zondag 6 november 2016

Frankrijk: Een tweede poging om snel naar het zuiden te rijden

Étaples (net voor de brug)

Als experiment heb ik de kachel gisterenavond uitgedaan voordat we gingen slapen. Waarom zouden we de hele nacht stoken als er toch niemand wakker is? Het is slechts tien graden in het woongedeelte wanneer ik om zeven uur uit ons bed kom. Buiten is het net zes graden en we kunnen nu concluderen dat de herfst in noord-Europa in volle hevigheid is losgebarsten.
Gisterenavond stormde het flink rond de camper. Windvlagen deden de oude dame schudden op het onbeschermde platte land van Noord-West Frankrijk. Buiten is het nog donker en ik denk diep na. Nog voordat Lyka uit dromenland is ontsnapt heb ik mijn beslissing al genomen. We laten route drie vier en vijf in Noord-Frankrijk voor wat ze zijn en we gaan vandaag een paar honderd kilometer naar het zuiden rijden. Waarnaartoe? Geen idee!

Gisteren heb ik de “Dream Chef Oven” voor de eerste keer op het gas gehad en voorzichtig wat pistolets opgewarmd, dat was een succes. Vanochtend houden we onze zondagochtend traditie in ere om croissants met gerookte zalm te eten. Misschien wat tè luxe voor twee rugzakartiesten in een 26 jaar oude camper maar waarom ook niet?
Het gas van de kleine kookplaat heeft wat te hoog gestaan en daardoor hebben de croissants wat verbrande plekken op de bovenkant. Ik ben nog aan het leren en ik ben er ook van overtuigd dat het allemaal wel goed komt. Men heeft snel de neiging om het gas tè hoog te zetten en daardoor de inhoud van de “Dream Chef Oven” te verbranden.
Na het ontbijt, en voor het vertrek, moeten eerst nog wat uitgestelde klusjes doen. De jerrycan moet met drinkwater worden gevuld en de afwas van twee dagen staat in het plastic afwasteiltje. Gelukkig laat de knecht/eigenaar mij met rust hoewel hij wel even zijn neus laat zien. Hij is opnieuw omringt met een wolk van alcohol. Tja, iedereen heeft zijn/haar eigen problemen.
Zodra we helemaal klaar zijn gaan we weer op pad. We hebben in principe hetzelfde plan als gisteren. We proberen zo ver als mogelijk te komen omdat we genoeg hebben van de koude noord-wester storm en de regen. Het is moeilijker om je aan je planning te houden dan je denkt! Buiten schijnt de zon zo sterk dat je in de cabine achter het glas je fleece vest al snel uit trekt. Buiten staat een snijdende koude wind. We blijven dus op twee gedachten hinken omdat mede het landschap uitnodigt om te blijven.

En zo belandden we in Calais. Het wereldberoemde Calais met haar “The Jungle Camp” met meer dan acht duizend illegale vluchtelingen die Groot-Brittanië proberen te bereiken. In de stad zelf merken we er helemaal niets van. Calais lijkt op het eerste oog best een vriendelijke stad. Het is vreemd dat haast iedereen die stad maar voor lief neemt wanneer ze vertrekken of arriveren met een van de tientallen veerboten die hier elke dag laden en lossen.
Op de kop van de haven aan het strand drinken we een kopje thee en kijken naar het komen en gaan van de veerboten. Het is moeilijk te bevatten dat we enkele maanden geleden hier zelf aan land kwamen. Het is jammer dat het zo koud is want de omgeving nodigt wel uit om een eindje te gaan wandelen langs de waterlijn of op de boulevard.

We genieten van de mooie uitzichten, de golvende heuvels en het blauwe water van “het Kanaal”. Ondanks de kou stoppen we voor een moment bij het monument voor “Hubert Lathan”.

