woensdag 25 december 2013

Thailand: Op kerstdag door een oorlogsgebied

Nahkon Si Thammarat (Md Grand (203)

Het was vandaag zeker niet de mooiste rit van mijn hele tour maar wel de vreemdste! Om zes uur sta ik op, vijf uur in Thailand, een vroeg begin. Ik schrijf binnen een uur het verhaal van gisteren, corrigeer het verhaal van eergisteren en pak mijn spullen, die nu beginnen te kleven en aan een goede wasbeurt toe zijn. Nog een week dan kan het inclusief de voorwas en lang weken weer in de wasmachine.
Beneden aangekomen ligt de andere zoon van de gepensioneerde leeraar engels al op het oude en versleten strandbed en leest de krant. Hij knikt en zonder een woord te zeggen staat hij op en verdwijnt in de keuken. Hij is zichtbaar niet zo blij dat ik hem stoor bij de voor hem belangrijkste bezigheid van de dag. De hangsloten gaan open en ik kan mijn motor bepakken. Tien overhalf zeven, Thaise tijd, verlaat ik voor de laatste keer de “Ideal Traveller’s House”. Ik weet het zeker dat ik hier nooit meer terug kom!
Ik kijk voor de laatste keer om en zie alleen de benen van de jongen. Wat hebben die toch een moeilijk leven! Zouden de lakens nog gewassen worden voordat de volgende gast komt? Ik denk het niet! Ik denk ook dat het niet nodig is want een snelle blik in het gastenboek, terwijl ik op de slome zoon stond te wachten, leerde me dat er in december slechts zes gasten hebben ingeboekt waarvan een zelfs twee nachten in deze dodenstad is gebleven. De conservatieve moslimpartij is hier zo sterk dat er zelfs geen bioscoop is!
Dus voordat we die conservatieve moslims, christenen, joden of splintergroeperingen enige macht geven moeten we daar maar eens goed over nadenken! Zoals een boycot door de gereformeerden van de koopzondag in Zaltbommel. Huis aan huis pamfletten die de leer van god komen brengen. Misselijk makend! Niet het beleven van een godsdienst, dat is voor iedereen een persoonlijke keuze, maar het opdringen van hun vreemde ideeën en levenswijzen.
In het uur dat ik nodig heb om aan de grens met Thailand te komen vormt er zich een plan in mijn hoofd om om te rijden en in Narathiwat ook bij het “Narathiwat Hotel” te gaan kijken. Een andere klassieker waar we in het begin vaker kwamen en waar ik warme herinneringen aan heb.
Aan de grens gaat het sneller dan verwacht. Maar ook is er een probleem! Ik loop ondoordacht naar binnen om een “arrival card” te halen en ik kan er niet meer uit. De automatische deuren gaan alleen vanaf de buitenkant open. Mijn motor met mijn hele hebben en houden erop staat aan de andere kant van het glas. Zonder een moment te twijfelen loop ik langs de lange rij Filipijnse moslims in witte gewaden en zoek een uitgang naar buiten. Niemand zegt een woord en opgelucht vul ik mijn arrival card op mijn rugzak in. Ook op de terugweg is er bij de immigratie of douane geen enkel probleem met de motor. Misschien moet ik de volgende keer ook maar eens in Laos en Cambodja gaan kijken!
En dan ben ik weer terug in Thailand! Bij de eerste de beste 7-11 eet ik twee tosti’s als ontbijt en ze smaken me beter dan de broodjes van de gouden bogen. Na vijf dagen ben ik ze alweer zat. Ik vul mijn fles met heet water voor de thee en ik ben klaar voor de volgende etappe. Mijn gps doet een beetje vreemd! Hij wil de route niet berekenen dus moet ik het eerste stuk op mijn gevoel rijden.
De eerste indrukken zijn vreemd! Overal soldaten tot op de tanden toe gewapend en een bevolking al dan niet moslim die zich onafgebroken door militaire check-points slalomt. Ze kijken me veelal verbaasd aan waarna er veel een duim opsteken als teken dat ze blij zijn dat ik er ben. Ze waarderen dat ik niet ben afgeschrikt door alle bommen en doden die er al zijn gevallen in de onzinnige strijd in het zuiden van Thailand.
Narathiwat, staat er op een van de borden en ik volg de richtingen zo goed als mogelijk en voel me nu toch ook wat ongemakkelijk door de vele politie en leger check-points. Prikkeldraad en M-16’s in de handen van in marineblauwe of camouflagepakken gestoken mannen. Starre gezichten die veranderen in een glimlach wanneer ze die vreemde Hollander op zijn motor voorbij zien komen.
Er woed hier een oorlog! Er zijn in de afgelopen jaren bijna tienduizend mensen omgekomen terwijl niemand echt weet waarom er een oorlog is. Het gaat om geld, macht òf om het geloof. Maar de meningen lopen uiteen. Na de vijftig kilometer van Sungai Kolok naar Narathiwat ben ik haast gewend aan de vele militairen. Ik probeer het maar te vergeten en kijk niet verder dan mijn neus lang is. Later zal het wel wat minder worden.

