woensdag 13 januari 1999

Thailand: Mijn eerste indrukken

Bangkok (Merry V Guest House), 13 januari 1999

Zoals afgesproken stond Marieke aan het einde van de slang op mij te wachten, samen slenterden we vermoeid door de met “Amazing Thailand” en “King Power Tax Free Shops” aangeklede galerijen naar de immigratiedienst. De kier tussen de slurf en het vliegtuig heeft me al een voorproefje gegeven van het klimaat dat buiten de geairconditioneerde gebouwen heerst. Lekker warm, dacht ik nog. Geheel onbekend met de luchtvochtigheid.
Visum Thailand
In de grote hal worden de immigratie formaliteiten afgehandeld. Er moeten zeker wel vijftig balies zijn voor de immigratiedienst. Helaas zijn er maar een stuk of tien bemand. Een functionaris van de luchthaven wijst met drukke armgebaren de net gearriveerde gasten naar de plaats in de rij waar zij dienen aan te sluiten. Er zijn vanzelfsprekend geen problemen, ik beschik over de het juiste visum. Gisteren, ik bedoel, eergisteren persoonlijk opgehaald in Amsterdam. Ik heb een toeristenvisum dat recht geeft op een verblijf van zestig dagen, tegen een visum bij aankomst maar recht geeft op dertig dagen. Ik ben van plan om heel wat tijd in dit land door te brengen dus heb ik op het laatste moment, op aanraden van een vriend, toch maar een toeristenvisum gehaald.
Ik moet bekennen dat het niet zo efficiënt is als ik gewent ben, maar het werkte. Eerst wordt je naam en nummer ingevoerd in de computer. De ingevulde immigratiekaart controleren, afstempelen, en dan scheef in je paspoort nieten. Vooral het scheef nieten lijkt voor de ambtenaar belangrijk te zijn. De hele procedure duurt een minuut of tien. Het maakt mij eigenlijk geen reet uit, ik heb vanaf vandaag alle tijd van de wereld.
We lopen samen naar de bagageband die is toegewezen en wachten op onze rugzakken. Mijn twee rugzakken! Alles wat ik bezit voor de komende zeven à acht maanden. Misschien zijn ze een tikkeltje te zwaar en heb ik een beetje overdreven met pakken. De inhoud zal zich in de komende maanden wel aanpassen aan mijn behoeften. Spullen verdwijnen en nieuwe voegen zich toe. Totdat het punt dat alles tot een meer dan complete verzameling is geworden.
“Niets aan te geven”?
De volgende ambtenaar, “Nee”.
Een glazen schuifdeur door en daar staan we dan in de aankomsthal van “Don Muang International Airport”.
De eerste keer dat ik uit de geairconditioneerde aankomsthal in de drukkende tropische warmte stapte zal me nog lang bijblijven. Ik heb al wat ervaring met de mediterrane warmte opgedaan maar dit is totaal anders. De warme vochtige lucht legt zich als een deken over je lichaam. Instant zweet loopt uit al je poriën, druppels vloeien samen tot kleine stroompjes die een weg zoeken langs je lichaam naar beneden. Vermoeid en trots sta ik daar enkele minuten in rust te genieten, ik heb het gehaald. Ik ben in Thailand!
De aanval van de eerste sjacheraars doen je duizelen, tientallen Aziaten, veelal ik kleurige zijden overhemden, die tegen je beginnen te schreeuwen en aan je trekken.
“Where you go?”
“Taxi?”
“You have hotel?”
Ze willen meteen je rugzak van je over nemen, maken ruzie met elkaar in onverstaanbare woorden, om je naar een te dure limousine te brengen, tegen een stevige betaling natuurlijk. Ik realiseer me dat ik er niet uitzie als een budget reiziger. Of toch wel, roepen ze het gewoon naar elk blank gezicht? Marieke leid ons door een wirwar van mensen naar de Airport Bus die ons naar het centrum van het backpacken in Bangkok zal brengen. “Kao San Road”!
10 Baht papier10 Baht papier
Het gaat me allemaal een beetje te snel na de lange reis. Ik haal de weinige Thaise Baht tevoorschijn die ik bij de bank in Nederland heb besteld. Vanzelfsprekend veel te duur maar je moet nu eenmaal altijd voldoende geld bij je hebben om de eerste dag door te kunnen komen. Ik krijg wat oude verkreukte biljetten en wat muntjes in mijn handen gedrukt. Hoeveel het ritje naar de stad kost is me een raadsel dus de controle van het teruggekregen bedrag heeft geen nut. Één gulden is ongeveer achttien baht!
