vrijdag 10 februari 2012

Maleisië: Een stevige wandeling

Ipoh, Shangg Hotel (201)

Ipoh ligt aan de rand van een gordel met kalksteen heuvels. En in één van die heuvels aan de rand van Ipoh zijn een paar Chinese tempels gebouwd. Op zich niet zo heel bijzonder want er zijn tientallen van deze tempels maar als je toch in Ipoh bent en je wilt eens wat anders bezoeken dan zijn deze tempels een goede besteding van je tijd.
Nadat we op de kamer weer ons ontbijt hadden genuttigd, we moeten nog steeds lachen om de McDonald's ontbijtsessie in Macau en Hong Kong, met een heerlijk kopje koffie en een paar boterhammen stapten we vrolijk de zon in.
Mijn GPS gaf aan dat het een kilometer of vijf wandelen naar de tempels was en ik had er zin in. Lyka had er dus direct al heel wat minder zin in! De Aziaten willen graag wit zijn en mijden de zon als de pest.
De wandeling naar de tempels op zich viel nog wel mee maar het oversteken van autowegen en autosnelwegen maken het toch een riskante onderneming. Hier in Maleisië moet je er goed aan denken dat de voetgangers helemaal onderaan de ladder staan. De armen en minder bedeelden zijn de voetgangers en daar hoeven geen voetpaden voor te worden aangelegd. Ook fietsers zijn straatarm dus die vallen onder de eerste categorie. Pas vanaf de motors, brommers kennen ze hier niet, en auto's tel je in het verkeer mee.
De eerste tempel, die ik natuurlijk al eens had bezocht, was de "Ling Sen Tong Temple". Kleurrijke fabeldieren en Boeddha's is vele vormen. China is zo enorm groot dat de verschijningsvorm van de Boeddha enkele keren is geëvolueerd. Een van de meest bekende vorm die jullie ongetwijfeld kennen is de Boeddha met de dikke buik waarop een dozijn kinderen spelen.

Naast de Boeddha staan er vaak ook oude Chinese goden of beschermheiligen in de tempels die het overzicht vaak bemoeilijken. Maar het is er niet minder indrukwekkend om!

Lyka had er ondertussen alweer flink de pee ingekregen om steeds in de brandende zon te lopen zodat ze me begon op te houden. Het was voor mij ook niet gemakkelijk om steeds weer een vrouwtje van 42 kilo op een bankje in de schaduw onder een boom te vinden. Zeker niet wanneer ze er uit ziet als de tientallen Chinezen die ook de tempel aan het bezoeken waren. Het was en bleef moeilijk om haar te entertainen.
Tijdens de korte wandeling van de "Ling Sen Tong Temple" naar de "Sam Poh Tong Temple" probeerde ze demonstratief in het smalle strookje schaduw dat de tempelmuur wierp te blijven lopen. En dat leverde waarachtig nog een mooie foto op ook!

"Sam Poh Tong" is een klooster waar tijdens de "Qing Ming", "Cheng Beng" oftewel "All Souls' Day". De gelovigen arriveren om te bidden voor hun overleden voorouders en het brengen van giften voor het gebruik in het hiernamaals. De meest bekende is natuurlijk het geld van de "Hell Bank" dat verbrandt wordt in één van de grote ovens op het tempelterrein. Maar ook hier gaan ze met de tijd mee en tegenwoordig zijn papieren iPhones en kartonnen iPads populair om naar het hiernamaals te sturen. 4 April is de datum wanneer je dit met je eigen ogen kan gaan aanschouwen.

Deze tempel is een oase van rust en een oud verweerd bord aan de ingang verteld dat het in 1993 de prijs heeft gewonnen voor de best aangelegde tuin in Perak. Je mag zelf de waarde bepalen voor deze prestigieuze prijs van Perak. Maar ik moet ook eerlijk dat dat het best een mooie plaats is om wat tijd door te brengen als je toch in Ipoh bent.

De weg volgend loop je langs een stroom waar ik uit verveling maar een paar foto's schoot. Er kwam er één, nadat ik een HDR filter had toegepast, erg goed uit!

Lyka was weer bijgedraaid en had nu geaccepteerd dat je de zon nu eenmaal niet kan laten verdwijnen. De laatste tempel van het rijtje was misschien wel de vreemdste. Ik weet ook niet zeker of het nu een tempel of een heiligdom (altaar) is, en misschien is het wel iets anders. Snel een paar foto's in de "Tokong Da Seng" en dan op de lunch aan.

Lyka kon geen enkel van de twee dozijn restaurants die we passeerden goedkeuren en ze liep demonstratief in een marstempo richting het hotel. De enige fout die ze maakte was dat de met een flinke omweg terug liep en daardoor haar martelgang alleen maar onnodig langer maakte. In stilte liep ik als een Arabier twintig meter achter mijn vrouw zonder een woord met haar te wisselen.
Ik kocht nog snel een half brood en een flesje water in een winkel die ik passeerde en toen ik weer buiten kwam was ze uit het oog verdwenen. Een kilometer verderop stond ze op de hoek van de straat in de schaduw op me te wachten.
Later vertelde ze me het verhaal wat haar dwars zat: Ik liep langs de weg en een donkere Indiase man lachte naar me. Ik lachte terug en liep gewoon door. Even later stopte de man met zijn auto naast me en riep, 'Need a ride?'
Ik keek achterom waar jij was en ik zag je niet! Ik was heel bang en ben snel doorgelopen. Daarom sta ik hier op jou te wachten. Waar was je nou?

Ik moest natuurlijk wel een beetje lachen om deze hachelijke situatie voor die kleine. Maar laat het ook meteen een les voor haar geweest dat ze niet zomaar zonder wat te zeggen en zonder op te letten van me weg moest lopen.
Helaas was de lunch er alweer bij ingeschoten en een instant noedels op de kamer met een boterham met kaas moest de grootste trek stillen. Ook het avondeten schoot er door een zware onweersbui bij in. Tussen de druppels door rende ik naar het restaurant aan de overkant van de straat om twee bakjes nasi goreng te halen.

Terwijl de regen buiten neerdaalde zaten we beiden achter onze laptops. Een interessant artikel op één van de fotoblogs die ik volg leerde me dat één van mijn favoriete objecten "Urban Decay" heet. En dat zullen jullie in de toekomst nog regelmatig tegenkomen op mijn blog.
Copyright/Disclaimer