, had ik niet veel zin om op pad te gaan. Ik verbaasde mezelf dat ik liever tijd in de rust van het niets wilde doorbrengen dan een nieuw hoofdstuk aan ons verblijf in de Filippijnen toe te voegen.
Eenmaal in de tricycle, in een ongelukkige houding gewrongen met pijn in de nek, kreeg ik alleen maar meer twijfels. Het had niet veel gescheeld of we waren gewoon uitgestapt en terug naar “Mamsi Homestay” gegaan. Way is er in hemelsnaam met me aan de hand? Is het reisvirus in me gestorven en ben ik weer beter? Kan ik geen nieuwe uitdagingen en/of bestemmingen bedenken òf vinden? Nee, geen van die beiden maar een klinklaar antwoord had ik ook niet op deze nijpende vraag.
De tweede etappe ging in een Jeepney waarvan het dak wel twintig centimeter hoger had mogen zijn! Opnieuw moest ik mezelf in onmogelijke bochten vouwen om niet bij elke hobbel in het Filippijnse wegdek, en dat zijn erg heel veel, mijn hoofd te stoten tegen het dak of de reling die tegen het plafond was gelast. En om het allemaal nog onaangenamer te maken waren de ogen van de chauffeur zo slecht dat hij dacht dat er nog wel een paar mensen bij konden terwijl zijn voertuig echt mutje vol was.
Ondanks deze onaangename manier van reizen kon ik toch nog glimlachen. Herinneringen zijn energie voor de geest en het inlevingsvermogen van de mens. Er kwamen heel wat leuke en hachelijke situaties in mijn hoofd voorbij. Momenten met Kris, Henk en Tettje! Wat ben ik toch een gezegend mens dat ik zoveel mooie reizen heb mogen maken en zoveel heb mogen zien. Maar wat is dan toch het probleem met de Filippijnen? Ik kan me er om de een of andere manier maar slecht vermaken of mijn draai vinden.
Terugdenkend aan de afgelopen vijf weken, ik had net zo goed thuis in Zaltbommel kunnen blijven om te te lezen en muziek te luisteren! Of zou het met de reizen te maken hebben die ik voor ons met de camper heb gepland. Van de noordkaap naar Zuid-Spanje. Zo’n oude camper is natuurlijk een leuk ding maar je moet je wel kunnen vermaken wanneer je ’s avonds terug in het woongedeelte zit na het eten. En wat ga je dan doen? Precies hetzelfde wat ik de afgelopen weken bij Mamsi heb gedaan! Lezen, een film kijken of muziek luisteren. Dan lijkt het toch een heel andere rust?
Gelukkig is de tijd wat sneller gegaan doordat ik me verdiepte in mijn diepste gedachten en gevoelens. En raad eens wat? De derde etappe van Daraga naar het vliegveld hoeft niet onder te doen voor de eerste twee etappes. Voor de derde keer moet ik me als een slangenmens in een voertuig, weer een tricycle, vouwen. Mijn nek- en rugspieren staan strak van de pijn en ik neem me voor om in ieder geval een staatslot te kopen voor de oudejaarsloterij zodat ik misschien in de toekomst wat comfortabeler kan reizen.
Achter de kleine terminal van “Legazpi Airport” toornt de machtige “Mayon” vulkaan in de hoogte. Voor een moment is de vulkaan geheel te zien maar nog voordat ik mijn camera uit de tas heb kunnen nemen verdwijnt de top in een witte wolk.Ik geef die arme chauffeur nog maar mijn laatste muntjes want die zijn in de stad veel minder nodig. Daar zijn de prijzen mooi afgerond op vijf peso en de muntjes van een peso laten ze vaak als fooi achter.
De veiligheid van de vliegtuigpassagiers is hier voor een binnenlandse vlucht een formaliteit! Je drankjes kun je gewoon mee naar binnen nemen en de laptop hoeft je handbagage niet te verlaten.Weer een bevestiging voor me dat de samenzwering die controle tegen terrorisme heet! Er is een hele nieuwe industrie geschapen die je niet kan ontlopen en gewoon moet betalen. Dat het niet werkt hebben we in Egypte kunnen zien! Corrupt bagage personeel brengt gewoon een bom aan boord of knijpt een oogje dicht.
De Airbus A319 van Cebu Pacific is een half uur te laat en dat is tijd die we mogen verliezen maar het moet niet gekker worden want dan kunnen we de aansluiting in Manila missen. Vanuit de koele geairconditioneerde vertrekhal bekijk ik het ontschepen van de passagiers en het uitladen van de vracht. In een land dat bestaat uit duizenden eilanden zijn deze vliegtuigen ook belangrijk voor het vervoer van goederen. Van alles en nog wat gaat aan boord van het vliegtuig. Er komen grote witte koeldozen voorbij met daarop in rode letters: REFRIGERATED CRABS. Voedsel voor de rijken in Manila.
Het duurt een lange tijd, te lange tijd, voordat we eindelijk aan boord kunnen. Maar het wachten is nog niet voorbij. Wegens de enorme drukte op het “Ninoy Aquino International Airport” in Manila, net als op alle luchthavens in Azië, nog even wachten voordat we de goedkeuring hebben om te vertrekken. M.a.w. we mogen volgens het verhaal van de piloot vertrekken zodra we weten dat we kunnen landen. Om zoveel mogelijk brandstof te besparen en problemen in de lucht te voorkomen. Ruim een uur later dan volgens het schema arriveren we in Manila. Die vijf en zestig minuten zijn ten koste gegaan van onze twee en een half uur die we volgens de planning hadden.
De eerste taxi tout die ons aanvalt, het dichtst bij de deuren van de terminal, vraagt slechts 1.300 peso voor het ritje. Ik voel irritatie in me opborrelen, mijn bloeddruk stijgt en een stoot adrenaline schiet door mijn lichaam. Rustig blijven! Rustig blijven! Zij moeten ook werk hebben! Ik overzie de taxi situatie en wordt na 20 meter opnieuw aangeklampt. De prijs is al gedaald naar slechts 1.000 peso. Gewoon doorlopen en met elke stap geld uitsparen! Zo komen we langs 850 peso en 530 peso en sluiten aan in de rij voor de gewone gele taxi die waarschijnlijk slechts 300 peso zal kosten.
Terwijl we in de lange rij op onze beurt staan te wachten kijk ik op mijn horloge, gekocht in Singapore in 2007, en realiseer me dat de vertraging al met al is opgelopen tot iets meer dan een uur. Tijd om op die goedkope taxi te wachten hebben we eigenlijk niet. Over mijn schouder kijk ik naar de korte 530 peso taxi rij en besluit om maar wat meer te betalen om onze bus naar Angeles City zeker niet te missen.
Vanuit de taxi zie ik Manila aan ons voorbij glijden. Manila, een stad van uitersten! Torenhoge appartementenflats worden afgewisseld met houten, schots en scheef in elkaar getimmerde met stalen golfplaten afgedekte, krotten. Dan was Calcutta nog een mooie stad! Het verkeer is, net als in alle andere grote steden in de derde wereld, moordend. Hier heerst vier en twintig uur per dag spitsuur. We staan meer stil dan we rijden en de tijd tikt langzaam weg. Er is geen andere keuze! De bussen en andere taxi’s staan ook stil. Het enige wat we kunnen doen is afwachten en ons berusten in ons lot of we die bus halen of niet.
Op Roxas Boulevard begint het plotseling op te schieten en een kwartier voordat de bus vertrekt stappen we uit voor “The Swagman”. Hier is ook het een en ander veranderd! Het hotel is vorig jaar verkocht en het hotel en de bus zijn nu gescheiden. Die scheiding maakt het maken van een reservering veel moeilijker. Niemand achter de receptie heeft van ons gehoord en nadat de lijst met reserveringen twee keer is nagekeken betaal ik de 1.200 peso voor ons samen. Het is ons in ieder geval gelukt.
De bus zelf blijkt nu ook van een heel andere kwaliteit te zijn dan toen de Swagman het zelf nog regelde! Een oude bus voor vijftig personen staat aan het einde van het park voor de kerk op ons te wachten. Ik zoek een plekje voorin de bus terwijl Lyka wat te drinken voor onderweg koopt. Er komen nog drie andere passagiers en ik verbaas me over die lijst met reserveringen. Als er slechts drie passagiers zijn waarom doen ze dan zo moeilijk over die lijst met reserveringen? Ik schud nog wat met mijn hoofd van ongeloof terwijl het zwarte rook spuwende monster met veel kabaal in beweging komt.
Het duurt anderhalf uur, ja ècht, anderhalf uur, voordat we Manila uit zijn en tol kunnen betalen voor de snelweg. Wat we onderweg vanuit de bus hebben gezien is al een verhaal op zich! Ik geloof echt niet dat ik hier ooit zal kunnen wonen! Op de snelweg wiegt de oude bus mijn eega in slaap en ik kijk over het platte land van de Filippijnen. De schade achtergelaten door een van twaalf tyfoons die de Filippijnen jaarlijks teisteren is nog goed zichtbaar. Die schade in combinatie met de corruptie en respect voor die slechteriken maakt dat het waarschijnlijk nooit goed zal komen met dit land. De armen moeten zo arm mogelijk blijven en de rijken alleen maar rijker worden.
Ruim twee en een half uur later stappen we het “Walkabout Hotel” binnen waar gelukkig geen problemen zijn. Beter nog, we hoeven morgen niet in alle vroegte van kamer te wisselen! Een nieuw hoofdstuk aan ons verblijf in de Filippijnen is begonnen. En hoe kunnen we dat beter vieren dan met een paar koude biertjes en een heerlijke maaltijd?

