dinsdag 6 december 2011

Macau: De smaak van oorsmeer

Macau (Sanva Hotel (205))

Eerst mijn vermoeide lichaam onderhouden met een warme douche, en die is beter dan ik had verwacht. De straal was niet zo dun als ik me had voorgesteld. De aanblik van het hotel of hostel, beide namen worden door elkaar gebruikt, schept een voorstelling die het zeker niet verdient. OK, het is luidruchtig maar daar heb je oordoppen voor. Voor de rest is het prima in orde! Harde schone bedden die goed slapen, heerlijke katoenen dekbedden en ik ruik geen mensenvet in het kussen. Ik zou het zelfs twee sterren kunnen geven.
Maar terug naar vanochtend. De wekker was niet afgegaan omdat ik vergeten was om de tijd te veranderen. Maar het was niet zo erg want om een uur of half acht werd ik vanzelf wakker. Lyka sliep nog als een roosje en ik maakte haar voorzichtig wakker. Dat moet wel want normaal is ze ‘s morgens met geen riek te voeren. Deze keer werd ze met een glimlach wakker toen ze weer aan de olijfgroene tandpasta dacht.

De geur van Nescafé vulde de kamer en met een lui gevoel bleven we nog even onder de dekens liggen.

Vandaag was het ontbijt bij McDonald’s, we gaan aan het einde van de dag op broodjacht zodat we niet elke ochtend bij de gouden bogen belanden. Om eerlijk te zijn moet ik toch toegeven dat ik het ontbijt lekker vindt. Het broodje met ei en de worst is precies genoeg de hashbrown maakt het karwei af. De koffie is tegenwoordig goed en een tweede bakkie is vaak gratis. Ik kijk in de brochures van het toeristenbureau wat we vandaag gaan doen.
De vorige keer heb ik bijna écht alles gedaan en er blijft dus niets anders over om het nog maar een keer te gaan doen. En wanneer we Macau zeggen dan denken we meteen aan de ruïne van de kerk van St. Paul. Het icoon van Macau! Je ziet het overal in de meest uiteenlopende vormen.
De poort naar China is ondertussen op een kier gezet en dat is meteen te merken. Om half tien lopen de al honderden rochelende en rokende Chinezen op de trappen naar het monument. Met buttons op hun jas of shirt volgen ze de toerleiders met hun felgekleurde vlaggetjes. De tijden van een plaatje schieten met weinig mensen er op is dus ook hier voorgoed voorbij. Ook de kerstmannen met de kleurrijke pakjes dragen niet bij aan een cultureel gevoel. Maar je, het is nu eenmaal december en er moet geld worden verdient!

Achter de ruïne in een klein religieus museum ingericht en een tombe. Religieuze kunst natuurlijk. Klein maar mooi!

Naast de ruïne op een heuvel ligt het oude fort. Omdat het zo dichtbij is worden de horden Chinezen ook die heuvel op gejaagd. Gelukkig houden ze niet zo van traplopen en voordat ze op de top zijn houden de meesten het wel voor gezien. In de tuin van het fort is het dan ook goed vertoeven.

In de heuvel zelf is het “Museum van Macau” uitgehouwen. Niet echt spectaculair maar toch de moeite waard om wat tijd er in te besteden. De geschiedenis van Macau gaat over handel en het beschermen van zeeroutes en de handel. Natuurlijk zijn er ook een paar bladzijden Nederlandse geschiedenis hier. Zoals de gelukstreffer in 1622 die de aanval op Macau afsloeg. Een monnik schoot op goed geluk een kanon af en die kanonskogel sloeg precies bij de kruitkamer in. En dat was meteen het einde van het beleg van Macau. Nederland is hier ook nooit meer terug geweest.

