Buriram (Ploy Resort (A2)
De twee jungle poo’s van gisteren kregen laat op de avond een vervolg. Rond middernacht kon ik om de vijf minuten even gaan zitten. Zou het dan toch die “crap” wrap van de KFC zijn geweest. Gelukkig kon ik na een uur toch de slaap pakken.
Ik voel me dan ook redelijk uitgerust wanneer ik begin met het inpak ritueel van mijn bagage. Dat is eigenlijk het meest oncomfortabele aan een roadtrip. Bijna elke dag weer uitpakken en inpakken, maar het hoort erbij en later wanneer ik aan de Mekong rivier wat meer tijd voor mezelf neem ben ik dat snel weer vergeten. De plannen voor de ochtend zijn ook weer veranderd! Ik ga niet op weg zonder reserve voedsel en een ontbijt! Een tosti van de 7-11 is tegenwoordig een prima start van de dag. Twee pakjes krentenbrood als reserve en een liter thee in de fles. Mijn dag kan al niet meer kapot!
Iedereen heeft er wel eens van gehoord. Hoe belangrijk het voorkomen van gezichtsverlies is voor de Thai.
Vandaag direct na mijn begin van de trip een mooi voorbeeld: Vandaag, ik zat nog geen tien minuten op de motor, zag ik de meest primitieve vorm voorbij komen in een dikke blauwe wolk van motorolie.Ik reed rustig op mijn gemak een jongeman op een oude brommer voorbij. Dat is op zich geen probleem en niet bijzonder. Maar ik knikte vriendelijk naar met en glimlachte een goedemorgen. Wegens mijn oordoppen hoorde ik de oude tweetakt motor niet terugschakelen en binnen twee minuten raasde hij mij in een flink tempo en met een oorverdovend lawaai voorbij. Hij keek me recht in de ogen, knikte en glimlachte mij een goedemorgen. Om nog geen honderd meter verder weer terug te gaan naar zijn oorspronkelijke slakkengang, gelukkig werd de blauwe walm direct minder, waarna ik hem voor een tweede keer voorbij stak. Thailand - Falang (buitenlander) 1-1. Dus Thailand heeft niet verloren!
De wielen draaien eindeloos rond en brengen me in de nu al wel bekende trance. Ik weet eigenlijk niet wat er om me heen gebeurd maar ik zie wel alles! Het lijkt nog het meest dat je naar een film kijkt die je niet interesseert. Ik zie een vreemd beeld wanneer ik vanuit mijn ooghoeken een groot Boeddhabeeld boven de bomen zie uitsteken. Een blik op mijn horloge verteld me dat het ongeveer tijd is voor een pauze en die kan ik dan meteen met het bezoek aan de tempel combineren.
Ik heb natuurlijk al heel veel vreemde dingen gezien in Thailand dus ik kijk niet snel van vreemde zaken op. Op het tempel terrein staat een bekende verzameling van beelden van de Chinese dierenriem afgewisseld met beelden van de Boeddha en de meest uiteenlopende verschijningen.
Maar wat ik dan weer niet begrijp zijn de driehoofdige olifant en een beeld van de hindoe god Ganesha. Ik wil niet zeggen dat er hier maar een zooitje van maken maar er zijn van die combinaties die niet te begrijpen zijn.
Ik slinger mijn rechterbeen weer over het zadel en het wordt tijd om verder te gaan. Ik heb gisteren op mijn MacBook weer een mooie route uitgezet langs de grens met Cambodja. Het landschap gaat hier in het noordoosten van Thailand langzaam over in het cultuurgebied van de rijst. Ik weet er niet genoeg van om te zeggen dat het om Jasmijnrijst of een andere variëteit gaat. Een ding staat wel als een paal boven water, kilometer na kilometer zie ik de aangeplante rijst in de velden staan die na de oogst elke dag zonder problemen de weg naar miljoenen Thaise magen vindt.
Toen in het begin van de vorige eeuw de grenzen hier in de buurt werden getrokken gebeurde het wel eens dat er een Cambodjaanse tempel op Thais grondgebied terecht kwam. Deze tempels worden nu als hun eigen erfgoed gezien en met veel vertoon gerestaureerd. Bij de ingang worden er enorme parkeerplaatsen aangelegd met een dozijn winkelruimtes die nooit worden gebruikt. De toestroom is zo dun dat zelfs de kassa onbemand blijft. Maar dat neemt niet weg dat ik wel een kilometer of vier wil omrijden om een kijkje te gaan nemen.
Het blijkt inderdaad een redelijk mooie tempel te zijn en ik wordt ook meteen weer herinnerd aan het feit dat ik alleen op pad ben. En dat is op zo’n moment toch wel een klein ongemak. Ik kan de motor met mijn hele hebben en houden onmogelijk zomaar onbeheerd achterlaten en rustig door de tempel gaan zwerven.
Ik zoek de gulden middenweg en maak wat foto’s die een goede indruk geven zonder dat ik mijn motor met bagage uit het oog verlies.
