woensdag 1 juni 2011

Indonesië: De eerste stappen in Jakarta

Jakarta (Batavia Hotel (909))

Ik weet niet of het jullie ook opvalt maar ik krijg het gevoel dat ik steeds meer in herhaling val. Natuurlijk zijn er veel overeenkomsten tussen de vele reizen en nog meer dagen die ik al ben ontwaakt in weer een vreemde stad.
Vandaag zag de wereld er veel anders uit! ‘s Avonds aankomen in een onbekende stad is één de slechtste zaken die je kan plannen, maar ‘s morgens zit de stad er veel vriendelijker uit en de atmosfeer is heel veel minder dreigender. Dus vandaag stonden we dus echt om zeven uur op en om vijf voor acht gingen we naar beneden voor het ontbijtbuffet, wat natuurlijk gepland was voor de Aziaten, en er was genoeg aanwezig dat onze westerse magen op de vroege ochtend kunnen verdragen. Het was natuurlijk wel weer even lachen toen de twee, in strakke sportkleding gestoken, Russen hun eigen mini buffet op hun kleine tafeltje inrichten.
Op deze eerste dag zouden we niet al te ver van ons hotel dwalen. Er is genoeg rond de Kota, het oude centrum, te zien om een dag te vullen. Na een korte wandeling ronde de Pasar Ikan, de Visch Markt, die al weer gesloten was gingen we het eerste museum van de dag binnen.

Het “Museum Bahari” is een maritiem museum gevestigd in een oude opslagloods die op zichzelf het bezoek al waard is. De RP 2000 (€ 0,16) is natuurlijk geen hindernis.

Natuurlijk wordt er wat overdreven en gelogen over de geschiedenis van Den Hollanders in de Oostelijke koloniën maar over het algemeen was het toch interessant.

Het was nog geen elf uur en we gingen alweer verder op weg naar het “Taman Fatahilla”, een plein in het oude centrum. Tijdens de wandeling passeerden we de oude ophaalbrug met ons hotel in de achtergrond. De “Chicken Market Bridge” lijkt zeker niet op zijn plaats hier! Hij zou niet misstaan in menige Nederlandse stad.

Nu werd ik ook voor het eerst met het verval geconfronteerd zoals ik dat uit Kolkata gewend was. De oude koloniale gebouwen zijn of het slachtoffer van het sentiment geworden of de regering heeft geen geld om er wat moois mee te doen. Ze worden waarschijnlijk aan hun lot overgelaten en nog steeds gezien als overblijfselen van de bezetter en daarmee niet Halal verklaard. Het doet me pijn om te zien hoe snel ze vervallen en binnen korte tijd alleen nog op oude zwartwit foto’s te zien zijn. Het is cynisch om dan plotseling voor een afbrokkelende muur staan waar een bruidspaar begint aan hun reis samen door het leven. Natuurlijk moest ik hier een plaatje van schieten!
Op het plein was het wel even lachen! Met aan de ene kant het oude gouverneurskantoor en aan de andere kant het “Café Batavia”. Het café ziet er van binnen beter uit dan het museum en de prijzen maken dat het heel erg leeg is! RP 42.000++ (€ 3,42 + 2 keer belasting) voor een klein flesje bier is zelfs een prijs waarvoor het moeilijk wordt om het in Nederland te verkopen.
Na een korte blik binnen besloten we om maar snel verder te lopen. Een fel rode postbus voor het moderne postkantoor trok mijn aandacht en natuurlijk moest ik van dit icoon een foto maken. Hier is alles nog in het rood en niet veranderd in het TNT oranje! (Wordt ik nu echt oud nu ik over deze zaken begin te dagdromen?)

In het oude gouverneurskantoor is nu het “Museum Sejarah Jakarta” gevestigd. Een collectie die nog problemen zou geven om op een rommelmarkt te verkopen maar toch een plaats die je niet mag overslaan als was het alleen maar voor de architectuur.
De enige twee zaken die me echt konden boeien was de kopie van een enorme steen waarin twee voetafdrukken waren uitgehouwen en een oud kanon dat de Hollanders vanuit Malacca naar Batavia hadden versleept na de overwinning op de Portugezen.

