zondag 23 mei 2010

Taiwan, een doodskist als souvenir

Kaohsiung (San Duo Hotel)

En wij maar lachen om de weersvoorspelling van gisterenavond. Een hemel met stralende sterren een heldere maan. Maar toen ik vanochtend om kwart over zeven de gordijnen opentrok verging het lachen me wel. De lucht was duifgrijs en er hing regen in de lucht. De straat was kletsnat en de mensen diep onder ons liepen met paraplus door de straten van Kaohsiung.
‘Kwart over zeven?’
‘Ja, kwart over zeven!’
Van het uitslapen was niets gekomen omdat we het ritme van zeven uur opstaan hebben. En dan ben je gewoon om tien voor zeven wakker, ook als je wilt uitslapen. Tettje ging beneden twee koppen koffie halen want het ontbijt zouden we bij de McDonalds nuttigen.
Natuurlijk was het weer het onderwerp van gesprek op weg naar de MRT. Want hoe lang zou het nog droog blijven? We hielden onszelf een beetje voor de gek door te denken dat het allemaal wel mee zou vallen.
De bezienswaardigheden zijn na twee dagen in Kaohsiung erg dun geworden en de “Love River” met haar parken was zo’n beetje het laatste wat we konden gaan bezoeken. De wandeling was lang en dat vonden we wel leuk om zo door de stad te wandelen.
Na het ontbijt zochten we eerst een weg over het spoor. Je mag namelijk niet zomaar van de zuigingang naar de noordingang lopen. Dan moet je een perronkaartje kopen. Voor een moment dacht ik aan Nederland en het openbaar vervoer in ons kleine kikkerlandje. Even met je hoofd schudden en er niet meer aan denken! Ik wil niet negatief zijn maar het wordt tijd dat een hoop problemen met “boerenlullenverstand” worden opgelost.

Een half uurtje na de start waren we het spoor over en kwamen we een grote hal waar een overdekte markt aan de gang was. Jade, parels, kralen, Boeddhabeelden en thee lagen overal uitgestald. Ik proefde de exotische medicijnen en drankjes. De ene leek op drop en de andere op sucade, de thee was slap en onvoorstelbaar bitter. We keken of we misschien wat unieks zagen en wat misschien een leuk souvenir van Taiwan voor ons zou kunnen zijn. En zo viel ons oog op een kartonnen doos met miniatuur Chinese doodskisten er in. Het waren er vijf in twee verschillende soorten. Bij de ene waren er stukken af en weer bij een andere paste de deksel niet. Gelukkig koos Tett voor de ene terwijl ik de andere wel een interessant souvenir vond.

De twee doodskisten werden netjes ingepakt en buiten aangekomen begonnen we na te denken over wat we nu eigenlijk gekocht hadden!
‘Was het wel slim geweest om het te kopen?’
‘Waar dienden ze eigenlijk voor?’
‘Had er misschien as van een overledene ingezeten?’
‘Kon er een boze geest in huizen?’
‘Of misschien wel een goede geest?’
Vanavond na het eten zou ik wel eens voorzichtig naar het vreemde kistje vragen. Nadat we even bij de Carrefour van de airconditioning hadden genoten, en ik voor de zoveelste keer naar het toilet was geweest, gingen we verder op huis aan. Het was half twee en we hadden er eigenlijk wel genoeg van. We waren nog geen honderd meter buiten de deur van de supermarkt toen de hemelsluizen open gingen. Regen, een tropische bui die alles wat je in Nederland gewend bent tot een motregen declasseert.
Na een half uurtje hadden we wel door dat het vandaag niet meer droog zou worden. Tijdens een korte periode van mindere regen doken we in een taxi en gingen op het hotel aan. Onze dag zat er op want het leek dat het niet meer droog zou worden. En dat was ook zo.
Met een paar geleende paraplus gingen we naar ons bekende restaurant. Het was niet al te ver en het eten is er goed. Het antwoord op de vraag waar die doodskistjes voor dienen werd zweverig beantwoord.

‘De eigenaar van het restaurant heeft er ook één!’ werd er gezegd.
We wisten nu net zoveel over onze souvenirs als voor het eten. Laten we maar hopen dat het morgen droog is.
Copyright/Disclaimer