De liefde heeft niet lang geduurd! Twee dagen werden aaneengeregen en nu ben ik een dag te vroeg in Nan. Laat ik maar beginnen bij het begin!
Om precies zes uur liet de wekker weer van zich horen en de iPhone die om vier uur, toen ik naar het toilet ging, nog helemaal opgeladen was is nu leeg. Ook de laadindicator lichtjes van de batterijen, die om vier uur ook helemaal vol waren, knipperden alsof ik de lader net had aangezet. Vreemd? Eerst een koffie en dan pakken. Het is maar 229 Km vandaag dus we hebben een rustige dag voor de boeg.
In de aangrenzende cabine is het opvallend stil voor iemand die, volgens zijn eigen zeggen, maar vier uur per nacht slaapt. Ik hou me maar stil bij het inpakken want de uitbarsting van Nick gisteren zit me ook deze ochtend nog wel een beetje dwars. Een tweede kop koffie en ik ben klaar!
Ik zit in mijn eentje op de treden van de veranda voor onze cabines in de verte te staren, terwijl de zon achter de bergen de lucht langzaam verlicht, om na te denken over hoe het nu verder gaat. Wanneer draait hij om? Of beter gezegd wanneer gaat weer terug naar huis? Om eerlijk te zijn, het is best leuk om met z’n tweeën onderweg te zijn maar ik heb er ècht geen hekel aan om alleen te rijden. De motor is goed en de kans op mechanische pech lijkt me nul. Dus de kans dat ik hulp van iemand anders nodig heb is nihil.
De telefoon in de gesloten speelt een muziekje en een verwarde Nick antwoord de persoon aan de andere kant van de lijn, het is John. Een moment later zwaait de deur open en een slaapdronken Nick verschijnt op de veranda. De telefoon wordt in mijn handen gedrukt en ik vervolg het gesprek met John. Gisteren heb ik geprobeerd John te bellen omdat ik benieuwd was hoe het met “The English Patient” en de prostituee is afgelopen.
‘Nou, dat wil je niet weten!’, begint John.
‘Gisteren is hij ontslagen uit het ziekenhuis en hij ziet er allerbelabberdst uit. Hij is meer door dan levend! Hij eet wat brood maar hij rilt nog steeds als een riet!’
‘Er is nog een vacature open als cocktailshaker bij het Bangkok Hilton!’, grap ik.
John moet er om lachen als een boer met kiespijn en gaat verder.
‘En zij? Zij is absoluut nutteloos! Ze houdt ‘s morgens haar handen op voor de duizend baht, gaat wat bier kopen, en kijkt geen moment naar hem om terwijl hij toch haar klant is. ‘s Middags is hij uitgegleden in de douche en had een snee in zijn hoofd waar het bloed uit gutste. Dus hebben we hem weer met een motortaxi naar het ziekenhuis moeten brengen. Yoo en ik weten ook niet meer wat we er mee aan moeten!’
‘Schop ze allebei eruit John zodra “The English Patient” weer uit het ziekenhuis wordt ontslagen! Op de bus van Bua Yai naar Khorat en dan verder naar Bangkok Morchit, meer dan dertig bussen per dag!’
John geeft me gelijk en we nemen afscheid. Nick is aan zijn tweede sigaret bezig en wil thee drinken. Ik leg hem uit hoe de spiraal werkt en ga verder met het bevestigen van mijn bagage op de achterkant van de motor. Ik weet niet wat het is maar Nick is op deze tweede ochtend een langzame pakker. Het tegenovergestelde van gisterenochtend. Maar we hebben tijd genoeg vandaag en ik hou maar wijselijk mijn mond om een confrontatie te voorkomen.
Wanneer we dan om half negen eindelijk op pad kunnen moeten we eerst naar het dorp voor benzine. Ik hoor voordat we wegrijden een onsamenhangend verhaal aan over de kwaliteit van de benzine op het Thaise platteland. Vuil in de noodzakelijke vloeistof die de machine zou kunnen ontregelen.
Wegens zijn verhaal en zijn angst leg ik de verantwoordelijkheid bij hem neer, ‘rij maar voorop en waar jij wil tanken gooi ik hem ook vol. Hij is er zichtbaar niet blij mee! Wanneer het nu misgaat is het zijn idee geweest en kan ik niet meer worden aangesproken op de problemen.
Bij het eerste benzinestation vragen ze 62 baht, normaal is het 45 baht, voor een liter en Nick wil dit absoluut niet betalen. Na een kwartier vruchteloos zoeken komen we terug bij het eerste benzinestation. De eigenaar kijkt ons lachend aan. Je hoeft niet gestudeerd te hebben om te begrijpen dat deze man het monopolie in het dorp heeft, daarom kan hij vragen wat hij wil voor een liter van de noodzakelijke brandstof!
Met schade en schande heb ik geleerd dat je onderweg moet nemen wat je hebt en wat er voorhanden is! Je weet namelijk niet wat er om de bocht nog voor je ligt, het kan zijn waar je naar op zoek bent maar er kunnen ook honderden lege kilometers komen!
Bij de plaatselijke kruidenier klaagt hij nog steeds over de prijs voor een liter benzine terwijl ik hem het advies geef om wat snacks in te slaan want je weet nooit wanneer je wat te eten kan vinden.
Alsof hij niet naar mijn verhaal heeft geluisterd zegt hij, ‘Stop maar bij de eerste de beste 7-11 en dan eet ik een tosti of zo?’
Ik haal mijn wenkbrauwen op, stop de oordoppen in mijn oren, trek mijn wollen muts recht en schakel in de eerste versnelling. Ik geniet van de rust en het monotone gebrom van de 197cc eencilinder. Ik zit weer in mijn eigen gedachtenwereld en kijk af en toe in de spiegels of hij nog achter me nog volgt. Het is schitterend weer, het is een tikkeltje fris en de wegen zijn goed.
