dinsdag 7 juni 2011

Indonesië: Er is niets zo veranderlijk als een mens!

Cilacap (Dafam Hotel (voorheen Grand Hotel)(130))

Ik kan het zelf ook moeilijk geloven maar na een slechte nacht gevuld met dromen over dieven en moordenaars stond ik depressief op. Vandaag zou alles mis gaan, daar was ik 100% van overtuigd! Er was zelfs tot me gesproken door ongure personen die op personages uit de “Pirates of the Caribbean” leken. Rotte tanden en een slechte adem die naar kretek, garam, rook.
In de badkamer keek ik mezelf recht in de ogen en vroeg me af of ik nog wel op reis wilde zijn.
‘Was dit dan het einde?’
‘Bleven alle onbezochte plaatsen een droom en zou ik veranderen in een leunstoeltoerist die al zijn kennis over verre vreemde landen op het internet had vergaard?’
‘Of was het maar een korte tegenslag en zou alles morgen weer anders zijn?’
Lyka was ondertussen ook bij kennis en in een recordtijd van dertien minuten waren we wakker, gewassen, aangekleed en ingepakt. Snel uitchecken en met de taxi naar het Gambir Stesen niet ver van de Monas. In de taxi voelde ik me meteen beter. De kilometers op de GPS naar onze bestemming werden snel minder en alles leek op rolletjes te gaan.
De taxichauffeur begon wat te brabbelen waar ik geen woord van kon verstaan. Het kon me niets schelen want het was een “Blue Bird Taxi” en die gingen altijd op de meter en stonden heel betrouwbaar te boek. Het was 05:33 en we waren op het station waar het al aardig druk begon te worden. Omringd door beveiligings-personeel en niet door straatdieven en moordenaars.
Als eerste scoorden we de kaartjes voor de trein van Jakarta naar Cilacap, een treinreis van ruim 400 Km die zo’n acht uur in beslag zou nemen. De kaartjes kosten Rp. 165.000 (€ 13,22) per persoon in de eerste klasse. Dat lijkt misschien veel maar het is wel de moeite waard. Een koffie en een warme chocolademelk voor mijn Lyka en om 05:55 stonden op perron 4 te wachten op onze trein.

En die zou pas om tien over half zeven arriveren. Elastieke tijd noemen ze dat hier. Het kan op tijd zijn maar ook uitlopen. De computer vult de stoelen van 1A omhoog op en ik had al snel door, ook een klein beetje ervaring, dat de achterste wagons leeg waren. Een kort gesprek met één van de stewards en wij konden een wagon naar achteren waar de meeste stoelen leeg waren.

Jakarta verdween met haar krottenwijken en onmogelijk druk verkeer achter ons en langzaam werd het groener. De oneindige rijstvelden en terrassen van de noordkust van Java gaven me innerlijke rust en van binnen klaarde het ook op.
Vanaf Cirebon kwamen de heuvels en een eerste blik op de Gunug Sari fleurde me helemaal op. Dit was het Indonesië zoals ik me herinnerde van drie jaar geleden.

De trein deed een 180 graden in Kroya en zo duurde de laatste honderd kilometer net zo lang als de eerste driehonderd! Eenmaal in Cilacap stopte de trein op een station dat niet vermeld was op de GPS. Maar het goede nieuws was dat we een klein winkelcentrum hadden gezien met een “Papa Ron’s Pizza” restaurant. Het gewoonlijke leger met de Becak’s stond al te wachten en het duurde langer dan normaal voordat ze door kregen dat er bij deze bule (buitenlander) niets te halen viel. Het was wel lachen dat nadat ze bij mij bot hadden gevangen in het Indonesisch tegen Lyka begonnen te kakelen. En de kleine haalde gewoon haar schouders op en liep langzaam door.
Een stukje lopen op goed geluk richting de kleine groep hotels die op mijn GPS vermeld werden. De eerste de beste was ook meteen raak! Het Grand Hotel is recent overgenomen door de “Dafam Hotel Group” en bevind zich midden in een ingrijpende metamorfose. Een renovatie die zijn weerga niet kent en terwijl de verbouwing in volle gang is gaat de verhuur van de nog beschikbare kamers gewoon door. Een gedateerde standaard kamer in een drie sterren hotel voor Rp. 150.000 (€ 12,04) kan je natuurlijk niet aan je voorbij laten gaan! En er is zelfs een zwembad!
Na de betaling vroeg de receptioniste hoe laat we het ontbijt geserveerd wilden hebben. Ook nog inclusief een ontbijt, dat was helemaal een koopje. En het ontbijt wordt ook nog op de kamer geserveerd omdat het restaurant nog niet open is. Het verblijf in Cilacap zal zeker onvergetelijk zijn.

Na een paar uurtjes rust gingen we op zoek naar het “Papa Ron’s Pizza” restaurant. En dat was maar goed ook want we zagen onderweg geen enkel restaurant waar we zouden kunnen of willen eten. Een vergeten stad met meer dan 200.000 inwoners. Toeristen zijn hier net zo zeldzaam als ijsberen in de Sahara.
De pizza’s smaakte uitstekend en wij waren klaar voor de nacht.

Om iets over acht deed ik het licht uit. Deze verplaatsing zat er op en mijn slechte gevoel was helemaal verdwenen. Soms heb ik gewoon iemand of iets nodig om me over het dode punt te trekken! Morgen gaan we het enige bezienswaardige punt van deze slaperige stad bezoeken.
Copyright/Disclaimer