New Sukhothai (Friend House), 18 januari 1999
Ook deze ochtend sta ik weer erg vroeg op en ik weet nu al dat deze reis zeker geen vakantie word zoals ik die uit het verleden ken. We vertrekken al om acht uur op oude gammele fietsen, met de opkomende zon in de rug, richting de oude stad. “Oud Sukhothai” of “Sukhothai” in het kort is een toeristenattractie van de eerste orde.
Onze magen zijn bij gebrek aan wat beters gevuld met een banana-pancake overgoten met twee flinke scheppen bruine suiker en weggespoeld met een flinke mok Nescafé. De smaak van de oploskoffie begint te wennen, hoewel ik nog steeds de voorkeur geef aan een vers gezet bakkie!
Elke tourbus in Thailand gevuld met Europese toeristen maakt hier een stop, er heerst op de parkeerplaats van het historisch park dus een drukte van jewelste. Voor mijn gevoel is het zelfs drukker dan in de wereldstad Bangkok! Omdat we beiden graag goede foto’s maken komt het regelmatig voor dat we tientallen minuten moeten wachten om een foto zonder toeristen op de tempels te kunnen maken.
Sukhothai is ook een oude hoofdstad en zelfs ouder dan Ayuthaya. Sukhothai is uit een tijd dat er nog geen Thailand, of Siam, in deze vorm bestond. Er waren meerdere koninkrijken die elkaar onafgebroken bevochten. De geschiedenis op dit schiereiland is een bloederige afgewisseld met lange periodes van culturele bloei. Daar ga ik later deze reis nog veel van zien!
Het park lijkt op het eerste gezicht op een Disney Boeddha land. Een stuk of twintig oude tempels in een enorm park van ongeveer 15 vierkante kilometer. Nadat we ons langs de lange rijen toeristen hebben gewerkt bemachtigen we eindelijk onze toegangsbewijzen. Wij zijn maar met z’n tweeën en daardoor een stuk minder belangrijk dan de passagiers van de tourbussen die met z’n dertigen of veertigen verschijnen! Misschien helpen de fooien/smeergelden die hier “Tea money” worden genoemd en in alle lagen van de samenleving heel normaal zijn en ook openlijk worden geaccepteerd. Corruptie bestaat hier gelukkig niet!
Opgewekt fietsen we na een kilometer of tien het park in. Onze snelheid op de fiets blijkt vroeg in de ochtend een voordeel. De wandelaars aangevoerd door de tourbussen lopen niet zo heel ver van de ingang en bezoeken alleen de dichtstbijzijnde tempels. Wij fietsen gewoon wat verder waar we de tempels helemaal voor ons zelf hebben.
Wat me na de tempels van Bangkok en de tempels van Ayuthaya opvalt is dat deze weer een hele stijl op zichzelf zijn. Vanavond moet ik in plaats van teveel alcohol maar eens een overdosis kennis over de verschillende stijlen van tempels en Boeddha’s tot me nemen. Kennis is macht en kennis maakt je indrukken ook intenser en interessanter.
Dan is daar ook het onvermijdelijke moment waarop het eten langs de weg maar gewoon moet. Ik kijk hier al vanaf de eerste in Thailand dag tegen op. De keuringsdienst van waren heeft het niet voor niets zo druk in Nederland. Het restaurantje dat we binnen de muren van het park hebben gevonden is niet meer dan een compositie van ruwe houten palen en balken afgedekt met verroeste gegalvaniseerde golfplaten.
Aan de achterkant is een klein kamertje gemaakt waarin de mensen slapen. s’ Nachts en ook overdag! Slapen is de nationale hobby in Thailand. Geen enkele Thai zal een geschikt moment voorbij laten gaan om een dutje te doen. De keuken en het keukengereedschap zien er beide gezond uit en ook de manier waarop de diverse ingrediënten behandeld worden tonen grote zorg en liefde voor het voedsel. Het eten smaakt voortreffelijk en ik bestel zelfs een tweede gerecht. Je moet natuurlijk nog leren welke gerechten je smaak bevredigen en nog belangrijker, welke gerechten je tong en verhemelte niet verbranden. Het pittige eten in Thailand is namelijk zeer berucht!
Na een dagje rondfietsen, fiets gehuurd voor iets meer dan één gulden, besluiten we om de zonsondergang achter de vijver te fotograferen. Wij zijn niet de enige die op dit idee zijn gekomen. Terwijl we zitten te wachten tot de gouden bal onder de horizon verdwijnt voegt zich een ander stel bij ons. Na een eerste gesprek komen we te weten dat ze uit Brazilië komen en dat hij, Bryan, een fotograaf is en zij, Simone, een net afgestudeerde jurist. Ze dragen een uitgebreid assortiment camera’s en lenzen bij zich. Het zijn dus de professionals. Zij geeft de lenzen aan waar hij om vraagt en neemt de oude aan om ze snel terug te stoppen in de grote leren tassen. Daar zit ik dus met mijn compact camera, dit is het eerste moment dat ik spijt heb dat ik niet mijn spiegelreflex heb meegenomen. Marieke heeft hem verdomme wel meegebracht.
Ons gesprek ontwikkeld zich in de inmiddels vertrouwde patronen. De vraag: Hoelang ben jij al op reis?, zal ik nog ontelbare keren horen. Ik heb ondertussen ontdekt dat de vragen in 99% van alle oriënterende oppervlakkige gesprekken gelijk zijn. Een soort van interesse voor het bekende. Het vooral oppervlakkig blijven in je gesprek maar tegelijk toch proberen wat diepte te vinden. Ik kom hier later zeker nog wel eens op terug. Op het juiste moment klikken onze camera’s in koor. Ik wil graag wat nieuws proberen wanneer ik per ongeluk ontdek dat met mijn zonnebril op de zonsondergang mooier is. Ik gebruik de lens van mijn zonnebril als kleurenfilter.
(Bij thuiskomst bleek dit een gouden idee. Op het moment van schrijven kon ik dat nooit weten want mijn film moest nog worden ontwikkeld en afgedrukt in Nederland.)
Zodra de zon is onder gegaan nemen we afscheid van onze nieuwe vrienden en gaan weer richting “Friend house”. We hebben gedurende ons korte samenzijn vandaag gemerkt dat we toch wel vaak dezelfde ideeën hebben.
We hebben goede gesprekken samen en die avond verteld Marieke me dat ze misschien toch wel een tijdje samen met me wil reizen. Ze zal daar later over beslissen. Ze vertrouwt op haar gevoel. Gelukkig komen we de avond zonder grote problemen door en ik heb me voorgenomen om niet meer te kussen. Hoe moeilijk dit ook zou zijn.
Ik heb voor het avondeten gelezen dat het minder bekende Si Satchanalai zeker zo mooi zou zijn als Sukhothai. In de roes van de Mekong besluiten om op onze laatste dag samen naar dit park te gaan voor een waardig afscheid.