Hawaiian Pork Chops! Wat heb ik hier de afgelopen vijf weken naar uitgekeken! Lekker eten, een beetje zwemmen, een biertje drinken. Het voelt allemaal ze heerlijk na een beetje afzien!

Terwijl buiten het nachtleven begint zoeken wij het bed op. Van alleen zitten en onderweg zijn wordt je behoorlijk moe. Nog een biertje en welterusten

zondag 22 november 2015

Filippijnen: Rust

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Bijna vijf weken heb ik doorgebracht in het kleine geboortedorp van Lyka. Hoewel ik er eerst tegenop keek is het me toch meegevallen. De eerste weken waren nieuw en we hadden het een en ander te doen. Of beter, van het een kwam het ander. Nadat alle werkzaamheden waren uitgevoerd werd het ook snel weer gewoon. Een harde vloer in de woonkamer voelt als normaal terwijl het hier niet is!
Toen kwam de verwachte rust. De zon is de wekker. Hanen beginnen de kraaien en bij het eerste zonlicht vallen de zachte stralen in onze slaapkamer. Door het ontbreken van ramen en gordijnen is er niets dat ze buiten kan houden. Kwart voor zes zit ik met mijn eerste kop koffie op het trapje voor het huis. Kwart voor zes? Dat zou me in Nederland niet lukken. Teletekst, een tweede kop koffie en dan begint het wachten.
Ontbijt, lunch en diner zijn de enige ijkpunten in de elastieke uittrekbare tijd van het platteland in de tropen. Mijn Kobo ereader is zijn gewicht in goud waard. Twaalf boeken zijn gelezen en vele albums uit de “Top 100 albums van de jaren ’60” zijn geluisterd. Buiten gebeurt er niets, uren niets. Binnen draait de ventilator om enige verkoeling te verschaffen. Lezen en luisteren gaan goed samen. Deze twee wissel ik af met het kijken van een aflevering van “The Shield” of “The X files”.
Verder niets. Ik sluit mijn ogen en denk na, over niets, er is niets. En na enkele weken begint dat denken aan niets aangenaam te worden. Het voelt als mediteren. Is dit het vakantiegevoel dat miljoenen mensen hebben wanneer ze als zombies zij aan zij op de hete zandstranden in de zon liggen?
Op een van deze ochtenden stopt om kwart voor negen de levering van de elektriciteit. Alle ogen in huis zijn gericht op de verkoelende ventilator die langzaam tot stilstand komt. Wachten, nog even wachten, en wanneer het duidelijk wordt dat de ventilator niet meer tot leven komt neemt de rust weer over.
Mijn laptop blijft “Harvest” van Neil Young spelen. De opgeslagen energie in mijn batterij voedt nu het enige geluid dat de stilte in het dorp doorbreekt. De mensen om me heen zoeken een plaatsje op om te gaan slapen. Met het stoppen van de elektriciteit stopt ook het leven, slapen kun je ook zonder elektriciteit. Een eenzame brommer in de verte doorbreekt de deken van stilte.
Een uur later is het nog doodstil in het dorp en in huis ligt iedereen behalve ik te slapen. Totdat mijn oogleden ook te zwaar worden om nog een pagina verder te lezen. Ik plaats een hoofdkussen op mijn borst en sluit mijn ogen. Even weg uit deze rust. Ik luister naar het tikken van de regen op het stalen dak. Hier is de aarde ook gestopt met draaien.
De ventilator begint een verkoelende wind te blazen en in het huis tegenover ons slaat Frank Sinatra weer aan. Ik kan het gedreun van de bas in mijn buik voelen. Een blik op mijn horloge verteld me dat de elektriciteit vier en een half uur afwezig is geweest. Dat kan hier gewoon. Dat zou in Nederland ondenkbaar zijn omdat iedereen haast heeft. Haast om oud te worden en zeker niets te missen.
De afgelopen week heb ik haast de hele dag in mijn zijden onderbroek doorgebracht. Ik heb het hofje van het huis niet verlaten. Met muziek, boeken en klassieke films kom ik de dag wel door. De simpele dagelijkse maaltijden zijn vermindert tot het hoogst nodige. De vers gevangen sardines zijn nu gratis en komen haast elke dag op tafel. Decadente kilo’s lichaamsvet zijn verdwenen. Drie potjes Olvarit babyvoeding zouden nu ruim voldoende voor me zijn. De enige luxe die ik me nog veroorloof zijn de drie flesjes bier per dag. Die verruimen de geest voor het slapen gaan.

Ik denk na over de toekomst. Wat wil ik verder met mijn leven? Maar een ding is zeker, ik geniet van mijn rust in dit verre arme land.

zaterdag 21 november 2015

Filippijnen: Romantische tropen?

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Veel mensen hebben een romantisch beeld van de tropen. Er zijn veel mensen die dromen om later in het paradijs met pensioen te gaan. Ruisende kokospalmen langs een strand met een helder blauwe zee. Exotische visgerechten opgediend in een uit bamboe en palmbladeren opgetrokken restaurant met uitzicht op een ondergaande zon die langzaam in het water verdwijnt met alleen het geluid van een brekende golfslag.
Leuk voor een week of drie!

Maar helaas is de werkelijkheid anders!

