San Antonio (Mamsi Homestay (Front Room)
Bijna vijf weken heb ik doorgebracht in het kleine geboortedorp van Lyka. Hoewel ik er eerst tegenop keek is het me toch meegevallen. De eerste weken waren nieuw en we hadden het een en ander te doen. Of beter, van het een kwam het ander. Nadat alle werkzaamheden waren uitgevoerd werd het ook snel weer gewoon. Een harde vloer in de woonkamer voelt als normaal terwijl het hier niet is!
Toen kwam de verwachte rust. De zon is de wekker. Hanen beginnen de kraaien en bij het eerste zonlicht vallen de zachte stralen in onze slaapkamer. Door het ontbreken van ramen en gordijnen is er niets dat ze buiten kan houden. Kwart voor zes zit ik met mijn eerste kop koffie op het trapje voor het huis. Kwart voor zes? Dat zou me in Nederland niet lukken. Teletekst, een tweede kop koffie en dan begint het wachten.
Ontbijt, lunch en diner zijn de enige ijkpunten in de elastieke uittrekbare tijd van het platteland in de tropen. Mijn Kobo ereader is zijn gewicht in goud waard. Twaalf boeken zijn gelezen en vele albums uit de “Top 100 albums van de jaren ’60” zijn geluisterd. Buiten gebeurt er niets, uren niets. Binnen draait de ventilator om enige verkoeling te verschaffen. Lezen en luisteren gaan goed samen. Deze twee wissel ik af met het kijken van een aflevering van “The Shield” of “The X files”.
Verder niets. Ik sluit mijn ogen en denk na, over niets, er is niets. En na enkele weken begint dat denken aan niets aangenaam te worden. Het voelt als mediteren. Is dit het vakantiegevoel dat miljoenen mensen hebben wanneer ze als zombies zij aan zij op de hete zandstranden in de zon liggen?
Op een van deze ochtenden stopt om kwart voor negen de levering van de elektriciteit. Alle ogen in huis zijn gericht op de verkoelende ventilator die langzaam tot stilstand komt. Wachten, nog even wachten, en wanneer het duidelijk wordt dat de ventilator niet meer tot leven komt neemt de rust weer over.
Mijn laptop blijft “Harvest” van Neil Young spelen. De opgeslagen energie in mijn batterij voedt nu het enige geluid dat de stilte in het dorp doorbreekt. De mensen om me heen zoeken een plaatsje op om te gaan slapen. Met het stoppen van de elektriciteit stopt ook het leven, slapen kun je ook zonder elektriciteit. Een eenzame brommer in de verte doorbreekt de deken van stilte.
Een uur later is het nog doodstil in het dorp en in huis ligt iedereen behalve ik te slapen. Totdat mijn oogleden ook te zwaar worden om nog een pagina verder te lezen. Ik plaats een hoofdkussen op mijn borst en sluit mijn ogen. Even weg uit deze rust. Ik luister naar het tikken van de regen op het stalen dak. Hier is de aarde ook gestopt met draaien.
De ventilator begint een verkoelende wind te blazen en in het huis tegenover ons slaat Frank Sinatra weer aan. Ik kan het gedreun van de bas in mijn buik voelen. Een blik op mijn horloge verteld me dat de elektriciteit vier en een half uur afwezig is geweest. Dat kan hier gewoon. Dat zou in Nederland ondenkbaar zijn omdat iedereen haast heeft. Haast om oud te worden en zeker niets te missen.
De afgelopen week heb ik haast de hele dag in mijn zijden onderbroek doorgebracht. Ik heb het hofje van het huis niet verlaten. Met muziek, boeken en klassieke films kom ik de dag wel door. De simpele dagelijkse maaltijden zijn vermindert tot het hoogst nodige. De vers gevangen sardines zijn nu gratis en komen haast elke dag op tafel. Decadente kilo’s lichaamsvet zijn verdwenen. Drie potjes Olvarit babyvoeding zouden nu ruim voldoende voor me zijn. De enige luxe die ik me nog veroorloof zijn de drie flesjes bier per dag. Die verruimen de geest voor het slapen gaan.
Ik denk na over de toekomst. Wat wil ik verder met mijn leven? Maar een ding is zeker, ik geniet van mijn rust in dit verre arme land.