Het “Narathiwat Hotel” ligt er nog precies zo bij zoals ik het de laatste keer heb verlaten. De tijd heeft hier stilgestaan en ik sta enkele seconden naar de gevel te kijken terwijl de herinneringen weer boven komen. Twee halve witte broodjes werden er afgeleverd bij de plaatselijke supermarkt tien jaar geleden. Wij stonden dan te wachten om te voorkomen dat iemand ons voor was en wij enkele dagen zonder brood zaten. We telden de sneetjes  brood af alsof ze op de bon waren. En dat waren ze op een andere manier ook.
De oude Amerikaanse marinier die de kamer tegenover bewoonde. Elke middag kwam een motortaxi zijn boodschappen brengen en stilde zijn lusten. Tenminste, daar leek het op wanneer de motortaxi een half uur later weer de kamer van de marinier verliet.
De vriendelijke prostituees op de begane grond. Er is ons wel eens verteld dat dit bordeel al van voor de tweede oorlog functioneerde en dat de Japanse officieren hier kind aan huis waren in ruil voor speciale gunsten.
Levende geschiedenis! Gelukkig mag ik zonder problemen nog wat foto’s maken. Voor een paar momenten waar ik me weer ruim tien jaar terug in Narathiwat, samen met Kris. Instant noedels en brood met haring in tomatensaus. Dikke science-fiction boeken, vergezeld met en grote fles Heineken, op de smalle veranda aan de rivierkant. Ook de prijs is niet veel veranderd in al die jaren, voor € 4,50 kan je hier nog een nachtje slapen terwijl de meisjes een verdieping lager hun veelal Maleisische klanten verwennen.

Op weg naar Pattani worden de check-points steeds talrijker. Pattani schijnt het centrum van het verzet te zijn. Bij elk check-point hangen er grote posters met foto’s van de gezochte terroristen, en de prijs die op hun hoofdstaat. Toch zie ik dat het gewone leven rustig doorgaat en dat het de burgers op het eerste gezicht weinig raakt. Maar toch, door het gebrek aan toeristen lopen ze in de geplaagde gebieden veel geld mis. Het mag dan wel niet het mooiste gedeelte van Thailand zijn maar er waren veel toeristen die anders met de bus naar het zuiden zouden reizen. Nu nemen die reizigers het vliegtuig naar Penang en gaan vandaar met de bus verder. De hele toeristenindustrie in het zuiden van Thailand en het noorden van Maleisië is eigenlijk gegijzeld.

En dan gaat het een beetje anders dan ik had verwacht! Ik rijdt kilometer na kilometer over een rechte weg langs het strand. En dat schiet flink op! Mijn schema schuift als een harmonica in elkaar en ik besluit om maar gewoon door te rijden om te kijken wanneer ik er genoeg van heb. Wanneer ik een zijspan met pech zie twijfel ik geen moment en stop om te zien of ik ze kan helpen. De moslim man en vrouw, hij met een wit kanten hoedje en zij met een hoofddoek, weten eerst niet goed wat ze met me aan moeten.
In mijn zadeltas heb ik een sleepkabel die speciaal voor een motor is. Dat ding heb ik een paar jaar geleden van Kevin Wilshaw gekregen en ik sleep die kabel al drie jaar mee. Zelf heb ik de sleepkabel gelukkig nog nooit nodig gehad. Ik maak de haak aan de achterkant van mijn motor vast en geef het handvat aan de man.
Met gebaren, zonder een woord te zeggen, leg ik uit wat ik van hem en haar verwacht. Ze knikken beide als teken dat ze me hebben begrepen. Het moet een schitterend gezicht zijn geweest! Die blanke op de Honda Phantom voorop die twee moslims op een zijspan een paar kilometer naar het dorp sleept. Onderweg zien we alle hoofden naar ons omdraaien en goedkeurend knikken. Je bent toch op de wereld om elkaar te helpen niet waar?
Een paar kilometer later toetert de vrouw als teken dat ze er zijn. De man slingert het handvat aan de kant en terwijl ik afrem om de sleepkabel weer op te bergen komt de zijspan met het zwaaiende koppel voorbij.
‘Thank you, thank you!’, roepen ze in koor terwijl ze naar me zwaaien.