Na 21 dagen onderweg te zijn verdrink ik nu in de schoonheid van het landschap, de wegen en het ultieme motorrijden door dit landschap. Het moet echt wel heel bijzonder zijn wil mijn mond nog openvallen. Ik moet mezelf dwingen om wat ik zie en voel te waarderen op hun juiste waarde. Dit alles wordt snel zo gewoon! En we rijden maar door.
Tijdens de korte pauze’s verandert de toon van het gesprek. Nick krijgt haast om net zoals Jack in het verleden zo snel mogelijk naar de onbekende bestemming te rijden. Zonder doel zoveel mogelijk kilometers maken omdat hij zich op de plaatsen waar we slapen verveeld. En dat staat me direct tegen! Tijd is voor mij geen beperkende factor en dan wil ik die ook niet aan me laten opdringen. Zeker niet door iemand die ik pas een paar dagen ken. Mijn enige beperkende factoren zijn het aantal dagen dat ik nog medicijnen heb en het vernieuwen van de wegenbelasting en verzekering voor mijn motor! Het gaat van kwaad tot erger. En dan komt het hoge woord er uit. Nick wil niet in Phrea blijven maar de extra 120 kilometer doorrijden naar Nan. Ik heb geen idee waarom.
Het is inderdaad al een uur in de middag wanneer we een stukje voor Phrea de eerste 7-11 van de dag zien en Nick eindelijk zijn ontbijt kan eten, hij heeft de “Euro Custard Cakejes” steeds vol trots afgeslagen en dat terwijl hij toch een flinke trek moet hebben gehad.
Ik vraag nadrukkelijk wat de bedoeling is en hij zegt een snelle snack en dan weer verder. Zonder te protesteren koop ik twee gestoomde broodjes met een gekruide kip vulling en die zijn binnen een minuut verdwenen. Tanken en weer verder denk ik. Maar helaas heeft meneer besloten om uitgebreid met zijn tosti’s en flesje cola in het restaurant naast de 7-11 te gaan zitten. Met de pest er flink in kijk ik naar de borden met Thaise gerechten waarvan ik er wel zeker een met veel plezier zou hebben genuttigd! Ik weet nu even niet meer wat ik met situatie aan moet. Ik twijfel om mijn poot stijf te houden en in Phrea te blijven maar besluit uiteindelijk toch maar om mee te rijden tot Nan. Ik kan daar altijd een rustdag inlassen.
Geen foto’s meer, weinig pauzes en alleen maar racen over de slingerende wegen zonder te genieten van je omgeving of de rit op je motor. Dit was juist de reden waarom ik in het verleden niet meer met Jack op pad wilde. Wanneer ik wil racen ga ik naar een circuit!
Het eerste hotel in Nan is vol, drie of vier sterren met een prijskaartje van zeker duizend baht per nacht. Het tweede hotel is alleen nog restaurant en na 500 meter stop ik op het terrein van de “Srinual Lodge”. Ik loop naar binnen en ze hebben nog kamers voor 560 baht per nacht. Mooie kamers waar ik zonder probleem 800 baht voor zou hebben betaald.
In Nick’s belevingswereld is dit teveel, veel teveel, ook al is het maar voor een nacht! Hij beslist koppig om door te rijden om ergens buiten Nan in een 300 baht resort te slapen. Mijn mening staat! Het is een mooi hotel, een comfortabel bed, ze hebben snel internet en de prijs kan me niets schelen. We schudden handen en hij verdwijnt uit het gezicht. Met het, toch wel een beetje verwachte, afscheid valt er ook een last van mijn rug.
Het is toch moeilijker voor me dan ik dacht om steeds met een ander rekening te houden. Een vorm van overlevingsegoïsme heerst in zo’n situatie in me. Ik wil best overleggen maar er moeten wel onderbouwde argumenten zijn. En een mooi hotel voor € 13,-- per nacht is geen argument om door te rijden! Voor een moment denk ik aan mijn geplande reis op de motor met een vriend die nu niet doorgaat. Wat zou daarvan terecht zijn gekomen?
Ik gooi de bagage in mijn kamer en geniet van een koude bier en snel internet na een onverwachte lange etappe van 354 kilometer op de motor. Het vreemde is dat we geen telefoonnummers hebben uitgewisseld en daarmee is de breuk definitief. We kunnen elkaar nooit meer vinden, met uitzondering van de email maar dan moet Nick de eerste stap nemen en ik betwijfel of hij dat zal doen.
Een snelle zoektocht op het internet geeft me een restaurant gerund door een Welshman, Tony’s Place, op zijn website staan de coordinaten en dan is het met de GPS snel gevonden. Een leuke tafel met leuke mensen. Een goed gesprek en een goede maaltijd! Voor een laatste keer denk ik aan Nick, alleen in zijn goedkope bungalow buiten de stad. Nee, een van de oudste regels van het reizen staat nog steeds als een paal boven water!
“Je moet geld besparen wanneer het kan en geld uitgeven wanneer het moet!”
Na deze drie dagen met Nick heb ik bij terugkomst op de kamer meteen besloten om hier de dag in te halen die ik heb verloren. Misschien steek ik er ergens nog wel een rustdag tussen, want dit relaxen, heerlijk eten en rusten doet me toch wel veel goed!
Oude fietstaxi's
Pattaya - Chantaburi - Watthana Nakhon - Buriram - Bua Yai - Surin - Si Saket - Khong Chiam - rond Khong Chiam - Mukdahan - Ban Phaeng - Nong Khai - Loei - Bua Yai - Lom Sak - Ban Khok - Nan 3.253 + 354 = 3.607 Km