Nog twee dagen te gaan en de twee weken in Hong Kong en Macau zitter er alweer op. De tijd is omgevlogen en deze laatste twee dagen sluiten we af met vandaag nog een rustige en morgen een laatste drukke dag. Één van de tips die we gisteren hadden gekregen van de vriendelijke Duitser was een bezoek aan Stanley. Stanley ligt op een schiereiland aan de zuidelijkste punt van Hong Kong eiland. Er is daar stevig gevochten aan het begin van de tweede wereldoorlog.
We konden ons nog wel wat herinneren van wat we een paar dagen geleden in het “Hong Kong Museum Of Coastal Defence” hadden gezien en gelezen. De busreis er naar toe was eigenlijk al een avontuur op zich zelf. De bus wrong zich, nadat we de lange “Aberdeen Tunnel” hadden verlaten, over de smalle slingerende wegen richting het schiereiland. Steile afgronden en mooi vergezichten, ondanks de bewolking en het donkere weer.
We stapten uit voor het in 1859 gebouwde politiebureau. En dat was dan meteen de eerste van de weinige bezienswaardigheden in Stanley. Een snelle blik op de GPS bracht ons naar het begin van Wong Ma Kok Rd. En vanaf hier was het alleen maar rechtdoor. Op weg naar het “Stanley Military Cemetery” kregen we opnieuw mooie vergezichten voorgeschoteld over Stanley Bay. Het is hier erg duur wonen, dat staat als een paal boven water.
Op de militaire begraafplaats die uitstekend wordt onderhouden treffen we natuurlijk de graven aan van de vrouwen, mannen, meisjes en jongens die hier zijn gesneuveld voor de vrijheid van de volgende generaties. Britten, maar ook Indiase , Nepalese en Chinese soldaten. We staan een moment stil bij het monument. Mijn ogen speuren door de wirwar van namen en letters op het monument.
En dan kom je op het monument onder andere de volgende vermeldingen tegen:
SS Liseta
SS Manvantara
De Manvantara onder gezag van kapitein W.L. Happee was met zes andere tankers eind januari uit Australië vertrokken om nog zoveel mogelijk olie bij Palembang in te nemen. In konvooi MS 3 werd ze geëscorteerd door twee Britse lichte kruisers en enkele torpedobootjagers. De tanker vertrok op 12 februari 1942 uit Pladjoe naar Tandjong Priok samen met de Merula en nog vier Noorse tankers (Elsa 5.381 brt, Seirstad 9.916 brt, Herborg 7.892 brt. en Erling Brovig 9.970 brt.) echter zonder escorte. Op 13 februari om 11.00 uur waren ze 30 mijl ten zuiden van de Straat Banka toen ze door Japanse vliegtuigen werden aangevallen. De schepen zonder escorte waren een makkelijke prooi ondanks verzet met een 7,5 cm anti-onderzeebootkanon. Om 14.00 uur werd de Manvantara in brand geschoten. De Nederlandse bemanning heeft nog geprobeerd het schip te behouden maar na 20 minuten gaf Happee order het schip te verlaten. De Chinese bemanning had eigenmachtig het schip al na de treffers met een sloep verlaten. Meerdere opvarenden kwamen in de vlammen om maar anderen wisten aan de vuurzee te ontkomen. Om 18.00 uur werden ze opgepikt door de HMS Bulan van de Royal Navy en deze heeft de volgende dag de bemanning in Tandjong Priok aan wal gezet. Het uitgebrande wrak van de Manvantara is nog lang blijven drijven. Op 24 februari voer de Petronella (N.I.T.) in de Javazee toen men om 14.00 uur een scheepswrak passeerde. De naam Manvantara was nog leesbaar op het achterschip.SS Slamat
In de ochtend van zondag 27 april 1941 zonk de SS Slamat na een aanval door 9 Stuka duikbommenwerpers. De ‘Slamat’, eigendom van de Rotterdamsche Lloyd, evacueerde Engelse troepen uit Griekenland en was van Nauplia onderweg naar Kreta. Bij deze vergeten scheepsramp uit de Tweede Wereldoorlog verloren nagenoeg alle opvarenden het leven: 558 bemanningsleden en geallieerde (Australische, Nieuw-Zeelandse en Engelse) militairen. Elf mensen (4 Nederlandse en 5 Goanese bemanningsleden en 1 Australische en 1 Nieuw-Zeelandse militairen) overleefden de ramp. Dit is de grootste ramp uit de Nederlandse koopvaardijgeschiedenis.
