maandag 21 maart 2011

Singapore: Sentosa Island

Singapore (Hotel 81 Palace (606))

Elk jaar tijdens één van mijn bezoeken aan Singapore heb ik wel een brochure van dit enorme pretpark opgepakt, doorgekeken en weer neergelegd. Wat doe je als je alleen bent in een wereldstad? Nou, zeker geen pretpark bezoeken want dat is alleen maar leuk als je met meer personen bent.
Als er één plaats in Singapore is die voor de volle 100% gepland is dan is het wel “Sentosa Island”. Sinds de Britse krijgsmacht het heeft teruggegeven aan Singapore is er hier erg veel veranderd. Het verleden is minder mooi! Het strand van “Pulau Blakang Mati” was één van de killing fields van WWII.
Nadat het in 1967 een legerbasis van Singapore was geworden besloot de regering in 1970 om er een vakantiepark van te maken voor vooral de lokale bevolking en een verdwaalde toerist die Singapore bezocht.
Tegenwoordig bezoeken meer dan twee miljoen mensen het eiland per jaar en daarmee heeft de regering aangetoond dat het een goede investering was.
Omdat het een heel bijzondere dag moest worden zijn we eerst met de bus naar “VIVO City” gegaan waar we bij de gouden bogen voor de verandering een ontbijt aten. Het is en blijft lekker ondanks dat het niet té vet en niet té zout is. Vooral de koffie bij MacDonald’s in Singapore is een winnaar.
Na een korte wandeling heuvelopwaarts kwamen we bij de “Jewelbox”, het station voor de Mt. Faber kabelbaan aan de Singapore kant. De prijzen voor een ritje waren flink gestegen sinds mijn Lonely Planet was gedrukt maar dit is toch één van die dagen die je maar één keer in je leven doet dus kneep ik mijn ogen dicht en nam zonder te kijken het wisselgeld van mijn briefje van vijftig dollar aan.

Natuurlijk had ik bewust voor de maandag gekozen omdat het dan veel minder druk zou zijn. We hadden de zespersoons gondel voor ons samen en we genoten van de rit terwijl Keppel Harbour onder ons doorgleed. Eenmaal aan de andere kant besloten we om twee maar attracties te bezichtigen vandaag. Je wordt namelijk snel overgehaald om van die passen te kopen waarmee je meer attracties kan bezoeken dan de tijd het eigenlijk toelaat. Meer besteed en hetzelfde gezien, of alles maar voor de helft gezien omdat je er doorheen bent geraasd. De twee attracties voor ons lagen direct naast elkaar en dat maakte het een stuk eenvoudiger om te plannen. Omdat we de zeehonden show van 14:30 wilden zien gingen we eerst naar “Fort Siloso”.

Het fort is het laatste overgebleven fort dat ooit Singapore moest beschermen tegen een invasie van een buitenlandse mogendheid. Samen met de “Battlebox” geeft het een goed idee hoe het er hier is aan toegegaan tijdens de tweede wereldoorlog. De meeste POW’s die zijn gevallen tijdens aanleg van de “Dodenspoorweg” in Burma zijn door de concentratiekampen van Singapore gegaan.
Laat de foto’s maar spreken en wij in stilte denken aan de duizenden onschuldigen die met hun leven voor onze vrijheid hebben betaald.

Underwaterworld is leuk maar minder spectaculair dan de andere aquaria die ik tijdens mijn reizen heb bezocht. Natuurlijk zijn er leuke plaatjes van zeedieren maar de shows maken het een stukje beter. Het begon allemaal met de zeehonden show.

Lyka vond dit zo leuk dat ze graag wilde blijven zitten om ook de dolfijnen show te kunnen zien. Het was haar dag dus stemde ik daar gelijk, ondanks dat ik alweer aardig trek begon te krijgen, in.

Voor SG$ 155 (€ 87,15) per persoon mag je zelfs tien minuten met de dolfijnen zwemmen.

Het was al bijna vier uur en we waren aardig vermoeid van deze dag. Alleen elkaar aankijken was voldoende om rustig huiswaarts te keren.

In het hotel aten we een boterham omdat we nu eenmaal moesten zorgen dat alles op was voordat we weer op weg naar Thailand zouden gaan. Een sessie op de laptops en dan weer de straat op. G-foodcourt was opnieuw de plaats waar we neer streken. Een lichte maaltijd en een paar Bavaria biertjes.

Morgen nog een rustige dag en dus eigenlijk zat deze eerste reis samen er nu op.
Copyright/Disclaimer