dinsdag 28 juni 2011

Thailand: Op schuimrubber

Pattaya (Boxing Roo (8))

Ik voelde me zo sterk als nat toiletpapier toen ik om zeven uur de wekker hoorde en uit bed stapte. Een natte plek bleef achter op de lakens en ik voelde me klef en smerig. Mijn huid was zacht en stroef alsof ik de hele nacht in het water had gelegen. Lyka draaide zich voor de laatste keer om en ik strompelde naar de badkamer. Ik wandelde op schuimrubber en het leek of het hotel heen en weer bewoog, net als in een aardbeving. Alles deed me pijn, maar het meeste nog mijn rug. De krampen in mijn darmen hadden een aanslag gepleegd op de spieren in mijn onderrug.
Het koele water uit de douchekop deed pijn op mijn huid en langzaam kwam ik tot mijn positieven. Het was reisdag vandaag! Een verplaatsing die onmogelijk kon worden verzet. Ik moest wél, of ik wilde of niet! Mijn fitness indicators liepen langzaam op maar het eerste echte probleem kondigde zich ook aan. Zelfs het slikken van de eerste 500 mg Metformine was een probleem. Ik kreeg het maar moeilijk weg met het laatste slokje drinkwater dat nog in de fles zat.
Ondertussen was Lyka ook klaar en gezamenlijk begonnen onze rugzakken in te pakken. De laatste keer in Indonesië. De kleine zag dat ik echt ziek was en ze deed goed haar best om me te helpen. Een kwartiertje later verdween de Lonely Planet als laatste in mijn rugzak en we waren klaar. Klaar om naar beneden te gaan voor het ontbijtbuffet.
In de lift zocht ik mezelf weer bij elkaar en eenmaal hervonden liepen we langzaam naar de eetzaal. Het aanzicht van het buffet en de grote groep mensen deed het kleine beetje eetlust dat ik ondertussen had opgebouwd weer verdwijnen. Stil en met een leeg bord voor me zat ik tegenover Lyka die zich de noedels met kip goed liet smaken.
Andi, de restaurantmanager, merkte mijn lege bord op en kwam informeren wat er mis was. Nadat ik hem over mijn voedselvergiftiging van gisteren had verteld verontschuldigde hij zich met een rood hoofd. Gisteren was zijn vrije dag geweest en hij voelde zich schuldig. Ik weet natuurlijk niet of het veel zou hebben uitgemaakt als hij wel op zijn werk was geweest.
Een kok leverde een nieuw trosje bananen af op de tafel met fruit en Lyka begreep meteen dat ik die wel wilde proberen. Was het niet hier dan misschien wel op de luchthaven van Surakarta (Solo). Andi kwam terug met een kopje thee en tegen alle verwachtingen in smaakte het lauwe vocht me wel. Ik had nu in ieder geval wat binnen. De tannines in de thee wekten wat eetlust op en voordat we de tafel verlieten verdween er een klein banaantje in mijn maag. Ik voelde me bij elke hap aansterken. Mijn lichaam schreeuwde nee maar mijn verstand riep luid ja. Eenmaal boven in de kamer zocht ik het toilet weer op en dat zou niet de laatste keer zijn vandaag. Even liggen! We hebben nog ruim 45 minuten tot het vertrek.
Ik moet kort hebben geslapen want de tijd was omgevlogen en Lyka maakte me wakker dat het tijd was om te vertrekken. Aan de receptie betaalde ik de openstaande rekening en nadat het bevrijdende telefoontje van boven was gekomen dat we niets uit de mini-bar hadden gebruikt konden we vertrekken. De beloofde taxi stond klaar en ik had het gevoel dat mijn verhaal de ronde had gedaan en dat misschien meer gasten van het hotel hetzelfde probleem hadden gehad. De receptioniste was overvriendelijk en benadrukte dat ze hoopte om ons nog een keer terug te zien.
In de koele cabine van de taxi op weg naar de luchthaven knapte ik ook weer een beetje op. In alle stilte keken we voor de laatste keer naar de straten van Surakarta in de wetenschap dat we hier waarschijnlijk nooit meer zouden terugkomen. Een uit het hotel meegenomen menthol snoepje verdween in mijn mond en de suiker vond langzaam haar weg naar mijn bloed. Ik kon bijna voelen hoe de lichaamscellen naar de suiker snakten. Stapje voor stapje begon ik op te knappen.
Een kleine drie uur voor het geplande vertrek stonden we op het kleine vliegveld te kijken naar het bord met de vertrektijden. We konden nog niet inchecken en werden door de bewaking teruggestuurd om buiten te wachten. Op een bankje in de schaduw en onder het genot van een lichte wind zaten we daar stil naar de optocht van mensen te kijken. Het schouwspel werd bruut verstoord door een aankondiging van mijn darmen en binnen twee minuten zat ik weer op de pot. Of beter gezegd, hing ik weer boven een gat.
Toch begon ik me beter te voelen en een lichte trek te krijgen. In iets zouts! Natuurlijk was ik de afgelopen nacht heel wat zout verloren door het zweten. Een klein zakje zoutjes met kippensmaak dat ik nog in mijn rugzak had moest er aan geloven. En ja hoor, met elk zoutje dat ik in mijn mond stopte begon ik me beter te voelen.
Het personeel van AirAsai werkte ook mee door ons als eerste aan boord te laten gaan en zo het staan en wachten in het gangpad tot een minimum te beperken. Aan boord was het weer het toilet en deze keer ook de menukaart die me riepen. De lichtere maaltijd was niet meer voorradig en dus koos ik, of beter gezegd wij, voor de Nasi Lemak. Lyka had ook trek en we deelden samen het rijstgerecht en de 100+ frisdrank.

