woensdag 13 januari 1999

Thailand: De reis naar Bangkok

Bangkok (Merry V Guest House), 13 januari 1999

Ik verliet Nederland op een besneeuwde dinsdagochtend in januari. Achter me lagen de zware dagen van het afscheid nemen. Het afscheid nemen is voor mij als een beetje sterven. Je agenda is overvol! En des ondanks je weet dat je niet genoeg tijd hebt om van iedereen persoonlijk afscheid te nemen probeer je het toch. Je vrienden schieten een voor een voorbij. Je gaat steeds vaker op je horloge kijken om maar op tijd te zijn voor het volgende afscheid. Je beste vrienden, ik zal ze missen. Afscheid nemen doet pijn.
Zware sneeuwval weerhield de meeste mensen om op tijd op hun werk te zijn. Een totale verkeerschaos van Maastricht tot Den Helder. De A2 was een lange file. De treinen waren ook gestremd of reden met grote vertraging. Ik had maar een zorg. Op tijd zijn voor mijn vlucht. Gelukkig had mijn vriend Henk van Heusden zich beschikbaar gesteld als slachtoffer om mij naar Schiphol te brengen. Langzaam kroop de Mazda als een segment van een kleurige rups over de met donkergrijze sneeuw bedekte A2. Mijn gedachten dwaalden af naar de vele passagiers die net als ik op weg waren naar Schiphol. Zouden we op tijd zijn voor mijn vlucht? Had het vliegtuig vertraging? Zouden ze wachten met het oog op het slechte weer? Heb ik echt wel alles? Die vragen gonsden door mijn hoofd. Ik weet het echt niet zeker meer, maar ik denk dat ik de meeste tijd zweeg als het graf.
Vrienden hebben weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen. Gelukkig kwamen we net op tijd aan bij de vertrekhal waar een enorme drukte heerste. De auto’s kwamen in een eindeloze rij traag aangegleden. Na snel afscheid te hebben genomen ging ik, met een laatste blik achterom naar mijn maat, de vertrekhal binnen. Eerst inchecken! Een snelle blik op het beeldscherm. Ik had geluk, het toestel was te laat. Tijdens de tussenlanding in Manchester was het ook niet allemaal goed gegaan. Het toestel had in Manchester een uur vertraging opgelopen. Het uurtje gaf mij en mijn medepassagiers wat extra tijd om zo toch zonder problemen te kunnen inchecken voor vlucht KU116 naar Kuwait. De plezierige kant van deze vertraging was dat we minder tijd te doden hadden op de luchthaven van Kuwait. Waar we ruim twee uur zouden moeten wachten op onze aansluiting naar Bangkok.
Mensen die reizen naar verre en exotische bestemmingen maken me nieuwsgierig. Zakenmensen, gekleurde medemensen op weg naar huis, toeristen en reizigers. Ja, ik geef het meteen toe dat ik ook tot die decadente groep behoorde die zichzelf een reiziger noemt. Eigenlijk noem je jezelf zo, het is iets dat je jezelf wilt onderscheiden van de groep toeristen. In de ogen van die toeristen ben jij weer een backpacker. Een vreemd ras dat de wereld afstruint met zo min mogelijk bagage in je rugzak. Op zoek naar avontuur en ongerepte plaatsen. Dit onderwerp zal nog menig maal aan de orde komen in dit verhaal.
Schiphol in de sneeuw
Eenmaal ingecheckt en door de paspoortcontrole was ik zo opgewonden dat ik mijn Big Mac met moeite naar binnen kon krijgen. Ik raakte nu toch wel een beetje op gewonden. Die twee biertjes gingen er wat makkelijker in. Meteen toen ik bij het aquarium aankwam wierp ik een blik naar binnen. Ik was benieuwd wat voor soort mensen er met mij naar Thailand zouden afreizen. Er waren redelijk veel Thai. Een blond schaap met haar moeder, de beautycases in de aanslag! Zakenmensen, opgesloten in een te warm driedelig kostuum. Een groepje toeristen in glimmende trainingspakken. En een paar mensen die er wel uitzagen als reizigers of backpackers. De kaki broeken met of zonder afritsbare pijpen. Een kleine rugzak voor de belangrijkste attributen die je in het buitenland nodig hebt. In mijn ogen op dat moment het voorbeeld van de echte reiziger.
