Solo, 21/05/2008
De afstanden op de kaart van Java lijken klein maar in werkelijkheid zijn ze astronomisch wat het in tijd betreft. De trein slingert zich een weg door het groene landschap en komt zelden boven de 50 km/u. We slenterden rustig naar het station om te zien wat ons nu weer te wachten stond. Een ekonomie trein voor 4.500 Rupiah van Blitar naar Kertosono die om 09:20 zou vertrekken. Het was een gok! Ik probeerde Tett ervan te overtuigen dat het geluk vandaag aan onze zijde was en dat we binnen twee uur wel een aansluitende trein naar Solo zou hebben. Ik wist het ook niet maar positief denken helpt altijd.
De geschatte twee uur in de trein naar Kertosono werden er ruim vier. Tergend langzaam kroop de trein door het Javaanse landschap terwijl Tett en ik in de deuropening van de wagon zaten om zoveel mogelijk rijwind voor de koeling op te vangen. Het is verschrikkelijk warm hier op de laaglanden van Java. Pinda’s, vreemde koeken en een paar flesjes water vulden de magen. Ik had me les geleerd om een hele dag niets meer te eten, mijn darmen waren flink van streek geweest en dat moest ik nu zien te voorkomen.
In Kertosono aangekomen dacht ik dat ze ons echt in de maling namen.
“De volgende trein naar Solo (Surakarta) is over vijfentwintig minuten”, sprak een man in een strak kaki uniform met een pet op en een grote revolver op zijn heup.
“De kaartjes kosten 28.000 Rupiah per stuk”, sprak hij autoritair.
Met een gezonde achterdocht bekeek ik de situatie die eigenlijk te goed was om waar te zijn. Gepast geld werd onder het raam van het loket geschoven en de vrouw in een hoofddoekje gehuld stempelde twee kaartjes af en schoof die op haar beurt onder het raam door. Zonder mijn leesbril is het moeilijk om de gedrukte letters op de kleine kartonnen treinkaartjes te lezen maar ik ondernam toch een poging om te zien of de prijs ook daadwerkelijk op de kaartjes stond. Bij de eerste poging drukte de man in uniform zijn worstevinger op het kaartje net onder het bedrag van 28.000 Rupiah. Het klopte dus en met een beetje schaamrood op mijn kaken bedankte ik de man voor zijn hulp. Dit was dus goed gegaan en in gedachten veranderde ik de verwachte reistijd van twee uur al naar de vier uur die we nu gewend waren.
En inderdaad, het zouden er vier worden. Maar wel vier speciale uren! Met de trein in aantocht werden we door de geüniformeerde man opgehaald van onze zitplaatsen op het perron en verbaasd naar wagon nummer vijf geleid. Deze wagon was in zijn geheel door de regering opgeëist omdat er officiële post in werd vervoerd. Bij elk station waar we stopten kwam er een beambte in uniform aan boord die zijn naam in een groot boek schreef. Vervolgens het zegel van de kobaltblauwe postbus verbrak en een klein pakketje in een klep deponeerde. Een nieuw loden zegel werd onder toezicht aangebracht en de officier van de wacht schreef op zijn beurt zijn naam in het veel kleinere boekje van de bezoeker. De lokale bevolking die de lege wagon zag probeerde steeds aan boord te komen en werden resoluut door de bewakers weggestuurd. Vreemd keken ze naar ons als ze de wagon verlieten. We voelden ons een beetje ongemakkelijk in deze situatie. Het was erg warm in de wagon en om eerlijk te zijn hadden we liever in de deuropening gezeten.
Na twee uur verlieten de twee postbussen de trein en bij de volgende halte ook alle medewerkers van de regering. Na het afscheid ontstond een enorme chaos in de trein toen een grote groep mensen zich een weg naar en in de lege wagon vocht. Toen de kruitdampen eenmaal waren opgetrokken vonden Tett en ik weer een eigen deuropening voor de laatste twee uur van de reis.
Het was al donker toen we in Solo de trein verlieten en hoewel we niets hadden gedaan vandaag waren we erg moe. Ik probeerde me te concentreren hoe we in de stad moesten komen en vanaf de hoofdweg namen we maar een taxi naar het Novotel. Niet dat we daar wilden slapen maar het was erg centraal gelegen tussen de andere middenklasse hotels. Vol, vol en vol waren de antwoorden op onze eerste drie pogingen. Een vreemd gevoel kroop over ons en we hoopten dat het niet al te lang zou duren voordat we een kamer zouden vinden. Was er misschien een conferentie in de stad? Was het toch een nationale feestdag? Als er één ding is waar ik een hekel aan heb is het om met je rugzak in het donker door een onbekende stad te dwalen op zoek naar een hotelkamer. Gelukkig is het nooit zover gekomen omdat het bij het volgende hotel wel raak was. Een heel mooi hotel met een zwembad voor een prijs die net boven ons budget lag. Maar wat kon het ons schelen? Wij hebben nu eenmaal ook recht op een beetje luxe tijdens onze vakantie.
Na een paar biertjes zochten we onze zachte extra brede eenpersoons bedden op en sliepen als baby’s. Morgen gaan we de paleizen van Solo bezoeken.