woensdag 27 november 2013

Thailand: Mijn stalen ros ruikt de stal

Pattaya (Almost Free Hotel (103)

Voor de tweede dag op rij sta ik al om half zes naast mijn bed. Het is een vreemde dag vandaag, ik voel me anders dan op de ochtend van de vorige zesentwintig dagen. Mijn schoenen zijn nog steeds vochtig van binnen en dat is geen comfortabel vooruitzicht! Maar ik heb niets anders! Ik zal het ermee moeten doen.
Buiten stromen de gelovigen voor het ochtendgebed naar de moskee achter het hotel.

Gisteren heb ik het al over de groeiende hebzucht en afgunst onder de Boeddhisten gehad en vandaag zal ik een korte uitleg geven over het probleem in het zuiden van Thailand dat al aan duizenden mensen aan beide zijden het leven heeft gekost.
Dit probleem wordt een moslim probleem genoemd omdat die mensen in het zuiden hoofdzakelijk moslims zijn. Waren het christenen geweest dan was het een christen probleem geweest, dus dat met het geloof is het niet echt. Het is hetzelfde probleem dat de rest van Thailand in zijn wurggreep houdt, “hebzucht en afgunst”.
In het zuiden van Thailand zit er olie en gas onder de Golf van Thailand. De opbrengsten van die lucratieve vondst gaan in zijn geheel naar de regering in Bangkok.
‘Het rijke noorden’, zoals ze dat zo graag in het zuiden noemen.
Dat de Thai in mijn ogen het domste en het meest luie volk van zuid-oost Azië zijn heb ik al eens eerder verteld. Ze worden op de voet gevolgd door de moslims in Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen.
Het oude sultanaat Pattani is in een verdrag in 1909 met Thailand geruild tegen Kedah en een paar andere sultanaten die later de kern zouden vormen voor het moderne Maleisië. En die inwoners van dat oude sultanaat willen nu òf een soort van onafhankelijkheid, òf zelfbestuur, zodat ze tot het einde van de gas en olievoorraden op hun luie kont kunnen zitten en zonder ook maar een minuut per week te werken en goed inkomen kunnen ontvangen. Zoals dat werkt in de oliestaten in het midden-Oosten. Dat ze geen geweld schuwen is bekend en voor de toekomst voorspeld dit ook weinig goeds omdat ook Maleisië niets met deze luie moslimbroeders te maken wil hebben.

Op mijn computer stippel ik de weg naar Ayuthaya uit die ik vandaag wil gaan rijden. En dat is op het eerste gezicht geen leuk beeld! Er zit gewoon niets anders op dan de lelijke snelweg met het nummer 11 te volgen. En het is een lelijke weg, toch heeft het ook zijn voordelen want om de tien kilometer is er een enorm complex met een benzinestation, 7-11, restaurants en toiletten.

Het rijden op de autosnelweg is heel vermoeiend. Er is veel vrachtverkeer en die wanen zich de koning van de weg. Een buitenlander op een motor is voor hun net zo belangrijk als de opening van een nieuwe McDonald’s in Nigeria.
Met een hogere snelheid dan voorheen blaas ik richting Bangkok! En nog voor een uur sta ik op de kruising waar ik rechtsaf moet slaan naar Ayuthaya. Geestelijk sta ik ook op een kruispunt en moet tot een besluit komen. Mijn GPS geeft aan dat het nog maar 180 kilometer naar Pattaya is. Ik denk diep en kort na!
‘Dan rij ik maar door!’
En zo komt deze motortrip sneller aan een einde dan ik eergisteren had kunnen vermoeden! De snelheid wordt verder opgevoerd en het verkeer wordt drukker des te dichter ik bij Bangkok kom. Het zijn lelijke wegen en er is niets te zien, vandaar dat ik ook maar twee foto’s heb gemaakt! Na 5.189 kilometer sta ik weer op de plaats waar ongeveer vier weken geleden dit avontuur is begonnen.

