Kuala Lumpur (M1 City Center Hotel) 1712), vrijdag 17 februari 2023
Ik zit alweer vroeg achter mijn MacBook en verbaas me nog steeds hoe goed ik slaap nu ik minder ben gaan drinken. Ik hou het sinds Penang op twee blikken per avond en dat bevalt me prima. Soms wel een “Royal Stout” en en “Carlsberg Lager”! Maar het zijn twee blikken.
We zitten redelijk vroeg aan het ontbijt van “Roti Canai” en Lyka komt met het idee om vanavond naar de “Bloemenfontein” voor het “The Pavilion” Winkelcentrum te gaan en daarna naar de “Petronas Twin Towers” om foto’s te gaan maken met de lichtjes aan.
Ik vind het allemaal prima want dit is een reis die anders is dan de reizen die we al hebben gemaakt. Dit is een reis die is gebouwd rond meer ontspanning dan normaal. Dit is een reis waarin we ons gedragen zoals we thuis in Nederland doen, we voelen ons ook als thuis in het hotel. Niets dwangmatig maar gewoon de hele dag ontspannen en alles wat we doen en zien op zo’n dag is mooi meegenomen.
Vandaag is een van die dagen dat ons eten extra in het middelpunt staat. We hebben tijdens een van onze wandelingen een Pakistaans restaurant langs de straat ontdekt waar ze vroeg in de middag verse kebab’s staan te maken in de brandende Tandoori oven. Verser kan het natuurlijk niet! En die kebab’s moeten we maar eens gaan proberen.
We zoeken een tafeltje in de schaduw aan de straat omdat het in Maleisië nu eenmaal normaal is om buiten te eten. De drie runder-kebab lijken verdomd veel op Hollandse frikadellen wanneer ze worden geserveerd en daar moeten we samen erg hard om lachen. Wanneer de “Naan broden” op tafel komen zijn we nog veel meer aangenaam verrast. Er is zoveel aandacht aan besteed dat het Naan brood meer op een pizza lijkt dan elke Naan die we tot nu toe in Maleisië hebben gegeten.
Met de gevulde magen gaan we ons op de kamer voorbereiden op deze belangrijke avond. Een beetje schrijven, een beetje lezen, een stevige hoeveelheid isotoon vocht aan het lichaamsvocht toevoegen en alles voorbereiden voor een zorgeloze avond. Er is een kleine kans op regen dus laten we er het beste van hopen?
Om een uur of half zeven nemen we de monorail naar “Bukit Bintang” waar ik nog een paar dingen uit een ver verleden wil opzoeken en bezoeken. Het vertrouwde “Fortuna Hotel” blijkt gesloopt te zijn maar het guesthouse “Remy’s Place” waar ik vroeger met Kris sliep, Duncan was de Zuid-Afrikaanse manager/eigenaar, is nog steeds open onder een andere naam en de meisjes van lichte zeden bemannen om de beurt ook nog steeds de opgang naast het guesthouse.
We zijn nog niet zo erg lang op Bukit Bintang wanneer Lyka de eerste druppels voelt. Geen gewone druppels, hele dikke zware regendruppels! We zoeken een plaats om te schuilen, net als de rest van de bezoekers van Bukit Bintang. De regen stopt weer net zo snel als ze is gekomen. Ik kijk mijn ogen uit op Bukit Bintang. Dit is absoluut niet het Bukit Bintang dat ik me herinner.
Shoarma is de nieuwe rage op de wereldberoemde straat, met spiesen op de gril die zeker dertig tot veertig kilo wegen. Ik tel binnen enkele minuten meer dan tien stalletjes waar ze shoarma verkopen. Zijn er wel zoveel klanten? Vragen wij ons hard op af.
Voor de rest is er de afgelopen tien jaar een karaktermoord op “Bukit Bintang” gepleegd. Veel ongezellige hoogbouw heeft de gezellige karakteristieke winkeltjes met het marktgevoel volledig weggedrukt. De twee enorme uitgangen van de ondergrondse zijn mijn inziens ook helemaal op de verkeerde plaats gebouwd. Nare betonnen dozen zonder enig karakter. “Sungei Wang Plaza” leeft nog wel maar ligt op de intensive care. Ik denk dat het hier nooit meer goed komt en dat er een nieuwe gezellige winkelstraat voor onafhankelijke toeristen ergens in een buitenwijk het van “Bukit Bintang” zal gaan overnemen.
En dan komt de regen terug! En niet zo’n klein beetje ook! Met hetzelfde geweld als enkele tientallen minuten geleden. We besluiten in afwachting van het einde van de regenbui te gaan eten in de kelder van het “Lot 10” winkelcentrum. Hier aten we meer dan twintig jaar geleden al. En het foodcourt is nog steeds goed en druk bezocht. Wat is hier het geheim? Ze verkopen varkensvlees in het islamitische Maleisië. Een zeldzaamheid die veel Chinese klanten trekt. De “Hokkien Mee” is heerlijk en bevat helaas kip maar ook uitgebakken vet spek. Na de maaltijd zijn we benieuwd wat we buiten boven de grond zullen aantreffen.
Via het Japanse “Isetan” warenhuis gaan we naar de voetgangersbrug die Lot 10 met het station “Bukit Bintang” van de monorail verbind. Op het platform voor de loopbrug zien we letterlijk de bui al hangen! Dat gaat hem vanavond niet meer worden. De lucht is donkergrijs tegen het zwart aan. We zien de bliksem maar horen geen donder. Gelukkig hebben we morgen, zondag en maandagavond nog voor de foto’s van de lichtjes. Ik kijk Lyka diep in haar ogen om haar gevoelens te peilen. Ze twijfelt, ik zie een grote teleurstelling, maar uiteindelijk besluit ze om de lichtjes maar de lichtjes te laten. Morgen beter!
Zodra we in de monorail wegrijden neemt de regen zienderogen af. En niet zo’n beetje ook! Bij het “Chow Kit” station aangekomen is de grond niet eens nat. We kijken elkaar verbaasd aan maar weten ook dat we vanavond niet meer teruggaan. Hemelsbreed zijn we minder dan twee kilometer verwijderd van het hart van de regenbui. Dat kan zomaar in de “Klang Valley”. De regen is onbetrouwbaar in een land met een regenwoud.
Ik koop op weg naar onze kamer nog snel een paar blikken bier in de “KK mini-markt” op de hoek en poseer met de lichtjes van de “Petronas Twin Towers”. Lyka is nog steeds teleurgesteld maar ik weet zeker dat het nog goed komt voordat we Kuala Lumpur verlaten. Proost!