Narathiwat (Imperial Narathiwat Hotel) 317), zondag 16 februari 2020
Nu we Songkhla eindelijk achter ons laten gaan we richting onze laatste halte om te stempelen. Nog rie nachten in Narathiwat en we weten of we van het visumprobleem verlost zijn. We zijn blij dat we uit het “Ruan Panya Mansion” weg kunnen. Het is een van de weinige slaapplaatsen die we nu kunnen aanbevelen. Gelukkig zien we niemand meer voor ons vertrek want ik voel me een beetje ongemakkelijk en ik heb zelfs een beetje medelijden met het kleine vrouwtje dat aan haar lot word overgelaten. Tosti’s aan de overkant van de snelweg en dan weer naar het oosten. U leest het goed! Vandaag rijden we hoofdzakelijk naar het oosten.
Bij het tanken brengt de pompbediende het roerige zuiden ter sprake: ‘Bent u niet bang om naar het zuiden te gaan?’ Ik schud mijn hoofd en hoop dat Lyka niets over de problemen heeft gehoord. Het blijft stil achterop dus voor nu lijkt alles in orde.
Enkele kilometers later passeren we de eerste controleposten. Nu is het niet zo dat elk voertuig minutieus wordt onderzocht maar het is toch intimiderend om elke drie à vier kilometer zo’n post in een slakkengang te passeren.
Zodra we de lelijke snelweg 408 achter ons hebben gelaten is het tijd voor een pauze. Ik heb het al vaak verteld en ik vertel het jullie nog een keer. Het gebied tussen Songkhla en Narathiwat is een van de mooiste kusten van Thailand. Alleen de afstand tot Bangkok en de problemen met de moslims zorgen ervoor dat dit paradijs nooit zal worden ontwikkeld! En dat is jammer omdat met een goede plannen hier een enorm potentieel ligt om de arme plaatselijke bevolking een beter leven te geven.
Meer controleposten en meer mooie vergezichten over de blauwe zee van de Golf van Thailand en verlaten witte zandstranden. De uren verstrijken terwijl de wielen kilometer na kilometer over het asfalt rollen. Dit is het ultieme motorrijden. Slingerende stille wegen door groene boomgaarden van kokospalmen en rubberbomen afgewisseld met slaperige dorpjes zonder een levende ziel op straat.
En elke keer weer afremmen voor een onverwachte controlepost en een pauze met een hapje en een drankje naast een verlaten strand. Er is ook voldoende tijd om na te denken over het vervolg van deze reis!
Tijdens het passeren van de zoveelste moskee rijst er een vraag in mij op: Waarom zijn er zoveel moskeeën? Ik hou me liever niet bezig met religie en politiek, dat is alleen maar zware ballast voor een reiziger! Religie en politiek kunnen je alleen maar in de problemen brengen wanneer de lokale bevolking je vraagt een zijde te kiezen in een conflict waar jij helemaal nets mee te maken hebt.
In een van die door religie uit elkaar gescheurde dorpen houden we pauze bij een Boeddhistische tempel. Moskeeën lijken ons niet erg uitnodigend. Die brandende ogen onder die witte gehaakte en zwarte harige hoofddeksels zijn intimiderend! In de tempel staan verschillende militaire voertuigen geparkeerd en ook de rollen scheermesjesdraad zijn overal aanwezig. Ook hier krijgen we een onheilspellend gevoel. Snel opdrinken en verder!
Ik schrik een beetje van het geestenhuis op het terrein. Hier zijn vuurwapens en andere militaire attributen aangebracht voor de bescherming van de geesten van de gesneuvelde militairen en politiemensen. Nu komt de haat en het gevaar van de moslim opstand in het diepe zuiden van Thailand toch wel heel dichtbij. Een hoop zand is ingewijd en moet zorgen voor de bescherming van het nog te bouwen tempelgebouw. Er staan nog wat andere religieuze attributen op het tempelterrein opgesteld maar het lijkt er niet op dat die vaak het tempelterrein verlaten. De godsdienst van de liefde? Ieder mag er het zijne van denken!
Wanneer onze magen beginnen te knorren stoppen we bij een benzinestation voor wat snacks. Maar wat blijkt? Er is ook een halal foodcourt met een redelijk assortiment aan Maleisische heerlijkheden. Die kans laat ik me niet ontnemen, dan heb ik toch nog een beetje het Maleisië gevoel, al is het alleen maar met het eten. Het eten is erg zoet en dat was ik eerlijk gezegd een beetje vergeten. Lyka kan de gerechten niet echt waarderen en zit met lange tanden een stukje vis weg te werken. Ik kan haar niet iedere keer haar zin geven, ze zal af en toe ook mij een beetje tegemoet moeten komen. Ik vindt het heerlijk en geniet van iedere hap.
Het laatste stuk weg, vanaf het vliegveld van Narathiwat, herken is zelfs en zonder te zoeken rijden we recht op het “Imperial Narathiwat Hotel” af. Nadat we op de kamer zijn gekomen ontdekken we dat het beste er wel vanaf is. Ondanks dat het beneden in het restaurant helemaal vol zit lijken de kamers op onze verdieping met uitzondering van de onze allemaal leeg. Het zal dus waarschijnlijk heerlijk rustig slapen worden!
We redden het wel voor drie nachten en twee hele dagen. We moeten nu eenmaal wachten en we hebben een uitzicht op een zwembad. Jammer genoeg hebben we geen zwemkleding bij ons want anders had ik misschien wel een dipje in de een meter twintig diepe pool gedaan.
Mijn dagelijkse ontspannende bezigheden doe ik in de koelte van de airconditioning. Er kan geen raam open!
We moeten vroeg op pad om wat te eten te zoeken. Ik weet uit ervaring dat er hier na acht uur ’s avonds heel weinig meer open is. Niet te ver van het hotel komen we in een Café dat ook een kleine Thaise menukaart voert. De gebakken rijst met garnalen en een speciale dunne noedels smaakt ons prima al zijn de porties wat aan de kleine kant. We weten dat we twee dagen moeten rondhangen en de leegte van de dagen invullen met andere bezigheden. Overdag beng ik niet bang maar in de duisternis zullen we toch niet zo snel op pad gaan. Morgen proberen we in ieder geval een keer uitslapen!