Kuala Lumpur (M1 City Center Hotel) 1712), woensdag 15 februari 2023
Goedemorgen Kuala Lumpur! Dat je veel bent veranderd in de afgelopen tien jaar hebben we gisteren vanuit de monorail al gezien. Vandaag willen we met onze eigen ogen zien of je bent verbeterd of niet. De eerste nacht in ons nieuwe hotel in Chow Kit was goed genoeg. Voor deze prijs per nacht is de prijs/kwaliteit verhouding goed te noemen voor een hotel op deze locatie. We zijn bekend met het zingen van de muezzin in de vroege ochtend en of er nu vier of veertien muezzin wordt gezongen maakt voor ons weinig meer uit. Lyka slaapt er dwars doorheen en ik vindt het niet erg om om half zeven al aan de koffie achter mijn MacBook te zitten.
De benen voelen elke ochtend beter aan en ik zit na te genieten van onze avonturen op Penang wanneer ik het laatste verhaal schrijf over onze leuke week op Penang en de foto’s plaats in het verhaal. Ik loop altijd een paar dagen achter met schrijven en het publiceren. Soms is er een gecompliceerd verhaal dat enkele dagen extra op de digitale plank blijft liggen. Vroeger ging ik dan verder met publiceren en sprong later weer een paar dagen terug. Daar ben ik mee gestopt! Eenmaal achter, dan is dat niet meer in te halen.
Dat is geen onwil, maar gewoon een gevolg van de tsunami aan indrukken en ervaringen die we dagelijks te verwerken krijgen en proberen op te slaan. Neem dit verhaal als voorbeeld? Ik ben op vrijdag 17 februari om ongeveer half zeven begonnen met het schrijven. Nadat de foto’s al zijn verwerkt!
Na twee bekers koffie gaan we op stap voor ons eerste ontbijt in een nieuwe (wereld)stad. En wat is er dan mooier dan het traditionele Maleisische ontbijt van “Roti Canai”?
De Roti, brood, is een soort van dubbelgevouwen pannenkoek die wordt gebakken op een grote bakplaat en geserveerd met een dunne pittige kerriesaus, daal (een dunne soep van peulvruchten) en een schep sambal. Niet van die hete sambal maar een met een smaakexplosie in je mond wanneer je er van proeft. De kleine gedroogde ansjovis, “Ikan Bilis”, is duidelijk te proeven. De omgeving is natuurlijk ook een onderdeel van je ervaring. Lekker buiten op een terras met een beker hete zwarte thee erbij.
Na het ontbijt gaan we weer naar de kamer om ons gereed te maken voor het eerste uitstapje in Kuala Lumpur. Lyka masseert haar kuiten door ze ritmisch over de rand van het bed te laten glijden. Een zelf massage waar ze veel baat en genot van heeft!
De beste manier om pijnlijke benen weer los te krijgen is gewoon wandelen zonder een extra inspanning zoals afdalingen en beklimmingen. Dat klinkt eenvoudig maar in een stad met gebieden zoals “Bukit Bintang” en “Bukit Nanas” is dat moeilijker dan je verwacht. “Bukit” betekend namelijk “Heuvel”!
Vanuit het hotel slaan we meteen linksaf richting “Pasar Chow Kit”. Een natte markt die niet geschikt is voor de gevoelige Nederlandse sneeuwvlokjes. Hier regeert de realiteit nog en zijn de idealistische dromen iets voor de decadente westerse wereld.
Groente, fruit, specerijen, vis en vlees (van dode dieren) en alles wat er nog meer nodig is voor het bereiden van een dagelijkse maaltijd is hier te koop. Gelukkig hangt er ook op deze Aziatische markt die karakteristieke geur van de dood die ik in de Nederlandse supermarkten altijd weer mis wanneer ik thuis kom.
Hoe dat kan bij 26 graden? Eenvoudig, hier zijn er geen peletons ambtenaren die alles onnodig moeten controleren en zelf ook nog eens gecontroleerd moeten worden. Hier is alles vers en aan het einde van de dag is er niets meer over! Efficiëntie heet dat!
Een marktkat grijpt een visje van de kraam er maakt zich snel uit de voeten. Deze katten worden hier getolereerd omdat ze de ratten weghouden. Honden zijn “Haram” en die zul je dus niet veel zien in Maleisië.
We zijn op weg naar het mooiste gebouw van Kuala Lumpur, eigenlijk de twee mooiste gebouwen maar omdat ze met elkaar door een brug zijn verbonden worden ze vaak als een gebouw genoemd.
De regering heeft een nieuw miljard euro kostend prestige project opgetuigd om weer op de (islamitische) wereldkaart te worden geplaatst. Het “Merdaka 118”, met haar 160 meter hoge stalen naald op het dak, is officieel met haar 679 meter het op een na hoogste gebouw van de wereld, en het hoogste in Azië. Van de huidige top vier van de hoogste gebouwen in de wereld staan er drie in islamitische olielanden. Dus da’s geen toeval!
Toch is het een iconisch project dat helaas nog niet is geopend voor het publiek. De “Merdaka 118” is wel bijna altijd en overal zichtbaar wanneer je in Kuala Lumpur bent.
We lopen verder naar mijn liefde van ruim twintig jaar geleden. Zij is nog steeds, zonder enige twijfel, het mooiste architectonisch bouwwerk dat ik met mijn eigen ogen heb mogen aanschouwen.
Terwijl ik dit zit te schrijven kijk ik over mijn schouder uit het raam van onze hotelkamer en zie de torens staan. Schoonheid in het kwadraat! Ik schat dat ik een kleine dertig keer op die brug ben geweest, toen het in een ver verleden nog gratis was. Om half zeven in de rij staan en om een uur of elf naar boven. Daarna lunch in de food court van het KLCC. Samen met mijn maat Kristof Masschelein.
