donderdag 28 februari 2008

Sri Lanka, de eerste serieuze regen

Kandy, 28/02/2008

Na de bieren van gisterenavond en een nacht zonder muggen had ik als een blok geslapen. Natuurlijk was ik niet om kwart voor zes opgestaan maar had de wekker uitgezet en draaide me nog maar een keer om. De tand zou er morgen ook nog wel zijn.
Om acht uur verscheen mijn vertoning op de veranda waar een breed lachende Graham mij begroette.
“Good morning Squire”, spotte hij.
Ik lachte breeduit terug want het kon me geen hout schelen, ik had heerlijk geslapen.
Na het kleine ontbijt van een pot thee en toast met roerei begon ik aan mijn ronde om het meer midden in Kandy. Een fijne wandeling omgeven door aan de ene kant de rust van het water en aan de andere kant het uiterst lawaaierig en stinkend verkeer. Alles onder een snel dichttrekkende en van kleur veranderende hemel.
Ik had de zak met broodjes al in de hand toen de regen langzaam op gang kwam, een korte sprint naar het hotel behoedde me voor een nat pak en vanaf de veranda zag ik de regen in hevigheid toenemen. Het was de eerste echte dag met regen op deze reis. Ik was in de afgelopen twee weken erg gelukkig geweest met het weer. Natuurlijk had ik wat regen gezien maar dat was altijd ’s nachts of na het avondeten als er toch geen reden meer was om er uit te gaan. Het regende de hele middag onafgebroken en ik genoot van de rust en het uitzicht vanaf de veranda.
Voor het avondeten was er nog een cultureel uitstapje naar de “Kandy Dancers”.
“Om vijf uur voor de deur”, was de afspraak.

Het arriveren van een grote touringcar deed mij besluiten om zelf maar eerder naar binnen te gaan. Graham zou vanzelf komen opdagen en mij in de zaal zien met een stoel op een goede plaats die ik voor hem vrij had gehouden.
Het was een grote groep van de nieuwe rijken uit het voormalige Oostblok. Mannen met zware bariton stemmen en veel jonge slanke vrouwen in strakke kleding met minimaal de borsten half bloot. Enkele oudere vrouwen in de groep hadden zo te zien ook hun bedenkingen bij de blonde vertoningen. Bij navraag bleken Tsjechen, Polen en Hongaren te zijn, in een gemengde groep. In koor kreeg ik het antwoord dat geen van de aanwezigen sympathie voor de Russen had en ze probeerde te mijden als de pest. De bezetter van het verleden is nog steeds een bezetter van de geest.
De show begon met trommels en in het tweede bedrijf verschenen er vrouwelijke en later ook mannelijke dansers op het toneel. Het was best leuk en interessant om te zien. Helaas was het zo donker in de zaal dat ik de uitleg op een slecht gefotokopieerd papier niet kon lezen. Zo ontbrak het aan een enkele uitleg wat het voorstelde en wat de oorsprong was.
Het vuurdansen was het hoogtepunt van de avond. Een plaat met daarop gloeiend hete kolen werd naar binnen gebracht en wij op de eerste rij voelde de stralingswarmte. Met een waaier werd het vuur nog hoger aangewakkerd en twee mannen liepen met de tenen omhoog gekruld over de gloeiend hete kolen. Om het spektakel nog wat te verhogen kwam een medewerker met een fles petroleum die hij over de gloeiend hete kolen uitstrooide. Vlammen van wel twee meter hoog klommen naar de hemel, de stralingswarmte was zo groot dat de meeste toeschouwers op de eerste rij probeerden te vluchten, tevergeefs. Zelf had ik het idee dat ik de komende weken zonder oogwimpers en wenkbrauwen door het leven zou moeten gaan. De vlammen doofden net zo snel als ze waren gekomen en de mannen liepen nog twee keer heen en weer over de vurige vloer. Dat was het einde van de show en het begin van de avond.

Na twee keer “Pizza Hut” was er nu een echt restaurant aan de beurt. “Lyon’s” zou goed Chinees eten serveren. Ik volgde Graham die met de Lonely Planet in de hand flink doorstapte richting het restaurant. Zonder horten of stoten liepen we rechtstreeks naar het fonkelnieuwe geheel uit beton en glas opgetrokken restaurant.
“Chinees?”, stamelde de man.
We knikten synchroon.
“Second Floor”, antwoordde hij en ging ons voor door het bijna lege restaurant.
Als dit één van de betere plaatsen was dan zou ik wel eens willen weten hoe druk het in een slecht restaurant was! De menukaart werd bestudeerd en we besloten om maar een paar gerechten te proberen en de rekening te delen. Het maakte nu toch niets meer uit zolang we maar goed te eten hadden. En het eten was goed! Het beste dat we tot nu toe op Sri Lanka gegeten hadden. De bordjes waren allemaal leeg op een lepel of twee groente en noedels na.
Voldaan trokken we verder naar de Pub waar we nog een slaapmutsje zouden nemen. Ondertussen had ik een besluit genomen om verder met Graham de oude locaties te bezoeken. We hadden een goede tijd samen en vooral de snelheid waarmee we de drie oude locaties zouden moeten doen maakte het ideaal om samen op pad te gaan. De tand (Sri Dalada Maligawa) bleef de tand en nadat ik de oude locaties had gezien zou ik naar Kandy terugkeren om alsnog een bezoek aan de tempel te brengen.
Morgen vroeg op om op weg naar “Sirigya” te gaan.
Copyright/Disclaimer