donderdag 21 november 2013

Thailand: 309 moordende, maar mooie, kilometers!

Ban Khok (Panoi Resort (?)

Ik heb als een roosje geslapen en ook Nick is om zeven uur al klaarwakker en gereed om weer verder te gaan. Hij is duidelijk opgewonden over de komende dagen. Een hotel naast de 7-11 en een benzinestation een eindje verder in de straat is natuurlijk perfect!

De gebruikelijke tosti’s en een liter thee gaan in de zadeltas en na de tank weer vol te hebben gegooid rijden we Lom Sak uit op weg naar het onbekende resort, waar we drie jaar geleden hebben geslapen, in het midden van niets.

We maken op deze dag enkele belangrijke fouten!
1. We rijden te laat weg
2. We stoppen teveel en komen niet aan eten toe!
3. Onze interne klokken lopen niet meer gelijk en dat kost veel tijd!


De wegen zijn opnieuw schitterend maar soms ook wel heel erg slecht. De bouw van een nieuwe enorme Boeddha op een heuvel is het hoogtepunt van deze dag, zonder enige twijfel!


Op een uitkijkpunt boven een vlakte die richting Laos gaat ontmoeten we twee lange mensen die in een huurauto onderweg zijn! Dat kunnen niets anders dan Nederlanders of Zweden zijn. Ik kijk nog een keer goed en kies voor Nederlanders, en ja hoor, even later staan we in het Nederlands te kletsen! Leuk om landgenoten tegen te komen zo ver van huis op een afgelegen plaats.

En dan gebeurt er iets vreemds! Helemaal uit het niets komt Nick ineens op het idee dat die slechte wegen mijn schuld zijn. Verbaasd, en zonder een woord te zeggen, kijk ik hem aan. En dat is te gemakkelijk gezegd! Zonder enige inbreng anderhalve dag achter iemand aanrijden en hem dan de schuld geven dat de wegen zo slecht zijn.
Het is hetzelfde geval van drie jaar geleden maar deze keer weet ik er beter mee om te gaan. Eigenlijk is het dom om te klagen over de weg die achter je ligt wanneer je niet weet wat er voor je ligt! Terug is geen optie, dus klagen heeft helemaal geen zin. Ik weet niet wat hem precies dwars zit maar de eerste barsten in onze relatie zijn wel al meteen zichtbaar.
Ik vond het in eerste instantie niet erg dat hij mee zou gaan maar vanaf dit moment heb ik wel mijn twijfels! Heb ik hier wel goed aan gedaan? We komen op bekend terrein en ik herken een tempel langs de weg. De tempel waar drie jaar geleden de breuk tussen Jack en mij werd bekrachtigd, en alsof het een “temple of doom” is breekt ook hier de nog zeer prille vriendschap tussen Nick en mij.

Ik eet op het tempelterrein een paar custardcakejes en bied Nick vanzelfsprekend ook een paar cakejes aan. Maar hij heeft geen trek en wacht wel totdat we later wat kunnen eten. Ik denk aan drie jaar geleden toen Jack en Kevin als de wind verder reden terwijl ik hier wat rustte en foto’s maakte. Zodra Nick zijn sigaret tot het einde is opgebrand stappen we weer op onze motoren voor het volgende traject.
Nog geen vijfhonderd meter verder stopt Nick, zet zijn helm af, trekt zijn jas uit en gaat zitten. Ik blijf op de motor zitten, en die loopt stationair tussen mijn benen, en wacht af wat er gaat gebeuren. Met een handgebaar laat hij weten dat hij nu gaat zitten eten. Ik zet de motor af en wacht tot hij klaar is met de maaltijd.
Ik ben te oud voor die shit en besluit om de rit maar zo snel mogelijk af te maken en stilletjes hoop ik dat hij morgen of overmorgen beslist om terug te gaan naar Bua Yai. Hij kan, volgens zijn zeggen, zijn zoon maar een paar dagen alleen laten terwijl hij straks wel weer voor een half jaar naar huis gaat en zijn kind hier in de jungle achterlaat.

De tijd begint te dringen en we moeten nu zelfs wat gaan racen om niet door de duisternis te worden overvallen. Het is een rechte weg maar ik doe na twee dagen nog steeds al het werk aan kop. En dat is zeer vermoeiend omdat je steeds voor en achter je de zaak in de gaten moet houden. Hij verontschuldigt zich steeds dat hij niet op kop kan rijden. Hij weet de weg immers niet.

Wanneer we dan eindelijk om vijf uur in Ban Khok arriveren zie ik dat de tijd ook hier niet stil heeft gestaan. Er zijn nu een handvol resorts langs de weg gebouwd. Ondanks het nieuwe aanbod kiezen we toch voor het “Panoi Resort”, ik heb de naam nu gevraagd. We slapen hier op aandringen van Nick want die wilde het graag zien. Wanneer we de 300 baht (€ 7,--) voor de nacht hebben afgerekend en de eigenaar is uit het zicht verdwenen is de plaats plotseling niet goed meer.
En ik heb er plotseling ook genoeg van! Ik stap zonder een woord te zeggen op de motor en rijdt terug naar het dorp voor twee koude flessen bier. Op de terugweg passeer ik Nick op de motor die nu weer kwaad is dat ik zonder iets te zeggen naar het dorp ben gegaan. Ik ben toch geen babysitter!

Mijn dag en avond zijn verpest, mijn plezier is me ontnomen en ik zal morgenmiddag na aankomst in Phrea aandringen op zijn vertrek. Zo hoeft het voor mij niet meer!

Met het gebrabbel in zijn slaapkamer Thais blijkt er eten te zijn besteld, de vrouw komt netjes twee borden Pad Krapow Moo Kai Dao brengen. Het ziet er prima uit en ruikt nog beter. Voor de 40 baht (€ 0,77) zie ik geen enkele reden tot klagen maar volgens mijn reisgenoot heeft hij niet besteld. Plus dat hij zogenaamd ook weer geen trek heeft en de maaltijd dus weggegooid geld is. Jack en Nick zouden twee perfecte partners op de motor zijn! Ik spring na het eten nog een keer op de motor en haal nog twee flessen bier, tijdens de korte rit denk ik na over de komende dagen. Ik denk echt niet dat dit nog lang zal duren.

Pattaya - Chantaburi - Watthana Nakhon - Buriram - Bua Yai - Surin - Si Saket - Khong Chiam - rond Khong Chiam - Mukdahan - Ban Phaeng - Nong Khai - Loei - Bua Yai - Lom Sak -  Ban Khok 2.944 + 309 = 3.253 Km

Copyright/Disclaimer