De zestig minuten durende geairconditioneerde busreis door Bangkok doet mij versteld staan van deze nieuwe vreemde wereld. Ik geniet met volle teugen van wat mij word geboden aan de andere kant van het gelaagde veiligheidsglas, en het is iets wat ik absoluut niet verwacht had. Het eerste wat mij opvalt was dat Thailand echt geen derde wereld land is. De bus passeert een tolpoort en even later rijden we over een autoweg met zes rijbanen hoog boven de buitenwijken van Bangkok. Een tolweg boven de publieke snelweg? In Europa zijn ze de mogelijkheden voor dit systeem vast nog aan het bestuderen.
Enorme felgekleurde reclameborden omlijsten de horizon. Het is de tweede keer dat ik op mijn reizen een schrift zie wat ik niet kan lezen. De eerste keer was het Grieks, maar dat schrift lijkt nog op iets dat je kunt herkennen. Ik voel me net een analfabeet.
Woonwijken die lijken ieder zijn eigen functie hebben. Een graafmachine-wijk, een vrachtwagensloperij-wijk, een bloemenwijk, enz. enz. Ik vraag me af of ik me wel een voorstelling kan maken van een verre vreemde wereld. Je probeert het, maar meestal is de werkelijkheid ver weg van wat jij je hebt voorgesteld.
Merry V Guest House
Marieke brengt ons naar een guest house aan een achteraf straatje. Het is allemaal wat vreemd maar het heeft zeker zijn charmes. Het “Merry V Guest House” heeft namelijk geen tv in de lobby/restaurant. Het is mij tijdens de korte wandeling naar het guest house meteen opgevallen dat er overal reizigers op matrassen naar een tv liggen te kijken. Ik vindt dit meteen vreemd! Je hebt duizenden kilometers gereisd om in een exotisch land te komen en dan ga je tv liggen kijken?
Er zijn nog enkele kamers beschikbaar, en dat schijnt ook een zeldzaamheid te zijn. Een hulpje leid me naar mijn kamer voor de volgende dagen. Een kleine kamer, twee en een halve meter bij twee en een halve meter met een hoog plafond waaraan een werkeloze ventilator hangt, geen ramen en vuilgeel geschilderde wanden die zo dun zijn dat je de buren bijna kan zien. De elektriciteit in de kamer is uitgeschakeld? Een doorgelegen bed, met een enorme kuil in het midden, waarbij ik me bij het aanzicht afvraag hoeveel mensen er voor mij in hebben geslapen. Het lijkt in de verste verten niet op een van de luxueuze kamers waar ik tijdens mijn reis door Australië in heb geslapen. Maar dat kan natuurlijk ook niet voor deze prijs! Elf gulden per nacht? Dan heb je weinig te klagen!
Ik slenter de trappen weer af en vraag aan het meisje achter de receptie of er misschien iemand naar de elektriciteit zou kunnen kijken. Ik wil de ventilator kunnen gebruiken in deze hitte. Ik voel me een grote stommeling wanneer ze me uitlegt dat ik de sleutelhanger moet gebruiken. Gewoon in het kastje naast de schakelaar stoppen. Ik voel de ogen van de mensen in het restaurant in mijn rug, ze denken waarschijnlijk: Weer een verse backpacker!
Terug in mijn kamer plaats ik de sleutelhanger in het kastje en zet de ventilator aan. Ik ga met mijn ogen open en mijn handen onder mijn hoofd op mijn bed liggen. Zo, dat was dat! Ik ben in Bangkok. Ik bestudeer de met vuil gele verf bedekte betonnen constructie. Kijk naar de langzaam draaiende, maar voldoende verkoeling brengende, plafondventilator. Dit is de eerste keer dat me eenzaam voel. Ik denk aan één van de openingsscènes van “Apocalyse Now”, Martin Sheen op zijn bed.
Wat heeft me in hemelsnaam bezield om acht maanden alleen door Azië te gaan reizen?
Om alles wat vertrouwd en bekend is in deze moeilijke tijd achter me te laten? Ik moet een moment van totale verstandsverbijstering hebben gehad! Ik schrik wakker en herken meteen dat begin van een depressief gevoel. Snel naar buiten! In het zonlicht en tussen de mensen. Dat helpt! Dat is voor mij het beste medicijn.
Wat Chana Songkram
Thanon Samsen
Marieke en ik gaan ieder onze eigen weg. Eigenlijk ben ik meteen een beetje verdwaald in deze wereldstad. Alles wat ik doe doe ik voor de eerste keer, en dat is best wel eng, ik probeer niet meteen in te storten. Ik bezoek wat toeristische attracties die ik ken vanuit mijn Lonely Planet en maak de cirkel rond mijn guest house steeds wijder.
Bangkok, “City of Angels”.
Copyright/Disclaimer