
Taipei (Camel’s Oasis), woensdag 12 mei 2010
Dit is veruit het slechtste bed waar ik ooit tijdens mijn reizen op heb geslapen! Met een rug als een pakezel en zere heupen wordt ik na een tweede slechte nacht op rij in Taipei wakker. Het is dus wennen om weer eens in een hostel te slapen. Vanavond moeten we maar eens over dit slechte matras praten met de manager want om op zo’n dun matras nog vijf nachten te slapen lijkt mij zeker geen optie. Ik heb alle hoop dat het zonder enig probleem zal kunnen worden opgelost.
‘Ontbijt bij McDonalds!’, roep ik naar Tettje.
‘Hiep hiep hoera!’, het echte reizen in Azië is begonnen.
‘Bewaar het beste tot het laatste!’, is een gezegde.
Maar wij kiezen het beste als het eerste. Al heel lang droom ik ervan om de “Taipei 101” te bezoeken. Een wolkenkrabber van 508 meter hoog! Daar moet ik dus op hebben gestaan! Met een omweg zouden we door de stad naar het gevaarte lopen om onderweg zoveel mogelijk van het echte Taipei op te snuiven.

Dat opsnuiven van de sfeer heeft deze ochtend hoofdzakelijk met eten te doen. De geur van vers brood en gebakken eieren hangt overal in de smalle straten van Taipei. We kijken onze ogen uit en zien dat de Chinezen van Taiwan heel bekend zijn met brood. Overal zie je kleine winkeltjes waar voor je neus verse sandwiches worden belegd met van alles en nog wat.
Brede straten zoals je alleen in China kan zien met vijf rijbanen in beide richtingen. Overal staan regeringsgebouwen die omringt zijn met bewaking in strakke uniformen en inburger. Niets wordt aan het toeval over gelaten want de grote broer op het vaste land is niet voor honderd procent te vertrouwen. Toch straalt het geen wantrouwen uit. Het straalt veiligheid en zekerheid uit.


Taipei is een moderne vrije en bijna westerse stad. Moderne kunst valt meteen op en verfraaid de leefomgeving. De leefomgeving die op het eerste oog schoon en veilig lijkt. We zouden ons zo maar in Singapore kunnen kunnen bevinden. Een glanzend chroom kunstwerk nodigt natuurlijk uit voor een zelfportret van de twee reizigers!



Tettje is een gemeentewerker en een verlaten handkar van een straatveger trek zijn aandacht. De bijzondere geeloranje helm maakt de foto helemaal compleet. Onder de brede straten van Taipei lopen de metrolijnen. Daarboven zijn belangrijke monumenten bewaard gebleven. Wij krijgen de eerste oorspronkelijke oosterse architectuur aangereikt in de vorm van de oude “Taipei South Gate (LiZheng Gate)” en het “Nationale Theater”.

We gaan de hoek om en staan voor een park met de eerbiedige naam: “Chang Kai Shek Memorial Hall”. Het park is een uitspatting van overdaad voor de leider die Taiwan naar een hogere trede heeft geleid. Geen kitsch, zoals je misschien van de Chinezen zou verwachten maar een eerbiedig en zelfs een beetje sober plein.

Uit enorme luidsprekers aan het plein klinkt marsmuziek waarop de erewacht het marcheren oefent. Elke stap, elke beweging met het geweer moet tot op een honderdste van een seconde synchroon zijn.
‘Oefening baart kunst!’, en daar weten ze hier alles van.





Met strakke gezichten vol toewijding oefenen de speciaal voor dit doel geselecteerde soldaten van de presidentiële erewacht de bewegingen. De belangrijke gebouwen om het plein weerspiegelen zich op de chromen helmen. Een onvergetelijk schouwspel!




Geen mausoleum waar een gebalsemd lichaam van een heilige grote leider in vals licht ligt maar een enorm bronzen beeld van de grote leider. Misschien is het erom te doen maar je voelt je heel klein worden wanneer je onder de indruk van de enorme marmeren ruimte de witte trappen naar de hemel beklimt.



Onder het monument is er een groot museum, gratis toegang, waar een ontelbare hoeveelheid attributen, die ooit met de leider in aanraking zijn geweest, staan tentoongesteld. Een wassen beeld aan het bureau in de werkkamer van “
President Chiang Kai-shek” is een beetje spookachtig. Misschien leuk voor de Taiwanezen maar een beetje teveel van het goede voor een boerenjongen uit Zaltbommel.


Voordat we de “Chang Kai Shek Memorial Hall” verlaten passeren we nog een galerij waar een groepje oudere Chinezen hun authentieke Chinese instrumenten bespelen. De muziek zal niet bij iedereen in de smaak vallen maar ik weet uit het verleden dat de plaats waar je de muziek hoort ook bijdraagt aan het waarderen van die onbekende wereld muziek.

Het is net half elf geweest wanneer we de “Chang Kai Shek Memorial Hall” verlaten. Als laatste maak ik een foto van de blauwe keramische dakpannen. Een heel dierenrijk balanceert op de rand van het dak!