Het was altijd moeilijk om uit te leggen hoe hoog deze torens zijn en de omvang van het hele gebouw. Totdat ik jaren geleden Kuala Lumpur bezocht met een vriend uit Zaltbommel.
Terwijl hij, in het park achter de torens, stond te filmen sprak Henk de Vries de legendarische woorden: ‘Die brug is de Bommelse toren op zijn kant!’ En hij had nog gelijk ook! Die brug tussen de twee torens heeft ongeveer de afmetingen van de toren van de Sint-Maartenskerk in Zaltbommel.
Petronas is een winnaar in Azië en dat willen ze ook op andere gebieden uitstralen. Een van die projecten is de samenwerking met het Mercedes Formula 1 team. Jaren heeft de overheid/Petronas de Grote Prijs van Maleisië voor Formule 1 auto’s gesubsidieerd maar helaas is daar een einde aan gekomen. De financiële crisis en daarna de Covid-19 samenzwering heeft er een einde aangemaakt. Gelukkig organiseren ze nog wel de MotoGP!
De food court in het KLCC onder de torens is nog steeds zo goed als al die jaren geleden. En niet te duur. Het personeel van Petronas dat in de torens boven ons werkt komen hier allemaal eten. Zie het als een publieke bedrijfskantine? Voor Lyka een rijst met zwarte peper kip en voor mij noedels met kip en Chinese champignons. Een prima lunch voor nog geen zes euro!
In de supermarkt in de kelder kopen we een paar ijsjes en achter het KLCC genieten we van onze omgeving. Het voelt goed om weer in Kuala Lumpur te zijn.
Op weg naar de trein kan ik het niet laten om snel even bij een “Watson” drogist binnen te lopen. Ik zoek al zes jaar, tevergeefs, naar dezelfde pillendoosjes die ik ruim vijftien jaar geleden bij de “Watson” in Singapore heb gekocht.
Zes jaar geleden heb ik er een in de Filipijnen bij Lyla’s moeder in huis kapot laten vallen. Deze zijn zo goed dat ik me nog als de dag van gisteren kan herinneren waar ik die precies heb gekocht. Sinds die rampdag in de Filipijnen zoek ik naar deze doosjes. Tot mijn verbazing zijn we weer in het assortiment opgenomen. Ik moet er zelf om lachen maar ik hoop echt dat deze twee doosjes ook weer zeker vijftien jaar meegaan!
Onderweg schiet ik een plaatje van de laatste islamitische damesmode waarna we met de trein, zonder een machinist sinds 1998, richting “Pasar Seni”, dicht bij China Town, gaan. We hebben “Pasar Seni” langzaam zien ontwikkelen tot een toeristen attractie zonder ziel waar ik nog steeds mijn twijfels bij heb of de toeristen dit wel willen zien. Eindeloze rijen van winkelcentra, daar vlieg je toch niet voor naar Zuidoost-Azië?
Ook in China Town bepaald de “Merdeka 118” het beeld van de horizon. Dan passeren we een deur waar ik tientallen keren omhoog en omlaag ben gelopen. Meer dan twintig jaar geleden sliep ik hier in kamer 201 onder de trap. Voor minder van vijf euro per nacht! Ik ga de trap op en herken de receptie meteen. De oude Chinees moet lachen om mijn verhaal want hij herkent al mijn anekdotes. Mooie herinneringen uit vervlogen tijden van de rugzakartiesten!
Ik ben nog steeds op zoek naar de eenvoudigste adapter voor onze Europese stekker die je maar kan vinden in Maleisië. Ik had het nog niet vermeld maar in Maleisië en Singapore hebben ze nog steeds de Britste standaard voor stekkers en stopcontacten. Die verbinding met de “Brits Gemenebest” is nooit verbroken!
Onze dag zit er op en helaas hebben we geen adapter kunnen vinden. Er zijn wel voldoende van die dikke, logge en dure adapters te koop maar daar heb ik geen zin in. We nemen de LRT naar “Kampung Baru” en wandelen langzaam door het echte Maleisische dorp richting het hotel. Hier en daar doe ik nog een poging om een adapter te kopen. Tevergeefs, ze kennen de oude adapters allemaal maar niemand heeft ze nog te koop.
Totdat we op de hoek van ons hotel een klein winkeltje binnenstappen. De oude bebaarde man heeft een zakje achteraf aan een rekje hangen dat hij zelf even moet zoeken. En daar zijn ze! Voor RM 1 pers stuk (€ 0,25) kan ik er net zoveel meenemen als ik er wil hebben. Ik koop er maar een maar de verkoper wordt er niet minder vriendelijk om. Dat is dan ook weer Maleisië.
Voor onze avondmaaltijd gaan we naar hetzelfde restaurant als voor het ontbijt. Ik vraag vriendelijk of het een probleem is dat ik saté bij een ander restaurant koop en bij hun aan tafel op eet. Dat is geen probleem wat zij verkopen geen saté! Selamat Makan!
Lyka neemt een bord rijst met verschillende Maleisische heerlijkheden, ik ga voor de bekende Mee Goreng en vanavond is het aangevuld met overheerlijke kipsaté. Een diner voor kampioenen in een lokaal restaurant.
Na het eten koop ik nog twee blikken bier voor op de kamer. Ik ben nu bekend met de gebruiken van het meisje achter de kassa. Ze laat me duidelijk merken dat ze het op prijs stelt dat ik haar handelswijze respecteer. En dat zonder te flirten.
Het was een mooie eerste dag ik Kuala Lumpur. Straks maar eens nadenken wat we morgen kunnen gaan doen.