Op een plaats stopt de weg gewoon omdat de zee het asfalt heeft verzwolgen! De optelsom van lange rechte stukken en drukke snelwegen is dat ik veel meer kilometers maak dan gepland.

Nu ik toch ook door Songkla kom wil ik kijken of dat guesthouse waar ik jaren geleden heb geslapen nog bestaat. En ja hoor! Ik rij er zo naar toe en ze zijn het weer aan het opknappen zodat het weer jaren mee kan. Met de eigenaar maak ik een praatje en hij is blij verrast dat ik meer dan tien jaar geleden een gast van hem was. Het was tijdens de regentijd! Zelf herinner ik me de wandelingen rond het schiereiland en de pizza met koude flessen Chang die de pizza bezorger voor me meebracht zodat ik de deur niet uit hoefde in de regen.

Met het veerpont ga ik naar de overkont en vervolg mijn weg naar het noorden. Ik heb tijd genoeg om na te denken en ik voer hele gesprekken met mezelf, hardop onder het rijden. Wanneer ik dat in Nederland zou doen dan werd ik zeker opgesloten. Met een laatste blik op mijn horloge beslis ik om door te rijden naar Nahkon Si Thammarat. Het is een streng schema maar het zou moeten lukken.

Mijn stop bij een motorzaak, om de olie bij te vullen en de ketting te spannen, neemt meer tijd in beslag dan ik had verwacht. Daardoor kom ik tegen de schemer aan in het centrum van Nahkon Si Thammarat, en dan begint het ook nog te miezeren. De druppels belemmeren het zicht op mijn transparant zonnebril. Ik moet goed op het drukke verkeer letten en tegelijkertijd een hotel zien te lokaliseren. Ik kan maar geen hotel vinden en wanneer ik er eenmaal een heb gevonden loopt het niet zo lekker.
Bij het eerste hotel waar ik stop gaat het er een beetje vreemd aan toe. Ik mag de kamer pas zien wanneer ik de 600 baht betaal. Maar wat gebeurt er dan wanneer de kamer me niet bevalt?
Wanneer de receptioniste me niet in het engels kan helpen is het hotel plotseling: ‘FULL’.
Ik kijk haar verbaasd aan en zie een prima voorbeeld van het Thaise “lose face”. En dan zit er niets anders op dan maar weer terug te rijden naar de bungalows die ik eerder heb gezien. Een hotel, een klein stukje verderop heeft meer sterren dan ik kan òf wil betalen dus rijd ik zonder de prijs te vragen maar door.
Gelijk om de hoek zie ik een verlicht reclamebord in de onbegrijpelijke Thaise symbolen maar het email adres bevat hotel. Meteen links af en na honderd meter sta ik voor een nieuw hotel. Het ruikt ook nog nieuw en het personeel voelde zichzelf ook nog wat onwennig. De prijs is een promotie wegens de opening. Voor die 750 baht (€ 16,75) wil ik het wel proberen!

Als de deur van mijn hotelkamer openzwaait weet ik het al! Baden in luxe na de nacht in het hol! Wanneer ik de twee bij elkaar optel kom ik op gemiddeld € 11,75 per nacht, en voor die prijs wil ik me wel een avond en een nachtje baden in luxe en gebruik maken van het snelle internet!

Het eten om de hoek, bij een straatrestaurant, ziet er prima uit en er zit voldoende klandizie om te weten dat het eten ook goed is. Een kip massaman en een gebakken visje in een pittige zoetzure saus is mijn kerstmaal. Met water! Ik heb geen trek in bier want dan voel ik me alleen maar eenzamer. Nog maar veertien dagen en dan kan ik eindelijk mijn vrouw weer in mijn armen sluiten.

Pattaya - Bang Tabun Ok - Ban Khut - Ranong - Krabi - Satun - Taiping - Malacca - Ipoh - Kota Bharu - Nahkon Si Thammarat - 3.313 + 505 = 3.818 Km

Copyright/Disclaimer