Het verhaal van Hubert Latham

Hubert Latham werd in Parijs als tweede kind geboren in een rijk protestants gezin . De familie van zijn Franse moeder waren bankiers, en zijn vader, Lionel Latham, was de zoon van een Engels koopman, avonturier en handelaar in indigo en andere grondstoffen die zich in 1829 in Le Havre had gevestigd. De drie kinderen groeide op binnen de protestantse kring van de high society en spraken vloeiend Frans, Duits en Engels.
Latham was getuige van een aantal vluchten van Wilbur Wright, die in 1905 pogingen deed om een vliegtuigorder binnen te halen van de Franse regering. Latham was gefascineerd door het vliegen en zocht een bedrijf dat hem kon opleiden tot piloot. Uiteindelijk werd het Antoinette, een bedrijf onder leiding van Jules Gastambide en Leon Levavasseur. Het bedrijf (vernoemd naar Gastambides dochter Antionette) was opgericht in 1906 om de Levasseurmotoren te bouwen en te verkopen. De gunstige verhouding tussen vermogen en gewicht van de motoren maakte hen aantrekkelijk voor andere vroege vliegtuigbouwers. In 1907 besloot het bedrijf om haar eigen vliegtuigen te bouwen.
Na verschillende pogingen om een luchtwaardig model te ontwerpen, werd de eerste Antoinette eendekker uiteindelijk eind 1908 op de wereld gezet. In het begin van 1909 zette Antoinette in samenwerking met het Franse leger een vliegschool op. De school had zelfs een soort eerste generatie vluchtsimulator, de Antoinette Trainer.
Latham schreef zich in voor de school en bleek talent te hebben. Op 6 juni 1909 won Latham de Prix Ambroise Goupy prijs voor het vliegen van zes kilometer in een rechte lijn in 4 minuten en 13 seconden. Deze en andere vluchten overtuigden Levavasseur dat Latham zijn beste piloot was, en benoeming tot eerste testpiloot van het bedrijf volgde.
Gebaseerd op de lengte van de vluchten die Latham maakte, raakte Levavasseur steeds meer er van overtuigd dat zijn Antoinette IV eendekker betrouwbaar genoeg was voor een continue vlucht van een klein uur. Ze konden dus proberen om het Kanaal over te vliegen. Er stond een prijs op van 1000 pond, uitgeloofd door de Daily mail. 
Op 09 juli 1909 sloegen ze een kamp op bij Sangatte, iets ten westen van Calais aan de Franse kust van het Kanaal. Latham stelde de Daily Mail er officieel van op de hoogte dat hij van plan was om het Kanaal door de lucht over te steken. Echter pogingen om dit te doen werden door het slechte weer een aantal keren uitgesteld. Graaf Charles de Lambert, een Frans- Russische piloot meldde zich ook aan en sloeg zijn kamp op bij Wissant, ten westen van Sangatte. Eén van de twee in Frankrijk gebouwde Wright Flyers zouden hem over het Kanaal moeten brengen. 
Op 19 juli vertrok Latham van Cap Blanc-Nez maar na slechts 13 km kreeg zijn Antoinette IV motorpech en moest Latham landen in het Kanaal. Het werd 's werelds eerste landing van een vliegtuig op de zee. De onbeschadigde romp van het toestel bleef drijven. Latham stak een sigaret op en wachtte tot hij gered werd. Het vliegtuig werd hersteld, de motor werd onderzocht en Levavasseur verklaarde later dat de ontstekingsfouten werd veroorzaakt door een verdwaald stukje draad in de motor. De berging van de eerste Latham Antoinette had ernstige schade aan het vliegtuig gegeven. Levavasseur zorgde dat een tweede vliegtuig verscheept werd vanuit de fabriek in Puteaux (een buitenwijk van Parijs) dat op 21 juli aankwam. Het was hun nieuwste model, de Antoinette VII, en nooit getest in de lucht , hoewel Latham één kans kreeg om een keer heel kort te vliegen, wachtend op beter weer voor de Kanaalvlucht. 
Een dag later kwam Louis Blériot zijn kamp opzetten op 3 km. van Lathams kamp bij Les Baraques. Hij kondigde aan om mee te dingen naar de prijs in zijn Bleriot XI eendekker. De deelnemers moesten wachten op beter weer. De Lambert beschadigde een van zijn Flyers in een testvlucht kort nadat Bleriot was aangekomen en besloot zich terug te trekken uit de competitie. 
Rond 3 uur ’s morgens op 25-07-1909 zag Bleriot 's team dat het weer opklaarde. Ze wekten hem onmiddellijk, zetten het vliegtuig klaar, en wachtten vol spanning of de omstandigheden om te vliegen goed bleven tot het licht werd. 
Levavasseur en de rest van Lathams team sliepen uitstekend die nacht, en waren zich niet bewust van hun gemiste kans. Juist die ochtend vertrok Blériot om 4.41 uur om de eerste succesvolle oversteek van het Engels Kanaal per vliegtuig te maken. 
Harry Harper, de verslaggever van de Daily Mail die op het evenement was gezet, schreef dat Levavasseur net op tijd wakker was om Bleriot 's vliegtuig de Franse kust te zien verlaten. Hij ging vliegensvlug Latham en zijn bemanning wekken en keken of het mogelijk zou kunnen zijn om Bleriot in te halen, voor het geval hij er niet in zou slagen om de Engelse kust te bereiken. Tegen de tijd dat Latham 's eendekker klaar voor vertrek was op de kliffen van Cap Blanc-Nez was de wind stormachtig geworden en vielen slagregens. Iedere poging om nu te vertrekken zou niets minder dan zelfmoord zijn. 
Twee dagen later, op 27 juli, ondernam Latham een tweede poging om het Kanaal over te steken. Hij was nog enkele minuten verwijderd van Dover toen het uitvallen van de motor hem weer dwong in zee te landen. Deze keer had hij geen controle over de hoek van de landing zoals bij zijn eerste poging. Het toestel raakte ernstig beschadigd en Latham had snijwonden op zijn voorhoofd. Hoewel er geen oorzaak van uitvallen van de motor tijdens deze tweede poging werd gevonden, waren er twee mogelijkheden: 
1) Het innovatieve brandstof -injectie systeem werd verstopt als gevolg van ongefilterde brandstof. 
2)Volgens Gabriel Voisin werd de Antoinette V -8 motor na vluchten van meer dan 15 minuten minder krachtig. Dit probleem zou ook Lathams eerste val in zee hebben veroorzaakt. 
Latham wilde nog een derde poging te wagen, maar de directie van het Antoinette bedrijf vond het nu welletjes. Het project had al een hoop geld en twee vliegmachines gekost, de prijs van de Dialy Mail was langs hun neus voorbij gegaan en met de vliegweek van Reims in het vooruitzicht waren ze niet genegen om het risico te nemen van een derde poging. Van 1909 tot 1911 vloog Latham in heel Europa en de Verenigde Staten, behaalde records en won verschillende prijzen waaronder het hoogterecord tijdens de vliegweek van Reims in augustus 1909 waar hij tot een hoogte van 155 meter komt. Zijn prestaties leverden hem roem op aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, en hij maakte zo goede reclame voor de Antoinettes.. 
Eind december 1911 verliet Latham Frankrijk voor een expeditie naar Frans Congo. De Fransen wilden controle te houden over dit deel van Afrika. Ze wilden een aantal van vliegvelden in het noorden van Congo bouwen en Latham zou gevraagd kunnen zijn om een beoordeling van de omstandigheden in die regio door het Franse Koloniale Ministerie. Dit zou zijn laatste reis worden.
De officiële melding van zijn dood was dat hij zou zijn verscheurd door een gewonde buffel. Latham was echter een ervaren en deskundig jager van vrij wild. Een anoniem krantenartikel uit 1914 meldde dat de adjudant - commandant van het Franse koloniale leger die zijn lichaam na zijn dood had gevonden, had vastgesteld dat Latham een flinke hoofdwond had. Er waren geen tekens op of rond het lichaam van Latham die konden duiden op een aanval van razende buffels. Volgens de schrijver van het artikel beweerde de commandant (zich baserend op de fysieke verwonding en de tegenstrijdige rapporten van de kruiers tijdens het verhoor) dat de mogelijkheid er was dat Latham was vermoord door een of meer van zijn dragers. Bewijzen hiervoor zijn nooit geleverd. In Lathams dagboek van zijn laatste weken in de bush beschrijft hij dat hij een onbehaaglijk gevoel heeft over het gebrek aan discipline in zijn team van dragers en uit hij zijn angst en bezorgdheid over onenigheid en geweld dat in dit militair bestuurd gebied lijkt te heersen. Het officiële onderzoek naar de dood van Latham heeft deze informatie niet meegewogen en doet de doodsoorzaak af met “een tragisch ongeluk tijdens de jacht”.