Mijn blik viel op een meisje dat er erg vriendelijk uitzag en met een goed gesprek en een bulderende lach vele mensen boeide. Ze zag er uit als een doorgewinterde reiziger. Ik manoeuvreerde mij voorzichtig richting het groepje waar het meisje deel van uitmaakte. Ze hingen aan haar lippen. Eenmaal aangesloten luisterde ik goed naar wat ze te zeggen had. Het kan nu eenmaal geen kwaad om naar anderen te luisteren. Misschien hoor je wel iets waar je later je voordeel mee kunt halen. Het was een gesprek over Thailand doorspekt met clichés en informatie. Hoe en wat met de airport bus, welke buurt en zelfs welk guesthouse goed was. Het ging jammer genoeg te snel om het allemaal op te schrijven en door mijn opwinding was ik het meeste meteen weer vergeten.
Airbus A340-313 (Al-Sabahiya)Eenmaal verlost uit het aquarium en richting de slang verdween het meisje uit mijn beeld. Aan boord van de Airbus A340 begreep ik al snel waarom Kuwait Airways zo goedkoop was. Geen alcohol, slechte en veel te kleine maaltijden en als grootste domper, geen vermaak. Het enige wat de monitoren in het vliegtuig te bieden hadden na de instructie video voor de zuurstof maskers en de zwemvesten. Vluchtinformatie! Van die knipperende landkaartjes met de positie van het vliegtuig, onderbroken door informatie over de buitentemperatuur en de hoogte. Het belangrijkste voor veel passagiers moet toch het kaartje met de pijl richting Mekka zijn geweest. Niet dat ik iemand op zijn knieën heb zien vallen maar het moet toch van groot belang zijn geweest voor mijn moslim medereisgenoten. Dus wat blijft er over om de tijd door te komen? De boekjes in het vakje in de achterkant van de stoel voor je aandachtig door te lezen.
In ieder vakje van alle vliegtuigstoelen (van zichzelf respecterende luchtvaartmaatschappijen) zitten dezelfde attributen. Een instructieblad dat de video nog een keertje op papier over doet. Een kotszakje. Een hoofdtelefoon. Een magazine van de luchtvaartmaatschappij, meestal in twee talen. En natuurlijk mag het taxfree blaadje niet ontbreken. De prijzen zijn in de plaatselijke valuta. Deze keer dus in Koeweitse Dollars. Ik heb nog steeds geen flauw idee van wat die dingen nu waard zijn. Het magazine laat altijd zien hoe mooi en bijzonder het land is waar de maatschappij gevestigd is. Wat kun je laten zien van een woestijnstaat die acht jaar geleden bijna totaal verwoest was tijdens een oorlog over olie. Juist, groene oases en westerse winkelcentra.
De Koeweiti zijn zo onvoorstelbaar rijk dat die bijna misselijk makend is. En de westerse wereld maar vriendjes spelen omdat ze de olie en de industriële opdrachten voor de opbouw niet willen missen. Je kunt natuurlijk ook een boek gaan lezen. Het enige probleem was dat ik zo opgewonden was dat ik me niet kon herinneren wat ik een minuut ervoor had gelezen. Ik had mijn Lonely Planet al zo vaak ingekeken dat hij er al aardig gebruikt uitzag. Ik had al zoveel informatie in mij opgenomen dat ik zeker in “overload” zou schieten als ik het boek nog een keer zou openen.
Misschien was de oplossing, “praat met je buurman”! Misschien heeft hij nog wat handige tips en kun je nog wat van hem opsteken. Mijn buurman was een zuiderling, een echte Limlander met een accent zo sterk dat hij bijna Duits klonk. Hij had de blaadjes ook al doorgekeken en wilde ook wel een praatje maken. Hij vertelde me dat hij voor de derde keer naar Thailand ging. Het was volgens hem een opwindend en exotisch land. Ik spitste mijn oren omdat ik geen enkele tip wilde missen.
