maandag 22 oktober 2007

Maleisië, de Thean Hou Tempel en een lange wandeling

Kuala Lumpur, 22/10/2007

De race was een thriller die niemand had kunnen bedenken. Het was niet mijn favoriet die won maar ik kon er wel vrede mee hebben. Om half negen liep de wekker af en toen ik de gordijnen opentrok kon ik niet blij zijn met wat ik zag. Het regende pijpenstelen. Ik speelde met het idee om vandaag al naar Melaka te vertrekken, maar in de verte leek het al een beetje op te klaren dus bleef ik nog maar een uurtje langer liggen.
Het weer was opgeklaard en ik had nog voldoende tijd om bij de McDonalds te ontbijten. Twee broodjes ei en een beker koffie. De jongens hadden niet gebeld dus ging ik er maar van uit dat ze zelf de weg hadden gevonden. En wie stappen er naar binnen net als ik op weg naar buiten ben? De jongens, ze waren ook langer blijven liggen en zouden nu de “Menara KL” gaan bezoeken.
Ik raapte mijn spullen bij elkaar in de kamer en probeerde wat van het in mijn lichaam zijnde vergif in het toilet achter te laten. Een klein beetje bleef achter en dat is altijd nog beter dan niets. Ik had mijn huiswerk goed gedaan en nog één keer keek ik naar de kaart waar ik de “Thean Hou Tempel” kon vinden. Ik zou met de Monorail naar het “Tun Sambathan Monorail Station” gaan en van daar ging het verder te voet. Ik voelde mij goed en wist zeker dat dit een interessante dag zou gaan worden. Kleine dingen irriteerden mij nog wel zoals de luide muziek in de monorail en de mensen op het perron die tegen de stroom uitstappende passagiers naar binnen probeerden te komen. Rustig aan jongen, rustig aan.
Eenmaal uitgestapt wierp ik een korte blik in de rondte en ik wist precies in welke richting we zouden gaan. Een voetgangersbrug over en ik stond aan de juiste kant van de autosnelweg die dwars door Kuala Lumpur heen loopt. Ik zweette als een otter en mijn fles 100+ was sneller leeg dan verwacht, om eerlijk te zijn nam ik de laatste slok net voordat ik het tempelterrein opstapte. Een echt nieuwe verschijning was het niet maar de tempel was wel indrukwekkend groot.
Buiten bevond zich natuurlijk een klein park met daarin alle dieren van de Chinese dierenriem met de bijbehorende karaktertrekken en deugden. Chinezen laten zich eigenlijk nooit uit over de negatieve kant van iets, heeft dit met het Yin en Yang te maken? Het varken, mijn teken, stond er gezond bij en met de bijbehorende karaktertrekken kon ik ook wel leven ook al waren er kleine afwijkingen.
Eenmaal binnen schrok ik van de enorme ruimte onder de eigenlijke tempel. Een enorme zaal die werd gebruikt voor bruiloften en begrafenissen van de zeer vermogende Chinezen van Kuala Lumpur en omstreken. Een smalle slingerende trap bracht mij naar de derde verdieping, ik heb geen idee wat er op de tweede verdieping is, en plotseling stond ik op een plein voor de grote hal. De geur van wierrook kwam je tegemoet en het zingen van monniken klonk uit grote luidsprekerboxen. Het was een kort maar indrukwekkend bezoek. De vijver aan de achterkant kwam nog als een verrassend toetje. Vol met echte levende grote waterschildpadden die op een afstand van plastic leken. Het moet hier een goed leven voor ze zijn.
Nu werd het tijd om de terugweg aan te gaan. Ik voelde me goed maar ik wilde mij niet forceren. Een andere brug over de snelweg lag een stukje verderop en zo stapte ik een wijk binnen die de “Brickfields” heet. Nu kon ik mij herinneren dat ik in de Lonely Planet had gelezen over een andere Chinese tempel in deze wijk. Ik keek en vroeg een beetje rond maar de tempel was of onbekend of ze spraken er liever niet over. De wijk was bezaaid met Indiase winkeltjes en eethuisjes. De geur van kruiden en specerijen vermengt met wierrook en mierzoete parfums hing in de lucht.
Het stukje van de “Sentral Stesen” naar “Pasar Seni” deed ik met de Putra Metro, het is nu eenmaal een bijna onmogelijk stuk om te lopen, snelwegen oversteken en dergelijke. Vanaf “Pasar Seni” liep ik langs de rivier en stak daarna bij “Masjid Jamek” “Little India” in. Bekend terrein voor mij. Met een wijde boog kwam ik zo bij de “Suria KLCC” waar ik de lunch gebruikte en daarna vond ik het welletjes. Ik ging naar mijn kamer om te rusten en na te denken over wat ik op mijn laatste avond in Kuala Lumpur zou gaan doen.
Dat zou dus niet veel zijn! Voor een laatste keer eten in het KLCC en vroeg naar bed. Zoals ik al eerder opmerkte, “ik voel me weer goed maar ik moet me niet forceren”.
Morgen op weg naar Melaka.

Copyright/Disclaimer