vrijdag 2 februari 2024
Japan: Konnichiwa Osaka
Osaka (Cote House) 408), vrijdag 2 februari 2024
Het is moeilijk het exacte punt te bepalen waar ons reisverhaal van gisteren is overgegaan in het reisverhaal voor vandaag. We hebben heel weinig geslapen dus hou ik het maar op het punt dat we het vliegtuig in Manilla hebben verlaten om aan onze vijf en een half uur wachten te beginnen. Het is kwart over drie in de nacht en wij zijn heel erg moe!
We zoeken een plaatsje, met redelijke comfortabele stoelen, in Terminal 1 van het “Ninoy Aquino International Airport”. Een saaie luchthaven in de nacht omdat bijna alles is gesloten. We weten dat koffie je wakker houd maar het is het enige dat ik eigenlijk wil drinken en Lyka kiest voor een cappuccino. Daar zitten we dan! Ik leg de hand aan mijn laatste reisverhaal en Lyka speelt wat op haar telefoon omdat iedere passagier/bezoeker twee uur gratis internet krijgt. Van slapen komt er deze nacht dus helemaal niets.
De minuten kruipen voorbij en wanneer ik te moe ben om te schrijven blijkt dat ik ook te moe ben om te lezen. Ik registreer de woorden op mijn e-reader afzonderlijk maar in mijn hoofd kan ik er geen samenhangende zin of verhaal van maken. Daar stop ik dus ook maar snel mee en sluit mijn ogen. Voor mijn gevoel zit ik te knikkebollen maar volgens mijn horloge is het een aaneengesloten reeks hazenslaapjes.
Zodra de komst van het daglicht de nieuwe dag aankondigt schakelt er ook iets in mijn hoofd om en mijn lichaam voelt meteen anders aan door het bioritme van dag en nacht. Het is al veel onderzocht maar voor mij staat het als een paal boven water dat een menselijk lichaam anders functioneert in het daglicht. Je hebt niet voor niets dag- en nachtmensen. Daarom wil ik ook nog steeds graag een keer naar het hoge noorden om boven de noordpoolcirkel de eeuwige nacht en de eeuwige dag te zien en vooral ook om het te lichamelijk voelen.
We verkassen naar gate 15 en wachten tot er word aangegeven dat onze vlucht hiervandaan gaat vertrekken. Nog tweeënhalf uur wachten! Tijdens het bezoek aan het toilet ontdek ik dat onze vlucht naar gate 7 is verplaatst. Er lijkt geen einde aan aan het wachten te komen. Gelukkig is gate 7 niet al te ver weg maar wij zitten ondertussen al op de derde plaats van deze overstap te wachten.
Zodra het personeel zich laat zien die het aan boord gaan van de passagiers in goede banen moet leiden laat ik er geen gras over groeien. Ik moet er erg vermoeid uitzien want zonder enige moeite te hoeven doen kunnen we ook bij deze laatste etappe op weg naar Osaka als eerste aan boord van de Airbus A321-200. Niet het kleinste vliegtuig maar wel een vliegtuig voor de kortere afstanden zonder een amusement systeem in de stoel voor je. Niet dat dat voor ons wat uitmaakt.
Zodra we onze plaatsen hebben ingenomen probeer ik weer te slapen. Tevergeefs! Lyka kruipt tegen me aan en spint binnen de kortste tijd als een volwassen kat. Fijn voor haar, zij heeft haar slaap heel hard nodig en zoals elke Aziaat krijgt ze die ook heel gemakkelijk. ‘Aziaten kunnen overal en altijd slapen’, dat is mijn persoonlijke ervaring.
Omdat ik de maaltijd gisteren in het vliegtuig heb overgeslagen knort mijn maag als een wild dier. De geurslierten van de opwarmende maaltijden trekken door de cabine en mijn maag begint nog harder te knorren en mijn mond loopt vol met speeksel. Eerst worden de speciaal aangevraagde maaltijden uitgeserveerd en het blijkt dat er heel veel moslims aan boord zijn. Mag ik dat opmerkelijk vinden? Zijn dat allemaal toeristen of zit er ook een groot contingent buitenlandse arbeiders tussen? Ik zal het nooit weten.
Drie stewardessen met de trolleys passeren mij en ik maak meteen Lyka wakker zodat ze enige tijd heeft tussen het ontwaken en het ontbijt. Ontbijt? Jammer, gewoon kip met rijst en varkensvlees met pasta. Het blijken dus populaire gerechten aan boord van Philippine Airlines. Een omelet met een worstje en wat gebakken aardappelen zou lekkerder zijn geweest maar in dit geval komt de oude rugzakartiest weer in mij boven. Je moet nu eenmaal eten wat er voor je neer wordt gezet want je weet nooit wanneer je weer kan eten. Gelukkig smaakt het goed en nadat mijn lege dienblad, en het schattige bento-achtige dienblad, is opgehaald laat ik mijn Toronto koffiebeker tot de rand volgieten met zwarte koffie. Mijn vermoeidheid blijft door mijn geest onderdrukt en de cafeïne helpt daarbij een handje.
