Auckland (Lantana Lodge), 17 januari 2010
Na twee mislukte pogingen om het eiland “Rangitoto“ in de baai van Auckland te bezoeken heb ik de brui er maar aangegeven. De de anderhalve fles witte wijn en twee grote glazen bier hebben goed hun werk gedaan en sliep ik lekker uit! Ik had een rustige dag in mijn gedachten en dat zou het ook worden.
Een grappige klungelige Spanjaard die je meteen aan Manuel uit “Fawlty Towers” deed denken was gisteren in het hostel aangekomen. Zijn aanwezigheid was overduidelijk, van vreemde hilarische uitspraken in het Engels tot het, natuurlijk per ongeluk, omstoten van de meest uiteenlopende zaken in de keuken. Inclusief het klungelige opruimen van de rotzooi.
“Juli”, was zijn naam en vandaag had hij weinig te doen. Tijdens het aanhoren van zijn plannen voor Nieuw Zeeland had ik een beetje medelijden gekregen en nadat ik mezelf over mijn hart had gestreken nam ik hem maar mee de stad in. Doelloos rondslenteren door de winkelstraten van Auckland was het doel van deze zondagmiddag.
Even terug naar “Juli”. Hij was van plan om een kamper te kopen en dan acht maanden door Nieuw Zeeland te trekken. Een plan dat zeker goed mogelijk is en ook een moedig plan voor een jongen van vierentwintig. Alleen het antwoord op mijn vraag hoeveel geld hij gespaard had stemde me treurig. Hij had iets meer dan vierduizend Euro op zijn rekening staan! En het gemak waarmee hij de bus in stapte, zes keer per dag á nz$ 2,-, voorspelde weinig goeds.
Onderweg kletsten we op drieëndertig toeren zodat hij het Engels goed tot zich kon laten doordringen. Af en toe kwam ook zijn kleine woordenboek te voorschijn. Nadat ik hem langzaam had voorgerekend dat hij ongeveer € 16,- (nz$31,-) per dag had te besteden begon het ook bij hem door te dringen dat het maar net genoeg was om voor de hostels te betalen. Zijn antwoord was onzeker maar ook meteen zelfverzekerd. “Hij zou onderweg wel werken!” Wat hij ging doen wist hij nog niet. Zijn problemen bleken alleen maar veel groter, hij had namelijk maar een visum voor drie maanden.
Ik gaf hem wat raad over het reizen in het algemeen en zo kwam er een einde aan een plezierige middag. We moesten terug naar het hostel en hij wilde met de bus terug gaan. Ik had daar geen probleem mee maar ik zelf zou gaan lopen. Ik moest namelijk nog ontbijt voor morgen en een fles witte wijn voor vanavond kopen. Met een lichte tegenzin liep hij met me mee terug. Onafgebroken spuide hij de meest ,onmogelijke, oplossingen voor zijn probleem. Hij dacht er in ieder geval wel over na!
Mijn geplande Take-away noedels met groenten werden omgewisseld voor “Fish and Chips”. Na het eten had ik nog een leuk gesprek met een medebewoonster van het hostel. Toen mijn fles wijn burgermeester was gemaakt zocht ik mijn bedje op. Morgen zou een gemakkelijke maar toch een vermoeiende dag worden. Twaalf uur in de trein van Auckland naar Wellington.