Hoe schokkend was voor mij zijn verhaal. Voordat ik het mij realiseerde vertelde hij mij zijn bijna klassieke levensverhaal. De hardwerkende man besteedt niet genoeg tijd aan zijn vrouw. Zij voelt zich alleen en in de steek gelaten, gaat uit met vriendinnen en zoekt haar bevrediging buitenshuis. Na wat maanden te hebben aangerotzooid, de man heeft natuurlijk niets in de gaten, verteld ze hem uiteindelijk dat ze iemand anders heeft gevonden die wel tijd aan haar besteed. Een echtscheiding is onvermijdelijk. Ze hebben twee kinderen en de rechter bepaalt dat die bij de moeder blijven. Maandelijks een flink bedrag richting ex-vrouw en de zaak heeft er ook nog onder te lijden. Een gebroken man is wat achterblijft, op zoek naar warmte en een beetje liefde. Al dan niet betaald. Hij vertelde mij dus veel over het sekstoerisme. Hij vertelde vol passie over de Thaise meisjes. Hij vertelde me in detail over wat ze wel en niet zouden doen en hoeveel het zou kosten. Hij was zo enthousiaste dat ik er geen woord tussen kon krijgen. Ik kon mijn oren niet geloven.
Aan het einde van zijn verhaal vroeg hij eindelijk wat het doel was van mijn reis naar Thailand. Ik vertelde hem dat ik voor de eerste keer ging en dat ik wilde rondreizen en veel tempels en cultuur wilde zien. Hij was ook verbaasd en geschokt door mijn antwoord, ik ben nu eenmaal ook al achter in de dertig. Als een donderslag bij heldere hemel veranderde hij dan ook de strekking van zijn verhaal, hij wist dat van de meisjes van anderen. Zij hadden hem alles verteld, hij ging voor de rust en het strand. Er was paniek in zijn ogen en hij voelde zich betrapt. We hebben de rest van de reis naar Kuwait dan ook geen woord meer met elkaar gesproken. Steeds keek hij snel de andere kant op als ik een nieuw gesprek dreigde te beginnen.
Zijn verhaal had toch iets in mij wakker gemaakt. Was het dan toch zo als ze schreven in de Panorama en Actueel? Nou ja, wat kon het mij ook schelen. Ik ging voor de cultuur en om nieuwe ervaringen op te doen, en natuurlijk om met mijn depressies te leren omgaan. Depressies die me al meer dan een jaar achtervolgden. Sinds mijn moeder was overleden. Ik had al meer geleerd over de depressies en kon gelukkig zonder de medicijnen functioneren. De grote vraag was echter. Kan ik de Lariam verdragen? Ik had tijdens mijn kerstvakantie in Schotland al vier weken dit medicijn op proef geslikt. Dit onder begeleiding van mijn huisarts. Ik had wat nachtmerries gehad maar dat was niet zo’n groot probleem. Ik had altijd nog mijn Dormicom die me wel door de moeilijkste nachten zou slepen. Vreemde dromen heeft iedereen wel eens. Ik had het airline magazine uit verveling zo’n 10 keer doorgebladerd en had af en toe een blik op mijn in slaap gevallen buurman geworpen.
Nu werd het tijd voor wat beweging. Ik was van al dat zitten zo stijf als een plank geworden. Het werd tijd om een rondje door het vliegtuig te lopen. Even een plasje te plegen en een drankje te halen. Ik vroeg de vriendelijke Thaise stewardess om een blikje cola. Ze lachte me vriendelijk toe en zei, ”wacht hier maar even, ik ben zo terug”. Netjes bleef ik in het gangpad bij het keukentje te wachten. Toen ze terug kwam nam ze een blikje cola uit de koeling. Ze opende het blikje en overhandigde het samen met een plastic bekertje met wat ijs aan mij. Ze had snel een papiertje samen met het blikje in mijn handen had gedrukt. Op het papiertje stond haar naam en haar telefoonnummer in Bangkok. “Bel me als je in Bangkok bent”, zei ze met een vriendelijke glimlach. “Zal ik doen”, antwoordde ik, enigszins blozend, en maakte me snel uit de voeten naar mijn plaats. Ik was echt geschrokken, maar voelde me ook gevleid. Vreemd, wat was de bedoeling van dit? Was dit normaal, en is echt iedere Thaise vrouw op zoek naar een westerse man? Ik had nog geen antwoorden op deze vragen maar ik verwachtte dat ik het wel zou ontdekken als ik in dat verre land aankwam.
