Solo, 22/05/2008
Luxe vertaald zich in weldaad en overvloed, zo ook bij het ontbijt. Natuurlijk was het ontbijt buffet volledig ingericht voor de Indonesische zakenman met bubur ayam (rijstsoep met kip) en rijst aangevuld met meet breed assortiment van vlees en groenten. Het zien van enkele langneuzen alarmeerde onmiddellijk de bediening van het hotel en we werden meteen aangesproken.
“Wilt u misschien een gebakken ei of omelet?”, vroeg een ober in keurig engels.
We knipperden nog een keer met de ogen en antwoorden in koor, “ja graag”.
Gevolgd door, “ één omelet en één gebakken ei, aan twee zijden gebakken graag”.
Jaknikkend en zonder een woord te zeggen liep de ober naar een walkietalkie en gaf de bestelling door. Al gezeten aan een keurig gedekte tafel werd de koffie door een andere bediende in een smetteloos witte jas geserveerd en wij waren sprakeloos.
Na een heerlijk ontbijt trokken we samen de stad in. Solo is een enorm grote stad met heel weinig bezienswaardigheden. Twee paleizen, een museum en een handjevol theaters die langzaam aan het aftakelen wegens de afnemende interesse van de lokale bevolking. Zo’n theater kan nu eenmaal niet leven van alleen de toeristen, die overigens zeer dun bezaaid zijn tot nu toe.
De kortste weg tussen twee punten is een rechte lijn en met deze wiskundige wet in het achterhoofd liepen wij de zijpoort van het eerste paleis van de dag binnen. Deze wordt niet Kraton genoemd maar Puri, het Puri Mangkunrgaran. Dit paleis is het thuis voor de familie die de tweede viool speelt in Solo. Ergens is een ver verleden is er een strijd geweest tussen de twee families die beiden de macht over het sultanaat opeisten. Toen de laatste zwaarden en krissen waren opgeborgen is deze machtspositie ontstaan en sindsdien onveranderd gebleven. Een verre neef van het tweede huis heeft nog wel, net na de onafhankelijkheidsstrijd, geprobeerd via Soekarno de situatie te veranderen maar die had waarschijnlijk heel andere dingen aan zijn hoofd dan een vete tussen twee families in Solo (Surakarta).
Eenmaal binnen de muren werden we al snel achtervolgd door verschillende mensen die maar bleven zeuren over toegangsbewijzen en nadat ik ze verteld had we die wel zouden kopen als we het paleis verlieten verdwenen ze weer net zo snel als ze waren opgedoken. Het is best mooi en interessant om te zien hoe de sultan huidig ten dage woont en leeft. Memorabilia uit het verleden maken de band met Holland duidelijk zichtbaar. Nederlandse koetsen, Nederlandse kroonluchters, Nederlandse ordes en foto’s van de sultan zijn familie met ons koninklijk huis. Foto’s van de band die vanuit Solo via de lange golf radio voor de net getrouwde Prinses Juliana en Prins Bernhard speelde terwijl de dansers en danseressen in Nederland optraden. Natuurlijk is zijn macht, rijkdom en inkomen aanzienlijk afgenomen en alles ligt er een beetje vervallen en met achterstallig onderhoud bij. Het is zo armoedig geworden dat je voor USD 750,- een officieel diner (max. 30 personen) met de sultan en zijn familie kan boeken. Dat ligt helaas net buiten ons budget en wij eten dan wel even wat kip met rijst bij de McDonalds.
Van het Puri liepen we onder een brandende zon naar het grotere broertje, het Kraton. Dit paleis dat is opgebouwd uit verschillende ringen stadsmuren waartussen steeds bedienen en hun families woonden. Hoe dichter bij de kern des te belangrijker en/of hoger de rang van de bediende. In tijden van belegering moesten de aanvallers zo steeds door verschillende gebieden waarin steeds de bedienden en bewakers vochten voor de sultan. En ook hier gold natuurlijk des te dichter bij de kern des te moeilijker het werd. Het museum van het Kraton is iets slechter dan dat van het Puri Mangkunrgaran. Dit omdat de beveiliging in het Kraton toch wel wat strenger is. Opnieuw genoten we van de rust in de grote tuin. We bespraken ook onze plannen en bekeken waar we allemaal nog meer zouden stoppen tijdens deze reis. Hier was niet veel meer te doen en we wilden niet doelloos rondhangen. Wel stond er nog een fijn punt op onze agenda, we zouden vanavond pizza gaan eten bij “Papa Ron’s Pizza”. Deze middag waren op de terugweg langs dit pizzarestaurant gekomen en we wisten het onmiddellijk waar we vanavond zouden eten. Java, Indonesië en je denkt aan saté, de saté ayam pizza moest dan ook geprobeerd worden, Italiaans op zijn Indonesisch! Een paar, veel te dure, biertjes in de bar van het hotel maakte een einde aan weer een mooie dag in Indonesië. Morgen blijven we nog een dagje om naar tempels aan de voet van de vulkaan te gaan.