De romantische tropen met haar hoge temperaturen en haast onafgebroken relatieve vochtigheid van 100% is een zeer ongezonde plaats voor ons westerlingen! Warmte en vocht? Voor wat is dat de ideale combinatie? Juist! Fungus, schimmel, zwemmerseczeem, paddestoelen, zwammen en huiduitslag!
Ik ben hier nu vier en een halve week in de tropen en mijn lichaam begint de eerste slag, maar niet de oorlog, te verliezen. Er verschijnen de eerste sporen van champignons tussen mijn tenen en mijn huid begint, ondanks het meerdere malen per dag baden, de eerste tekenen van de schimmels te vertonen. Rond de nagelriemen van mijn vingers dringen de minuscuul kleine draadjes onder de huid binnen. De huid begint te schilferen. Geen prettig gezicht. De nagels kort en de handen droog houden is de enige remedie. Achter mijn oren heeft een arm van mijn bril ook een perfecte voedingsbodem voor de schimmels gecreëerd. Het is nog niet pijnlijk maar voelt wel geïrriteerd aan.
Schimmels zijn hier in de tropen overal! De sporen zweven door de lucht. Ze ontspruiten op je latex schuim hoofdkussen en de katoenen lakens. Eten een dode boom op achter het huis. Vechten met de fruitvliegen om de kleine zoete bananen op tafel. Krioelen in de draadjes van je katoenen handdoek die op een hoopje in de hoek van de warme kamer ligt te gisten.
Je ruikt de schimmels en vergisting ook overal. Wanneer het een paar dagen zonnig en droog is valt het nog wel mee, maar zodra de regen het benodigde vocht voor de schimmels aanlevert ruik je het verval van de organische verbindingen. Ze zijn niet te stoppen!
Ze zijn zo verwoestend dat ze zelfs het plastic van mijn brillenkoker met succes hebben aangevallen. De plastic brillenkoker is nu een zwarte kleverige opbergdoos geworden. De natuur zal altijd overwinnen, wat er ook gebeurd.
Mijn huid wordt gevoelig en de eerste uitslag, die zachtjes jeukt, afgewisseld met puistjes verschijnt op mijn op mijn ruggengraat tussen de schouders. De plaats die onafgebroken nat is van het zweet. Dat transpireren in de tropen maakt het voor ons westerlingen zo moeilijk. Aziaten hebben na tienduizenden jaren van evolutie veel minder lichaamshaar, en daarmee minder zweetklieren, dan wij westerlingen. Dat maakt hen beter geschikt voor deze omstandigheden maar ons gevoeliger voor alle problemen die met de huid te maken hebben.
Denk eens aan de klassiekers van de Nederlandse literatuur die zich in het voormalig Nederlands Indië afspelen? De ervaringen van de kolonialen in de tropen. “De stille kracht” en “Max Havelaar” vermeldden de moordende hitte, de drukkende luchtvochtigheid en de geur van verval. De randen schimmel veroorzaakt door het opspattende water aan het einde van de regentijd. En de altijd aanwezige ventilatoren aan de hoge plafonds die nooit ophouden met draaien.
In je liezen, die je zeer moeilijk droog kan houden, begint ook wat te groeien. En wat daar groeit is niet zo mooi! Het begint met een onweerstaanbare jeuk die schreeuwt om weggekrabd te worden. Toegeven aan die jeuk maakt het alleen maar erger! De kleine beschadigingen in je beschermende epidermis (de opperhuid) zijn als een openstaande deur voor deze schimmels De schimmels die zich meteen tegoed doen aan je lichaamsvloeistoffen en zich in de warme vochtige omgeving beginnen te vermenigvuldigen.
Ze zijn niet alleen! Niet erg veel later komen de eerste bacteriën op bezoek en die genieten ook van je lichaamsvloeistoffen en van de afvalstoffen die de schimmels achterlaten, en andersom. Een symbiose van verrotting en verval bedacht in de hel. Het beginstadium van doorlopen, zoals met dat in Nederland noemt, is daar. Tientallen crèmes en poeders staan in de drogisterijen in de tropen opgesteld en om eerlijk te zijn heb ik er tijdens mijn reizen maar weinig kunnen ontdekken die helpen.
Een andere pest is de altijd en overal aanwezige insecten! Ze variëren in grootte van een kinderhand tot een muggenstrontje. Ze zijn overal! In het begin zijn ze nog te ontkennen maar nooit te ontwijken, maar na een paar weken gaat je geoefend oog er op letten. Je kijkt om je heen en ze zijn overal. De kleinste zijn minuscuul kleine stipjes die op de witte rand van mijn Kobo ereader nestelen. Wanneer ik goed kijk zie ik ze als kleine stofdeeltjes bewegen. Zijn het mieren, mijten of kevers? Ik weet het niet.
Vooral de mieren weten je altijd te vinden. Elke kruimel voedsel die naast je bord of op de grond valt wordt door het georganiseerde leger van werkmieren afgevoerd naar het nest waar elke seconde van de dag tientallen van die irritante rotzakken worden geboren. Op elk willekeurig moment van de dag zitten er tientallen op je huid en ze bijten ook nog soms. En dat gefriemel jeukt. Als een schurftige straathond ga je onbewust dwangmatig krabben. Dat krabben laat kleine wondjes achter op je vochtige huid. En die kleine wondjes gaan ontsteken. Na vier en een halve week zit mijn lichaam van mijn enkels tot mijn hoofdhuid onder de kleine pijnlijke zweren. En er is geen enkele andere manier om er vanaf te komen dan veel wassen en drooghouden.
Ook de verandering in het dagelijkse menu kan ik goed merken. Ik ben vijf kilo afgevallen. Door de warmte ga je minder eten omdat je lichaam de kachel niet meer aan hoeft te houden. Je lichaam wordt op temperatuur gehouden door de hoge tropische temperaturen. De olie, knoflook, uien, kruiden en specerijen die worden gebruikt voor het bakken en koken zweet je ook voor een zeer klein gedeelte weer uit. Je ruikt na een paar weken anders, in het begin ruik je zoet en dan gaat het langzaam over naar een zurige lucht als ranzige roomboter. Die geur schijnt dan weer goed tegen de muggen te zijn.
Het is ook niet dat ik meteen naar een kroket of een frikadel verlang maar de Filippijnse keuken is niet een van de mooiste ter wereld. Als fanatiek reiziger zijn de lunch en diner bijna in elk land een hoogtepunt. Niet hier. De keuken is na vijftig jaar Amerikaanse overheersing gefundeerd op fastfood. Niet dat ik daar weer vies van ben maar de kwaliteit, omdat de prijs zo laag mogelijk moet worden gehouden, is zo laag dat het een industrie op zichzelf is geworden.
De oneindige lijn van maaltijden met rijst gaat sneller vervelen dan je denkt. De porties op je bord worden met elke maaltijd kleiner omdat de rijst je steeds meer tegen gaat staan. Nu liggen er nog maar twee volle eetlepels in mijn rijstkom waarvan ik mezelf moet dwingen de laatstee hap door te slikken. Dan ben je op het punt aanbeland dat je de hele dag met hongergevoel rond loopt. Je ontlasting is bij gebrek aan vezels, ik hoef nog maar een keer in de drie dagen, zo dun als water. Nee, de tropen zijn niet zo romantisch als ze lijken.

Ik hoop niet dat ik jullie heb bang gemaakt want het is nog steeds leuk om naar de tropen op vakantie te gaan. Er permanent wonen is een heel andere zaak.

Daarom heb ik mijn oog laten vallen op Zuid-Korea om met pensioen te gaan. Een mooi land met een mooi klimaat, sneeuw in de winter en 35 graden in de zomer. Een goede keuken, veel cultuur, vriendelijke mensen en veilig. De tijd zal het leren.

