
Taipei (Camel’s Oasis), woensdag 12 mei 2010
Het is nog geen kwart elf wanneer we, onder de indruk van wat we vandaag al hebben gezien, het park verlaten. We richten ons vizier nu op de wolkenkrabber waarvan we tot aan nu alleen het topje gezien hebben. We passeren ontelbare Chinese eethuisjes, en ook grotere eethuizen. Het is druk om ons heen, de verkeersdrukte valt meteen op. Gelukkig zijn de weggebruikers wel gedisciplineerd en laten de voetgangers veilig oversteken.

We staan voor de “Dongmen Market”, een natte markt, die we natuurlijk ook wel willen verkennen. We willen sowieso voor enkele momenten weg van de hoofdstraat weg omdat het verkeer daar voorbij raast en de grote winkels toch geen indruk op ons maken.
Het is er niet echt druk maar er zijn voldoende mensen op pad om hun dagelijkse boodschappen te doen. Ik neem direct mijn woorden terug want het is geen natte markt zoals ik gewend ben in Azië. Tegenover de marktkraam van de slager worden er shirts en nachthemden verkocht. We zijn op zoek naar iets nieuws dat we nog nooit in Azië hebben gezien!


Vis en varkensvlees zijn natuurlijk algemeen bekend bij de Chinezen die alles eten met poten, behalve keukenstoelen, en alles dat uit het zoute water van de zee komt, uitgezonderd onderzeeboten! De “geur van de dood” hangt ook over deze Aziatische markt en ik vraag me af of die geur niet in de kleding trekt die op de markt wordt verkocht.

Nieuwsgierig als ik van nature ben zoek ik naar gerechten die Tettje en ik nog niet kennen en/of speciaal Taiwanees zijn. Gerechten die wij wellicht zelf de komende weken zullen eten. De verkopers op de markt zijn meer dan vriendelijk tegen de witte gezichten, ondanks dat we op deze ochtend nog geen westerse toerist zijn tegengekomen.
De enkele woorden Chinees die ik spreek zijn Kantonees en dat word niet altijd begrepen op de markt. Op Taiwan spreken ze hoofdzakelijk Hokkien, een Chinese taal dat ik dan weer ken uit het zuiden van Thailand, Maleisië en Singapore.
Het klinkt bijna iedereen vreemd in de oren! Een Chinees die Mandarijn spreekt en een Chinees die Kantonees spreekt kunnen niet met elkaar praten omdat ze elkaar niet kunnen verstaan. Dat is niet zo moeilijk! Maar ze kunnen beide wel dezelfde krant lezen omdat de Chinese tekens in alle Chinese talen/dialecten dezelfde betekenen, ze worden alleen anders uitgesproken.


Deze kleine hapjes herken ik wel meteen! De “Wantan” is een van mijn favorieten uit de Chinese keuken.
Een wantan is een deeggerecht uit de Chinese keuken, het is een balletje vlees opgerold in deeg.
Een wantan wordt gemaakt als een deegballetje of noedel, en gevuld met gehakt vlees. De vulling bestaat typisch uit gehakt varkensvlees, soms ruw versneden garnaal, fijn versneden gember, fijn versneden ui, sesamolie en sojasaus. De vulling wordt normaal voorgegaard, vervolgens met het deeg omhuld, en dan in een mandje in een stoombad verder gaar gemaakt. Ze kunnen zo opgediend worden met rijst of noedels, of in een soep geserveerd worden.
Een gedeukte schaal van roestvrij staal bevat onbekende snacks die er eerste oog er best appetijtelijk uitzien. Ze lijken gegaard in de duizendjarige saus die ik uit Hong Kong ken. Er is wel een stevige dosis moed voor nodig om er voor de eerste keer je tanden in te zetten.


En daar doemt hij langzaam op aan het einde van een brede weg, de “Taipei 101”! Het is een magistraal gezicht! Mede omdat de toren helemaal alleen staat en er werkelijk geen enkel gebouw in de directe omgeving ook maar in de buurt van zijn hoogte komt. En dan het winkelcentrum dat er ook nog onder is gebouwd. Alle dure Italiaanse en Franse designer merken en modehuizen, en van de rest van de wereld, zijn er vertegenwoordigd. Architectonische schoonheid in het kwadraat!

Nog stil van het moois dat ik tot nu gezien heb koop ik de kaartjes om naar het observatiedek op 382 meter hoogte van de toren te gaan. Vierhonderd New Taiwan Dollar per persoon voor een ritje omhoog is geen koopje maar achteraf gezien is het wel de moeite waard.
We zien meteen dat de toegangsbewijzen voor het bezoek aan het observatiedek kleine kunstwerken op zichzelf zijn. We hebben natuurlijk geen idee hoeveel verschillende kaartjes er worden uitgegeven maar het is niet ondenkbaar dat het hier om een erg gewild verzamelobject gaat.

We blijven ons verbazen wat we om ons heen zien. Deze overvloedige weldaad van architectuur heb ik zelfs in Singapore en Japan nog nooit ervaren. Alles is tot in de puntjes ontworpen en uitgevoerd. Schitterende lijnen en symmetrie door het hele winkelcentrum.

Een kunstwerk in gebrand glas laat de bezoekers zien hoe eenzaam de 508 meter hoge toren in de uitgebreide hoofdstad van Taiwan staat.