Eenmaal boven Japan zien we besneeuwde bergtoppen en op dat moment beseffen we beiden dat we in een heel andere wereld en heel ander klimaat terecht zullen komen. De middagtemperaturen van ruim boven de dertig graden worden omgewisseld voor temperaturen van net boven de tien graden in de middag. Daar zitten dus twintig hele graden Celsius tussen. Schoenen in plaats van sandalen en de fleece, met windjack, in plaats van katoenen shirts met korte mouwen. De korte broek blijft vanzelfsprekend gehandhaafd, ik heb niets anders.
We landen ruim op tijd, of veel te vroeg, het is maar met hoe je het wil noemen, en dat heeft tot gevolg dat onze gate op het “Kansai International Airport”nog niet beschikbaar is. Dus we moeten ruim een half uur wachten voordat de slurf wordt aangekoppeld en de passagiers ons vliegtuig kunnen verlaten.
“Kansai International Airport” is gebouwd op een kunstmatige eiland midden in de “Baai van Osaka” door een Nederlandse baggermaatschappij. Het is het ultieme voorbeeld voor het nieuwe Schiphol op een eiland in de Noordzee! Helaas denkt de politiek hier anders over want de Apenheul in Ter Apel is veel belangrijker. Net als een Noordzee vol met lelijke windturbines.
Eenmaal door de immigratie en de douane, met vier koffers op een trolley, neem ik het zekere voor het onzeker en ga op zoek naar een wereldberoemd Japans toilet. Het rommelt weer in mijn darmen na al dat onregelmatig eten. En ja, het is echt waar, je gaat zitten op een voorverwarmde toiletbril met naast je een schakelpaneel met knoppen die vergezelt gaan met Japanse tekens. Is er angst? Geen enkele! De nood is hoog en er hangt ook een rol toiletpapier dat zo dun is dat je de krant erdoor kunt lezen.
Ik bestudeer uitgebreid de symbolen op de knoppen en kom snel tot de conclusie op welke knop ik moet drukken om mijn anus te laten schoonspoelen. Lachen man! Na een hoop gezoem en mechanische geluiden kietelt een warme waterstraal aan mijn kontgaatje. Dat is wel heel wat anders dan het waterkanon op kamertemperatuur dat we in Thailand gewend zijn! Ik heb gevonden hoe ik de waterstraal moest starten maar hoe laat ik die waterstraal weer stoppen?
Vanzelfsprekend heeft de Japanse bedenker een knop om te stoppen ingebouwd maar ook een timer als fail-safe voor het geval de stroom warm water niet door de gebruiker van het toilet wordt stopgezet. Ik kies voor de laatste optie en blijf gewoon zitten tot het zoemen en de mechanische geluiden opnieuw beginnen als teken dat het spoelprogramma is doorlopen. Het toiletpapier wordt alleen maar gebruikt om de sproeiplaats droog te deppen.
Lyka staat geduldig op me wachten met een gezicht van: Waar blijf je zolang?
Mijn opluchting zal ook zichtbaar zijn geweest want ze zwijgt terwijl we op zoek gaan naar een Pin-Automaat voor onze eerste Japanse bankbiljetten. Er komen zes knisperende briefjes van 10.000 yen uit de gleuf. Later kijk ik wel welke omrekenkoers er is berekend! We hebben nu eenmaal contant geld nodig.
Onze tweede missie na aankomst is een toeristen simkaart voor 30 dagen. In Japan kun je als toerist alleen maar een speciale simkaart voor toeristen kopen. Voor een andere kaart moet je een geregistreerde inwoner zijn van Japan. Dat blijkt moeilijker dan ik had verwacht. Of de specifieke simkaart die ik zoek is niet verkrijgbaar of de simkaart is schreeuwend duur. Zes euro per dag, € 168,- voor onze verblijf in Japan, mag ik met gerust hart erg duur noemen? Onverrichter zaken maar ook een beetje teleurgesteld verlaten we de aankomsthal.
Nu gaan we op weg naar het treinstation vanwaar we naar de stad Osaka moeten zien te komen. Ik heb geen enkel idee welke trein en/of metro we moeten nemen dus de eerste puzzel dient zich aan zodra we in de grote hal vol met machines komen die treinkaartjes uitspugen. Zonder een werkend internet is het zoeken met Google ook uitgesloten. Een groot blauw bord met een witte cirkel met een grote witte “i” er in is internationaal duidelijk, hier is de informatie. Lyka blijft midden in de grote hal van het treinstation met de vier koffers achter.
Ik kijk zoekend en vragend om me heen en een dame buigt en wenkt in mijn richting. Om me heen staan geen andere mensen dus ik neem aan dat het voor mij is. Wanneer ik niet meteen reageer bukt de dame nog een keer en wenkt opnieuw in mijn richting. Schoorvoetend beweeg ik me richting de informatiebalie. Efficiënt als de Japanners bekend staan heb ik binnen enkele minuten twee treinkaartjes voor 970 yen voor de Airport-Express naar het Namba treinstation in Osaka.