In het hotel hebben ze gelukkig nog een kamer vrij die ik per dag kan verlengen, wanneer ik weer vertrek is het niet zeker dat ik weer kan terugkomen. Het hoogseizoen van de jaarwisseling staat voor de deur. Ze doen in dit hotel niet aan reserveren! Binnenlopen en betalen is het enige wat ze hier in dit hotel begrijpen.
Ik breng mijn spullen naar boven en maak een hoop van de vuile was. Dat si het eerste wat ik morgen moet doen. Dan mijn motorpapieren ophalen. Veel slapen, lekker eten en diep nadenken wat ik in december ga doen. Nu nog een paar biertjes en dan naar bed!


De rit van de afgelopen vier weken


Pattaya - Chantaburi - Watthana Nakhon - Buriram - Bua Yai - Surin - Si Saket - Khong Chiam - rond Khong Chiam - Mukdahan - Ban Phaeng - Nong Khai - Loei - Bua Yai - Lom Sak -  Ban Khok - Nan - Golden Triangle - Chiang Mai - Phitsanulok - Pattaya 4.675 + 514 = 5.189 Km

dinsdag 26 november 2013

Thailand: De regen heeft toch gewonnen

Phitsanulok (Princess Green Hotel (209)

Ik ben om half zes al wakker! Het hoge ratelende geluid van de Chiang Mai tuk-tuks, opgevoerde Trabants, scheld door mijn kamer. De aankondiging in de vorm van een concert dat de ochtendspits op het punt staat om te beginnen.
‘Wat een verschrikkelijke stad is Chiang Mai toch geworden!’, is de eerste gedachte die door mijn hoofd gaat.
Terwijl ik een kop koffie voor mezelf maak koester ik in mijn gedachten mijn herinneringen over mijn eerste dagen met Saskia Schneider in Chiang Mai. Waarom gaan mensen toch zo vaak terug om te zien wat er van die mooie plaatsen is geworden? Het kan toch bijna alleen maar tegenvallen? Hoewel er ook nog wel enkele uitzonderingen zijn!
Om iets over zeven is mijn stalen ros opgezadeld en klaar om me naar Mae Hong Son te brengen. Het verkeer is al op gang gekomen en ik moet nu wel een vergelijking met Bangkok maken. Chiang Mai is nu een klein Bangkok! Ik ben blij dat ik er ben geweest en dat ik gisteren mijn oude vriend Michael weer heb gezien. Maar voor de rest? Geef mij Bangkok maar!
Bij de eerste 7-11 worden de gebruikelijke tosti’s en een Coke Zero gekocht terwijl ik de fles vul met heet water om een liter zwarte thee te maken. De lucht is grijs! Van muisgrijs tot kachel zwart en dat wil soms niet zoveel zeggen in Thailand. Maar een stukje verder, ik ben nog niet eens de stad uit, voel ik de eerste druppels op mijn gezicht. Dat is een moment om na te denken en te overwegen wat te doen. De weerman raadt ook maar wat maar in dit geval heeft hij het wel bij het rechte eind! Ik geef mezelf nog een U-turn!

Even een uitleg voor de mensen die nooit in Thailand zijn geweest: In Thailand zijn er heel weinig viaducten en meer van die dure oplossingen voor autowegen. In plaats daarvan rij je eerst een stuk in de tegenovergestelde richting dan waar je heen wil en elke drie à vier kilometer is de middenberm onderbroken zodat je kan omkeren en terugrijden in de richting die je eigenlijk wilde gaan. Een simpele en relatief goedkope oplossing die hier nog steeds werkt! Maar voor hoelang nog? Hier wordt het ook sneller steeds drukker.

