woensdag 20 februari 2008

Sri Lanka, weg van de kust

Deniyaya, 20/02/2008

Het lijkt er op dat ik nu het slapen onder een klamboe door begin te krijgen. Met een minimum aan muggen onder mijn netje kon ik de slaap beter vatten dan gisteren. Ik dacht na over mijn eerste kleine week in Sri Lanka. Ik was niet onder de indruk van wat ik tot nu toe had gezien. Het was allemaal hetzelfde en ik mis het buitenleven dat ik gewend ben van de andere landen die ik heb bezocht. Het eten is ook niet om lyrisch over te worden. Gelukkig heb ik nu in de gaten dat het eten gewoon door moeder de vrouw wordt gekookt voor het gezin en de gasten in het hotel eten met de familie mee. Geen onaardige ervaring op zich maar van een menukaart kiezen kan soms ook heel fijn zijn. Ik ben pas een week hier en misschien zal mijn mening nog wel veranderen?
Bus nummer 375 was mijn doel voor vandaag! Ik was rustig en zonder wekker opgestaan omdat de verplaatsing slechts 85 kilometer zou bedragen. Minder dan een uurtje in jullie wereld maar meer dan drie uur waar ik me nu bevindt. Na het ontbijt, wat weer voortreffelijk was, betaalde ik de openstaande rekening en nam afscheid van de familie. Wel met een beetje pijn in mijn hart. Dat maakt reizen nu juist zo moeilijk, ik ben niet iemand die vijftien jaar op rij naar dezelfde plaats kan gaan.
De wandeling van minder dan tien minuten was voldoende om mijn shirt zo nat te maken dat je het kon uitwringen. Ik was op tijd voor de bus van half tien. Zoals ik al eerder zei, bus nummer 375 zou me naar een dorpje vooraan in de heuvels brengen genaamd "Deniyaya". De bus op zich was comfortabel genoeg, het probleem was alleen dat je fluitende oren kreeg van de luchthoorn die veelvuldig door de chauffeur werd gebruikt. Het kreng blies bij gevaar, als aankondiging voor een blinde bocht, als begroeting, als dank voor het aan de kant gaan en als melding voor een bushalte dat hij dichtbij was. Er werd meer getoeterd dan geschakeld.
Het landschap veranderde langzaam toen we de kustweg verlieten, rubber en theeplantages opgevuld met rijstvelden in de dalen waren nu het uitzicht. De wegen werden slechter en je kon merken dat het armoediger werd. Mensen stapten uit en stapten op bij de honderden haltes die we hebben gepasseerd. Een oudere man die perfect Engels sprak vertelde me dat we later van bus zouden moeten wisselen. Dat verwarde me een beetje want voor op de bus stond toch duidelijk de eindbestemming, "Deniyaya", aangegeven. Een gezond wantrouwen moet je toch proberen te bewaren als je alleen op pad bent!
Het verhaal klopte wel en in een plaats genaamd "Akuressa" moesten we onze comfortabele bus verruilen voor eentje die zo naar het "Lips Autotron" kon. Van schokbrekers hadden ze nog nooit gehoord en de bladveren waren nog in een experimenteel stadium. Tel daar de slechte staat van de wegen bij op en je zou meteen om een niergordel hebben gevraagd. Mijn zitplaats was ook nog haaks op de rijrichting waardoor ik als de bakkenist van een zijspanmotorcrosser met drie armen moest vasthouden in de ontelbare haarspeldbochten die de bergweg telde.
Ik was er voor gewaarschuwd! Nog voordat we arriveerden daalde de regen uit de hemel neer. Ik was op weg naar één van de natste plaatsen ter wereld, meer dan 5000 mm neerslag per jaar valt hier uit de hemel. Het is ook moeilijk om een regenwoud te hebben zonder regen. Bij aankomst in het kleine busstation van "Deniyaya" plaatste ik me op een stenen bankje om te wachten totdat de regen een beetje had afgenomen en ik op zoek kon naar het "Sinharaja Rest". Het dorp is zo klein dat er geen kaart van in mijn reisgids staat. Eigenlijk is het niets anders dan twee rijen winkels aan weerzijde van de doorgaande weg. Toen de regen was overgegaan in motregen ging ik op weg en vroeg bij een mobile telefoonwinkel op de hoek naar het "Sinharaja Rest" en hij wees me meteen een Tuk-tuk aan die me voor zestig Roepies wel even zou brengen. Het was namelijk meer dan een kilometer lopen! Die kilometers in Sri Lanka ken ik ondertussen wel.
Na driehonderd meter stond ik op de oprijlaan van het "Sinharaja Rest". Twee jongen speelden cricket in de tuin en een man in een lende doek en een vrouw met door de betelnut aangetaste tanden verwelkomden me. Ik was op de juiste plaats. De prijs van de kamers viel me een beetje tegen maar je kan nu eenmaal niet altijd geluk hebben. Nadat ik mijn intrek had genomen liep ik het dorp in om wat "Samosa's" of iets dergelijks te scoren want ik had alweer een enorme trek. Bij de eerste winkel lagen een soort gefrituurde loempia's met een vulling die nog het meest op de vulling van een kroket leek, wel met een kerriesmaak. Het was nieuw en het moest worden geprobeerd. Voor 20 Roepies (€ 0,13) kan je de gok wel wagen. Binnen een minuut had ik de tweede besteld en probeerde de kleine binnenbrand met een colaatje te sussen.
In het guesthouse kreeg ik nu het slechte nieuws. De gids was in de bergen blijven steken en zou niet eerder dan morgenvroeg terugkeren. Ik had mijn plannen en die waren natuurlijk ook afhankelijk van het weer. Terwijl ik op mijn bed naar het geluid van de onweersdonder lag te luisteren vroeg ik me af wat me morgen weer te wachten stond. Er waren maar drie scenario's, of ik ging met die gids naar het regenwoud en een paar tempels. Of ik ging alleen op pad met de bus naar wat tempels en een waterval, of ik ging wegens het slechte weer door naar "Ratnapura". Terwijl ik de dikke regendruppels op de enorme bladeren hoorde vallen viel ik in slaap.
De goedlachse vrouw ontwaakte me uit mijn slaap voor het avondeten. Ik wreef in mijn ogen en zag dat het pas zes uur was.
"We hadden toch half acht afgesproken?", vroeg ik.
"Inderdaad, maar we zijn een beetje aan de vroege kant", kreeg ik als antwoord.
Het maakt ook niets uit, of wel soms?
De rijst met kerrie was goed, voor zover ik er nu mee bekend ben. Ik dronk nog twee biertjes en voor negen uur lag ik op bed. Kunnen jullie dat geloven? Om tien uur was het muisstil in de heuvels en je hoorde alleen onbekende vogels en diersoorten.

Ik heb er een zwaar hoofd in voor morgen! Ik denk dat er geen gids is en dat ik moet kiezen tussen vertrekken of de waterval en de tempels bezoeken. We zien morgen wel, je zorgen maken over iets dat je niet kan veranderen is verspilde energie.
Copyright/Disclaimer