Surat Thani (Grand Thara Hotel) 443), zaterdag 22 februari 2020
Het is alweer een tijdje geleden dat we hotel inclusief ontbijt hadden. Persoonlijk vind ik tien à vijftien euro voor twee personen een beetje teveel voor een ontbijt waarvan je bij voorbaat niet weet wat je geserveerd krijgt. Het kan zo maar rijstsoep zijn of gebakken noedels! Dan hebben wij liever een of twee tosti’s van drie kwartjes per stuk.
Maar in het “B2 Nakhon Si Thammarat Premier Hotel” is het ontbijt in een woord fantastisch! We werken het met smaak naar binnen en zijn pas om half negen klaar om te vertrekken. We moeten vandaag noodzakelijke kilometers maken door een van de minst interessante gebieden van Thailand. In deze uithoek is er niets tot weinig! Er is een klein stukje toeristengebied in het uiterste noorden en de veerpont naar Koh Samui, maar daar blijft het ook bij.
We rijden en rijden totdat we bij een zelfgebouwde marktstal een bakje “Som Oh”, een grotere en zoetere variant van de grapefruit, gaan kopen. Geheel uit het niets stopt voor ons een pick-up truck op weg naar het slachthuis! Achttien varkens in kleine kooien.
Welkom in Thailand! Ik moet lachen wanneer ik moet denken aan de partij voor de dieren, die hebben hier in Thailand nog voldoende te repareren in de samenleving. En laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: Nee, dit doet mij helemaal niets en ik denk hier ook niet aan wanneer ik vanmiddag aan mijn Thaise bordje met gebakken varkensvlees zit. Er zijn wel belangrijkere zaken die uit de samenleving verbannen dienen te worden!
Wanneer we dan eindelijk toch een bord zien dat er na vier en halve kilometer een bezienswaardigheid is gaan we voor een stukje van de afschuwelijke snelweg af. Eenmaal aangekomen bij de bezienswaardigheid blijkt er niets te zien, erger nog, het hek is gesloten en er is ook geen levende ziel te zien! Er staan enkele vervallen gebouwen die slecht in de verf staan. De hoogtijdagen zijn hier al lang voorbij! Dan maar weer verder.
Ergens in de buurt van Khanom houden we een pauze bij een van de benzinestations langs de weg. Een cupcake en een bakkie koffie gaan goed samen. Het blijkt een dure pauze te zijn geweest! De lucht gaat van muisgrijs naar bijna zwart binnen tien minuten en even laten slaan er dikke regendruppels tegen mijn gezicht. Bij het eerste beschikbare afdakje rijden we onszelf in veiligheid tegen het vallende water. Een verbaasde vrouw komt op het geluid van de motor af en in mijn kolen Thais leg ik uit dat we schuilen tegen de regen. Het is goed! We wisselen glimlachen uit en de vrouw verdwijnt weer in de deuropening vanwaar ze is opgedoken.
Voor ons de lol er af en we rijden door wisselende buien in een ruk naar Surat Thani. Zodra we bij het “Grand Thara Hotel” binnen lopen ben ik verliefd. Een oud en verlopen Chinees hotel met alleen kamers die twee eenpersoonsbedden hebben. Het kost wel 500 baht per nacht maar dan heb je ook wat! Het uitzicht ik zeker een van de mooiste van deze reis. De “Surat Thani City Pillar Shrine” ligt recht onder ons raam en ik kan niet wachten tot vanavond de lichtjes aan gaan!
Eerst eten! Dat is wel duidelijk. Gebakken rijst en een soort groentesoep dien ik per ongeluk verkeerd heb besteld. Normaal gesproken komt die groentesoep, het is meer een dikke saus, met noedels eronder. Gelukkig smaakt het er niet minder om! En dan is het al half drie en slaat de vermoeidheid toe. Het rijden op drukke snelwegen in de regen heeft me veel energie gekost. Vergeet niet dat er in Thailand elke dag vijftig verkeersdeelnemers niet meer thuis komen. Het is een van de meest dodelijke landen op de lijst van verkeersdoden! Voorzichtigheid is dus geboden en op slaap wordt er niet bezuinigd!
De uitgestelde pizza van Yala komt op deze zaterdag op het menu! Twee medium pizza’s voor 369 baht (€ 11,-). Een koopje want wat er overblijft is ons ontbijt morgenvroeg. De koelkast is gevuld en een volgende aflevering van Gomorrah op mijn MacBook. Ook kijk ik nog even naar de weersverwachting en het lijkt er nu toch echt op dat we de regen zijn ontvlucht.
De “Surat Thani City Pillar Shrine” verwisseld elke tien seconden van kleur en om eerlijk te zijn vind ik het witte licht toch het mooist. Helaas heeft dat niet lang gebrand. We liggen al vroeg onder de wol en dromen over wat ons morgen weer te wachten staat. We gaan nu weer naar het noorden en Bangkok komt heel snel dichterbij.