Voordat ik bij de volgende U-turn ben zie ik op de tegemoetkomende auto’s en vrachtwagens de ruitenwissers druk heen en weer gaan. Voor de motorrijders is regenkleding een must en dat is voor mij het teken dat ik ook moet omdraaien en mijn plannen ook op deze ochtend plotsklaps moet wijzigen. Zodra ik in de andere richting rij zie ik witte wolken die zelfs hier en daar zijn onderbroken door kleine stukjes blauwe lucht. Dat is een beter vooruitzicht dan uren in de regen te rijden.
Het is een hels karwij om uit de stad te geraken! Ik heb geen tijd om de GPS opnieuw te programmeren dus rijdt ik op het gevoel en de verkeersborden. Op een soort van rondweg wordt het pas moeilijk! Verkeer komt van alle kanten op me af en er wordt getoeterd alsof ik weer in China ben. Ze lijken wel gek hier en bezeten door de haast waar ik gisteren al melding van heb gemaakt. Ik vraag me af hoeveel mensen er op deze dodelijke wegen elke week door de haast en onverschilligheid in het verkeer van Chiang Mai worden vermoord.
Ik schakel op veilig en drijf op de verkeersstroom langzaam mee richting het zuiden. Zodra het mogelijk is programmeer ik snel een punt op de autoweg 106 en dat is waar ik heen wil! Ik mis een paar afslagen omdat ik druk ben met het verkeer en niet de hele tijd op mijn GPS kan kijken. Dat overleef is wel, dat kleine stukje elektronica rekent gewoon een nieuwe weg uit. Na ruim een uur waan ik me veilig en neemt het verkeer af. Ik ben op de 106 op weg naar het zuiden en voor me zie ik een witte hemel met hier en daar felle stralen zonlicht die het wolkendek doorklieven als een zwaard van licht.

Eindelijk kan ik genieten van de wereld om me heen en tijdens een pauze programmeer ik een hotel in Tak als mijn volgende bestemming. Het is heerlijk weer en ik maak me geen zorgen. Ik stop regelmatig om wat te drinken en foto’s te maken van wat ik zo allemaal onderweg, hoofdzakelijk tempels, zie.


De overleden oppermonnik van Thailand

Een korte uitleg wat er hier achter de tempelmuren gebeurd:
Die tempels lijken hier rijker dan ik op andere plaatsen in Thailand heb gezien! Een groot fotodoek herdenkt de vorige maand overleden oppermonnik van Thailand en het politieke steekspel over zijn opvolging is al begonnen. Thailand is nog steeds een derde wereldland en Thailand is ook ziek, heel ziek.
Zoals in het begin van de 20st eeuw in Nederland is ook hier de religieuze macht heel groot. De tempel is een steunpilaar voor veel arme, en ook heel rijke, mensen. Maar deze steunpilaar wankelt. Ook onder de monniken, die van alle aardse genoegens verstoken zouden moeten zijn, broeit een drang naar macht en geld.
De afgelopen jaren zijn er voldoende schandalen opgedoken over monniken in Mercedes Benz limousines met Louis Vuitton reistassen op weg naar privé vliegtuigen met bestemmingen over de hele wereld. En die reizen zijn niet om het Boeddhisme te promoten!
Nu de vacature voor hoofdmonnik van Thailand is vrijgekomen moet hier wel een persoon van onbesproken gedrag voor worden gekozen. De Thaise samenleving wankelt. Ze zijn hier niet voorbereid op de verleidingen van de 21st eeuw. Alcohol, drugs, corruptie en hebzucht tieren hier welig en iedereen sluit zijn ogen voor deze problemen.
‘Wat je niet kan zien, òf ontkent, bestaat niet!’” redeneren ze hier in alle lagen van de bevolking.
Geen voorlichtingscampagne’s maar gewoon doodzwijgen. Zonder enige twijfel heeft Thailand de meeste tienermoeders in de hele wereld. Maar seks bestaat niet in Thailand, en wordt namelijk nooit over gesproken. Een kwart van de bevolking is verslaafd aan de Yaba, Amfetamine, en Thailand staat op de tweede plaats op de lijst van landen waar de meeste drugs in beslag worden genomen. En dan heb ik het nog niet over de goedkope rijstwijn, Lao Khao, waar je zeker blind en gek van wordt.
Begrijp me niet verkeerd, Thailand was, is en blijft een mooi land om te bezoeken. Maar voor hoe lang nog? Hoe lang gaat het duren voordat hier totale anarchie regeert? De regering, het leger of de politie, en misschien zelfs alle drie tezamen zijn niet in staat deze licht ontvlambare samenleving onder controle of tevreden te houden.

Corruptie, hebzucht en afgunst lopen hand in hand door alle lagen van de bevolking in Thailand.


