Kuala Lumpur, My Hotel @ Bukit Bintang (402)
Het is alweer de zesde dag ik Kuala Lumpur en de spanning over het wel of niet krijgen van een visum ebt langzaam weg of beter gezegd verdwijnt langzaam naar de achtergrond.
Natuurlijk was ik fris na de alcoholvrije fotoshoot van gisterenavond maar dat neemt niet weg dat ik me nog steeds moe voelde. Lyka zuigt op het ogenblik nu eenmaal een hoop energie uit me en ik moet me steeds sneller, vaker en sterker opladen. En ze is 's morgens haar bed niet uit te branden. Het eerste wat ze wil is de iPad en de MacBook om haar Facebook account te raadplegen wat voor onzinnigheden haar 650+ vrienden te melden hebben.
En ja! Als ik dan klaar zit om op pad te gaan om de wereld te ontdekken dan kan het wel voorkomen dat ik een erg kort lontje heb. Ook deze ochtend moet ik haar verbaal aansporen om vooral wat snelheid te maken. We willen namelijk via het station Kuala Lumpur, niet te verwarren met , Kuala Lumpur Sentral, naar de Batu Caves om de voorbereidingen van Taipusam te bekijken.
Helaas begint het zeuren al als we net het hotel hebben verlaten. Het is allemaal te ver en de zon is te heet. Lyka slingert behendig over het voetpad van schaduw naar schaduw met hier en daar een korte sprint.
We zijn nu eenmaal in de tropen en daar heb je of de brandende zon of de regen komt met bakken uit de hemel. En daar kun je helemaal niets aan doen dus moet je dat maar accepteren. Helaas gaat deze kleine wetenschap er bij de kleine Lyka nog niet in. De afstanden die we lopen zijn echt niet van een aard dat je een getraind marathon of vierdaagse loper moet zijn. Een kilometer of drie moet een persoon van tweeëntwintig jaar jong toch gemakkelijk zonder te klagen kunnen wandelen?
Al dat klagen en zeuren tijdens de korte wandeling brengen me zo van mijn apropos dat ik op het station vergeet naar de trein van KL naar Ipoh te vragen. En dat was eigenlijk de reden waarom we in de eerste plaats naar het station liepen.
In gepaste stilte staan we in de overvolle trein naar Batu Caves. De van oorsprong Indiase bevolking van Kuala Lumpur zien er allemaal op hun best uit. Taipusam is één van de belangrijkste feestdagen op de Hindoe kalender.
Aangekomen bij de grotten van Batu, wat steen betekend in het Maleis, hoor je verte al de schreeuwende luidsprekers met de Bollywood popmuziek. India en Bollywood, voor velen een onbekende en onbegrijpelijke wereld. Ik heb wel eens ergens gelezen dat er per dag meer Bollywood films uitkomen dan een mens kan bekijken, en dat is wel wat anders dan Hollywood waar je soms een maand moet wachten voordat de blockbuster op het witte doek verschijnt.
India is kleur en een Indiaas feest is heel veel kleur. Overal lopen vrouwen en mannen ik kleurrijke tenues. De honderden marktkraampjes puilen uit met eten, Hindoe goden, Indiase sarees en accessoires.
Maar ik heb daar weinig oog voor want ik ben hier voor de mensen. De toewijding en de puurheid van het geloof. Dit is de eerste keer dat ik het in het echt zie en ik ben er klaar voor. Mijn nieuwe Nikon 28-300mm lens is in de aanslag en het is haar eerste serieuze test op het slagveld.
Het is een mierenhoop van mensen die voor deze speciale dag naar Batu Caves zijn gekomen. Er staan speciale borden aan de ingang naar de trap met 272 treden die je naar de ingang van de grot brengt. De gelovigen die met een Kadavi op hun schouder, een soort juk die varieert van heel klein naar heel groot, de Kavadi naar boven dansen. Ook de gelovigen met hun Palkudam, een pot met melk die op het hoofd naar de tempel wordt gedragen, kunnen op dit speciale pad naar boven. Op hun blote voeten die ongetwijfeld pijn doen op de brandende klinkers van het plein voor de tempel.
Het is een lust voor het oog en een onvergetelijke ervaring. Mijn camera klikt er vrolijk op los en als ik tussendoor de resultaten bekijk dan zie ik dat de aankoop van mijn nieuwe lens de juiste is geweest.
Na meer dan honderdvijftig foto's vind ik het welletjes en we gaan terug op de stad aan om te lunchen. We stappen nu bij het station "Bank Negara" uit en staan midden in Little India. Helaas geef ik Lyka de sleutel voor de rest van de dag in handen. En dit alleen maar omdat ze blijft zeuren.
'Zeg maar waar je wil eten, ik vindt alles goed!', is mijn motto.
Het gevolg is jammergenoeg desastreus! Nadat we een handvol restaurants en winkelcentra zijn gepasseerd belandden we in het niemandsland tussen Jalan Abdul Rahman en Jalan Ampang. Hier is dus echt niets meer voor de toerist! En het zeuren begint opnieuw.
Ik weet het nu ook niet meer en zet koers op het hotel aan. De draak in het Pavilion winkelcentrum is niet zo goud en rood als hij voor de andere bezoekers is. Lyka wil niets meer eten en ik eet in stilte twee Naan met een lamskerrie en daal. En om eerlijk te zijn smaakt het uitstekend.