donderdag 29 mei 2008

Indonesië, niets te melden

Semarang, 29/05/2008

Na en onvermeldenswaardige busrit arriveerden we weer in een ongezellige en onpersoonlijke grote stad. De zoveelste van deze leuke reis. Aan de rand van een groot plein werden we uit de bus gezet. Ik had geen idee waar we waren! Nadat ik de kaart voor een minuut of tien had bestudeerd en verschillende lastige taxichauffeurs had weggestuurd wist ik het nog steeds niet. Een cirkel van bankgebouwen met meer dan drie verdiepingen en versierd met grote lichtreclames vulde de blauwe lucht en dit bevestigde in ieder geval dat we in het centrum waren.
De straatnamen, voor zover we die konden vinden, stonden ook niet op mijn kaart en dit was al de tweede keer dat de Lonely Planet op deze reis in gebreken bleef. Een reclame van Carrefour duidde een winkelcentrum aan met waarschijnlijk wel een flinke foodcourt waar we in ieder geval wat konden eten. Tettje maakte een ronde langs de kleine eetstalletjes en kwam weer op een Nasi Goreng uit. Natuurlijk koos ik weer de Bakmie Goreng samen met een enorm glas ijsthee.
De magen waren gevuld maar buiten in de zon stond ons probleem nog steeds op ons te wachten. Rustig blijven en eens goed rondkijken! Het eerste aanknopingspunt was de Jalan Pemuda en die stond ook nog eens op de kaart. Vanaf deze straat liepen we de Jalan Imam Bonjol op en aan deze straat moest ons hotel liggen. Na een metertje of vijfhonderd begon het te kriebelen en ik raadpleegde mijn GPS en we liepen duidelijk in de verkeerde richting, maar wel in de juiste straat? Inderdaad, de juiste straat maar vanaf het andere einde dan we hadden gedacht.
Ietsjes later dan verwacht en met natte ruggen stapten we het ultramodern uitziende hotel binnen. Het was goed en schoon en misschien een beetje te hoog geprijsd maar na drie weken heb je wel een goed idee wat je per dag besteed. Het kleine beetje meer was geen probleem.
Semarang heeft een bevolking van 1,4 miljoen en minder bezienswaardigheden dan Almere. Na de Outstadt met zijn Gereja Blenduk was er weinig meer te zien. De dag eindigde met een paar biertjes op een stapel metselstenen voor het hotel. Tettje had nog even contact gemaakt met, in het pikkedonker, de plaatselijke schoonheden. Wij knoopten een kort gesprek aan dat de ware intenties al snel duidelijk maakte. Terwijl de mammasan met mijn kloten speelde wapperde ik met een Javaanse waaier om haar koel te houden. Tettje deelde zijn sigaretten met de andere meisjes totdat ze een beetje te opdringerig werden en wij voor het alleen slapen kozen. Ik heb nog steeds geen idee wat me morgen gaan ondernemen!
Copyright/Disclaimer