En dan komen de heuvels in beeld en verkleurt de lucht weer. Is het dan toch een verkeerde keuze geweest om de andere kant op te gaan? De eerste bui valt nog wel mee maar voordat ik aan de beklimming begin wordt het toch wel tijd om de bagage in het plastic te wikkelen en mezelf in gereedheid te brengen voor serieuze regen. De camera zit ook in het plastic dus hier heb ik geen foto’s van! De lucht wordt zwart, de horizon vervaagd en Pluvius opent de hemelsluizen!
Grote druppels raken mijn lichaam en voelen aan als rubber kogels. Het eerste worden mijn knieën nat! Dan voel ik het water langzaam langs mijn scheenbenen naar beneden lopen. Het is een uiterst onaangenaam gevoel wanneer het regenwater mijn wollen legersokken bereikt en mijn hoge wandelschoenen langzaam vol lopen. Het duurt niet lang voordat mijn voeten in mijn schoenen soppen.
Ondertussen loopt al het water dat mijn borst en buik raakt naar beneden. De snelheid is aangepast omdat de Thaise wegen bij regen verraderlijk glad worden. Mijn kruis wordt koud en ik voel ook mijn broek aan mijn kont en aan het zadel kleven. Het water heeft zich ook door de openingen tussen de ritssluiting van mijn jas door gewurmd. Een koude streep van mijn keel tot aan mijn navel is goed voelbaar. Er is geen ontsnappen aan! Uiterst geconcentreerd, zonder oog voor de schitterende omgeving, klim ik steeds hoger op de slingerende wegen. Vrachtwagens en pick-up trucks zijn nu zeker de vijand en vormen een extra gevaar.
En dan gebeurd er iets vreemds! Mijn natte ledematen beginnen op te gloeien. Het is tenslotte een graad of zes en twintig en dan is het niet koud! De gloeiende warmte voelt aangenaam en verlicht de ellende van deze moeilijke minuten. De weg is verraderlijker dan ooit! Spekglad, het regenwater vormt stroompjes die samenvloeien tot stromen in de moeilijke haarspeldbochten. Diepe gaten in de weg vullen zich met water en worden haast onzichtbaar, of beter gezegd, ze glanzen als stukken nieuw asfalt. Met aangeslagen zonnebril, uiterst geconcentreerd en zonder enig gevoel voor tijd en mijn omgeving doorsta ik deze geseling. Het opspattende water van de langzamere auto’s loopt van mijn gezicht en smaakt bitter. Om de twintig seconden spuug ik weer een mond water naast me op de weg.
Op de weg naar beneden veranderen de zaken! In de verte wordt het lichter en het zicht wordt beter. De auto’s die de haarspeldbochten afsnijden zijn nog het gevaarlijkst! Een schok, een paniekreactie, een kneep of druk op een van je remmen en je ligt zo maar met je snuit languit op de weg! Met de voorrem en achterrem steeds gereed daal ik af. Steeds een middenweg zoekent tussen snelheid en veiligheid slip ik gelukkig maar een keer. Een stoot adrenaline stroomt er door me lichaam en zet al mijn zintuigen, voor zover ze dat nog niet waren, op scherp.

Een half uur nadat de regen is begonnen is het weer droog en breekt zelfs de zon door. De rijwind droogt mijn uitrusting snel en ik kan zelfs weer even gas geven want mijn schema is wel in de war geraakt door die langzame kilometers.

Een kilometer of dertig voor Tak slaat de regen opnieuw genadeloos toe! Ik zoek mijn schuilplaats in een garage waar ze echt niet moeilijk doen wanneer er een blonde Nederlander zo op zijn motor naar binnen rijdt.
‘Fon Tok!’ (regen), zegt ik overbodig waarna iedereen begint te lachen.
Het is al half drie en vanuit mijn schuilplaats zie ik in de richting van Tak de donkere wolken waar ik juist aan probeer te ontsnappen. Aan de achterkant is het licht! Dat is richting Sukhothai en Phitsanulok. Ik bereken mijn kansen en tegen mijn plannen in kies ik om maar een extra 120 kilometer te rijden.
Zodra ik denk dat het kan stap ik weer op en blaas met een hogere snelheid dan normaal richting de 12. Een onvriendelijke provinciale snelweg waar ik wel overheen moet.

