woensdag 14 februari 2024
Japan: Daruma poppetjes
Osaka (Cote House) 406), woensdag 14 februari 2024
Terwijl ik de eerste woorden op mijn beeldscherm laat verschijnen zie ik in “Adobe Lightroom” dat ik nog ruim vijftig foto’s van dit enorme tempelcomplex heb klaarstaan voor deze publicatie. Daarom staat er ook weer onder dit verhaal de link naar het fotoalbum met alle foto’s van onze reis naar Japan in 2024. Wellicht interessant om daar eens alle foto’s, ook de niet in de verhalen gebruikte foto’s, te gaan bekijken?
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Katsuō-ji (勝尾寺, Katsuō-ji) is een boeddhistische tempel in de stad Minō, ten noorden van Osaka, Japan.
Volgens een Engelstalige brochure die in de tempel werd uitgedeeld, werd de site laat in de Nara-periode voor het eerst bezet door twee priesters, Zenchū en Zensan. De Miroku-ji-tempel werd opgericht in 765 AD. De naam "Katsuō-ji" werd gegeven door keizer Seiwa. De tempel werd in 1184 AD verwoest door een brand. De huidige Grote Zaal en Tempelpoort werden herbouwd door Hideyori Toyotomi. Katsuō-ji is de 23e tempel in de Kansai Kannon Pilgrimage.
Direct nadat we de vijfhonderd yen voor de toegang hebben betaald voor het bezoek aan de tempel staan we aan de rand van de enorme vijver en zien we de eerste Daruma poppetjes die door de bezoekers zijn achtergelaten. De poppetjes zijn de achtergebleven materiële sporen van de wensen die op een papiertje zijn geschreven en aan een touwtje bij een tempel of altaar zijn achtergelaten.
Na het paviljoen in de vijver gaan we verder naar de belangrijkere gebouwen op het tempel terrein. We hebben tijdens de eerste stappen over het tempel terrein al honderden Daruma poppetjes gezien en vragen ons af of deze poppetjes in Nederland, en de rest van het overlopen Europa, ook onaangeroerd op hun plaats zouden blijven staan.
Bovenaan een stenen trap omringt door stenen lantaarns aan de voet komen we bij de “Duobao Pagode”. Gelukkig is het hier opvallend rustig. De enorme mensenmassa die we enkele dagen geleden in Nara hebben gezien heeft deze tempel waarschijnlijk nog niet ontdekt. De rust maakt ons bezoek nog intenser en indrukwekkender.
Naast de “Duobao Pagode” begint de Daruma poppetjes parade. Poppen zo ver het oog strekt van enkele centimeter hoog tot groter dan een basketbal. Grote wensen en kleine wensen, ieder mens heeft zijn eigen wens!
Boven aan de trappen ben ik dan wel weer verbaasd dat er ook traditionele plankjes aan houten schuttingen hangen. Ik heb nergens de Japanse naam of waarom de plankjes er hangen kunnen vinden. Er zegt iets in mij dat deze zeer eenvoudige houten bordjes boodschappen zijn aan de familie en vrienden in het hiernamaals. Ik zal daar nog eens verder na zoeken.
Er is een soort van route uitgezet over het enorme tempel terrein. We volgen stapvoets de route en blijven ons verbazen over wat we allemaal zien. Zo belandden we bij een groep tempels op een hoger gelegen plateau waarvan de grootste, de rode “Katsuō-ji”, de belangrijkste is. Dit is de tempel die haar naam geeft aan dit gebied.
Overal zien we de kleine rode Daruma poppetjes maar het bevreemd ons zeer dat we ze nergens kunnen kopen. Waar komen die lieflijke rode poppetjes dan toch vandaan? In de “Chinjudo” staan de poppetjes zij aan zij in kleine vakjes die wij lang geleden in Nederland ook aan de muur hadden hangen. Letterbakken gevuld met kleine prullaria hingen in de begin jaren tachtig aan de muur in bijna elk huis in Nederland.
Zelf ben ik druk met de kleinere, en niet minder belangrijke, “Daishido” tempel. Boeddha’s, discipelen en monniken in alle denkbare vormen en uitvoeringen. Lyka is al in geen velden en wegen meer te bekennen. Ze gaat helemaal op in het fotograferen van de kleine rode poppetjes en de ontluikende pruimenbloesem.
Het rood dat in de Japanse tempels voor de gebouwen en de poorten wordt gebruikt is natuurlijk een zeer herkenbare kleur. Een vloedgolf van het vuurrood, zoals bij de opkomende of ondergaande zon, overspoelt je geest en je inbeelding. Het is overal vuurrood om je heen en het straalt een innerlijke warmte uit! Zelfs de Japanse vlag bevat een vuurrode zon.
Terwijl Lyka een stuk verder bezig is met de poppetjes ontdek ik dat er bij de receptie tegenover de “Katsuō-ji” de poppetjes worden verkocht. Ik kan het natuurlijk niet laten om er niet een maar twee kopen. Helaas zijn de gouden exemplaren uitverkocht dus worden het twee rode poppetjes. Ik doe een wilde greep in een grote mand en reken ze af. Ik moet verder want ik heb Lyka al een tijdje niet meer gezien.
Op weg naar de “Tahoto” tempel passeer ik een groep stenen altaren en kleine pagodes die deze keer de vuurrode gloed van de poppetjes overtreft. Er is nog steeds geen spoortje van Lyka te bekennen dus volg ik de route die Lyka ongetwijfeld ook volgt weer verder naar de “Tahoto”.