En dan zwerf ik de weg met het nummer 3308 op. En het wordt rustig! Eerst is het asfalt nog in redelijke staat maar dan gaat het langzaam over in een verharde grindweg. Er is geen tegemoet komend verkeer meer en dat maakt me toch een beetje onrustig.
‘When traffic comes your way, it is still OK!’, is mijn ervaring in Thailand.
Terwijl de weg nog slechter wordt minder ik mijn vaart en tot mijn grote opluchting zie ik af en toe nog wel een brommer langs de kant van de weg staan terwijl er van de berijder geen spoor te bekennen is. Er is zeker al meer dan een uur geen levende ziel meer gezien wanneer ik een pauze neem omdat ik nu wel een beetje zadelvlees begin te krijgen.
De oordoppen gaan uit en ik luister naar de stilte. Een angstaanjagende stilte! In een flits schieten alle doemscenario’s door me heen. Wanneer ik hier pech krijg dan ben ik er wel aan! De Honda Phantom is een puik staaltje techniek maar het blijft toch mechanisch. Ik neem nog een paar slokken uit mijn fles koude thee en stijg weer op mijn stalen ros.
De rit over deze verlaten weg is schitterend, daar kan ik niets slechts over zeggen! De weg staat ook nog steeds aangegeven op mijn GPS dus ik ben nog steeds op bekend terrein! Ik ben nu al ruim anderhalf uur geen levende ziel meer gezien, zelfs de controle posten langs de weg zijn nu verlaten, en dat verbaasd en beangstigd me tegelijkertijd. De seconden worden minuten en minuten worden uitgerekt tot uren. Het gaat nu voor mijn gevoel tergend langzaam en ik begin me steeds meer zorgen te maken of ik wel verder moet gaan of omkeren.
Nog voordat ik een beslissing kan nemen zie ik rollen scheermesjesdraad over de gehele breedte van de weg liggen. Ik minder vaart en neem de omgeving zo goed als het mogelijk is in me op. Rechts van de weg is een bivak met een paar grote tenten, een personenauto en een roedel honden die meteen aanslaan. Door de zachte modder rijdt ik het bivak binnen en zet mijn motor af. Ik wacht af wat er komen gaat terwijl de meeste honden kwispelend met hun staart op me af komen.
Een soldaat in een camouflagepak komt, met de slaap in de ogen, uit een van de tenten en kijkt net zo verbaast naar mij als ik naar hem. Hij spreekt geen engels en ik spreek geen Thai, dus we gaan dit op een zo ongecompliceerde manier afhandelen. Hij laat zijn ogen enkele keren over de hele motor en de bepakking gaan. Hij zoekt diep in zijn geheugen naar enkele engelse woorden, ik zie het in zijn houding en in zijn ogen. Het is weer een vorm van gezichtsverlies omdat hij mij niet te woord kan staan. Plotseling begint hij met zijn handen te zwaaien dat het onmogelijk is om verder te rijden. Ik plaats mijn handen tegen elkaar met de vingers naar boven, plaats ze voor mijn borst en buig naar hem als teken van respect.
In een langzaam en duidelijk engels vertel ik hem dat het nog maar twaalf kilometer is naar het volgende dorp. Twaalf kilometer doorrijden of een kilometer of zestig terugrijden door het niets over die slechte en eenzame wegen. Ik voel dat hij me begrijpt en dat hij twijfelt. Hij heeft twee sterren op zijn schouders en dat zou in Nederland een Luitenant zijn, geen kleine jongen dus. Terwijl ik hem aan blijf kijken pieker ik me suf hoe ik hem ervan kan overtuigen dat hij me door moet laten rijden. Met behulp van enkele woorden in het Thai leg ik hem uit dat ik geen toerist ben ik dat ik weet dat ik dicht bij de grens met Cambodja ben en dat ik op weg ben naar Buriram.
Hij twijfelt nog steeds en hakkelt in haast onverstaanbaar engels dat zijn baas, zijn meerdere waarschijnlijk, er op dit ogenblik niet is. Ik vraag me af of dat ik mijn voordeel of nadeel zal werken.
‘Wat niet weet, wat niet deert!’, denk ik hardop.
Als laatste poging haal ik mijn Thaise rijbewijs uit mijn agenda tevoorschijn en overhandig het aan hem met een overdreven vriendelijkheid en respect waar ik zeker een Oscar nominatie aan overhou! Hij bestudeert het kleine plastic plaatje en vergelijkt de foto op het rijbewijs wel tien keer met mijn bebaarde gezicht. Het is een muntstuk op zijn kant en uiteindelijk valt het in mijn voordeel om.
‘Ok, Ok’, roept hij.
‘Careful!’
Ik neem mijn rijbewijs weer aan en stop het snel weer weg in mijn agenda. Start de Honda en vertrek met een snelheid die zelfs de duivel zou verbazen. Ik heb nog steeds een gevoel van angst dat hij zich zal bedenken. Maar daar heeft hij nu geen tijd meer voor wanneer ik de toeren van het motorblok hoog laat oplopen en via de tweede en de derde versnelling uiteindelijk in de vierde versnelling terecht kom. Met 85 Km per uur scheur ik over de verboden weg!