Ik gooi de tank nog een keer vol, zet mijn verstand op oneindig en geef gas. Terwijl de warme wind mijn kleding alweer helemaal heeft gedroogd soppen mijn voeten nog steeds in mijn schoenen. Er zit niets anders op dan op blote voeten verder te rijden en mijn schoenen en sokken achterop mijn rugzak te drogen. En dat moet toch wel een heel vreemd gezicht zijn geweest voor al die mensen die me passeerden!

De kilometers glijden achter me weg en na 454 moeilijke kilometers sta ik weer voor het Princess Green Hotel in Phitsanulok. Net als een paar jaar geleden, het hotel is prima en voldoet aan alle eisen die ik na zo’n rit aan een hotel stel. Op de kamer realiseer ik me nu ook voor de eerste keer dat mijn tour nu bijna ten einde is. Het is twee dagen rijden naar Pattaya, en dat klinkt als muziek in de oren na vier weken in het zadel te hebben gezeten!
Onder het eten weeg ik alle zaken nog een keer tegen elkaar af en besluit om nog een tussenstop, in Ayuthaya, te maken waarna ik op donderdagavond weer in Pattaya hoop te slapen. Het is een vreemd gevoel dat mijn reis bijna ten einde is, maar het is ook een goed gevoel. Het wordt tijd om te gaan nadenken wat ik in december ga doen.

En zo zie je maar! In Chiang Mai probeer ik de regen te ontvluchten om hem later zuidelijker weer tegen te komen. Je kan je lot niet ontlopen, je zult het moeten dragen!


Voor het eten hoef ik niet zover van het hotel weg. Voor een moment speel ik nog met het idee om naar de avondmarkt langs de rivier te gaan. Het alleen zijn beslist dat ik tegenover het hotel eet. De klassiekers met twee koude flessen bier!


Pattaya - Chantaburi - Watthana Nakhon - Buriram - Bua Yai - Surin - Si Saket - Khong Chiam - rond Khong Chiam - Mukdahan - Ban Phaeng - Nong Khai - Loei - Bua Yai - Lom Sak -  Ban Khok - Nan - Golden Triangle - Chiang Mai - Phitsanulok 4.221 + 454 = 4.675 Km

maandag 25 november 2013

Thailand: Regen op komst?

Chiang Mai (Daret’s Guesthouse (B5)

Wanneer ik de weerberichten voor de komende dagen moet geloven dan rij ik voor de regen uit. De wind waait uit het oosten en ik ga richting het westen. Dat kan alleen maar goed gaan totdat ik klem kom te zitten aan de grens met Myanmar. Dus wat is wijsheid?
Om half zes, ja ècht waar, sta ik al naast mijn bed. Buiten is het nog aardedonker en doodstil. Hier ben ik heel ver weg van de bewoonde wereld. Zo’n verblijf buiten de stad laat me ook steeds vaker denken aan waar ik later, wanneer ik groot ben, wil gaan wonen. Een klein huisje ergens op het platteland, binnen een uur rijden van een redelijke stad, dichtbij het water zou fantastisch zijn. Mijn dagen slijten met de klassiekers van de Nederlandse literatuur en af en toe zelf een verhaal schrijven.
Al dagdromend geniet ik van mijn eerste kop koffie terwijl een frisse wind zich door de mazen van het insectengaas een weg naar binnen zoekt. Wanneer ik de deur open komt de frisse wind me tegemoet en omarmt me. Een rilling rolt er over mijn rug en het kippenvel staat op mijn hele lichaam. Hier in het noorden tussen de bergen is het al aardig koud ‘s morgens!
Zodra de zon boven de horizon, maar nog niet boven de heuvels, is geklommen krijg ik een eerste beeld van wat me vandaag te wachten staat. In het oosten zie ik donkere zware wolken die niet veel goeds voorspellen terwijl in het westen een strook blauwe lucht zichtbaar is. En die kant gaan we vandaag op!
Tijdens het wassen in het toilet valt me iets op dat voor de kleine mensen van Thailand altijd verborgen zal blijven. De bekende “Franse slag” leeft hier onder de naam “wat je niet ziet dat weet je ook niet!”. De badkamer is zeer mooi voor Thaise begrippen maar de bovenkant van scheidingsmuur is niet afgewerkt! En daar moet ik toch wel heel hard om lachen! Deze mensen zijn ontzettend lui van nature!