Mieren verjagen op de Filippijnse manier, met petroleum en vuur

woensdag 11 november 2015

Filippijnen: Patat als ontbijt

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Verrassingen krijg je hier in de Filippijnen genoeg! Om vijf over half zes zit ik al naar het kleine scherm van mijn iPhone te staren. Teletekst! Via een Edge verbinding omdat ik geen 3G kan vinden! Kun je dat geloven? Ik kan het toch niet laten om het laatste (Nederlandse) nieuws te lezen.
Eigenlijk is er maar weinig nieuws. Meer vluchtelingen, meer corruptie, meer fraude en minder geld voor de gewone man in de straat. Ook is de grote oceaan een enorme oppervlakte die geen nieuws genereert. Het is nog gisteren in Nederland, 22:30 uur om precies te zijn. Wij zijn al een dag verder! Dus moet ik het letterlijk en figuurlijk met het nieuws van gisteren doen.
Mijn vers gezette mok koffie smaakt prima, koffiepads van de HEMA, terwijl de laatste druppels van de regen die vannacht is gevallen van de bladeren van de boom voor het huis glijden en sporen achterlaten op he kleine led-scherm van mijn telefoon. De eerste vogels maken van het gedempte zonlicht gebruik om de vruchten uit de boom voor het huis te eten. De draaien ze met een snelle beweging met de kop behendig los waarna ze de vruchten in de lucht gooien. Het opvangen in de snavel gaat wel eens mis en daarom ligt de kleine plaats voor het huis elke ochtend bezaait met gemiste vruchten.
Het is op dit tijdstip nog vreedzaam rustig. Over een uur zijn de bouwvakkers weer volop aan het werk met de bijbehorende geluiden, inclusief de radio die we uit Nederland hebben meegebracht. Mamsi is ondertussen ook opgestaan en schuifelt wat slaperig door het huis. Ik hoor de deur van de koelkast open en dichtgaan, ik luister naar het gerinkel van glaswerk en borden in de bijkeuken. Een teken dat er aan het ontbijt wordt gewerkt.

Na drie weken op het platte land van de Filippijnen kan ik gerust zeggen dat ik al redelijk gewend ben. Maar wat er na een klein half uurtje uit de keuken komt slaat alles! Een bord vol met goudgele patat wordt op de koffietafel gezet naast een theeschoteltje waarop een hoopje ruwe suiker ligt. Als wolven werpen mijn huisgenoten zich op de patat terwijl ik me nog steeds verbaas.
‘Kom! Eet!’, roept mamsi.
Voorzichtig probeer ik een staafje patat, die ik eerst doormidden breek, terwijl Lyka even een schoteltje met wat zout en peper voor me maakt. De patat van zoete aardappelen smaakt verbazingwekkend goed. Ik hoef ook het dikke monster niet meer van het eten af te houden want die is gisteren, een dag later dan afgesproken, eindelijk naar Manila vertrokken. Dat is een mond minder om te voeden.

In de doos naast de bamboe sofa hoor ik het nieuwe leven piepen. Afgelopen zondag heeft Ming, de huiskat, drie kitten geworpen. Het hele gezin is nog steeds verbaasd over mijn verhaal van de doos en dat Ming daarin zou werpen. Even op het internet opgezocht hoe het ook weer ging.
Dit jonge leven in dit arme land is verbazend! Hoe arm de mensen hier zijn en hoe slecht de mensen het hier ook hebben hun voorliefde voor dieren en planten kent geen grenzen. Dus ook voor hun aangelopen katten en rioolterriërs die je overal tegenkomt als bewakers van het weinige dat ze bezitten! Er blijft altijd wel wat van de maaltijd over en ’s avonds kijk ik verbaasd, vanaf mijn zitplaats op het trapje voor het huis, naar wat die kat allemaal eet! Zelfs uien en knoflook laat de poes niet in haar gehalveerde kokosnootschaal liggen.

Buiten wisselen zware buien de droge opklaringen af. De lucht is muisgrijs met witte plukken lagere bewolking, er is geen stukje blauw te zien. Voorlopig blijft het wel zo verteld mamsi uit ervaring. Het tyfoon seizoen komt er aan en dan kun je dit weer verwachten. Niet dat het veel uitmaakt want de mensen hebben hier toch niets anders te doen dan wachten op de volgende dag.
Dat gelaten wachten intrigeert me. Overal in de armste landen zie je mensen zitten wachten. Niet op de bus, niet op een geliefde die moet thuiskomen, nee, wachten, gewoon op niets wachten. Voor het huis, met een groepje oude vrouwen of mannen bij elkaar, gewoon wachten. Na drie weken begin ik dat gevoel ook te ontwikkelen. Het lijkt een natuurlijke rust te zijn. Net zoals een visser die roerloos, verzonken in zijn gedachten, uur na uur naar zijn dobber zit te staren.
Is de rest van mensheid vergiftigd? Kijk eens om je heen? Waar je ook bent, ik weet zeker dat er een heel leger mensen om je heen naar het kleine beeldscherm van hun mobiele telefoon zit te staren. Internet, een digitale drug waaraan drie kwart van de moderne maatschappij aan verslaafd is. Het ontbreken, of haast ontbreken, van een internet verbinding lijkt mijn verblijf in een vissersdorp in de Filippijnen alleen maar aangenamer te maken. In plaats van vergiftigt te worden met onnodige informatie in de vorm van niet geverifieerd nieuws of domme filmpjes op youtube lees ik boeken en kijk de klassiekers uit de film geschiedenis. Thuis in Zaltbommel heb ik 120 kanalen op de kabel en er is niets op tv dat ik zou willen zien. Dan maar naar het internet? Ik weet het nog steeds niet of het internet een zegen of een vloek is voor komende generaties.

Na drie dagen werk zijn de jongens bijna klaar met de muren. Straks beginnen ze aan het plaatsen van de deur die mamsi gisteren in Legazpi heeft gekocht. Helaas geen beige op voorraad dus is het een roze geworden. PVC tegen het rotten in de vochtige omgeving. Vanzelfsprekend laat ik ze maar hun gang gaan. Mijn advies wordt niet geloofd en zeker niet gewaardeerd.
Na een uur of drie worstelen staat het kozijn in de uitsparing en is vastgezet met een paar flinke klodders cement. Het kozijn staat niet waterpas en niet haaks. Wanneer na een uurtje uitharden de deur in het kozijn wordt gehangen staan ze te kijken alsof ze het wiel hebben uitgevonden. Hoofdschuddend zie ik ze de rubber veren, die de kier tussen de deur en het kozijn moeten afsluiten, uit het kozijn trekken.
‘For transport only!’, verzekert de stukadoor/voorman.
Zonder een woord te zeggen glimlach ik en ga terug naar mijn slaapkamer om wat te lezen.
’s Nachts luister ik naar het windspel dat de deur in de sponning laat rammelen. Het zijn  de geluiden van een land in ontwikkeling en opbouw. En dat maakt deze landen nu juist zo leuk. Wanneer ze net als Nederland zijn verworden is de lol er af!

maandag 9 november 2015

Filippijnen: De geur van cement

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

De ochtend is hier in de tropen veruit het beste moment van de dag. ’s Nachts daalt het kwik tot 23 à 24 graden Celsius en dat is fris te noemen, de nachten koud noemen zou te ver gaan. Ergens in de stille donkere Filippijnse nacht heeft Lyka de ventilator uitgezet omdat de dunne deken die haar beschermd tegen de muggen nu niet meer beschermd tegen de frisse temperatuur van de Filippijnse nacht.
Op de bovenste trede van het trapje voor het huisje, “Mamsi Homestay”, sip ik van mijn eerste mok koffie van deze ochtend. Het is nu een gewoonte die ik al zeker een jaar in stand hou is. “Amerikaanse koffie” noem ik het. “Slappe leut” zouden jullie het in Nederland noemen. Van een koffiepad zet ik twee koppen koffie, de hoeveelheid water natuurlijk. Ik drink de koffie zwart dus hij wordt niet verder verdunt. Maar na een jaar heb ik wel eens het idee dat de HEMA mocha nu ook voor me te sterk wordt. Het is en blijft dus gewenning hoe sterk de koffie is.
Het dikke monster, die ik nu tot “de Nachtbloem” heb gedoopt, verschijnt om iets voor zevenen op een brommer met twee jongens op het toneel. Ze duikt meteen de koelkast en voorraadkast in. Zoals ik al eerder schreef, het zijn net mieren op zoek naar voedsel. Mijn aanwezigheid op de trap voor de toegang naar het huis is voldoende om de twee jongens te laten omkeren en ze verdwijnen achter de bamboe afscheiding van de buren uit het zicht.
Zijn ze zo dom dat ze denken dat ik ze niet meer kan zien? Ik hoor ze praten en zie de felgekleurde kleding door de spleten in de bamboe afrastering! Achter mijn rug slurpt het vette monster aan een kom Milo met extra suiker. Gelukkig weet ze nu dat de zak brood op de koelkast verboden terrein is. Dat brood is voor mij! Brood is namelijk zeldzaam en ik mag van geluk spreken dat ik redelijk brood kan vinden. Bijna al het brood is van dat extra gesuikerde brood. “Chinees brood” noem ik dat naar de veelal Chinese bakkers die het ook vers bakken. Na enkele happen voel ik me beroerd en misselijk worden.

