maandag 5 mei 2008

Indonesië, een gordel van smaragd

Zaltbommel

Als er één land is dat vroeger tot mijn verbeelding sprak dan was het wel Indonesië. Het mysterieuze stuk Nederland aan de andere kant van de wereld. Het was één van de weinige kolonies die we nog hadden aan het begin van de tweede wereld oorlog. De tweede wereld oorlog die de politieke verhoudingen in de wereld voorgoed zou veranderen. Een golf van onafhankelijkheden rolde over zuid-oost Azië.
De Japanners maakten een eind aan het Nederlands-Indië zoals wij dat kenden en zeer belangrijk was voor de Nederlandse economie. De Nederlanders werden door de Japanners opgesloten in kampen en de Indonesiërs verwelkomden de Japanners als bevrijders. Het rommelde al langer in de oude kolonie.
Op 17 augustus 1945 roepen de nationalistische vrijheidsstrijders onder leiding van Soekarno en Hatta de Republiek Indonesië uit, die vanzelfsprekend niet door Nederland wordt erkend. Nederland voelt zich verraden door de Britten en bestolen door de Indonesiërs. Het gevolg is een bijna vijf jaar durende oorlog tussen de nieuwe orde en de oude overheersers. Meestentijds heeft deze oorlog het karakter van een guerrilla oorlog, maar twee keer - in 1947 en 1948 - gaat Nederland in het offensief: de zogenaamde Politionele Acties. Op 27 december 1949 draagt Nederland na een te lange en ongelijke strijd de soevereiniteit over aan de nieuwe regering van Indonesië.
In Nederland wordt in de geschiedenisboekjes alleen de onafhankelijkheidsdatum van 27 december 1949 gehanteerd. In 2005 maakt minister Ben Bot van Buitenlandse Zaken eindelijk bekend dat Nederland de officiële datum van de zwaar bevochten onafhankelijkheid van het Indonesische volk op 17 augustus 1945 zal erkennen.
In Nederland, dat zelf gebukt ging onder de bezetting van een Duitse agressor, was door de beperkte communicatie, tussen de kolonie en het moederland, maar weinig bekend over de oorlog in het oosten en de verschrikkingen van de Japanse bezetting. In Nederland zagen velen de afvoer van de Joodse medeburgers maar het dagelijkse leven in de eerste jaren van de bezetting kabbelde langzaam voort.
Het is vreemd dat we van alles leren in de geschiedenislessen maar dat wanneer ik nadacht over wat we hebben geleerd over Nederlands-Indië de verfilming van de “De Stille Kracht” van Louis Couperus het eerst in me opkomt. Ook bij de lessen Nederlandse literatuur komen er maar weinig boeken ter sprake die gaan over onze verloren kolonie. Was het een gevoel van schuld of een vorm van ontkenning van de gruweldaden die we na de oorlog hebben begaan? Is Nederlands-Indië opzettelijk uit onze geschiedenis gewist en heeft de tijd langzaam de deken van geheimzinnigheid rond deze periode van de stoffige feiten weggetrokken?
Het overgrote deel van de Nederlandse bevolking kwam pas in aanraking met het voormalige Indonesië toen vanaf 21 maart 1951 de eerste boot met Molukse vluchtelingen in Rotterdam arriveerde. Nederland zat in de wederopbouw en de eerste tekenen van herstel en verbetering van de leefomstandigheden werden bij een brede laag van de bevolking voelbaar.
Mensen die van huis en haard waren verdreven en thuis kwamen in een vaderland waar helemaal niets aan hun altijd groene land ver over de evenaar herinnerde. Boot na boot volgde en een haast niet opneembare stroom donkere vluchtelingen mengde zich tussen de melkwitte bevolking.
Bij aankomst in het koude en kille Nederland stond hun nog een grote tegenslag te wachten. Nederland had Indonesië belooft dat ze de oude KNIL soldaten zou ontwapenen, m.a.w. ontslaan uit de actieve dienst met alle gevolgen van dien. Ze waren nu verraden door hun werkgever en beschermer, overgebracht naar een ver vreemd koud land zonder werk en mochten volgens de wet ook niet werken. Weggestopt in diverse kampen, vaak overblijfselen uit de tweede oorlog, verspreid over het land werden ze min of meer aan hun lot overgelaten. De betrokken partijen gingen er toch van uit dat de detachering in Nederland maar van tijdelijk aard was en hooguit enkele maanden zou duren voordat ze weer terug op transport gingen naar de Republik Maluku Selatan (RMS).
Helaas voor de Indonesiërs die naar Nederland waren gelokt, maar gelukkig voor ons, is dit nooit gebeurd. Langzaam werden de donkere mensen in onze witte samenleving opgenomen. Met die vreemde vogels waren er ook vreemde groenten, fruit, kruiden en gerechten naar ons land gekomen. Nederlanders leefden in een relatieve welvaart en na het einde van de tweede oorlog rolde er een golf van grote veranderingen over de hele wereld. De “Rock & Roll” deed zijn intrede en vrouwen kregen meer rechten en vrijheden. Er was een nieuwe samenleving uit de as van de vernietiging van de tweede wereldoorlog opgerezen.
Toen het werkverbod voor de Indonesiërs eindelijk werd opgeheven werden er exotische zaken zoals pinda's en Nasi Goreng in ons land geïntroduceerd. De eerste Indonesische restaurants werden geopend en de rest van de opmars van de Indonesische gerechten en gewoonten is bij jullie bekend. Ik weet nog goed dat we aan het begin van de jaren zeventig een voorzichtige vorm van Nasi Goreng op tafel kregen. Maar niet voor mijn vader! Die hield angstvallig vast aan zijn varkenskarbonade met andijvie en aardappels, vanzelfsprekend verdronken in een plas met water aangelengde jus.
De Nederlandse regering heeft wel haar verantwoordelijkheid van zich afgeschoven voor deze groep en bij de eerste generatie was daar na 25 jaar veel wroeging over ontstaan. Dit leidde tot vijf zinloze kapingsacties waarbij zinloos bloed werd vergoten en levens verloren gingen.
1. De treinkaping bij Wijster vond plaats op 2 december 1975 bij het dorp Wijster (Nederlandse provincie Drenthe).
2. Vanaf 4 december 1975 was er de bezetting van het Indonesische consulaat in Amsterdam.
3. De treinkaping bij De Punt begon op 23 mei 1977 om negen uur 's morgens.
4. Tegelijkertijd de gijzeling van een lagere school in Bovensmilde.
5. Op 13 maart 1978 vielen drie Zuid-Molukkers het provinciehuis van Drenthe in Assen binnen.