Na enkele droge en saaie uren vliegen kwamen we eindelijk aan op Kuwait International Airport. Kuwait City, een stad geteisterd door oorlog acht jaar geleden. Bij de naam Kuwait City denken de meeste van ons aan een moderne stad, nee dus. Misschien aan de buitenkant ziet het eruit als modern, eronder zit een diepgewortelde Islamitische samenleving. Vrouwen worden geacht niet te werken, moeten zich hullen in gewaden en gesluierd door het leven te gaan. De moderne moslim vrouw wordt hier verstoten. Een westerse levensstijl wordt niet op prijs gesteld. Vandaar de Thaise stewardessen. Eenmaal in de transithal werd ik geconfronteerd met een nieuwe en voor mij onbekende wereld. Mannen in witte jurken met grote snorren en nog grotere machinegeweren stonden klaar om ons te verwelkomen. Ze stonden netjes in een rij aan het einde van de slang te wachten. Een keurende blik werpend op iedere passagier die de MD11 verliet. Een airgeconditioneerde oase in het midden van de woestijn. Of was het een woestenij? Iedereen die geen moslim is, is een heiden. En dus ook minderwaardig. Het smerige werk wordt gedaan door geïmporteerde Filippino en Thai. De luchthaven van Kuwait was in de oorlog compleet verwoest. Er is hier in een mum van tijd een geheel nieuwe luchthaven van beton, glas en roestvast staal uit de grond gestampt. Heel modern allemaal met een oude mentaliteit overgoten.
Ik had iets meer dan vier uur te wachten. Dat is een hele lange tijd! Na mijn toiletbezoek ging ik dan ook op zoek naar een kopje koffie en wat eten. De cafetaria was snel gevonden. Het was de enige plaats waar zich een aanzienlijk aantal buitenlanders had opgehoopt. Het assortiment deed niet onder voor de bedrijfskantine van een middelgroot bedrijf op de rand van het faillissement. Erg karig dus. De bekende internationale frisdranken aangevuld met de lokale vruchtensappen stonden op een rij. Een paar sandwiches waarvan het beleg “Halal”, kosjer voor moslims, was maar de samenstelling en herkomst voor altijd een raadsel zou blijven. Met een zo vriendelijk mogelijk gezicht vroeg ik de buitenlandse vrouw achter de kassa, “Accepteert u credit cards”? “Nee, dank u”! Dat was het antwoord dat ik kreeg. Daar stond ik dan. Midden in het niets op een luchthaven die waarschijnlijk tot een van de modernste luchthavens in de wereld zou worden gerekend. Credit cards worden niet geaccepteerd? Het enige wat telde waren contanten. En dan ook nog alleen US dollars, engelse ponden en kuwaity dollars. Een nogal vreemde situatie vond ik. Een hongerige en dorstige reiziger gestrand op een luchthaven in het midden van niets zonder contant geld. Een blunder van het zuiverste water, dat zou me dan ook niet een tweede keer overkomen. Ik zocht naar een oplossing.
Het drinken van het kraanwater leek mij niet zo’n goed idee. Vreemde mensen vragen om mij wat geld te geven stond mij ook een beetje tegen. Het was mijn trots. Ik wilde aan niets en niemand toegeven dat ik al gefaald had met mijn voorbereiding. Ik was nog niet eens op de plaats van bestemming aangekomen. Ik ging rustig zitten en bestudeerde de inhoud van mijn documententasje. Ik droeg dit ding niet om mijn nek zoals velen. Ik had het gewoon in mijn rugzak. Het gebruik van een money belt was mij ook vreemd. Ik had gezworen om nooit zo’n opzichtig en oncomfortabel ding te dragen. Je haalt ze er meteen tussen uit die zo’n ding heeft. Een gezwel rond het middel en bij elke handeling staan ze onhandig in het tasje te graaien. Bij voorkeur met gekromde rug voorover gebogen, er zeker van te zijn dat niemand meekijkt in de geheime schatkamer van de toerist.
