zaterdag 23 januari 2010

Nieuw Zeeland, van het ene uiterste naar het andere uiterste

Oamaru (Empire Hotel Backpackers), 23 januari 2010

De regen ging deze ochtend rustig door, waarschijnlijk had het de hele nacht onafgebroken geregend. Het was een vreemde regen! Een natte, vochtige, wind die soms de straten niet eens nat maakte. Op andere momenten kwam het met bakken uit de hemel zoals we dat in Nederland gewend zijn.
Na het ontbijt en met een lunchpakket op de stoel van de bijrijder begon ik voorzichtig aan het tweede hoofdstuk van mijn reis. De auto zal nu tot het einde van mijn reis door Nieuw Zeeland bij me blijven. Ik was niet bang maar wel zenuwachtig, op een paar rustige buitenwegen wilde ik eerst wennen aan de kleine witte Nissan, het was een model dat we in Nederland niet kennen maar hier in Azië/Oceanië overal te vinden is.
“Autorijden is net als fietsen!”
“Je verleerd het nooit!”
Na een half uur zat ik al met de hits van de jaren zeventig en tachtig radio mee te zingen en voelde me op mijn gemak in de kleine auto. Nu ging ik dus echt op weg naar Oamaru, mijn eerste slaapplaats van deze reis.
De regen bleef maar neerdalen en dat maakte dat het geen enkele zin had om foto’s te schieten. Het landschap was oer Nederlands. Zo vlak als een pannenkoek met hier en daar een paar koeien of schapen. Alleen de sloten in de weilanden ontbraken om het neerdalende regenwater af te voeren.
Na een paar uur veranderde het landschap en het ging via een licht glooiend West-Brabant naar de Limburgse heuvels. Het vlakke gedeelte rond Christchurch is een zeer vruchtbare vlakte waar veel landbouw wordt uitgeoefend maar het is niet één van de meest opwindende landschappen.
En zo reed ik rond vier uur de nederzetting van Oamaru binnen. Een slaperig klein stadje met veel dicht gekalkte winkelramen met schreeuwerige borden “For Rent” er achter. De recessie heeft ook hier in Nieuw Zeeland veel slachtoffers gemaakt.

Het hostel, “Swaggers Backpackers, 25 Wansbeck St, Oamaru”, was snel gevonden maar dat was geen leuke ervaring! Eerst was er niemand aanwezig en je moest zelf maar je weg vinden. Voor een moment dacht ik aan mijn leuke verblijf in Gerringong (Australië) bijna twaalf jaar geleden. Ik kan het zelf moeilijk geloven dat het alweer zo lang geleden is! De eerste ontmoeting met de vrouw des huizes, Agra genaamd, was geen aangename. De eerste opmerking van haar ging over mijn auto op de oprit en de tweede was direct gericht op mijn persoon. En dat terwijl ik me niet kan herinneren dat ik haar ooit heb ontmoeten.
“ik kan zo’n oude man niet bij jonge meisjes op de kamer plaatsen!”, sprak ze vol overtuiging.
En dat terwijl ik zelf dacht dat ze nog veel ouder dan ik was. Haar geblondeerde haar en diepe rimpels deden haar leeftijd in ieder geval geen goed. Misschien had ze wel een zwaar leven achter de rug? Bij het inchecken overhandigde ik haar een kaartje en maakte haar gedrag alleen maar erger! Nu was ik niet alleen meer een oude vieze man maar de vermelding van “Couchsurfing” en “Facebook” gaf haar ook nog, voor de één of andere onduidelijke reden, de indruk dat ik alles voor niets wilde! Ik werd afgesnauwd als een klein kind.
Voorzichtig vroeg ik, “Is er misschien ook draadloos internet aanwezig?”
Kortaf antwoordde ze, “Tien dollar!”
Er werd niet vermeld voor hoe lang.
Mijn volgende vraag, “heeft u misschien een handdoek?”, nog niet eens zo’n vreemde vraag, werd beantwoord met een levensles!
“Niets is het leven is voor niets!”
“Als je goedkoop en gratis onderweg wil zijn dan ben je hier aan het verkeerde adres!”
“Wij zijn één van de goedkoopste hostels, “Swaggers Backpackers”, en voor alles wat je extra wil moet je betalen!”
Ik schrok hier zelfs een beetje van want zo grof en onbeschoft heb ik het in tien jaar reizen nog nooit meegemaakt. Ik dacht zelfs voor een moment dat ik voor het koken nog extra moet betalen. Eenmaal voorzichtig laten doorschemeren dat ik best voor een handdoek wilde betalen veranderde de zaak.
Binnen dertig seconden lag er een schone handdoek op de bank vergezeld met de koele zakelijke mededeling, “Two Dollar.”
Dat is een heel normale prijs die ik graag betaal. Ik heb er nu eenmaal een hekel aan om met een stinkende vochtige handdoek in mijn rugzak rond te reizen. Ik herinner me nog goed dat Kris met zo’n ding rondreisde die rook als een hond na een lange wandeling in de regen.
“De soep wordt niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend”, zal ik maar denken.
Voor mij maakt het weinig uit want morgen ben ik toch het grootste gedeelte van de dag onderweg en misschien draait ze nog wel een beetje bij? Maar het is steekt toch wel schril af tegen mijn fantastische drie dagen in het “Jailhouse” in Christchurch.

(Vergeet niet dat mijn ervaring maar een momentopname is! Ik zal nooit bewust en/of opzettelijk negatieve reclame publiceren over een restaurant, hotel of hostel. Maar het is mijn eigen, persoonlijke, ervaring die ik zo goed en eerlijk mogelijk heb beschreven.)

Tijdens de wandeling door het stadje bleef het maar in mijn kop spoken. Het voelde niet goed aan en mijn eetlust was meteen ook verdwenen. Ik had niet eens zin om een wijntje te drinken. Mijn dag was helemaal verpest.

Terwijl ik door de straten dwaalde zag ik een ander hostel dat er ook vanbinnen heel vriendelijk uitzag. Nadat ik had geïnformeerd naar de kamer kon het me ook geen lor meer schelen. Er was een kamer voor twee nachten.

Overtuigd van mijn gelijk ging ik mijn spullen ophalen in de “Swaggers Backpackers”. Het Duitse meisje dat gelijk met mij was binnen gekomen was er ook nog stil van. Ze bevestigde het onbeschaafde gedrag van de oude dame, ze kon het ook niet begrijpen waarom ze zo tegen mij had gedaan. In stilte verliet ik me mijn rugzak de “Swaggers Backpackers”, ik wilde niet eens mijn geld terugvragen omdat ik toch het idee had dat het voor niets zou zijn.
Even later parkeerde ik mijn auto op de parkeerplaats achter mijn nieuwe slaapplaats. Er was een enorme last van me afgevallen en met een enorme trek werkte ik de kerrie met rijst naar binnen, natuurlijk met een glaasje wijn in de hand. Ik kan er wel om lachen nu, het kost een paar centen maar het is wel weer een unieke ervaring.

Later op de avond hoorde ik nog van andere rugzaktoeristen dat ze zulke verhalen over de “Swaggers Backpackers” al meer hadden gehoord.



Copyright/Disclaimer