En het verhaal dat “Jan Pieterszoon Coen”, de Gouverneur Generaal van de VOC na zijn succesvolle plan om een super handelspost op te zetten geweigerd werd om het naar zijn geboorteplaats Hoorn te vernoemen. “Nieuw Hoorn” werd geweigerd door de bestuurders van de VOC en zij noemden de nieuwe nederzetting “Batavia”. Naar het oude volk de Batavieren die een lange tijd tegen de Romeinen vochten om de heerschappij over de lage landen.
“Jan Pieterszoon Coen” was zo teleurgesteld over de afwijzing dat hij tot aan zijn dood geweigerd heeft om de naam Batavia in zijn mond te nemen en het steevast “Port Jakarta” noemde.

Genoeg gezien en teveel om te onthouden. Niet ver van hier is het Jakarta Kota Stesen Keratapi en vandaar gaan we met de trein naar Bogor. Wel vroeg, maar niet te vroeg wilde ik bekijken hoe het met de treinen gesteld is naar Bogor. Een tweede idee was dat er in de buurt van bus en treinstations altijd voldoende goedkope eetgelegenheden te vinden zijn. Van dat eerste was ik zeker maar van dat tweede kwam ik van een koude kermis thuis.
Er zat niets anders op dan een kippenpootje te eten bij een A&W restaurant in het station waar de het geserveerde Rootbeer nog het meest smaakte naar “Listerine”. Maar ja, een mens moet nu eenmaal eten en onderweg moet je niet te kieskeurig zijn! (Herinner je je die worstjes in Litang nog Kris?) Doe worstjes waren zonder koeling een jaar goed te houden en stonden zo strak van de conserveringsmiddelen dat we ze ‘s nachts als zaklantaarn konden gebruiken. Maar dat terzijde.
Het was tijd om ons terug te trekken in de koelte van onze kamer om er even te rusten en de grootste hitte van de middag te ontwijken.

Om 15:30 verlieten we het hotel opnieuw en de wind van zee bracht een koelte zoals je die in de tropen niet zou verwachten. We zouden op zoek gaan naar een winkelcentrum waar we een sim-kaart voor het internet wilden kopen. Onderweg naar het “Glodok Plaza” passeerden we opnieuw vervallen overblijfselen van de koloniale glorie. Gelukkig wist een bewaker met te vertellen dat enkele van deze gebouwen wel in aanmerking kwamen voor een renovatie/restauratie. Misschien zien nu toch wel de waarde van de geschiedenis voor het toerisme in?
Het bleek gemakkelijker dan ik had verwacht om een sim-kaart te kopen. Alleen door al de terreuraanslagen moet nu wel elke sim-kaart worden geregistreerd voordat je hem kan gaan gebruiken. Gelukkig accepteerden ze de kopie van mijn oude paspoort.
Het was al bijna vijf uur en om tijd om voor het vallen van de duisternis de veiligheid van het hotel weer op te zoeken. Maar niet zonder een kleine omweg langs de “Jin de Yuan” tempel te gaan. Het is één van de belangrijkste Chinese tempels in Jakarta en dateert uit 1755.
Het voelde aan als Taiwan maar het was gelardeerd met Indonesische invloeden. Al waren het maar de moslim bedelaars die de poorten en het kleine park bevolkten. De tempel was gehuld in een dikke walm van brandende wierook. Maar het meest indrukwekkende waren wel de enorme kaarsen die wel tot € 1250,- per stuk konden kosten en meer dan driehonderd kilo per stuk wogen. Mijn Lyka met haar tweeënveertig kilo viel erbij in het niets!

Op de terugweg besloten we opnieuw bij het restaurant waar we gisteren waren geweest te gaan eten. Nadat we vandaag eens goed hadden rondgekeken was dat restaurant nog niet eens zo slecht geweest. De traditionele twee flessen Bintang bier voor op de kamer werden gekocht en nadat ze in de veilig in de koelkast waren opgeborgen gingen we op weg naar het “Alberto Resto” recht achter ons hotel. De gebakken mie met kip en de groene bonen met knoflook waren heerlijk.

We hebben nu ook een kortere weg naar ons hotel gevonden zodat we de volgende keer niet meer het moordende verkeer van Jakarta hoeven te ontwijken. Om half acht waren we alweer terug op de kamer zodat we konden rusten en het internet uitprobeerden. Dat ging van een leien dakje! De stick er in, connect en we waren on-line. Morgen gaan we op stap naar het “Lapangan Merdaka” in het nieuwe centrum van Jakarta.
Copyright/Disclaimer