De betovering die deze kleine tempel uitstraalt komt ook door de bergachtige omgeving en de uitbundig stralende zon, een god in veel religies en filosofieën. Mijn hoofd begint over te lopen en dat komt niet door long-covid! Ik heb vandaag alweer zoveel gezien dat ik met honderd procent zekerheid kan zeggen dat er een enorme achterstand gaat komen met het publiceren van onze avonturen. Het zijn gewoonweg teveel foto’s en teveel indrukken om die op een avond, gevolgd door een drukke ochtend, te verwerken. Dit is genoeg materiaal voor uren werken en verwerken!
En daar is ze dan eindelijk, met blosjes op de wangen van de inspanning en de opwinding. Wat ben ik blij dat ze het ook naar haar zin heeft want dat is niet altijd vanzelfsprekend. Ik kan me genoeg dagen herinneren dat ze klaagde wanneer we weer een tempel, een museum of een ander monument gingen bezoeken. En dan gebeurt er waar ik op heb gehoopt en het eerlijk gezegd ook had verwacht.
‘Kul, ik heb nergens gezien waar je de rode poppetjes kan kopen!’
‘ Ik ook niet!’, antwoord ik terwijl ik mijn rechterhand op mijn zijtas leg met daarin de twee poppetjes.
‘Kul, ik wil een poppetje! We moeten kijken waar we die kunnen kopen!’
‘Kul, wij zijn reizigers die weinig thuis zijn en onmogelijk souvenirs mee kunnen slepen!’
Ik zie teleurstelling in haar ogen en zij ziet sterretjes van ondeugd schitteren in mijn ogen.
‘Wat is er kul?’
‘Niks! Hoezo?’
Ik zie haar aftastend kijken en ze weet het, ik zie het! Ik haal de twee poppetjes tevoorschijn en zelden heb ik haar blijer gezien als met die twee Daruma poppetjes.
We vervolgen onze weg richting de uitgang en lopen langs de andere kant van de vijver naar het poortgebouw waar we wat willen drinken en misschien zelfs wel een instant noedels eten. Op het moment dat je denkt dat je het vandaag wel allemaal gezien hebt sta je voor een tafel vol met de poppetjes gemaakt van LEGO blokjes. LEGO blokjes zijn in Japan bijna een religie op zichzelf. Alles wat bekend, heilig of beroemd is in Japan is er ook nagemaakt, of beter gezegd uitgevoerd, in de wereldberoemde LEGO blokjes.
Vanaf de tafel waar we genieten van een flesje warme groene thee en een matcha ijsje zien we nog iets wat we als afsluiting van ons bezoek aan de “Katsuō-ji” tempel zeker moeten doen. Hoe georganiseerd zijn die Japanners nu echt? Nou, eenvoudig gezegd, heel erg georganiseerd! Er staat een speciaal statief voor mobiele telefoons zodat iedereen deze foto kan maken, zelfs wanneer je alleen bent en niemand anders wil lastig vallen.
Nog nagenietend en nagloeiend lopen we de zelfde weg weer terug naar het treinstation van Minō, alleen deze keer bergafwaarts. En dat kan zwaarder zijn dan bergopwaarts, geloof het of niet!
Het was een lange en vermoeiende dag vandaag, achttien onvergetelijke kilometers door de beboste heuvels ten noorden van Osaka. Bij hoge uitzondering hebben we vandaag een souvenir gekocht dat we niet op de koelkast kunnen plakken. We hebben twee iconische Daruma poppetjes gekocht voor wanneer we weer in Nederland zijn. Een voor in de boekenkast en een voor in de camper.
De terugreis met de trein en de metro gaat niet helemaal zoals het hoort! Op de treinkaartjes automaat in Minō was er geen mogelijkheid om de Engelse taal te kiezen. Het was dus raden naar de juiste volgorde van de knoppen op het beeldscherm. Een keer fout drukken en er verschijnen twee kaartjes van 170 yen uit de automaat. Dat is 110 yen per persoon te weinig.
Dat probleem is snel opgelost op het station van onze bestemming. Gewoon 110 yen per kaartje bijbetalen en je kan doorlopen door het openstaande poortje. Zwartrijders? De eerste zwartrijder in het openbaar vervoer moet in Japan volgens mij nog geboren worden! Verantwoordelijkheidsgevoel zit in ontwikkelde samenlevingen helemaal tussen de oren van de geciviliseerde mens.
Na een korte rust en een verschonende douche is het alweer tijd om te gaan eten. Het is vanavond weer eens tijd voor een overheerlijke Japanse kerrie bij “het CoCo Ichibanya” restaurant met een ijskoud biertje ernaast. Dit is fastfood Japanse stijl en ondertussen zijn we ons er van bewust dat zelfs fastfood in Japan met liefde word bereid en geserveerd. De ingrediënten zijn vers en wat er van word bereid is gezond en vol met vitamines. Het smaakte ons uitstekend zoals gewoonlijk.
Op de terugweg van het CoCo Ichibanya restaurant zijn mijn gedachten nog steeds in de “Katsuō-ji” tempel maar dat betekend niet dat mijn zintuigen zijn gestopt met het registreren van de wereld om mij heen. Een vreemd logo voor een kledingwinkel?
Woorden schieten te kort over wat we vandaag allemaal zien. Voor de tweede keer in het bestaan van “Travels and Troubles”, beiden hier in Japan 2024, overschrijdt ik de maximale lengte van een document voor een reisverhaal. Ik maak in Pages een nieuw document aan met een lengte van 4.500 millimeter, dat is vier en een halve meter! Japan is uniek en fotogeniek! Maar de belangrijkste les voor vandaag is dat ik geen verhalen meer in elkaar ga drukken, ik ga ze voortaan gewoon splitsen. Tot morgen!
Meer verhalen over:
2024 Japan,
Japan