woensdag 20 januari 1999

Thailand: De binnenlanden in

Mae Sot (Nr. 4 Guesthouse), 20 januari 1999

Ik slaap ’s nachts als een os, waarschijnlijk door het Thaise vuurwater, dus daar zal het in ieder geval deze reis niet aan liggen! Vandaag gaan we met de bus op weg naar Tak. Of we daar ook werkelijk aankomen is nog een verrassing. Dat weet je namelijk nooit van tevoren! Gisteren hebben we te horen gekregen dat er een bus rond negen uur zal vertrekken voor de spectaculaire prijs van 32 baht (twee gulden).
Bryan en Simone staan al op ons te wachten met hun rugzakken tegen een muurtje. Alle verhalen over diefstal en berovingen moeten haast wel bedacht zijn. Ik heb me nog geen moment bedreigt gevoelt hoewel je natuurlijk wel altijd een beetje moet opletten. Je moet ze ook geen mogelijkheid geven om er met je rugzak vandoor te gaan. Armoede lijkt troef maar ze lijken de armoede ook zonder probleem te aanvaarden. Het boeddhisme is erg sterk onder de arme bevolking. Een vergelijking met het katholicisme probeer ik te verdringen. Ik heb namelijk weinig met het christelijke geloof.
De reis naar Mae Sot was niet echt spectaculair. We reden over het Thaise platteland en ik vorm mij met elke kilometer een beter beeld van het echte Thailand. Grote dorre donkerrode stoffige velden waarover een paar maanden waarschijnlijk de groene rijst op zal staan. De gammele Thaise bussen brachten ons via Tak, volgens Jan een echte takkestad, waar we moesten overstappen op een kleinere bus naar Mae Sot.
Simone vindt het overduidelijk heel gezellig met z’n vieren en dringt er zelfs bij Bryan op aan om in hetzelfde hotel/guesthouse als ons te slapen. Nu heeft Bryan waarschijnlijk een groter budget en houd hij van wat luxere hotels. Dus gaat gaat tot grote spijt van Simone niet door. Marieke en ik zijn nog op een budget, ikzelf zeker aan het begin van deze reis. Een paar weken, of zelfs maanden, eerder terug naar huis omdat mijn geld op is zou een groot persoonlijk drama zijn!
Tijdens de gebruikelijke zoektocht naar een geschikte kamer voor een nacht val ik van de ene verbazing in de andere. Van matrassen op de vloer die dienen als binnenveld voor een racebaan vol met kakkerlakken tot een afgeleefd Chinees hotel met meer bloed en stront aan de muur dan een gemiddeld slachthuis. Nee, op het platteland gaat de kwaliteit en de geaccepteerde standaard van de hotels/guesthouses met rappe schreden achteruit.
Thaise doodskisten
Toch hebben we vandaag een beetje geluk, na een zoektocht van zeker twee uur vinden we het “Nr. 4 guesthouse”. Een schitterend teak houten huis met een warme douche, en die kan ik zeker gebruiken na de doucheloze dagen in ons guest house in New Sukhothai. Het “Nr. 4 guesthouse” heeft een goedkope dorm (een grote kamer met enkele stapelbedden die veelal door mannen en vrouwen gemeenschappelijk wordt gebruikt) op de begane grond en twee privé kamers, zonder badkamer, op de eerste etage. De eigenaars òf misschien de beheerders slapen zelf in een klein bijgebouw achter het guesthouse. Hoewel de dorm helemaal leeg is wil Marieke toch een privé kamer. financieel maakt het voor mij niet zoveel uit. Voor slechts twee gulden meer hoef ik niet naar het snurken van een kamergenoot te luisteren.
Zodra mijn rugzak de teakhouten vloer van de kamer heeft geraakt ren ik de trap af naar de douche. Ik verbaas me enkele momenten over de warmwater voorziening. De kleine elektrische boiler boezemt me ook wat angst in. De elektrische installaties in Thailand zijn namelijk van een dubieuze kwaliteit en van een aardlekschakelaar hebben ze hier nog nooit gehoord. Na een half uur verschijn ik gewassen en geschoren in onze kamer. Marieke ligt op een matras en vertrouwt haar gevoelens aan haar dagboek toe. Gevoelens. Gevoelens kunnen in de weg staan van goed functioneren. Gevoelens kunnen je voor je voeten gaan lopen en je reis verpesten. Er komt namelijk, zonder enige twijfel, een moment dat je weer uit elkaar gaat. Ik heb dat in Australië al geleerd. Afscheid nemen met gevoelens doet meer pijn dan afscheid nemen zonder gevoelens!
Mae Sot blijkt een onaantrekkelijk nieuw grensstadje te zijn. Dat hebben we tijdens de zoektocht naar een kamer al gezien. Een van de weinige trekpleisters van het stadje zijn de grensovergang met Myanmar, het vroegere Birma, bij het plaatsje Myawaddy en het vertrekpunt van de jungle road naar het noorden.
Belastingvrije sigaretten