De activiteit van het bepakken van de motor geeft me nog enige warmte maar zodra ik klaar ben koelt het zweet op mijn rug af en ik grijp meteen naar mijn fleece. Vandaag vertrek ik voor het eerst met mijn fleece èn mijn Gore-Tex windvanger aan. Handschoenen heb ik helaas niet maar die waren vandaag zeker wel welkom geweest.
Het ritueel van de twee tosti’s wordt in ere gehouden en misschien is dit wel de beste Thaise gedachte sinds het gesneden brood! Net buiten het toeristische trekpleister gaat het oranje lampje naast de kilometerteller branden als teken dat ik nog voor ongeveer zestig kilometer benzine over heb. Dat is geen reden tot paniek, meer een waarschuwing voor iets waarvan ik het bestaan al kende, een bijna lege benzinetank.
Ik mag dan wel in een uithoek van Thailand zijn maar benzine is er toch vaak wel te vinden. Al is het maar met een handpomp uit een stalen 200 liter vat! Zestien kilometer verderop gooi ik mijn tank vol en neem een eerste welkome slok van mijn hete thee.
Terwijl ik op mijn wisselgeld wacht besef ik plotseling dat ik niet eens weet waar ik vandaag heen ga. Mijn reis gaat eigenlijk van slaapplaats naar slaapplaats. Welke stad of dorp erbij hoort weet ik niet altijd, dat zie ik vanzelf wel. De koele mist hangt in de valleien en ik rij op mijn gemak over de lege slingerwegen.

Veel van dat asfalt staat nog niet op mijn GPS omdat de kaart die ik gebruik van 2010 is en in die drie jaar zijn er heel wat wegenbouw projecten uitgevoerd.

Het wordt een eentonig verhaal maar de bergwegen zijn een droom voor elke motorrijder! Het weer voor me is goed en ik kijk gewoon niet achterom naar de dreiging die me achtervolgd.

Het is nog geen eens kwart voor elf wanneer ik het punt, nog honderd kilometer te gaan, passeer. En dat is toch wel heel erg vroeg! Dat zou schematisch betekenen dat ik zo rond een uur op de plaats van bestemming zou aankomen! Ik denk na over mijn mogelijkheden, en die zijn in principe eindeloos, en kom tot de conclusie dat ik toch wel heel erg dicht bij Chiang Mai ben. En laat daar nu een goede vriend wonen die ik misschien al in geen zes jaar heb gezien! Een kort telefoon gesprek met Michael en ik ben op weg naar Chiang Mai. Geheel onverwacht ga ik naar de roots van bijna vijftien jaar geleden toen ik hier voor het eerst rondzwierf.

Des te dichter ik bij de stad de stad kom des te drukker en moeilijker het verkeer wordt! Hier woont de haast! Ik weet niet wat die mensen drijft om zo te rijden, zoveel risico’s te nemen om enkele minuten te winnen. Minuten die ze waarschijnlijk niet eens nuttig gebruiken.
Met elke kilometer wordt ik meer voorzichtig en het wordt zelfs tijd om de helm weer op te zetten. Ja, ik weet het. Ik zou die helm eigenlijk de hele reis moeten dragen maar het rijden zonder helm geeft toch wel een extra gevoel van vrijheid. Ik laveer door de drukte van de oude binnenstad van Chiang Mai op zoek naar “Daret’s Guesthouse”.

Het is niet echt moeilijk om dat icoon van de backpackers te vinden. Er zijn nog kamers vrij en voor de 240 baht (€ 5,50) is het niet de goedkoopste maar wel de slechtste kamer van deze reis. Maar dat deert me niet! Het is maar voor een nachtje en ik zal na mijn ontmoeting met Michael zeker wel goed slapen.