In de ultra snelle lift worden we door een jong meisje bedolven onder de feiten van het bijzondere gebouw. Met ruim zestig kilometer per uur klimmen we met vierentwintig personen de hoogte in. Iedereen houdt zijn adem in!
Eenmaal op het observatiedek, op 382 meter boven de straat, kunnen we zien hoe groot het vloeroppervlak van dit moderne complex in werkelijkheid is. Als aaneengeregen balzalen ligt het winkelcentrum onder ons.

Het meest indrukwekkend detail van de toren hield zich lang voor ons verborgen. Een enorm contragewicht van 730.000 Kilogram hangt in het hart van de toren, op ongeveer 375 meter hoogte boven het maaiveld, en rust op grote schokbrekers.
Taiwan wordt regelmatig getroffen door aardbevingen en tyfoons! Dan wil je natuurlijk niet dat de toren gaat resoneren en omvalt. Dit enorme contragewicht zorgt ervoor dat het schudden en wiebelen van de 508 meter staal en beton tot een minimum wordt teruggebracht. In het donker lijkt het een enorme ster in het oneindige universum. Een ervaring om nooit meer te vergeten.


Ondertussen spelen we “de toerist” en genieten met een bekertje verse koffie, tegen een eerlijke prijs, in de hand van het geboden uitzicht. Het is nog geen half twee en deze eerste dag in Taipei is al een winnaar!



Er is ook een expositiezaal ingericht met daarin een mix van natuur en culturele objecten zijn tentoongesteld. Zo staat er een stuk koraal, een Boeddhabeeld gesneden uit een stuk
“jade”. Een vaas gesneden uit jade heeft ontelbare kleuren, op deze manier laat de natuur ons zien dat ze onovertrefbaar is. De natuur doet altijd wat ze wil!


Het uiterlijk van de toren is geïnspireerd op de bamboe en met enige fantasie zal iedereen daar ook de bamboe in her kennen.
“Bamboe” is een gras dat oneindig veel toepassingen kent, van voedsel tot bouwmateriaal!


Er staan enkele kunstwerken aan de voet van de toren. De eerste is LOVE in het rood en is een trekpleister voor toeristen die blijk willen geven van hun liefde voor Taipei en Taiwan. De tweede is pure eenvoud. Het is het logo en het symbool van de “Taipei 101”. Persoonlijk vindt ik het een fantastisch, en eenvoudig, logo.

In alle stilte, en duidelijk nagenietend van wat we vandaag allemaal hebben gezien, gaan we de terugreis naar het “Camel’s Oasis” hostel aan. Onderweg moet er eerst nog wel wat gegeten worden! De lunch is erbij in geschoten en onze magen knorren.
De keuze valt op een een broodje dat veel op een Bapao lijkt maar niet word gestoomd. De broodjes worden dicht tegen elkaar op een geoliede bakplaat gegaard. De broodjes op de bakplaat verspreiden een heerlijke geur die al van verre in de weide omgeving is te ruiken.
Gelukkig verstaan de goedlachse verkoopsters mij een beetje en de vulling van het broodje bestaat uit verschillende onderdelen van het varken. Nauwkeuriger kan het niet worden uitgelegd en op hoop van zegen zetten we onze tanden in het warme deeg. Het vet van de vulling loopt over mijn kin en bevlekt de borst van mijn overhemd. De vulling is een soort gehakt van varkensvlees vermengd met verse groente. Chinezen verspillen niets dus kunnen we er van uitgaan dat er obscure stukken van het varken zijn gebruikt die in Nederland met grote zekerheid in de dierenvoeding belanden!
Het broodje is in één woord: ‘Heerlijk!’ We nemen er zelfs nog een tweede zodat we we tot het avondeten genoeg in onze magen hebben.



Kwart voor vijf staat er op de klok wanneer we het lege hostel weer binnen stappen. Het lijkt wel of we het hele hostel voor ons zelf hebben. Het wordt ook niet echt drukker! Er zitten twee Taiwanese jongens aan de keukentafel maar dat is het dan. Zou dat komen omdat het midden in week is? Zouden alle bedden alleen maar in het weekend zijn gevuld? Dat is natuurlijk ook een verdienmodel! In het weekend je geld verdienen en de gasten op werkdagen zijn de kers op de taart.
Na een korte tijd met gesloten ogen op het dunne matras is het gelukkig weer tijd om de smaakpapillen te stimuleren.

Tettje mag vanavond het restaurant uitzoeken en de keuze valt op het een
“Yoshinoya" restaurant dat maaltijden serveert die ergens tussen het Japans en Koreaans liggen. De smaak is er niet minder om en de twee schoteltjes ingelegde groenten zijn een welkome aanvulling op de kip met rijst. Het mooiste van deze avondmaaltijd is dat we aan een bar zitten met een uitzicht op de straat. We vervelen ons geen moment tijdens het eten.
Onze eerste dag in Taipei is een succes en als deze dag een indicatie is van wat ons de komende vier weken te wachten staat dan wordt het een fantastische reis naar dit onbekende land. Ik koop nog een paar biertjes in een klein winkeltje onderweg naar het hostel. Zou het wel toegestaan zijn om alcohol te nuttigen in het hostel? Het maakt me weinig uit. Mocht het niet wenselijk zijn dan verontschuldig ik me en drink de komende dagen ergens anders. Een ding is in ieder geval zeker,
“Taiwan beer” is OK!