De twee bouwvakkers die de klus hebben aangenomen verschijnen, het zijn twee jongens uit de groep die ook de vloer hebben gestort. De prijzen voor een dag arbeid zijn al afgesproken en mamsi verteld me dat de twee samen 550 peso per dag kosten. Elf euro voor twee man die samen tien uur werken! (Zouden deze twee met hun gezin naar Nederland willen komen en hun bamboehutten en alle waardeloze rotzooi die ze bezitten achterlaten?)

Het zwarte zand, of beter gezegd een mix van vulkanische as en gesteente, moet eerst worden gezeefd. De Twee mannen bezetten ieder een kant van de zeef die de opperman ondertussen heeft vol geschept. De taken zijn duidelijk verdeeld! De stukadoor heeft de kennis, het gereedschap en dus de leiding. Hij krijgt ook het beste betaald. De andere man is allang blij dat hij vandaag niet de zware manden en dozen met sardines hoeft te sjouwen. Af en toe een doormidden gezaagde jerrycan vol met specie naar binnen sjouwen is een betere klus. En dat voor € 4,- per dag!
Er wordt hier in de Filippijnen werkelijk niets dat nog bruikbaar is weggegooid en nog voordat de cement aan het gezeefde zand wordt toegevoegd duiken de twee op een hoop hout en bamboe dat mamsi aan de zijkant van het huis heeft opgestapeld. In een druk overleg trekken ze planken en bamboe latten uit de stapel. Vol verbazing bekijk ik de handelingen en op dat moment heb ik nog geen enkel idee over het doel dat ze met dat hout en bamboe voor ogen hebben.

Een blik met recht geslagen verroeste spijkers, “Expandet bevestigingsmaterialen” worden nog niet geleverd in de Filippijnen, komt tevoorschijn en binnen een kwartier is er een steiger in elkaar gespijkerd die de ARBO in Nederland nachtmerries zou bezorgen. Het is misschien niet de mooiste maar hij doet net zo goed zijn werk als een dure aluminium steiger in Nederland! Ik kijk naar de stukadoor en schat hem ten hoogste zestig kilo, dat betekend dat de steiger mij niet zou kunnen dragen!

De steiger wordt op zijn plaats gezet. Buiten hoor ik de versleten schep over het beton van de straat door het cementmengsel gaan en voor mijn ogen wordt de muur natgemaakt. Met dank aan Jan van Engelen en Kick de Graaf kan er na bijna vier jaar een begin worden gemaakt om de muren in de woonkamer af te werken. Mamsi staat trots als een pauw naar me te lachen. Dit jaar zal het een hele andere kerstmis zijn.

Mijn spijsvertering roept en ik moet mijn observatie onderbreken, ik verdwijn achter het douchegordijn die de afscheiding tussen de woonkamer en badkamer is. Na bijna drie weken in het dorp met het aangepaste dieet is mijn spijsvertering nog wel regelmatig alleen zeer vertraagd. Het vezel arme dieet lijkt zelfs de laxerende werking van zwarte koffie en literflessen San Miguel bier te neutraliseren. Een keer in de drie dagen komt er wat waterig afval uit mijn darmen. Aan de maaltijden ligt het zeker niet want ik geniet nog steeds van de simpele en sobere maaltijden die mamsi ons ’s middags en ’s avonds voorzet. Ik heb wel het idee dat de kilo’s er af vliegen! Voor een moment denk ik aan de frituurpan onder het afdakje in Nederland en de heerlijkheden die we daar enkele weken geleden in bakten.

Hoewel ik niet geheel tevreden ben over sommige delen van het stukwerk besluit ik om mijn mond te houden. Alsof mamsi mijn gedachten kan lezen komt ze naast me staan en verklaard waarom de muren zo ruw blijven. Er moet namelijk nog een laag overeen van heel fijn zand vermengd met veel cement. Ik zie het al voor me en begrijp nu ook waarom de voorgevel zo glad is.
Mamsi maakt tevens van het moment gebruik om me warm te maken voor een deur in plaats van het douchegordijn tussen de woonkamer en de badkamer te plaatsen. Eerlijk gezegd wordt ik er wel een beetje moe van want ze blijven onafgebroken vragen terwijl ze je met van die hondenogen aankijken. Aan de andere kant kan ik ze ook geen ongelijk geven, het is nu eenmaal niet eerlijk verdeeld in de wereld, dus informeer ik voorzichtig naar de schatting van de kosten.
Dat het geen impulsieve ingeving is, maar een actie met voorbedachte rade, is duidelijk wanneer ze een briefje tevoorschijn haalt met daarop een duidelijke en gespecificeerde begroting in het engels. Het geheel, inclusief de arbeid, zal niet meer dan 2.000 peso, zeg maar € 40,-, kosten. Ik doe alsof ik diep nadenk en frons mijn voorhoofd alsof ik een moeilijke berekening maak. Met een gezicht als een kind dat nog even moet wachten om het grootste Sinterklaas cadeau onder de schoorsteen open te maken staat ze naast me te wachten. Ze is zichtbaar opgelucht wanneer ik het plan goedkeur. Ik vertel er wel duidelijk bij dat dit voorlopig het laatste is omdat ook mijn geld niet oneindig is.

Ik moet gelijk denken aan een overleden vriend van mij in Pattaya, Colin. Hij was al diep in de zeventig en had een Thaise weduwe die goed voor hem zorgde. Dat was het probleem niet! Het probleem was dat ze uit een klein dorp uit het verre noorden van de Isaan, vroeger Laos, kwam. Een dorp zonder winkel of bank, een dorp zonder stromend water of telefoon.
Voor dit simpel denkende, maar zeer zeker goedhartig, mens was de komst van een ATM machine in het dorp, die haar voorstellingsvermogen ver te boven ging, een openbaring. Zij kon het niet bevatten dat je er een klein stukje langwerpig plastic instak, een viercijferige code intoetste, met als gevolg dat er geld tevoorschijn kwam. En wat voor geld? Zo maar een halfjaar salaris voor iemand die 24/7 op de rijstvelden ploetert! Gratis en voor niets! En twee weken later kon je dat weer doen!
Lange avonden heeft Colin geprobeerd haar uit te leggen dat er aan de andere kant van de machine, in Engeland, er geld in moest worden gestopt in de vorm van zijn pensioen. Tevergeefs, ze kwam niet verder dan de gedachte dat er een eindeloze stroom bankbiljetten uit die gekleurde machines kwam. Uiteindelijk heeft Colin het simpel opgelost. Op een ochtend ging hij met haar, na een dag en nacht gezeur aan te hebben gehoord, naar de ATM en toetste een verkeerde PIN-code in. Verbaasd stond ze naar de machine te kijken toen er geen geld tevoorschijn kwam.
De blik in haar ogen vertelde boekdelen en Colin begreep dat hij om haar te overtuigen het nog een keer moest proberen. Hij herhaalde zijn truc en tevreden gingen ze samen terug naar het huisje tussen de rijstvelden. ’s Avonds tijdens het avondeten vertelde ze Colin dat ze begreep dat er geen geld meer uit de machine kwam. Het papier was op en ze zou het goed in de gaten houden wanneer er weer een nieuwe rol papier in de machine zou worden gezet. Ze had het van een vriendin gehoord die het met haar eigen ogen had gezien!