Het is goed om Michael na al die jaren weer te zien en Michael is niets veranderd. We gaan eten bij een Ierse pub en hier leer ik al snel dat Chiang Mai ook veel is veranderd! De prijzen liggen hier nog hoger dan in Phuket en een simpele maaltijd kost bijna de hoofdprijs. Maar dat mag onze reünie niet verstoren.

Vanzelfsprekend is er veel met ons gebeurd in de afgelopen zes jaar en we kletsen elkaar de oren van het hoofd. Na een wandeling door Chiang Mai zie ik nu ook in dat ik hier waarschijnlijk nooit meer terug zal komen. Er is een hoerenstraat met barren en gogo’s voor een Chinese en westerse klantenkring die waarschijnlijk thuis vertellen dat ze in Chiang Mai en niet naar Pattaya zijn geweest. Schijnheiligheid ten top!

Nog voor tienen nemen we weer afscheid want ik ben doodmoe en ook de biertjes eisen hun tol. Het was erg leuk om elkaar weer te ontmoeten en de volgende keer moeten we maar ergens halverwege een plaats zoeken om elkaar weer te zien. Chiang Mai en Daret’s Guesthouse zijn voor mij nu verleden tijd!

In de straat die we vroeger koesterden om de hippe en artistieke café’s en restaurants zijn nu alle grote Thaise banken, met hun schreeuwende gekleurde verlichting, vertegenwoordigt! Gelukkig zijn de serene tempels er ook nog, maar ze staan er wel als een vlag op een modderschuit!


Pattaya - Chantaburi - Watthana Nakhon - Buriram - Bua Yai - Surin - Si Saket - Khong Chiam - rond Khong Chiam - Mukdahan - Ban Phaeng - Nong Khai - Loei - Bua Yai - Lom Sak -  Ban Khok - Nan - Golden Triangle - Chiang Mai 3.916 + 305 = 4.221 Km

zondag 24 november 2013

Thailand: En dan ben ik plotseling weer alleen!

Golden Triangle (Phimphat Resort (102)

Het kan dus vreemd lopen! Zo ben je alleen, dan samen, en dan weer alleen!
Het is nog erg vroeg wanneer ik de motor stap voor een langere dag. Gisteren heb ik, tijdens het relaxen op mijn bed, veel werk verricht en veel nagedacht over de kilometers die achter me liggen en het verdere verloop van deze tocht.
Zo heb ik voor vandaag twee dagritten samengevoegd, en ingekort. Van de oorspronkelijke 425 kilometer zijn er nog ruim 300 over. Die eerste etappes waren goed op de lengte van de dag afgesteld, ik reed pas rond een uur of negen weg en er was heel veel te zien onderweg. Nu ben ik aangekomen in het gebied van de natuurlijke schoonheden, de bergen en heuvels van noord Thailand. Hier en daar genieten van het uitzicht, een foto, en dan weer verder. Ik stap ook veel vroeger op de motor! Vaak ben ik voor zes uur al wakker en rond half acht start ik mijn machine. En dan zijn die geplande 225 kilometer zo voorbij en dan zit je om half twee op je kamer, of in het restaurant, vaak een heerlijk koud biertje te drinken.
Dus ik ga de toekomstige etappes verlengen, veranderen en aanpassen totdat ik rond de 300 kilometer per dag kom, die extra kilometers geven me een aankomsttijd die twee tot twee en een half uur later ligt dan oorspronkelijk gepland was.