Wat kan de geschiedenis soms wreed zijn!

We hebben besloten om toch maar de routes van Noord-Frankrijk uit het Womo boekje af te maken.

De volgende halte is “Cap Gris-Nez”, culturele schatten maken nu plaats voor de schatten van de natuur. Het is hier schitterend mooi! Dik aangekleed trotseren we de koude wind. Mijn achterkant wordt opgewarmd door de zon en de voorkant wordt sterk afgekoeld door de snijdende poolwind. We zijn blij dat we de moeite hebben genomen om deze korte wandeling te maken.

Door al die koude en de wandelingen hebben we ook trek gekregen. Het is tenslotte al bijna twee uur wanneer we op zoek gaan naar een mooi plaatsje voor de late lunch. Aan het einde van een korte zijweg staan we haast op het strand. De soep, gemaakt van restjes witte bonen in tomatensaus, braadworstjes en soepgroenten, smaakt ons uitstekend. Met het laatste stukje overgebleven stokbrood worden de soepkommen droog gedoopt.
De twee plaatsen om te overnachten in “Le Touquet-Paris-Plage” zijn en te duur en te ongezellig! Dan sta ik liever op een parkeerplaats in de stad en gebruik die elf euro om lekker te eten.

In Étaples hebben we een mooie grote parkeerplaats gezien maar die was verboden voor campers. Ik neem voorzichtig aan dat dat alleen maar geld in het hoogseizoen wanneer de Franse campers een echte plaag moeten zijn aan de Atlantische kust.
We wagen het er op en hebben een beetje geluk. Bij het oprijden van de parkeerplaats zien we een politieauto met twee vrouwelijke agenten geparkeerd. In mijn zo goed als mogelijk kolenfrans, met permitee, dormier en à nuit, komen we er wel uit en de agentes geven me lachend te kennen dat ze er geen probleem mee hebben. Het is nu donker en buiten slaat de koude wind nu ook dikke regendruppels tegen de camper. Wij hebben in ieder geval weer een mooi gratis plaatsje voor de nacht.

De avondmaaltijd bestaat uit de laatste drie zakjes pasta met groente van de Aldi uit Zaltbommel met een Bolognese saus en een half stokbrood. Opnieuw gaan de bordjes leeg en al etend komen we langzaam aan het einde van de uit Zaltbommel meegebrachte voorraad.
Het film kijken is ook op deze reis weer een routine. Zeker nu we zo’n grote huishoudaccu hebben. De hoofdfilm is “Raise the Red Lantern” uit 1991. Een drama over concubines in het oude China. Mijn glas is nog niet leeg en een aflevering van Baantjer is altijd leuk!
Copyright/Disclaimer