zaterdag 7 november 2015

Filippijnen: Een haar in de boter

San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)

Na het zeer vroege lawaai van de voorbij denderende vrachtwagens om sardines op te halen voor de visindustrie in Manila wordt ik voor de tweede keer gewekt door een hoge snerpende stem. Gedesoriënteerd en lichtjes verdwaald wordt ik wakker in de nog schemerige slaapkamer. Lyka slaapt ondertussen als een roosje door al dit lawaai heen.
Is het een programma op tv? Vraag ik me af. Nee, door de bamboetralies kijk ik de kleine buurvrouw recht in de ogen. Mijn verschijning verhoogd het volume van haar monoloog met zeker 15%. Een monoloog waar een overtuiging en een kracht van uitstraald waar zelfs Adolf Hitler hoogstpersoonlijk stil van zou zijn geworden. Ik versta er in ieder geval geen woord van en ik heb geen idee waar haar verhaal over gaat. Het enige woord dat regelmatig voorbij komt en ik begrijp is “Marita”, de voornaam van de moeder van Lyka.
Terwijl steeds meer delen van mijn lichaam wakker worden groeit mijn verbazing des te meer. Gisteren was deze aardige kleine vrouw nog op het erf bij ons te gast en nu staat ze aan de andere kant, door de tralies heen, van de bamboe afscheiding als een dictator te oreren? Wat is hier in hemelsnaam aan de hand?
Enkele minuten later rijst mijn schoonmoeder van haar matras en geeft haar enig weerwoord. Vanzelfsprekend in een taal die ik niet maar de buurvrouw wel kan verstaan. Ik heb geen flauw idee of het Tagalog òf Bicol, het plaatselijke dialect, is. De intensiteit van de discussie geeft wel aan dat het een niet te verwaarlozen onderwerp is.
Nu ook Lyka is opgestaan lijkt mijn vrouw het leidend onderwerp van de discussie te worden terwijl de kleine buurvrouw zich terugtrekt in haar huis. Alsof de geest van de kleine buurvrouw is overgegaan in het lichaam van de moeder van Lyka moet nu mijn vrouw het ontgelden. Ik kijk haar hoogst verbaasd aan en waartoe dit leid. Ik krijg nu ook nog het gevoel dat ik niet eens wordt opgemerkt, dat ik niet besta en dat ik hier niet ben. Waar gaat dit toch over, speelt er door mijn hoofd.
Een magere vrouw, die vorige week boterhammen met pindakaas kwam eten, verschijnt ook op het toneel. Het is familie van de overleden man van mamsi. Ik heb geen idee of die wat met de discussie te maken heeft maar ze heeft twee jonge kinderen bij zich om haar zaak wat kracht bij te zetten. De kinderen nemen mijn hand en brengen die naar hun voorhoofd alsof ik een kardinaal ben. Gevolgd door een gefluisterd “Bless”. De woorden vliegen nu in een driehoek rond. Mijn verbazing wordt alleen maar groter. Ik heb nog steeds geen idee wat hier aan de hand is. Enkele minuten later vertrekt de magere vrouw, vergezeld van haar kinderen, met een plastic tasje in de hand. In dat plastic tasje meen ik een kom met ongekookte rijst te herkennen.
‘Thank you!’, zegt ze zachtjes terwijl ze mij op de drempel, met een kop koffie binnen handbereik en mijn Kobo ereader in de hand, passeerd. De twee kinderen zwaaien me verlegen tot ziens.
Ik denk dat er bij de magere vrouw geen eten meer in huis is en dan zijn we haast wel verplicht om die twee jonge mondjes te vullen. Waarschijnlijk heeft de vader zijn dagloon verspeelt met kaarten en/of opgezopen. Wat dat betreft lopen ze hier nog honderd jaar achter, of beter gezegd hier gaat het al honderd jaar zo. Maar de solidariteit tussen de vrouwen is groot. Hoe slecht ze het hier ook hebben ze helpen elkaar onvoorwaardelijk omdat dat de enige garantie is om te overleven.
De dikke is ook op het toneel verschenen en zoekt stilletjes met onze iPad een plekje op een stoel in de hoek van de kamer. Het gesprek verhevigd zich opnieuw en nu komen er ook tranen van Lyka aan te pas. Ze kijkt ombeurten naar haar moeder en naar mij. Ik heb geen idee wat ze van me verwacht. Bijval en steun? Of ben ik het leidend voorwerp hoewel ik mijn naam nog niet heb horen vallen. Mijn onzekerheid wordt door Lyka en mamsi opgemerkt maar niet weggenomen.
Het onaangename gevoel van ongewenst zijn glijd als een zware natte deken over me heen. Moeten we vertrekken? Zijn we teveel van het goede voor mamsi? Of is die dikke overbodig? Of gaat het weer over geld? Ik weet het gewoon niet en wanneer ook mamsi huilend naar de slaapkamer vertrekt ben ik helemaal van slag. Mijn enige mogelijkheid om uit te vinden wat er aan de hand is is in het Nederlands een gesprek met Lyka aan te knopen. Het wapen van een gemeenschappelijke taal kunnen wij ook gebruiken.
‘Waar gaat dit over?, vraag ik zachtjes terwijl ik een traan bij haar wegpik.
‘Niets!’, is haar korte antwoord terwijl ze haar hoofd wegdraait.
De kemphanen zijn uit elkaar en de rust in mamsi homstay is wedergekeerd. Beiden zoeken ze hun bed op waar ze zachtjes gaan liggen huilen. Ik heb niets van een oplossing of een compromis kunnen bespeuren dus laat ik het maar voor wat het is. Misschien hoor ik later wel waar het over gaat.
Een uur of drie later komen Lyka en mamsi weer uit de slaapkamers tevoorschijn en alles is vergeven en vergeten, òf bijgelegd. Ik heb nog steeds geen idee waar het over ging en ik heb ook niet de hoop dat ik ooit te weten kom waar het over ging. Laten we het maar rusten? Het zijn zo van die zaken die je in een vreemde cultuur tegen kan komen. Tijdens de lunch is er gelukkig helemaal niets meer van het voorval te merken en voel ik me ook een stuk beter omdat er ook weer tegen mij wordt gelachen.

Copyright/Disclaimer