Op de motor ben je alleen met je gedachten en nu ik niet meer de hele tijd in mijn spiegels hoef te kijken, of Nick er nog wel is, kan ik de vrijgekomen hersenactiviteit gebruiken voor andere zaken.
Over twee maanden wordt ik vierenvijftig en het wordt nu wel tijd om er over na te gaan denken wat ik met de rest van mijn leven wil gaan doen. Ik heb gelukkig al veel kunnen reizen en ik heb ook heel veel gezien en meegemaakt. Bijna heel Azië is in mijn paspoort gestempeld en ik ben op bijna alle continenten geweest. Hoewel ik nooit in Zuid Amerika ben geweest wil ik niet zeggen dat ik dat mis òf dat we daar in de toekomst niet naar toe gaan.
Nu ik getrouwd ben en Lyka voorzichtig over kinderen begint dringt langzaam het besef tot me door dat het leventje van reizen en zwerven toch wel langzaam op een einde loopt. Het is geen gemakkelijke gedachte want ik hou nog steeds van het reizen en ontdekken van landen en gerechten. Ook dat benauwd men niet! Want met die kleine is het ook goed mogelijk om met de camper door Europa te reizen.
School, de lagere en middelbare school, dat zijn de vijftien jaar die me, of beter gezegd ons, in onze vrijheid zullen beperken. Maar ik weet ook zeker dat we er heel veel voor terugkrijgen. Kinderen zijn in mijn ogen nog steeds leuk, noodzakelijk en onvervangbaar. Zonder kinderen wil ik niet toetreden tot de oneindigheid van de tijd!

De bergwegen zijn schitterend en het is nog mooi weer, hoewel de weersverwachting steeds aangeeft dat er regen in de buurt komt. Ik ga ervan uit dat het droog blijft en dat de wolken al leeg zijn voordat ze mij bereiken.

Ik passeer waarachtig een tempel die het waard is om gefotografeerd te worden. Mooie lege wegen, en daar is de Mekong rivier weer. Een weerzien na een week of zo? Ik weet het niet! Ik moet op mijn horloge kijken welke dag het vandaag is en kan me niet herinneren waar ik twee dagen geleden heb geslapen. Dit rondreizen is zo intens dat je zoveel moet opslaan dat de andere herinneringen meteen helemaal naar achteren in je geheugen worden geplaatst.
Bij aankomst bij de “Golden Triangle” ga ik op zoek naar een bekende slaapplaats. Van het oude resort waar we de vorige keer hebben geslapen is niet veel meer over! Ik herken nog wel de twee bungalows aan de weg waar we een nacht hebben geslapen en de reclame van de 7-11, die nu voorgoed gesloten is, zit ook nog op de ramen geplakt.

Op goed geluk rij ik een zijweg in en na een paar honderd meter zie ik het “Phimphat Resort”, misschien een beetje luxe maar dat deert me niets. Ik ben op vakantie en wil best wat meer betalen voor een goed bed en een snelle internetverbinding.


Tijdens mijn korte wandeling op zoek naar wat te eten, en het monument voor het drielandenpunt, kan ik alleen maar concluderen dat ook hier de tijd niet heeft stilgestaan. En dat is eigenlijk de toon van deze hele reis. Veel van de plaatsen die ik voor de tweede keer, of meerdere keren, bezoek zijn onherkenbaar veranderd. Mijn oude warme herinneringen worden vervangen door de nieuwe die vaak veel minder leuk zijn dan de oorspronkelijke. Misschien is het hele doel van deze reis wel fout! Waarom willen mensen eigenlijk terug naar plaatsen waar ze warme herinneringen aan hebben? Geromantiseerde herinneringen! Dan kan het toch alleen maar tegenvallen?

Bij een restaurant naast de enorme parkeerplaats val ik maar neer. Ik heb ook niet kunnen vinden waar we de vorige keer hebben gegeten. Of haal ik twee plaatsen door elkaar? Het eten smaakt me goed maar het is wel voor Pattaya prijzen! Het bier is zelfs zo duur dat ik maar besluit om straks een fles bij een klein winkeltje te kopen!
Zodra de zon verdwijnt sluiten de souvenirwinkels en reizen de toeristen verder of terug naar hun plaats van vertrek. Het is nog geen zeven uur wanneer ik me op het heerlijke zachte bed neervlij en geniet van een koud biertje, een verhaal schrijf en drie afleveringen van “Under the Dome” kijk. Vandaag weer bijna dertig euro opgemaakt! Wat kan het leven toch mooi zijn met een klein budget!

Pattaya - Chantaburi - Watthana Nakhon - Buriram - Bua Yai - Surin - Si Saket - Khong Chiam - rond Khong Chiam - Mukdahan - Ban Phaeng - Nong Khai - Loei - Bua Yai - Lom Sak -  Ban Khok - Nan - Golden Triangle 3.607 + 309 = 3.916 Km

Copyright/Disclaimer