Mae Hong Son (Jong Kham Guesthouse), 23 januari 1999
Vandaag zou het een lange dag worden. Gisterenavond tijdens de maaltijd zijn we overeen gekomen om ook op deze laatste ochtend in Mae Sariang nog een keer vroeg op te staan, half zes. Gelukkig was dat geen probleem omdat we beiden realiseerden dat een avond zonder alcohol en vroeg naar bed een goede afwisseling zou zijn voor de gezellige avonden die achter ons lagen.
Samen kijken we in een serene rust naar de achter de bergen opkomende zon. Helaas is er op deze mooie ochtend geen mist maar het blijft wel fijn om zo samen in alle rust naar de opkomende zon te kijken.
Zodra ik de warmte van de zon op mijn gezicht kan voelen vind ik het genoeg zonsopkomst voor vandaag en lijkt het mij een goed idee om toch nog maar een uurtje te gaan liggen. Het bed, ik bedoel matras, is een van de beste van deze eerste twee weken en deze ervaring is uitnodigend genoeg om nog even van het bed gebruik te maken. Van slapen komt er weinig meer. Ik ben klaar wakker na een uurtje zon kijken dus neem de Lonely Planet te hand om wat te lezen over wat ons in Mae Hong Son te wachten staat.
Om kwart voor negen staat Marieke naast mijn bed om me wakker te maken voor het ontbijt. Daar heb ik wel trek in maar ik wil eerst rustig mijn rugzak inpakken. Haast bij het inpakken geeft me altijd een slecht gevoel met achteraf een waslijst met twijfels over wat ik allemaal vergeten ben. Tijdens het inpakken loopt de wekker, drie gulden op de Khao San road markt, af! Het is dus negen uur. Er is nog voldoende tijd voordat de eeuwige toast met roerei zal worden geserveerd. De eigenaar van het “See View Guesthouse” heeft ons gisterenavond beloofd om ons rond een uur of tien naar de bushalte te brengen.
Tijdens het ontbijt nemen we afscheid van Geoff en Carroll, ook Bryan en Simone komen nog even snel afscheid nemen voordat ze de bergen intrekken om te gaan fotograferen. Ze slepen met tassen vol met lenzen en gekoelde fotorolletjes, ik heb er spijt van dat ik mijn spiegelreflex niet heb meegenomen maar daartegen heb ik al voldoende problemen om deze twee overvolle rugzakken mee te slepen. Ik kan alleen maar hopen dat ik in de komende weken afscheid neem van veel spullen die ik toch niet gebruik.
Voor een moment kijk ik naar de doosjes “Lariam", een anti-malaria medicijn dat helemaal niemand gebruikt. Het lijkt wel dat ik de enige in Thailand ben die dat vergif met zich meesleept! Vergif? Ja, vergif, dat is het zeker. Het vergif dat de malaria parasieten in je bloedbaan dood. Alleen het idee al vormt duidelijk beelden van een soort muggenlarven in mijn hersenen! Wat doe ik hier eigenlijk? Waarom ben ik niet gewoon naar Spanje of Italië gegaan? De maandag, de “Lariamdag”, is al een paar weken een slechte ervaring. Ik ben vier weken voor mijn vertrek al begonnen met het slikken van dat vergif. Het duurt namelijk enkele weken voordat je voldoende werkzaam medicijn in je bloedbaan hebt. Nachtmerries met onderwerpen en beelden die zelfs Stephen King een slechte nachtrust zouden bezorgen zijn het directe gevolg.

Het reizen met lokale bussen is na twee weken een gewone zaak geworden. We weten vanwaar en hoe laat de bus naar Mae Hong Son ongeveer zou vertrekken. Waarschijnlijk heeft de eigenaar van het “See View Guesthouse” een berichtje achtergelaten bij het vertrekpunt van de bus zodat die niet zonder ons zal vertrekken. Er zijn wel tijdschema's in gebruik maar die worden ruim toegepast.Het is me al vaker opgevallen dat er hier in Thailand heel veel onderhand wordt geregeld. Men zorgt voor elkaar en weet dat met op elkaar moet kunnen bouwen en vertrouwen om met elkaar een goed leven te kunnen leiden.
De relatie tussen Marieke en mij is langzaam aan het veranderen. We zijn op zoek naar het leiderschap, het accepteren van de leiding van de andere, op basis van gelijkwaardigheid lijkt er zich een gevoelsrelatie te ontwikkelen. We hebben tenslotte allebei net een moeilijke relatie achter de rug die we open en eerlijk met elkaar bespreken. Het blijft opvallend hoe gemakkelijk je je persoonlijke problemen met iemand bespreekt die je slechts enkele weken kent. Het zal wel de anonimiteit van het reizen zijn.
Er zijn duidelijk gevoelens tussen ons ontstaan die soms ook wederzijds zijn. Ik hou me natuurlijk van verre en wil die, overigens vlijende en fijne, gevoelens niet mijn reis laten beïnvloeden. Vroeger of later komen we toch op het punt dat we een kamer, en misschien zelfs een bed, moeten delen, al dan niet wegens omstandigheden die we zelf niet in de hand hebben.
De korte rit in de bus naar Mae Hong Son is ook weer van grote schoonheid. De bergen met hun slingerwegen worden langzaam hoger en veranderden van kleur. De buitenlucht wordt koeler, de vegetatie wordt groener en er komt meer landbouw in de vruchtbare dalen. De blindheid voor al deze schoonheid heeft vandaag al toegeslagen. Ik ben nog geen twee weken op reis in Azië en ik heb nu al problemen om geconcentreerd te blijven bij alles wat er te zien is. “Scenic Overload”?