En dat is gelijk de strekking van het verhaal. Je kan ze niet leren om met geld om te gaan omdat ze uit een andere cultuur komen en een totaal andere instelling hebben.
”Vandaag is belangrijk, morgen zien we wel weer!”, is de instelling waar ze mee opstaan en mee naar bed gaan.
Dus komende zondag zal ik in het huishoudbudget moeten snijden. Wanneer uitleggen niet werkt is een kleine leugen voor hun eigen bestwil toegestaan. En we komen die week toch wel door, we komen ècht niet om van de honger!

zaterdag 7 november 2015

Filippijnen: Een haar in de boter

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Na het zeer vroege lawaai van de voorbij denderende vrachtwagens om sardines op te halen voor de visindustrie in Manila wordt ik voor de tweede keer gewekt door een hoge snerpende stem. Gedesoriënteerd en lichtjes verdwaald wordt ik wakker in de nog schemerige slaapkamer. Lyka slaapt ondertussen als een roosje door al dit lawaai heen.
Is het een programma op tv? Vraag ik me af. Nee, door de bamboetralies kijk ik de kleine buurvrouw recht in de ogen. Mijn verschijning verhoogd het volume van haar monoloog met zeker 15%. Een monoloog waar een overtuiging en een kracht van uitstraald waar zelfs Adolf Hitler hoogstpersoonlijk stil van zou zijn geworden. Ik versta er in ieder geval geen woord van en ik heb geen idee waar haar verhaal over gaat. Het enige woord dat regelmatig voorbij komt en ik begrijp is “Marita”, de voornaam van de moeder van Lyka.
Terwijl steeds meer delen van mijn lichaam wakker worden groeit mijn verbazing des te meer. Gisteren was deze aardige kleine vrouw nog op het erf bij ons te gast en nu staat ze aan de andere kant, door de tralies heen, van de bamboe afscheiding als een dictator te oreren? Wat is hier in hemelsnaam aan de hand?
Enkele minuten later rijst mijn schoonmoeder van haar matras en geeft haar enig weerwoord. Vanzelfsprekend in een taal die ik niet maar de buurvrouw wel kan verstaan. Ik heb geen flauw idee of het Tagalog òf Bicol, het plaatselijke dialect, is. De intensiteit van de discussie geeft wel aan dat het een niet te verwaarlozen onderwerp is.
Nu ook Lyka is opgestaan lijkt mijn vrouw het leidend onderwerp van de discussie te worden terwijl de kleine buurvrouw zich terugtrekt in haar huis. Alsof de geest van de kleine buurvrouw is overgegaan in het lichaam van de moeder van Lyka moet nu mijn vrouw het ontgelden. Ik kijk haar hoogst verbaasd aan en waartoe dit leid. Ik krijg nu ook nog het gevoel dat ik niet eens wordt opgemerkt, dat ik niet besta en dat ik hier niet ben. Waar gaat dit toch over, speelt er door mijn hoofd.
Een magere vrouw, die vorige week boterhammen met pindakaas kwam eten, verschijnt ook op het toneel. Het is familie van de overleden man van mamsi. Ik heb geen idee of die wat met de discussie te maken heeft maar ze heeft twee jonge kinderen bij zich om haar zaak wat kracht bij te zetten. De kinderen nemen mijn hand en brengen die naar hun voorhoofd alsof ik een kardinaal ben. Gevolgd door een gefluisterd “Bless”. De woorden vliegen nu in een driehoek rond. Mijn verbazing wordt alleen maar groter. Ik heb nog steeds geen idee wat hier aan de hand is. Enkele minuten later vertrekt de magere vrouw, vergezeld van haar kinderen, met een plastic tasje in de hand. In dat plastic tasje meen ik een kom met ongekookte rijst te herkennen.
‘Thank you!’, zegt ze zachtjes terwijl ze mij op de drempel, met een kop koffie binnen handbereik en mijn Kobo ereader in de hand, passeerd. De twee kinderen zwaaien me verlegen tot ziens.
Ik denk dat er bij de magere vrouw geen eten meer in huis is en dan zijn we haast wel verplicht om die twee jonge mondjes te vullen. Waarschijnlijk heeft de vader zijn dagloon verspeelt met kaarten en/of opgezopen. Wat dat betreft lopen ze hier nog honderd jaar achter, of beter gezegd hier gaat het al honderd jaar zo. Maar de solidariteit tussen de vrouwen is groot. Hoe slecht ze het hier ook hebben ze helpen elkaar onvoorwaardelijk omdat dat de enige garantie is om te overleven.
De dikke is ook op het toneel verschenen en zoekt stilletjes met onze iPad een plekje op een stoel in de hoek van de kamer. Het gesprek verhevigd zich opnieuw en nu komen er ook tranen van Lyka aan te pas. Ze kijkt ombeurten naar haar moeder en naar mij. Ik heb geen idee wat ze van me verwacht. Bijval en steun? Of ben ik het leidend voorwerp hoewel ik mijn naam nog niet heb horen vallen. Mijn onzekerheid wordt door Lyka en mamsi opgemerkt maar niet weggenomen.
Het onaangename gevoel van ongewenst zijn glijd als een zware natte deken over me heen. Moeten we vertrekken? Zijn we teveel van het goede voor mamsi? Of is die dikke overbodig? Of gaat het weer over geld? Ik weet het gewoon niet en wanneer ook mamsi huilend naar de slaapkamer vertrekt ben ik helemaal van slag. Mijn enige mogelijkheid om uit te vinden wat er aan de hand is is in het Nederlands een gesprek met Lyka aan te knopen. Het wapen van een gemeenschappelijke taal kunnen wij ook gebruiken.
‘Waar gaat dit over?, vraag ik zachtjes terwijl ik een traan bij haar wegpik.
‘Niets!’, is haar korte antwoord terwijl ze haar hoofd wegdraait.
De kemphanen zijn uit elkaar en de rust in mamsi homstay is wedergekeerd. Beiden zoeken ze hun bed op waar ze zachtjes gaan liggen huilen. Ik heb niets van een oplossing of een compromis kunnen bespeuren dus laat ik het maar voor wat het is. Misschien hoor ik later wel waar het over gaat.
Een uur of drie later komen Lyka en mamsi weer uit de slaapkamers tevoorschijn en alles is vergeven en vergeten, òf bijgelegd. Ik heb nog steeds geen idee waar het over ging en ik heb ook niet de hoop dat ik ooit te weten kom waar het over ging. Laten we het maar rusten? Het zijn zo van die zaken die je in een vreemde cultuur tegen kan komen. Tijdens de lunch is er gelukkig helemaal niets meer van het voorval te merken en voel ik me ook een stuk beter omdat er ook weer tegen mij wordt gelachen.

vrijdag 6 november 2015

Filippijnen: Lauw lauw

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Ik had het gisteren voor de film en het bier plechtig beloofd. Ik zou bij het eerste daglicht meegaan naar het strand om de sardines, “lauw lauw” in het Bicol dialect, te bekijken. Onwennig en met een honger als een paard, bier maakt me nu eenmaal hongerig, volg ik mamsi en JJ naar het strand.
Onderweg herken ik gebouwen, als ik ze zo mag òf kan kwalificeren weet ik niet, van de eerste keer dat ik San Antonio bezocht. Het meest vreemde is wel de schitterende kerk van de “Iglesia ni Cristo”. Een katholieke kerk? Maar of die ook van de rooms-katholieke kerk is weet ik niet. Je ziet ze overal in de Filippijnen dus ik kan niet geloven dat het protestanten zijn in het woord zoals wij ze kennen. Misschien katholieke protestanten?
Het huis van de burgemeester, inclusief ereboog met een smeedijzeren poort, staat er ook nog sneeuwwit te glinsteren in de opkomende zon. Een teken van macht dat respect afdwingt bij de domme arme onderdanen van de burgemeester. De lagere school die er tegenover ligt is het tegenovergestelde! Een armoedig gebouw, met een lekkend stalen golfplaten dak, dat lijkt op het punt te staan om in te storten. Een grotere tegenstelling is er niet denkbaar. Waar zou het geld voor het onderhoud van de school toch zijn gebleven?