De Moei rivierGrensoverschrijdende handel Het is me nog veel te vroeg om de rest van de dag op de kamer te blijven liggen dus besluiten we om de brug over de Moei rivier te gaan bezoeken. Zodra we te voet de hoofdweg met nummer 12 bereiken duurt het niet lang voordat er een Songthaew naast ons stopt. Even later zijn we met een handjevol mensen op weg naar de brug. Dertig cent voor een ritje van ruim vijf kilometer!
Nu kan een brug best wel interessant zijn maar deze brug is hoogstwaarschijnlijk geen architectonisch hoogstandje. Rond, en onder de brug die de beide landen verbind is aan de Thaise kant een markt waar veel goederen uit Myanmar worden verhandeld.
De smokkelaars en kopers komen van heinde en ver om hun waar te slijten en om een voordeeltje the halen. De smokkelaars waden afgeladen met goedkope Chinese goederen gewoon door de rivier naar de overkant onder het toezicht van de soldaten. Ze zullen wel met thee geld (tea money) betaald worden om een oogje dicht te knijpen. Dat “tea money” is trouwens volgens de Thaise bevolking geen omkoping of een vorm van corruptie! Je moet het meer zien als een directe belasting om het inkomen van de slecht betaalde ambtenaren op te vijzelen.
Zoetwater krabben
Zoetwater krabben
Op de markt ligt er niets van mijn gading, mijn rugzak is al zwaar genoeg! Het lokale voedsel vind ik wel interessant. Hoewel ze hier heel arm zijn en er niet veel culinaire bijzonderheden worden verhandeld. Veel mensen hebben zelf een stukje land en een vijver waar ze groenten in verbouwen en vis kweken.
En de brug natuurlijk. De brug is gefinancierd met geld uit het westen, het oorspronkelijke idee is geboren in de jaren vijftig om een autoweg van Istanboel naar Singapore aan te leggen. Een nobel streven als je bedenkt dat de landen langs deze route zowel links als rechts rijden. In Myanmar wordt er rechts gereden en in Thailand links. Ik ben benieuwd hoe ze dit hebben opgelost.
Het antwoord is even simpel als doeltreffend. Een groot bord op het midden van de brug maakte de verkeersdeelnemer duidelijk dat hij van rijhelft moet veranderen. Eigenlijk is er gewoon een kruising op het midden van de brug. Het werkt perfect want in de tijd die ik op de brug was heb ik namelijk geen enkel verkeer gezien.
Het verhaal achter het van weghelft verwisselen midden op deze brug is dat de Thaise en Birmese regeringen het niet met elkaar eens konden worden op welk grondgebied de voertuigen van weghelft moeten wisselen. (Volgens de Lonely Planet) In Thailand rijden ze links en in Myanmar rechts. Wat in principe ook weer vreemd is want Birma is een Britse kolonie geweest. Dus kwam er een oplossing is de vorm van midden op de brug, precies op de grens tussen de twee landen boven het midden van de rivier wisselen de voertuigen van weghelft. Gelukkig rijden ze hier zo voorzichtig dat het geen tot zeer weinig ongelukken oplevert.
Op de terugweg worden we overvallen door de duisternis. Langs de hoofdwegen wemelt het van de kleine restaurantjes die vaak ook maar een hele kleine menukaart hebben. In het overvolle restaurant dat we betreden is er alleen een menukaart in het Thais beschikbaar. Dat maakt het een stuk moeilijker om wat te bestellen! Gelukkig is er man aanwezig die ons in gebrekkig Engels aanspreekt en voor ons wil bestellen. Ik heb die woorden meteen, zoals ik ze hoorde, opgeschreven in mijn notitieboekje zodat ik waarschijnlijk nu zelf eten kan bestellen in de binnenlanden van Thailand.
Na de overheerlijke gebakken rijst, Thaise nasi goreng, gaan we als afsluiting van deze vermoeiende dag nog een biertje drinken in de “Crocodile Tears Bar”, enkele deuren verder van ons guesthouse. Een levendige Thaise band speelt populaire lokale deuntjes en de medebezoekers van de bar dansen er vrolijk op los. In de wetenschap dat we morgen weer vroeg op moeten blijven we toch hangen. Rond twaalf uur speelt de band “Happy Birthday” voor mij. Ik ben nu dus jarig en omringd door velen vreemden en Marieke die zingen en hun glazen heffen op een lang en gezond leven. Negenendertig jaar alweer, de tijd vliegt als je plezier hebt!
We blijven maar één nacht in Mae Sot want opnieuw is er haast geboden. Marieke moet namelijk voor een bepaalde datum in Laos zijn. Morgen trekken we weer verder. Opnieuw vroeg op, en ik vraag me in een mist van Thaise whisky af of dit niet een beetje teveel van het goede is, ik ben tenslotte ook een beetje op vakantie.
Onze rugzakken

Maar als je reist moet je lijden, dat is een wijsheid als een grijze trottoirtegel.
Copyright/Disclaimer