vrijdag 15 januari 1999

Thailand: Een boottocht over de Klongs

Bangkok (Merry V Guest House), 15 januari 1999

Na twee dagen achter elkaar door Jan te zijn uitgenodigd voor een boottocht over de rivier gaan we met zijn vieren op pad. Ondertussen heeft een Noors meisje , Mina, zich bij ons aangesloten. Een vreemd kind. Ze is best aardig maar voegt niets toe aan onze groep. Ik heb de indruk dat ze een beetje zoekende is, zoals zovelen van de mensen die alleen op reis zijn.
Autosloperij in de stadLongtailboot
Jan voert ons door de drukke straten en smalle steegjes van Bangkok. Eenmaal aangekomen bij de rivier begint Jan in het Thais met de eerste de beste kapitein van een lange smalle boot, met een enorme motor achterop, te onderhandelen over de prijs voor een ritje over het water van een uurtje of twee. Het gaat ons twaalf gulden vijftig per persoon kosten. Een astronomisch bedrag in de belevingswereld van de gemiddelde Thai.
Met ongeloof in mijn ogen staar ik naar het tafereel. Jan heeft dus voor ons een “longtailboot” gehuurd die ons twee uur over de klongs (kanalen) van Bangkok zal varen. Geen drijvende markt, geen toeristenval, maar gewoon varen en een paar tempels bezoeken en misschien de wereldberoemde "Snake Show".
We razen met een enorme vaart, vergezeld van veel lawaai, al snel van de grote rivier af. De kanalen die de zijtakken van de rivier vormen worden steeds smaller. Het bloedvatenstelsel van Bangkok met de rivier als hoofdslagader. Het Venetië van Thailand. Wij kijken naar het echte leven van de mensen langs de waterkant. Het leven aan een rivier die nog ècht een levensader is voor veel inwoners van Bangkok.
Torens aan de rivierGammele houten huizenJungle in de stadVaren op de Klong
Het water lijkt enorm vervuild, maar ik ben zelf aan een rivier geboren en kan meteen inschatten dat het om enorme hoeveelheden slib gaat die door de rivier naar zee word afgevoerd. Samen met veel organisch materiaal. De hoeveelheid plastic valt me eigenlijk best wel mee.
Wat ArunWat ArunWat Arun
We krijgen ook een kleine teleurstelling te verwerken. “Wat Arun” staat wegens een restauratie in de steigers. Ik besef me dat ik waarschijnlijk nog lang genoeg in de buurt zal zijn om de tempel ook zonder steigers te kunnen zien. Het is uiteindelijk een geslaagd uitstapje dat een diepe indruk op ons heeft achter gelaten. Na de trip gaan we ieder ons eigen weg.
Mina was duidelijk geschrokken van de prijs, toch wilde ze niet terugkrabbelen. Ze zal wel op een heel scherp budget op reis zijn! Ze maakte geen problemen toen ze haar deel na afloop aan Jan moest betalen, maar het ging zeker niet van harte.
Wat op mij de meeste indruk heeft gemaakt in de eerste dagen is toch de rivier die dwars door Bangkok stroomt. Ik kan er niet genoeg van krijgen om voor een paar dubbeltjes met de “Chao Phraya River Express” de rivier op en neer te razen. Ontspannen kijken naar wat zich allemaal afspeelt langs en op de rivier.
Leven langs de rivier
Badende mensen, vissende mensen en spelende kinderen. Grote plukken waterhyacint die af en toe net drijvende perken lijken. Maar ook de enorme hoeveelheden mensen onderweg naar hun werk of op weg naar huis. Van, en op de boot springend om zo snel mogelijk op de plaats van bestemming te zijn. Op dit moment wist ik diep in mijn hart dat ik nog vele malen terug zou keren naar Bangkok.
De tijd vliegt om en de avond was al aangebroken dat we van Jan afscheid moesten nemen. Jan gaat morgen naar Cambodja voor een fotoproject. Een avond met veel gelach en koud bier. Ik vertelde Jan over mijn plannen en de route die ik van plan was om te gaan  afleggen.
“Zou je wat voor mij kunnen doen”, vroeg hij.
“Waarom niet”, antwoordde ik.
Jan begint meteen overijverig twee briefjes te schrijven in het Maleis. Stopt die briefjes in twee enveloppen, waarvan één vergezeld van een honderd dollar biljet, en plakt de enveloppen dicht. Het adres van de ontvanger erop waarna Jan mij de volgende mondelinge instructies geeft.
“Deze brief is voor een lief vrouwtje dat ik ken op een klein eilandje in Indonesië”, net buiten de kust van Sumatra”, begon hij.
“Ze gaat trouwen in april en dit geeft mijn felicitaties aan haar en haar aanstaande man, je kan haar niet missen, ze heeft een hazenlip”, vervolgde hij.
“Mocht je op tijd kunnen zijn voor die bruiloft dan moet je zorgen dat je er bent, dit is iets om niet te missen”, aldus de instructies voor de eerste brief.
“De tweede brief is voor een vriend van mij in Penang”, ook een plaats die ik van plan was om te bezoeken. “Je kunt hem vinden in het “.... guest house”, de naam ben ik vergeten. “Hij heeft één arm en ziet er gemeen uit, maar dat is hij niet”, vermelde hij geruststellend. Daar zit ik dan met mijn enveloppen, niet wetend of ik ooit maar in de buurt zou komen van die plaatsen. Ik zal het in ieder geval proberen.
Hete kerrie!
Na mijn korte verblijf in Bangkok heb ik ook geen enkel idee wat te verwachten van de rest van Thailand, ik zal wel zien. Marieke en ik kunnen het ondertussen goed met elkaar vinden en we besluiten om een tijdje samen te reizen. Dit ondanks het feit dat ik vond dat we de avond ervoor haast te ver waren gegaan. Ik heb het gevoel dat dit voorval ons nog wel eens zou kunnen opbreken. Ik vindt het goed idee om nog wat samen te reizen want ik ben er eerlijk gezegd nog niet klaar voor om alleen op pad te gaan.
Het is heerlijk verfrissend hoe gemoedelijk en eenvoudig het is om een reispartner te vinden als je alleen op pad bent in de weide wereld. De open verhoudingen tussen de verschillende mensen maakt dat alles een stuk eenvoudig wordt. Als je genoeg hebt van iemand dan zeg je dat gewoon.
“Het was leuk met je te reizen maar ik heb nu zin om alleen of met die en die verder te gaan”.
Het klinkt misschien erg oppervlakkig maar ik vindt het opluchtend openhartig. Natuurlijk probeer je om anderen niet te kwetsen, maar het is jouw reis en je moet (bijna) geen concessies doen aan derden. Jij moet elke dag plezier hebben in wat je doet en wat je van plan bent om te gaan doen.
Copyright/Disclaimer