We zigzaggen met z’n drieën over een zandpad tussen stenen- en bamboehuizen door totdat we op het brede sterk vervuilde zwarte strand staan. Het lijkt eb en er is haast geen golfslag. Je hoort de zee zachtjes ruisen. In de verte zie ik wat eilanden liggen. Die heb ik enkele jaren geleden toen ik hier voor het eerst, samen met Henk de Vries, was niet gezien. Er trok toen een tyfoon over het schiereiland! En dat was een zeer vreemde ervaring. Op dit weblog staan de ervaringen beschreven.
Waar kan die berg afval toch vandaan zijn gekomen? Vanzelfsprekend aangevoerd door de wind, de getijden en de stromingen in de zee. Maar ik bedoel, iemand moet dat huishoudelijk afval toch in het water hebben gegooid. Dat zijn zeker niet de armen der aarde, die vaak met de vinger als hoofdschuldigen worden aangewezen, maar hoogstwaarschijnlijk de rijken en beter ontwikkelden. Zij die het beter zouden moeten weten maar in plaats van het verminderen van het afval steevast bezig zijn met het beter scheiden en recyclen van het onnodige en overbodige afval. Alles in de naam van arbeidsplaatsen voor de gewone man en winst voor het grootkapitaal.
Een eerste man uit het dorp die me herkent groet me vriendelijk terwijl hij met een grote mand visjes in zijn armen voorbij loopt. Het is de stukadoor die de betonnen vloer in mamsi homestay heeft afgewerkt. Een stukje verder wordt ik opnieuw gegroet door een drager. Ook deze herken ik als een van de jongens die het klapzand voor onder de betonnen vloer bij mamsi naar binnen heeft gedragen. Voor een paar peso per mand dragen ze de kleine waardevolle visjes door het mulle zwarte zand naar het geïmproviseerde weegstation. Deze bedragen voor de vis zijn het verse geld in de micro economie van San Antonio.

Zoals ik al eerder schreef, hier vangen de vroegste vogels de dikste wormen. Iedere beschikbare hand in het dorp is op het strand aanwezig en hoopt op een kans om de vissen van de kleine vissersboten naar de weegschalen te mogen dragen. Of gratis een tas vol van de zeer smakelijke visjes mee naar huis te kunnen nemen.

Eenmaal gewogen gaan de vissen in piepschuim koelboxen, 35 kilogram per koelbox, waar ze worden overgoten met een volle schep geschilferd ijs. Deksels er op en dicht gebonden. Dan dragen ze de koelboxen naar de gereedstaande vrachtauto’s die ze naar de fabriek in Manila brengen. Sardines in tomatensaus wordt het eindresultaat.
Sardines in tomatensaus die veel dorpelingen waarschijnlijk nooit zullen eten omdat ze domweg te duur zijn voor deze arme mensen. Zij zullen het later vandaag met een bord witte rijst en een pannetje sardines in kokosmelk moeten doen.

donderdag 5 november 2015

Filippijnen: Ondervinden is begrijpen

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

De regen geselde het plaatstalen dak haast onafgebroken. Een oorverdovend lawaai als gevolg. Zwalkend van de slaap door het schemerig verlichtte huis verbaas ik me over het feit dat ik de enige ben die van het lawaai wakker is geworden. De rest slaapt rotsvast alsof er niets aan de hand is. Ik neem een slok van de koele Pepsi Max, Coke Zero is even niet te verkrijgen, uit de koelkast en zoek mijn bed weer op. Lyka ligt naast mijn bed op de grond. Gisteren, vandaag of de vorige dag, ik weet niet goed hoe ik de dag moet vernoemen die pas anderhalf uur geleden ten einde is gekomen, heeft ze een nieuw matras gekocht. 1.900 peso! Dat is wel heel wat anders dan de 8.000 peso die ze aan ons vroegen toen ik er persoonlijk bij aanwezig was.
Ik zoek mijn bed weer op en kijk naar het plaatstalen dak. Een plafond is er nog niet en dat zal waarschijnlijk wel het laatste zijn dat in “het huis in aanbouw” zal worden aangebracht. Ik kijk geïnteresseerd om me heen. Mijn ogen zijn ondertussen gewend aan het donker en ik kan steeds meer onderscheiden. Van welke kant ik het ook blijf bekijken, we wonen op een bouwplaats, in een huis in aanbouw, en zijn gelukkig. Net wanneer ik op zoek wil gaan naar mijn oordoppen stopt de regen even plotseling als ze is begonnen.
05:45 staat er op mijn Casio horloge wanneer ik mijn ogen weer open. Om me heen is niets verandert, alleen de eerste zonnestralen kruipen door de bamboe tralies naar binnen om de harde dagelijkse realiteit voor deze arme mensen te verlichten. De rest van het gezin slaapt nog steeds als ik het gas onder de espresso maker ontsteek. Slapen is vluchten, slapen is vergeten! Vandaar dat ze ook graag ’s middags een uur of twee slapen. Zodra de kier tussen de deur en het cement van de muur groot genoeg is schiet de zwangere kat “Ming” naar binnen en begint te miauwen. Ze heeft honger, ze moet tenslotte tijdelijk ook nog een onbekend aantal extra mondjes vullen, en hoopt dat ik haar wat te eten zal geven. Kattebrokken van € 1,89 een pak? Zo werkt dat hier niet, dat is de luxe van een rijk leven in het westen! De kat krijgt te eten wat er overblijft na de maaltijd en wat bedorven is. En ik kan u verzekeren dat dat hier in het vissersdorp niet al teveel is.
We zijn nu twee weken in San Antonio, het geboortedorp van Lyka, en ik raak al aardig gewend aan het sobere leven in een Filippijns vissersdorp. Terwijl ik met mijn koffie en Kobo ereader in de deuropening plaatsneem geniet ik een moment van de rust die de vroege ochtend brengt. Op dit moment lees ik een toepasselijk boek, “Daar is hij weer” van Timur Vermes, het zijn precies mijn gedachten die in dit boek de huidige situatie van onze zieke samenleving zo goed worden beschreven.
Een tweede kop koffie, gezet met lichtelijk zout water dat hier voor € 0,66 per kubieke meter uit de kraan komt, en dan ook nog met een minimum van € 6,60 per maand ongeacht hoeveel je hebt verbruikt, en de rest van het gezin komt ook tot leven. Er zijn wel klokken maar die hebben geen tot weinig waarde. Het leven hier volgt je gevoel. Heb je honger dan eet je, ben je moe of verveeld dan slaap je.
De eerste handeling die het leeuwendeel van de lokale bevolking ’s morgens verricht is de radio aanzetten. Door het hele dorp schalt hetzelfde radiostation, MOR Legazpi 93,9 FM, overal waar je loopt hoor je ononderbroken dezelfde zoete plaatjes. Sinds onze aankomst ook al af en toe afgewisseld met kerstliedjes. Kerstmis begint vroeg hier! Wees maar blij dat wij in Zuid-Nederland en Vlaanderen nog Sinterklaas, inclusief zwarte Pieten, hebben. Die oude grijze kindervriend houdt het kerstmis tenminste nog een tijdje buiten de etalages.
Geurslierten van gebakken vis trekken tussen de bamboe getraliede ramen naar binnen. Zodra ze mijn reukorgaan bereiken beginnen mijn speekselklieren op zijn Pavloviaans speeksel af te geven. Het weer is goed, de wind komt uit de juiste richting dus is het water voor de kust van San Antonio glashelder. Het is het seizoen voor de sardines. Voor slechts 25 peso, vijftig eurocent, koop je nu op het strand een kilo verse sardines. Dat wordt straks smullen!