Ik neem buigend afscheid van de dame in de wetenschap dat we op het Namba treinstation op zoeken moeten naar de roze metro en dat de korte rit naar het “Sakuragawa metrostation” ons 190 yen per persoon zal kosten. Vanuit de trein zien we het landschap buiten langzaam veranderen. Dit is Japan en de beelden die onze netvliezen raken zijn met geen ander land in de wereld te vergelijken. Japan heeft geen dubbelganger!
Ook in het metrostation van Namba heb ik al snel de benodigde kaartjes naar het “Sakuragawa metrostation” gekocht zei het met enige hulp van een beambte van de metro. Bij het passeren van de poortjes gaat het helaas fout. Door mijn geklungel met de twee koffers ben ik niet snel genoeg om het kaartje aan de achterkant van het poortje uit te nemen waardoor het wordt terug getrokken en ingeslikt door de automaat en wij verbouwereerd achterblijven.
De oplettende verantwoordelijke beambte van de metro ziet de twee toeristen niet voor het eerst stuntelen waarna hij snel in actie komt om ons te helpen. Buigen en even later ligt het ingeslikte kaartje voor de metro weer in mijn handpalm. Nog een keer buigen en verder gaan we. Het is de eerste halte en zodra we de trein hebben verlaten, en voor de lift van uitgang vijf staan, kunnen we opgelucht ademhalen omdat we voor de eerste grote test is Osaka zijn geslaagd.
Met de lift van uitgang 5 omhoog, rechtsaf en meteen weer rechtsaf de onderdoorgang in, aan het einde van de onderdoorgang linksaf en we staan voor het “Cote House”, onze verblijfplaats voor de komende vier weken. We worden opgewacht door een meer dan vriendelijke man die van alles in redelijk Engels aan ons uitlegt dat ook op een informatiekaart staat die we krijgen aangereikt. Onze kamer is knus en gezellig, dat is belangrijk. Misschien krijgen we volgende week een grotere kamer maar zijn het er meteen over eens dat we dit ook een heerlijke kamer vinden.
Nadat we eerst de meest benodigde spullen uit de koffers hebben gehaald en de boel in de kamer op orde hebben gemaakt, en de koffers een plaatsje hebben gegeven, gaan we snel weer op pad om de eerste indrukken van de buurt te krijgen. We moeten nu eenmaal eten omdat het de afgelopen twee dagen niet al teveel is geweest. Voordat we vertrekken moet ik eerst weer gaan zitten omdat mijn spijsvertering weer stevig in de war is. Het zal de komende dagen wel weer beter worden, tenminste, dat mag ik hopen. Ik ben ondertussen al bekend met de Japanse Wc-bril zodat die geen verrassing meer voor me is.
Bij de 7-11 direct om de hoek van de onderdoorgang wordt als eerste het bier menu, inclusief de prijzen, gecontroleerd. Alle bekende Japanse biermerken zijn voorradig en aangevuld met Japanse biermerken waar ik nog nooit van heb gehoord. De prijzen liggen rond de € 1,75 voor een halve liter bier in blik dus dat gaan we zeker wel overleven dit bezoek aan Osaka in Japan.
Moderne architectuur komen we overal tegen. Osaka is op het eerste gezicht geen mooie stad maar zeker ook geen lelijke stad. Het valt wel meteen op hoe stil en schoon het hier midden in de stad is. Iedereen werkt? In een glazen wand zie ik een gele M gespiegeld en we twijfelen geen moment om de trappen af te dalen naar de kelder. Dat is niets bijzonders omdat onroerend goed in Japan zo duur is dat ook alle kelders voor commerciële doeleinden worden gebruikt.
Onze eerste maaltijd in Japan is natuurlijk geen hamburger van de gouden bogen, maar een Japanse Spaghetti in een klein restaurant naast het hamburger restaurant. Ik kies voor de klassieke tomatensaus en Lyka voor de spinazie met bacon. Het is heerlijk hoewel ik wel het (knoflook)brood mis. De Parmezaanse kaas maakt daartegen weer veel goed. Voor nog geen dertien euro hebben we samen heerlijk gegeten. We hebben echt het gevoel in Japan te zijn. Het ‘Hai’ klinkt veelvuldig en de mensen zijn vriendelijk en zeer beschaafd. Iets dat het westen heeft verloren in de bouw van een multiculturele samenleving! Een vreemdeling zal ook zijn/haar slechte gewoontes meebrengen, een vos verliest wel zijn staart maar nooit zijn streken.
Op de terugweg naar het “Cote House” koop ik vier blikken bier bij de 7-11 om van te genieten terwijl ik onze ervaringen van vandaag en gisteren digitaal ga vastleggen. Het is pas kwart over zes en we zijn vol, voldaan en zeer vermoeid. Het schrijven lukt me van geen kanten en ik ben te moe om van het bier te genieten. Twee blikken is op deze eerste avond meer dan voldoende! Om negen uur gaat het licht uit. Het is fris in de kamer maar daardoor zullen we zeker goed slapen onder het dikken donzen dekbed. Ik heb de verwarming nog niet kunnen vinden dus morgen moet ik maar eens op onderzoek uit. Morgen is ook de echte kennismaking met Osaka! Welterusten.
Meer verhalen over:
2024 Japan,
Japan