Taipei (Camel’s Oasis)
Na een verschrikkelijke onrustige nacht met natte plekken op mijn hoofdkussen stond ik eindelijk om kwart over zes op. Eindelijk? Ja, eindelijk! Vanaf half drie heb ik liggen woelen in mijn bed en kon ik de slaap niet meer vatten. Ik had een enorme dorst en trek. Waarvan is mij ook een raadsel maar ik neem deze keer de bloedsuikermeter maar mee. Ik ben vrijwillig van de 1000mg Metformine naar de 500mg gegaan en ik weet nog niet of dat wel een goed idee is geweest. Ik heb natuurlijk alle goede voornemens om gezonder te gaan leven maar dat is niet altijd even gemakkelijk.
Een korte douche en op automatische piloot de rugzak pakken. Tettje was ruim op tijd en nadat mijn laatste back-up was gemaakt gingen we op pad. De minibus was tien minuten te laat maar na de geruststellende bevestigende email van gisteren was dat ook geen probleem. In de bus vielen mijn ogen al voor de eerste keer dicht en ik vocht niet tegen de slaap. Ik ben nu echt op reis en niet met vakantie dus neem ik elke minuut slaap die ik kan krijgen met twee handen aan.
Rustig, rustig en rustig! Niemand voor ons bij het inchecken voor de vlucht naar Taipei, twee personen voor ons bij de immigratiedienst en niemand voor ons bij de “Burger King”. Dit heb ik in twaalf jaar Bangkok Airport nog nooit meegemaakt! En iedereen in Thailand maar zeggen dat het toerisme na alle binnenlandse en buitenlandse problemen weer oppikt.
Een pakje “Hash Browns” met extra zout en een beker koffie voor Tettje. We waren toch wel een beetje opgewonden om weer samen op pad te gaan.
Ook in het vliegtuig wilde ik niet tegen de slaap vechten. Ik had voor ons extra goede stoelen geboekt en we hadden ruiten genoeg om ons heen. De tijd vloog om en het invullen van het formulier voor de immigratie was het meest opwindende feit van de hele vlucht.
‘Welcome on Taoyuan Airport in Taipei’, klonk de stem van de stewardess blikkerig uit de omroepinstallatie van het vliegtuig.
“We waren op de plaats van bestemming en het avontuur zou nu beginnen!”
Aziatische dicipline en precisie in combinatie met mijn ervaring met als gevolg dat we binnen dertig minuten van het vliegtuig naar de bushalte liepen die ons naar het centrum van Taipei zou brengen. Onderweg in de bus zagen we in het halfdonker al wat van Taiwan en we probeerden dit te vergelijken met landen die we al bezocht hadden. Maar niets was gelijk aan wat we hier zagen. Taiwan lijkt een land op zich zonder enig vergelijkbare buurman. Maar het zijn wel echte Chinezen, dat had ik heel snel in de gaten.
Een “Easycard” voor het openbaar vervoer in Taipei was ook zo gekocht. Alleen was de beschrijving van de route naar het “Camel’s Oasis” een beetje moeilijker dan het op het eerste gezicht leek. Om kwart over acht stapten we vies en vermoeid het hostel binnen. Het was een plezierige plaats op een mooie lokatie. Na een kort telefoongesprek wisten waar we sliepen en de betaling zouden we morgen wel regelen.
‘En nu op pad om te eten!’, gierde er door mijn hoofd.
Na een korte zoektocht waar ons een paar keer “Nee” werd verkocht schoten we het eerste de beste restaurant binnen dat ons accepteerde.
‘En dat was goed!’
Ik bestelde twee gerechten met een bord gebakken rijst voor Tettje en een bord gebakken mie voor mezelf. Alles omringt met een koud “Taiwan” biertje.
Vermoeid, heel vermoeid zochten we om elf uur onze bedden op. Morgen gaan we er dus serieus tegenaan!