Helaas kunnen we niet meer kopen omdat verse sardines slecht houdbaar zijn. Ik weet niet waarom en mijn schoonfamilie moet me het antwoord schuldig blijven. Het zal wel iets met een enzym te maken hebben, misschien wel hetzelfde enzym waarom haring zo snel als mogelijk moet worden gekaakt en ingezouten. Gelukkig komt er morgenvroeg weer een verse vangst aan land.
In mijn lichaam knaagt het. Ik kan het geen honger noemen maar het is toch een irriterende gevoel. Dit gevoel heb ik al twee weken, sinds we hier zijn gearriveerd. Soms zwelt het aan tot een beginnende hoofdpijn, soms zeurt het gewoon een beetje in je buik. Een gevoel dat maar weinig mensen in Nederland kennen. Daar wordt nog een kilo bruikbaar voedsel per persoon per week in de groene container geknikkerd. Hier gaat er nog geen kilo per persoon per half jaar in de vuilnisbak! En maar klagen in Nederland.
Mijn derde kop koffie gaat vergezeld met drie boterhammen met kaas, “Oud Gouda” van de ALDI, naar binnen. Ik geniet in stilte, maak de toppen van mijn wijsvinger met mijn likkende tong nat en kleef de laatste kleine kruimels van de kaas en het brood aan mijn vingertop. Ik blijf dit herhalen totdat het bord zo schoon is dat het direct weer terug op de stapel kan. Als kind deed ik dat wanneer ik ’s morgens beschuiten met èchte boter en melkhagelslag kreeg.
Ik posteer me weer in de deuropening en denk aan de honderdduizenden, nee miljoenen arme mensen in de wereld die nu hetzelfde doen. Ze gaan zitten en kijken voor zich uit. Starend in het niets, hun netvlies registreert geen enkel beeld. Zitten en kijken tot de volgende maaltijd, een vegetatieve toestand die de geest in trance brengt en de drempel van acceptatie verhoogd.

Mamsi verschijnt trots op het toneel met haar handen vol met verse sardines! Geen plastic tasjes meer? Nee, mamsi heeft ze onderweg gekregen van een visverkoper die met zijn brommer van huis tot huis trekt tot zijn grote plastic bakken achterop de bromfiets leeg zijn. Wat geld verdient en een gratis maaltijd voor zijn gezin.

‘Gratis! Gratis!, Kijk een Jielus? Gratis!’, roept ze trots met een brede glimlach op haar gezicht die de laatste vijf tanden van haar bovengebit laat zien.

Lyka neemt de vis uit haar handen om ze direct schoon te maken. Ming, de zwangere kat, wordt verblijdt met de koppen en vinnen en niet veel later liggen de zilveren visjes broederlijk naast elkaar in de hete olie te bakken. “Pritos” noemen ze dat hier. Een heerlijke geur verspreid zich door het huis en waarschijnlijk ook door het huisje van de buren ietsjes verderop waar monden nat worden van de geur en de gedachte.

zondag 1 november 2015

Filippijnen: All Saints Day

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Zonder een paar flessen van het overheerlijke Filippijnse bier sta je om tien voor half zes naast je bed. Rillend van de kou, maar de ventilator houdt wel de muggen weg, loop ik onwennig naar het toilet. Ik ben al gewend aan mijn plaats in deze nieuwe omgeving, meer nog dan Lyka die toch wel erg gewend is geraakt aan de luxe wereld in Nederland.
Voor ons in San Antonio begint de week op zondag. Niet omdat ze hier katholiek en godvrezend zijn maar op zondag is het in Pilar marktdag. Vandaag sla ik de marktdag over omdat er volgens de tv, met een zeer slechte ontvangst, slecht weer op komst is en ik heb geen zin om in een plensbui achter op een brommer door het Filippijnse landschap te razen. Volgende week ga ik weer mee naar de markt heb ik mamsi beloofd.
Zodra mamsi met de boodschappen voor de deur staat barst er een drukte los in de kleine woonkamer van het huisje. Als wolven ruiken ze hun prooi wanneer het voedsel dichterbij komt. Mamsi verontschuldigt zich en laat zien wat ze allemaal heeft gekocht. Op het trapje voor het huis met mijn koffie in de hand hoor ik hoe ze achter mijn rug aanvallen. Eten is nog steeds de enige manier van overleven in dit derdewereldland.
Vandaag is het “all saints day”. Een plaatselijke feestdag waarbij de overledenen worden herdacht en er extra aandacht aan de graven en begraafplaatsen wordt besteed. Ik ken het van de Chinezen in Maleisië, in een ver verleden heb ik ook wel eens bij een open graf  een middag zitten picknicken met een koel biertje in de hand terwijl de gezinsleden de beenderen van hun ouders afstoften en weer netjes op een stapel in het graf teruglegden. Dat waren van die Chinese grafheuvels met een poort richting de zon.
Mamsi, Lyka, JJ en het vette monster gaan vandaag naar de begraafplaats terwijl ik het fort bewaak. Het is voor me een vreemde ervaring dat er altijd iemand in huis moet zijn omdat er anders een kans aanwezig is dat er iemand anders komt kijken of hij niets uit je huis kan gebruiken. Van deze godvrezende katholieken zou je het toch anders verwachten? Op zondag in de kerk kijkt Jezus met zijn doornenkroon vanaf het kruis op je neer. En dan zit jij daar schijnheilig te doen? Deze twee zaken rijmen niet.
Nog voor de middag, ik denk in verband met het slechte weer, besluit mamsi om toch maar niet te gaan. Ook ik blijf bij mijn standpunt zodat alleen Lyka en het monster overblijven om het graf van haar vader, die ik jammer genoeg nooit heb mogen ontmoeten, te bezoeken. Bloemen zijn gekocht en de beste kleren voor de dag gehaald. Het is tenslotte een feest.
Tijdens de laatste voorbereidingen van de meiden vang ik het woord “party” op en vraag aan Lyka wat ze daarmee bedoelen. Mijn verbazing wordt alleen maar groter wanneer ze me uitlegt dat er op het kerkhof tenten staan en dat er soort “Halloween Party” wordt gehouden. Eten, drinken en veel muziek. Ik waag een poging om het tot me te laten doordringen maar ik kan me maar moeilijk inleven in deze vreemde wereld.

Daar vertrekken de twee in een tricycle, op zijn best gekleed en in een goede stemming. Ik schud nog maar eens mijn hoofd. Het is haast vijf maanden geleden dat mijn moeder naar een betere wereld is vertrokken maar ik kan met al mijn inbeeldingsvermogen niet bij dat ik naast haar graf, mocht dat er zijn want ze is gecremeerd, een klein feestje zou vieren. Nu niet en in de toekomst niet. Ik denk dat het een van die oude gebruiken van de oorspronkelijke natuurgodsdienst is die de heilige Rooms-Katholieke kerk niet heeft kunnen uitbannen.
Copyright/Disclaimer