Maar mijn problemen blijken nog niet voorbij! Vanaf een afstand zie ik een enorme boom dwars over de weg liggen! Met het bonken van mijn hart in mijn keel verminder ik mijn snelheid en hoop dat ik er langs of doorheen kan. Want anders moet ik alsnog omkeren en terugrijden. En ja hoor, er is een stuk van een meter of twee tussenuit gezaagd, een stuk dat net breed genoeg is om een jeep door te laten. Voor mijn motor vormen alleen de takken die ze hebben laten liggen een probleem!
En dan bekruipt me een angstgevoel zoals je dat alleen maar kent van wanneer je een griezelfilm alleen in het donker zit te kijken. De jungle claimt langzaam het asfalt van de weg weer terug. Links en rechts van me kruipen de planten de weg op en hangen de bomen angstaanjagend laag alsof de takken je elk moment van je motor willen trekken. Op een moment is het begaanbare gedeelte van de weg nog maar ruim een meter breed!
Ik kijk om de minuut op mijn GPS en er zijn nog acht kilometer te gaan! Acht lange tergend langzame spannende kilometers. Als het nu fout gaat dan zit ik echt tot aan mijn nek in de stront! De weg opent zich weer en ik neem nog een paar hindernissen in de vorm van half opgeruimde omgevallen bomen. Kilometer, of beter gezegd, meter na meter tel ik af totdat ik in de verte weer een wegversperring van scheermesjesdraad zie liggen.
Dit is de laatste hindernis en die moet ik zonder twijfels nemen anders is mijn missie mislukt. Ik rijdt langzaam naar de wegversperring toe en neem de situatie goed in me op. Er staan drie houten gebouwen zonder ramen aan mijn kant. Ik heb dus het voordeel van de verrassing want ze zullen zeker geen verkeer van mijn kant verwachten! Ik zal de weg moeten verlaten en een meter of veertig langs de controlepost moeten afleggen. Het is geen moment voor twijfel. Ik moet het moment van de verrassing zo goed mogelijk benutten! Ik schakel in alle stilte terug naar de eerste versnelling en zodra ik over het gras de talud afrij om om de scheermesjesdraad heen te rijden let ik alleen nog maar op het terrein voor mijn wielen.
Er slaan honden aan en ik voel de ogen van slaperige soldaten in mijn rug. Verrast door het geluid van een wegsnellende Honda Phantom. Een kentekenplaat van Chonburi? Wat doet hij hier? Waar komt hij vandaan?
Er is geen tijd om deze vragen te beantwoorden of om te kijken. Ik geef gas alsof de duivel me op de hielen zit en verdwijn in een stofwolk de bewoonde wereld in. Terwijl ik een overwinningskreet slaak realiseer ik me dat ik ruim drie jaar geleden ook aan deze controle post heb gestaan. Toen werden we wel het hele stuk weer teruggestuurd!
Na alle opwinding komt de bevrijding, pas nu realiseer ik me wat ik heb meegemaakt. Dit is het avontuur waarom we op weg zijn. Ik wil geen drie weken aan een zwembad in de zon liggen. De verlossing vertaald zich in een trek in eten en op de eerste parkeerplaats naast een benzinestation doe ik me te goed aan een heerlijke noedelsoep met visballetjes.
En dan gaan we op weg naar mijn eindbestemming voor vandaag. Buriram, het Ploy Resort, bekend terrein van drie jaar geleden. Er is daar niets veranderd alleen het interieur is wat verouderd. Een prima slaapplaats voor een redelijke prijs en nu ook met WiFi!
Op mijn bed geniet ik, terwijl ik de foto’s van vandaag bekijk en sorteer, nog na van de avonturen van vandaag. Ik heb het hem toch maar geflikt! En dat terwijl de voorspellingen niet op mijn hand me waren. Na een douche ga ik weer op pad om wat te gaan eten. Het restaurant waar ik naar op zoek ben is alweer verdwenen of verhuisd maar gelukkig zie ik toch gerechten in de engelse taal op een groot reclamebord. Het is trouwens ook best fris op de motor ‘s avonds! Ik hoef niet lang na te denken en bestel de varkenskarbonade met groenten en patat. Het smaakt net zo goed als het er uit ziet!
Mijn dag zit er op! Na het eten geniet ik nog na met een koude Leo binnen handbereik. Mijn dagdroom wordt ruw verstoord door twee oude Thaise dames die zeer duidelijk en opzichtig aan het tafeltje naast met me gaan zitten flirten. Dit zijn twee valse aasgieren op zoek naar een Falang die een verzekering is voor een goede en probleemloze oude dag. Ik durf niet goed te kijken maar het lijkt de de dame met de minste tanden twee verschillende kleuren lipstick op heeft. Paars boven en een helder rood op de onderlip. Wanneer de band dan als klap op de vuurpijl ook nog “Hello” van Lionel Ritchie begint te spelen weet ik bij de eerste knipoog van de dames dat het tijd is om te vertrekken!
Het is een schitterende dag geweest en ik heb er nog geen moment spijt van gehad dat ik in mijn eentje met de motor op pad ben gegaan.
Pattaya - Chantaburi - Watthana Nakhon - Buriram 410+249=459 Km