Allemaal geschiedenis, bekend of onbekend!

Maar de huidige geschiedenis kent ook roerige tijden! Met argusogen houdt ik de berichtgeving uit Indonesië in de gaten. Nederland ruziet nog steeds met Indonesië over de mensenrechten. Het mag dan wel een islamitisch land zijn maar met zoveel verschillen eilanden, volken en politieke overtuigingen kan je niet over een volk praten.
Sinds Geert Wilders zijn film Fitna heeft gepubliceerd zijn er dagelijks protesten van conservatieve islamieten en aanvallen op Nederlandse belangen geweest. Ik ben niet echt bang uitgevallen. Ook al voert onze reis ons niet door echt dichtbevolkte gebieden, wij houden er wel rekening mee en wij zijn zeer op mijn hoede. Wij? Ja, wij, omdat Tettje zich na een probleem in Tibet, en een afgezegde reis, zich bij mij heeft gevoegd voor deze rondreis in oost-Java. Oost-Java omdat daar de sporen van de kolonisatie van Nederlands-Indië het beste voelbaar en zichtbaar zijn.

Dit zijn onze ruime plannen waar we met veel plezier van zullen en kunnen afwijken.

We komen aan in Surabaya (Anneke Grönlo) en verkennen de stad een dag of twee.


Dan is één van de hoogtepunten meteen aan de beurt: Bergbeklimmen in Bromo Tengger Semeru National Park.


Van hier gaan we oostwaarts en stoppen op een plaats of twee voordat we bij de De Ijen Krater komen.


Dan is het tijd voor een korte rust met strand en korte wandelingen in het Alas Purwo National Park.


Nu gaan we een lange reis van wel 600 Km maken naar de Borobudur en de Prambanan tempels.


Een relatieve korte trip brengt ons dan naar Semarang en Jepara, vanwaar we een bezoek gaan brengen aan het Marine National Park Karimun Jawa.


Vanaf hier is alles bepaald door hoeveel tijd we nog over hebben! Misschien nog een vulkaan of een strand? Het ziet er op papier in ieder geval uit als een mooie trip. Natuurlijk probeer ik dagelijks onze verhalen op het net te publiceren, het is natuurlijk afhankelijk van de beschikbaarheid van het internet.

Bronnen: Het Nationaal Archief en Wikipedia
Copyright/Disclaimer