Even de ogen dicht en voordat ik het in de gaten had arriveerden we in Kuala Lumpur waar we deze keer zonder problemen door de transit ingang naar de vertrek ruimte konden. Maar helaas was het niet zo gemakkelijk! We hadden nog geen boardingpassen en dus moesten we gewoon door de immigratie en de douane buitenom weer naar de in-check balies.
Boven stonden er voor de immigratiedienst een kleine duizend mensen te wachten. Lyka en ik keken elkaar aan we wisten dat dit een onmogelijke opgave voor me was. Zonder schroom liep ik naar het speciale loket voor de transit visas. Iedereen voor me, waarvan velen met hetzelfde idee als ik, werden teruggewezen en moesten gewoon aansluiten aan de lange rij. Met zielige ogen vertelde ik het verhaal van mijn voedselvergiftiging en dat ik onmogelijk zo lang kon blijven staan.
‘How many people?’, vroeg de besnorde man.
Ik wees naar Lyka en zei zachtjes, ‘Only two.’
De man keek weer naar mij en vroeg om de paspoorten.
‘Sit down there and wait’, zei hij terwijl hij naar de bankjes tegenover zijn balie wees.
Lang heb ik er niet gezeten want voordat hij me kon roepen hoorde ik het toilet alweer vanuit de verte roepen. Een westers toilet waar je gewoon op kan zitten was een aangename verandering. Eenmaal terug bij de balie zat Lyka al met onze gestempelde paspoorten op me te wachten. De man keek op en in pantomime bedankte ik hem in het Maleis. Hij knikte en wees naar de speciale uitgang. Dat probleem was dus ook overwonnen! Met elk uur voelde ik me beter en na een internetloze wachttijd van twee uur konden we aan boord voor de laatste etappe naar Bangkok.
Zelfs de gedeelde ham/kaas sandwich was niet voldoende geweest. In het vliegtuig gingen mijn ogen meteen weer door het menu en deze keer kozen we voor de Bukhara Chicken Briyani. Opnieuw deelden we het gerecht en ik vond het jammer dat ik geen twee porties had besteld. Ik begon nu dus echt op te knappen.

Om kwart voor acht landden we in een erg rustig Bangkok. De taxichauffeur stond op de afgesproken plaats om ons naar de Boxing Roo in Pattaya te brengen. Maar voordat we daar arriveerden stopten we eerst nog bij de gouden bogen. Voor Lyka een Big Mac en voor mij een medium friet. Ook deze slechte dag had ik weer overleefd en ik wist zeker dat het nog wel een paar dagen zou duren voordat ik weer de oude was maar het begin was er in ieder geval. En zo was er ook weer een einde gekomen aan onze eerste echte reis samen. Het was soms moeilijk geweest maar zeker niet tegengevallen. Alleen op pad gaan wordt nu wel een moeilijkere discipline en deze voedselvergiftiging zal ik niet snel vergeten!
Copyright/Disclaimer