Is deze situatie, zijn deze mensen of deze omgeving wel zo belangrijk om op een foto voor eeuwig vast te leggen?, heb ik mijzelf al vele malen afgevraagd.
Tot nu toe heb ik nog geen enkel antwoord kunnen vinden. Wat ik wel weet is dat er nog genoeg westerse haast in mij zit die mij tot een ongezonde hyperactiviteit drijft. Ik wil alles zien èn alles doen in een zo kort mogelijk tijdsbestek. Ik kan het gewoonweg niet bevatten dat ik nog zes maanden te gaan heb. Gelukkig zal deze reisdag al een beetje meer rust brengen en ook de toon zetten voor de rest van mijn reis door zuid-oost Azië.
Eenmaal aangekomen in Mae Hong Son zoeken we onze weg naar de niet te missen grote vijver in het midden van het stadje. Rond die vijver bevinden zich namelijk de meeste guesthouses. Op de kaart lijkt de stad een stuk groter dan ze in werkelijkheid is, er is wel veel nieuwe bebouwing die het zicht op de muggenkwekerij, zoals we de grote vijver meteen noemen, in het midden van het stadje wegneemt.
Bij het eerste guest house dat we proberen, “Johnny’s GH”, krijgen we een tegenvaller te incasseren. Het populaire guesthouse, met goede reviews in de reisgids, werkt als een magneet op de rondtrekkende rugzakkers en is dus vol. Marieke leid ons verder naar de tweede keuze uit de Lonely Planet. Hier hebben we meer geluk en we krijgen kleine bamboehutjes in een mooie tuin als slaapplaats. De romantiek straalt er vanaf! We nemen snel onze plaatsen in in het “Jong Kham guest house”. Nu kan ik voor de eerste keer deze reis echt uitrusten.
Na een hazenslaapje trek ik ’s middags alleen het slaperige stadje in om wat antischimmel crème te kopen. De hardnekkige uitslag op mijn handen is weer terug. Het vochtige tropische klimaat moet een paradijs zijn voor die rot fungus die op mijn lichaam huist. Je kan douchen en wassen wat je wil maar je wordt hier niet schoon. Het water uit de kraan heeft altijd een kleurtje en/of een geurtje. Na het afdrogen ben je enkele minuten later ook weer vochtig van je zweet dat eindeloos uit je poriën omhoog borrelt om je lichaam te koelen. Gelukkig heb ik tot nu toe geen last van de hitte! Want dan zou het hier helemaal ondragelijk zijn.
De crème tegen de schimmel wordt snel gevonden in een kleine “Pharmacy” zoals dat hier in Thailand heet. Precies zoals uit de film! Grote potten gevuld met pillen en capsules in verschillende vormen en kleuren bevolken de lange planken achter de toonbank. Een vriendelijke kleine vrouw, die redelijk engels spreekt, hoort mijn verhaal aan en scharrelt wat in een van de grote laden onder de toonbank die ik vanaf mijn positie niet kan zien.
Met een triomfantelijke blik op haar gezicht komt ze met een langwerpig doosje in de hand weer omhoog. Ondertussen heb ik de bijna lege tube “Daktarin” tevoorschijn gehaald. Ze neemt de tube uit mijn hand en bestudeert de Nederlandse teksten op het verfrommelde metaal van de tube. Ze glimlacht en wijst naar de tekst. “Miconazol”, dat is de werkzame stof die ook op het doosje leesbaar is. De rest van de tekst is in het Thais en daar kan ik helemaal niets van maken.
Wanneer de werkzame stof dezelfde is als in de Daktarin crème dan moet het wel goed zijn. Ik probeer nog even de uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking te vinden om te controleren of de crème nog wel goed is. Helaas, ik kom geen stap verder omdat ik de datum niet kan vinden. Zestig baht lichter en een nieuwe tube crème rijker stap ik de brandende zon in.
De straten zijn verlaten, in de vroege middag ligt haast iedereen te slapen. Dat is geen slecht idee! Ik ga straks ook meteen weer effe liggen. Eenmaal terug in het GH staat Marieke al op me te wachten. Het is tijd voor een werkoverleg. Er is in Mae Hong Son en haar omgeving veel te zien, dus besluiten we in goed overleg om hier drie nachten te blijven. Onze wegen scheiden zich weer en ik zoek mijn bed op.
Op het matras met mijn ogen open kijk ik vol belangstelling om me heen. Wat zijn de mensen hier in Thailand toch inventief! Ze zijn helemaal ingesteld op het overleven, op het samenleven met de natuur. Mijn hele hut is opgebouwd uit bamboe met hier en daar een plankje om alles bij elkaar te houden. Buiten ruizen de palmbladeren in een warme zachte wind. Het is een rustgevende omgeving en binnen enkele minuten ben ik vertrokken naar dromenland.
Tijdens het avondeten, wat overigens niet al te best en veel te duur was (100 baht = fl. 6,-), komen er weer heel wat emoties bij mijn reisgenoot naar boven. Ik voel me gevleid maar blijf ook op mijn hoede. Ik wil namelijk niet verstoren wat we nu hebben en ik hoop zeker dat we niet voor Chiang Mai uit elkaar gaan. Ik ben erg in mijn nopjes met mijn reisgenoot en wil dit dan ook graag zo houden.
Drie kleine flesjes “Singha” bier duurt ons gesprek waarin ze steeds sterker begint aan te dringen tot aan het punt waar het niet leuk meer is en het vertrek naar ons guesthouse als een verlossing voor mij voelde. In een angstaanjagend stilzwijgen leggen we de korte weg van het restaurant naar onze slaapplaatsen af. Een zoen op haar wang en welterusten. Slaap lekker! Lekker lang slapen en veel lekker eten, en vooral niets doen. Nou ja, niets doen. Morgen in ieder geval een keer lekker uitslapen.