SS Grootekerk
Op 24 februari getorpedeerd door de U-123 op de Atlantische Oceaan. 52 opvarenden kwamen om het leven.
MV Ocana
Om 04:13 in de ochtend van de 25st Maart, 1942, de onbegeleide M.V. Ocana was geraakt door een torpedo van de U-552. Ze vatte meteen vlam en een hoop goede mannen kwamen kwamen meteen om in de vuurzee. De onderzeeer liet de tanker achter in de verontstelling dat ze snel zou zinken. Maar ze zonk niet, ze brandde geheel uit! De enige overlevenden, drie machienisten en een Britse kannonnier werden op dezelfde dag nog opgepikt door de USS Mayo (DD 422). Het drijvende wrak van de M.V. Ocana werd drie dagen later gespot door de HMS Fleur de Lys (K 122), die het escort was van de tanker Dolabella en werd tot zinken gebracht door de kanonnen van de HMCS Burlington (J 250) op 15 April in 43°24N/64°45W.
Op zo’n moment schiet ik de plaatjes en ik verdiep me later op het internet in de geschiedenis. Wat is dat internet dan toch een mooi medium vandaag de dag!
Het meest opvallende was natuurlijk de ondergang van de S.S. Slamat. Bij mij totaal onbekend en dat terwijl het nog steeds de grootste scheepsramp is in de Nederlandse koopvaardijgeschiedenis. Dit zou op alle basisscholen moeten worden verteld.
Vanaf de begraafplaats gingen we dezelfde weg weer terug totdat ik een bordje zag van een wandelroute door Old Stanley. Dus de trapjes af richting de zee. De oudste geschiedenis van Stanley laat zich niet al te moeilijk raden. Natuurlijk was dit de woonplaats van hele geslachten van vissers die hier eeuwen achtereen in hun levensbehoefte hebben voorzien. Mooie kleine huisjes in een rij.
En dat was het dan voor vandaag. Over de Stanley Plaza kan ik niets vertellen behalve dat er tegenover de Plaza een klein restaurant zit dat bekend is om zijn beef ball soup. En die smaakte inderdaad uitstekend.
Het “Murray House” is een gebouw aan de baai met een erg vreemd verhaal. Het gebouw stond oorspronkelijk op de plaats waar nu het iconische “Bank of China” staat. Het werd in 1982 steen voor steen afgebroken en in kratten opgeslagen. Zestien jaar later, 1998/99, werden bijna alle kratten weer terug gevonden en werd het gebouw opnieuw in elkaar gezet op deze plaats aan Stanley Bay. Oorspronkelijk diende het tot 1960 als barak voor de militairen die hier gelegerd waren. Door de slechte stand van de zon en de verbouwing die ruimte maakte voor luxe restaurants en meer van die zaken die zo’n gebouw niet verdient heb ik helaas geen plaatje bij dit stukje.
Langzaam gingen we weer richting ons hostel waar we nu lekker rustig aan deden en genoten van het snelle internet.
Met nog maar twee avondmaaltijden te gaan gingen we voor ons meest bekende restaurant. Een gele kip kerrie en voor mij noedels met beef en groenten. Heerlijk.
Net om de hoek omdat we dan weer snel terug op de kamer waren. Vanavond schoot het bier drinken bij de haven erbij in.
Terracotta warrior op wacht