Hoera, ik had nog geluk ook. Ik had er helemaal niet aan gedacht dat ik uit Schotland nog twee één pond biljetten had meegenomen als een souvenir. Ik dacht diep na wat nu het belangrijkst was. Mijn souvenir of wat te eten en te drinken. Mijn maag won, zoals meestal in soortgelijke situaties. Met gepaste trots en nagekeken door tientallen landgenoten begaf ik me weer richting de counter. Ik was één van de weinigen op de luchthaven die een blikje fris en een sandwich kon kopen. Tot op heden is het beleg van die sandwich nog steeds een raadsel voor mij. Het kan dierlijk maar ook plantaardig zijn geweest. Het had de vorm van een worst, dat was het enige dat ik met zekerheid kon vaststellen. De restaurantmedewerker kon mij ook geen antwoord geven op de vraag wat er op de sandwich zat.
Nadat ik mijn vertraagde avondmaaltijd had genuttigd ging ik richting de gate vanwaar mijn vlucht naar Bangkok zou vertrekken. Ik plaatste mij in een van de plastic stoeltjes en haalde mijn walkman te voorschijn. Een grote hard plastic box met zestien bandjes en mijn walkman. Goed beschermd tegen schokken en al het andere gevaar. Ik sloot mijn ogen en probeerde een beetje te relaxen. De reis was begonnen en de spanning begon zo langzamerhand een beetje af te nemen. In mijn onderbewustzijn dacht ik na over Bangkok, exotisch Bangkok. Een enorme stad waarvan ik alleen maar de naam kende zoals van zovelen steden. “Bangkok, Oriental city”, het begin van een liedje dat ik maar niet uit mijn hoofd kon krijgen. Ik probeerde in mijn gedachten de reis voor te stellen. Wat zou ik allemaal gaan zien? Zou ik ziek worden? Zou ik mooie foto’s maken? Zou ik leuke mensen ontmoeten? Ik had er bewust voor gekozen om alleen op pad te gaan. Na het einde van mijn relatie met Petra en het overlijden van mijn moeder had ik behoefte om met mezelf te zijn. Om mezelf beter te leren kennen en vooral ook om beter met mijn depressies te leren omgaan. Het stond als een paal boven water dat ik tegenslagen zou moeten incasseren.
Ik werd uit mijn droomwereld gewekt door het meisje dat er op Schiphol voor mij uitzag als een echte reiziger. Ze begon spontaan een gesprek en stelde zich even later voor. Marieke was haar naam. Een goedlachse Hollandse meid met een gevoel voor humor. We kletsten over koetjes en kalfjes en over de zin van het bestaan. Voordat we het ons realiseerden vertelden we elkaar ons levensverhaal. Beide doorspekt met tragedie en liefde. Een vreemde maakt het gemakkelijker om je verhaal te vertellen. Het is de anonimiteit, je ziet die ander waarschijnlijk toch nooit meer. We stonden beide op de drempel van een nieuw begin van een periode in ons leven. Thailand kwam nog maar sporadisch voor in ons gesprek. De tijd vloog om en voordat we het in de gaten hadden klonk de boarding call voor onze vlucht door de vertrekhal.
Ik voelde me toch een beetje onzeker en wilde van zoveel mogelijk kennis van een ander gebruik maken. Ik realiseerde me dat ik waarschijnlijk een “strangler” was die zich aan een ander vastgreep en dan langzaam wurgde met mijn aanwezigheid. De nachtmerrie van een reiziger, levend met de vraag. Hoe kom ik zo snel mogelijk van hem af? Hortend en stotend kwam ik vanuit het niets met de vraag. “Zou je willen helpen om in het centrum van Bangkok te komen”? Ze keek me verbaasd aan en nog voor ze antwoord had gegeven kwam de volgende vraag er al uit. “ En misschien weet je wel een guesthouse wat redelijk betrouwbaar is”? Ze had tijdens ons gesprek verteld dat ze al enkele keren in Bangkok was geweest. “Geen probleem”, zei ze goedlachs, “ ik wacht wel aan het einde van de slang”. Na een wel heel erg saai tweede deel van de reis arriveerden we op het Don Muang Airport in Bangkok.
Don Mueang Airport
Copyright/Disclaimer