Een korte blik op de kaart en we gaan op weg naar het “Protestant Cemetery”, we lopen langzaam door de smalle met hoogbouw omzoomde straatjes. Er zijn meer brommertjes dan auto’s. Ze komen van alle kanten en je komt ogen te kort. Voordat we bij onze bestemming aankomen volgen we een roodgele daklijst naar de ingang van de “Pau Kong Tempel”. Een troep hongerige bedelaars ligt voor de ingang op de loer. De lange grijze buitenlander valt meteen op en in een mum van tijd ben ik omringt door een stuk of acht oude mensen met kleine bakjes en half doorgesneden plastic flessen in de hand.
Mijn camera werkt als een magisch zwaard. Bij het zien van mijn Nikon vliegt de groep uiteen en valt weer neer op stoeltjes en kleden naar de poorten van de tempel. Ze hullen hun gezichten in hun armen, achter de rand van hun hoed of een waaier.

Binnen in de tempel hangt een dikke ondoordringbare rook van de wierook. De bekende beelden staan in nissen achterin de kleine kamertjes met voor hun de offeranden van vers fruit, olie en natuurlijk de wierook. Met oog voor detail probeer ik wat nieuws te vinden. Ik heb het allemaal al een keer gezien en dan wordt het moeilijk om weer een bijzonder plaatje te vinden.

Het protestante kerkhof is een oase van rust in deze drukke stad. Een kleine Anglicaanse kerk staat op een terras boven de laatste rustplaats van nobelen en zeelui. In deze katholieke enclave kwamen natuurlijk handelslui van over de hele wereld terecht. Geld trek nu eenmaal ondernemers en entrepreneurs aan. Maar ook matrozen en officieren van zeekrachten die de interesten moesten beschermen liggen hier begraven.

Het is al bijna kwart voor één en mijn maag begint te knorren. Een smalle stroom scholieren in geel en groene trainingspakken verdwijnt in een smal pandje met grote Chinese karakters op de gevel. Dit moet haast wel een goedkoop restaurant zijn!
En ik heb gelijk. Achter het raam zijn er een paar kleine plaatjes te zien, op één van die plaatjes staan “shomai”, “Dim Sum”, met Chinese broccoli afgebeeld. Dat is in ieder geval een begin. Op weg naar een tafeltjes spot ik een bordje dat op rijst met gestoofde varkensribbetjes in zwarte pepersaus lijkt.
Zonder een woord te zeggen, want ze verstaan toch geen engels, wijs ik de twee gerechten aan. De ober/kok knikt begrijpend en verdwijnt weer achter een deur. Door een klein doorgeefluik zie ik hem achter het fornuis weer tevoorschijn komen en enkele tellen later hoor ik de ingrediënten in de hete olie sissen. Een tweede man verschijnt in het restaurant en serveert ons twee plastic bekers met lauwe zwarte thee.
Onder het glas op de tafel ligt het menu.

Één voor één komen de twee gerechten door het luikje naar het restaurant en worden op onze tafel gezet. Het ziet er prima uit en het smaakt nog beter!

We volgen de bezienswaardigheden op de gratis kaart zoals ik ze de vorige keer heb ingetekend. We slaan alleen het “Macau Brandweer Museum” over en gaan meteen op weg naar de “Lin Kai Tempel”. Alle beelden van ruim drie jaar geleden komen weer in me boven. Ik weet nog goed dat ik hier één van de beste foto’s van 2008 heb geschoten.

We zijn vermoeid en kunnen terugkijken op een geslaagde eerste dag. Na een kop koffie met een Apple Pie gaan we weer op het hotel aan. Het weer is langzaam verbeterd en het lijkt er op dat er ons morgen zelfs een heldere dag te wachten staat. En dat is het moment om de “Macau Tower” te bezoeken.
Na de middag rust en uurtje foto’s verwerken is het tijd voor het avondeten. Gisteren hadden we wat leuks gevonden maar na aankomst blijkt dat het niet zo vriendelijk of goed is als we hadden verwacht. Hier eten we dus maar één keer! We wandelen rustig door de verkoelende avondlucht. Uitbundige verlichting en kerststallen. Met dit mooie weer is het moeilijk om je voor te stellen dat het alweer december is.

Na een paar biertjes op een bankje voor de supermarkt in een drukke winkelstraat zit onze eerste echte dag in Macau er op. We gaan terug naar ons hostel. Ik lik aan mijn oordoppen zodat ze wat gemakkelijker naar binnen glijden, en dat is ook meteen de titel van dit verhaal.
Copyright/Disclaimer